zaterdag 25 januari 2020

Een overwinterende geelgors

Afgelopen week heb ik me tussen de bedrijven door ook nog wel wat met vogels vermaakt, met name gisteren. Tellingen van akkervogels in de Utrecht en de Hoeksche Waard leverde als hoogtepunt een prachtige klucht patrijzen op. Die zie je eigenlijk veel te weinig en het gaat er ook niet best mee, ook niet in de Hoeksche Waard. Erg jammer natuurlijk en dit was in het deel waar de meeste territoria nog zitten, nabij Nieuw-Beijerland.
Patrijzen
Gisterenavond leverde een telling van de meeuwenslaapplaats op de Sophiapolder overigens nog hoge aantallen op. Zo kwam ik op bijna 1200 zilvermeeuwen, 5000 kok- en ca. 500 stormmeeuwen. Daartussen stonden nog eens min. 16 kleine mantelmeeuwen, 18 pontische en 6 geelpootmeeuwen. De kleine burgemeester die misschien nog steeds rondhangt in de buurt stond er helaas niet tussen, of althans, die zag ik niet staan... 

Vanmiddag heb ik weer eens tijd om het hele Waalbos door te struinen. Een flink gebied waar ook zomaar nog een verrassing kan zitten. Het is erg onoverzichtelijk, dus wie weet. Stiekem hoop ik daarbij nog op de geelgors die eind december in het gebied was gevonden. Het zou natuurlijk zomaar kunnen dat die nog rondhangt! 
Waalbos
Na enige tijd tref ik de grote groep spreeuwen, kramsvogels, koperwieken, vinken, putters en rietgorzen, die gezamenlijk rondtrekken door de polder. Zo lijkt het. Bij het opvliegen van een deel van de groep hoor ik het bekende 'prutteltje' van een geelgors. Leuk, die zit er dus nog! Even later laat hij zich op enige afstand ook nog aardig in een boompje bekijken.

Naast deze flinke groep zangvogels is het gebied ook nog steeds in trek bij muizeneters. Zeker 8 torenvalken en buizerds hangen nog rond, maar ook een blauwe kiekendief is kortstondig jagend ter plaatse. Wat een gave beesten zijn dat toch! Overigens laten de roofvogels (ik denk tenminste dat het de roofvogels zijn) ook nog andere sporen na. In het hek zag ik namelijk een rat en een egel hangen. Per toeval laten vallen of zit daar wat achter?! Ik kon het zo snel niet bedenken... 
Bruine rat
Egel
Als even later Matthieu en Rutger Plaisier zijn gearriveerd is het nog een hele zoektocht om de geelgors nog een keer terug te vinden. Uiteindelijk lukt dat toch nog en zit hij in z'n eentje een paar minuten in een boompje te roepen. Hij laat zich nu een stuk beter zien dan eerder vanmiddag. Een fraai beest en de eerste overwinteraar op IJsselmonde voor zover bekend! 
Geelgors

zaterdag 18 januari 2020

De midwintertelling op de Sophiapolder

De laatste tijd heb ik het ook in het weekend vaak druk met andere zaken, dus het vogelen is wat minder. Zeker ook de rondjes naar Rotterdam-Zuid voor meeuwen schieten er deze winter helaas bij in. Gisteren nog wel en dag door de Hoeksche Waard gezworven om wintervogels te tellen, maar dat leverde weinig verrassend soorten op. Vanochtend staat echter de wintertelling op de Sophiapolder weer op het programma, zodat Laurens van der Wind, Hans Bossenbroek en ik met het pontje weer overgezet moeten worden. Het water staat flink hoog deze keer, wat het tellen aanzienlijk makkelijker maakt.

Voor de telling begint post ik nog in de Crezéepolder voor slapende ganzen, maar daar slaapt deze winter vrijwel niks. Op de Sophiapolder blijken echter ruim 500 brandganzen de nacht te hebben doorgebracht. Leuk! We beginnen telling vervolgens op de noordpunt, waar we in de ruigte een houtsnip opstoten en waar de cetti's zanger nog steeds ter plaatse blijkt te zijn. Ook staat bij aankomst een prachtige pontische meeuw op de meerpalen ons op te wachten. Altijd leuk! Op het water drijven verder nog ruim 400 wintertalingen en de nodige krakeenden, smienten en 21 pijlstaarten. De meeste eenden zijn alweer prachtig op kleur! De talrijkste vogel van de ochtend betreft grauwe gans, waar we ruim 1100 exemplaren van tellen.
Wintertalingen
Als de meeste vogels op het water geteld zijn gaan we rustig richting het zuiden lopen. Voordat we de noordpunt verlaten komt echter een flinke groep rietganzen onze kant op. Als we de korte nekken en blauwgrijze bovenvleugels zien is het wel duidelijk dat het om kleine rietganzen gaat. Erg leuk, een groep van wel 92 exemplaren!

Op de dijk wandelend naar het zuiden wordt wel weer duidelijk wat een kracht het water en de wind heeft. De dijk kalft steeds verder af en het gaat geen jaren meer duren voordat die op sommige plaatsen is verdwenen, denk ik... Als er niks gebeurd qua maatregelen uiteraard.
't Is maar een smal dijkje met hoog water
De vlonders blijken goed vol te zitten met meeuwen, aalscholvers en kieviten. Daartussen rusten ook nog zeker 11 scholekster en een bonte strandloper. Toch leuk! Al met al weer een geslaagde telling met bijna 3000 vogels! Wat de aantallen betreft is de Sophiapolder daarmee toch het belangrijkste gebied voor watervogels op het eiland IJsselmonde.
Veel vogels op de vlonder (kokmeeuw, bergeend, scholekster, kievit, aalscholver)

maandag 6 januari 2020

Twee mooie vangsten!

Aan het eind van de middag ga ik na het werk weer eens een poging wagen om waterpiepers te ringen. De laatste keren lukte het telkens maar om slechts 1-2 exemplaren te vangen. Na oktober reageren ze aanzienlijk minder op geluid. Ondanks dat de aantallen weer traditiegetrouw hoog zijn op de slaapplaats (ik tel zeker 85  invallend exemplaren), vang ik weer slechts één exemplaar. Verder klinken in het riet weer overal de roepjes van cetti's zangers en foerageert nog een grote zilverreiger vlakbij de Devel. Kramsvogels en ook spreeuwen spoeden zich naar hun slaapplaatsen.
Waterpieper
Na het avondeten besluit ik vanavond weer eens richting de Zegenpolder te gaan. Er staat wat wind, waardoor het vangen van een houtsnip wellicht weer eens moet lukken. Al struinend door de polder zitten er inderdaad nog genoeg snippen, waaronder een bokje, ca. 20 watersnippen en uiteindelijk ook weer 8 houtsnippen. Ook lukt het weer om een exemplaar te vangen, prachtig! Het is de derde vangst deze winter, wat een schitterende vogels zijn het. 
O.b.v. de ruigrens (de meest rechste veer is oud) betreft het een 2kj vogel, geboren in 2019. 
Houtsnip
Al met al vanmiddag en vanavond dus slechts twee vogels geringd, maar wel van het soort exemplaren waarvan je er niet veel hoeft te hebben om een succesvolle vangst te hebben...

zaterdag 4 januari 2020

Rotterdamse havens weer uitgekamd, maar helaas...

In de leuke natuurgebieden op IJsselmonde komen met grote regelmaat vogelaars. In sommige delen worden daarentegen wat minder intensief gevogeld, met name richting het westen van het eiland. De havens rond Pernis vormen daarbij de grootste blinde vlek op het eiland. Daar komt zelden een vogelaar, wat ook weer niet geheel onterecht is... Ondanks dat denk ik toch dat het een locatie is waar nog wel eens een echte goede soort kan opduiken. Een roodkeelduiker ofzo, of opeens een verzwakte zeekoet... Vanaf het westelijke puntje is het tenslotte maar een krappe 20 km naar de kust. Niet veel, toch?!

De meeste kans op een goede soort maak je denk ik na een hevige westerstorm of een strenge vorstperiode. Beide scenario's zitten er voorlopig niet in, dus dan moet 't maar zonder theorie gebeuren. Een kuifaalscholver zou altijd toch wel moeten kunnen?! Om half tien begin ik vanochtend mijn zoektocht in het westelijke deel, langs de Vondelingenweg. Op de Oude-Maas zitten veel krakeenden, een enkele fuut en wat grauwe ganzen. Een groepje vinken vliegt langs en in wat ruigte stoot ik drie zanglijsters en nota bene een houtsnip op. Het exemplaar blijkt het echter niet helemaal meer te doen en is misschien tegen een hek gevlogen?!
Houtsnip
Langs de weg en in de spaarzame struikjes foerageren spreeuwen, vinken, zwarte kraaien en zilvermeeuwen. Ook kom je hier en daar nog wat houtduiven en natuurlijk eksters tegen. Een witte kwikstaart vliegt nog over, terwijl op het water van de Nieuwe-Maas eigenlijk niks te zien is. Op twee meerkoeten na dan.
Fuut
De daadwerkelijke havens zijn echter altijd lastig te overzien. De oevers staan compleet volgebouwd met installaties van Shell, helaas. Op enkele punten is nog over de 1e en 2de Petroleumhaven te kijken. Dat levert eigenlijk alleen de gebruikelijke soorten op: aalscholvers, futen, meerkoeten en krakeenden. Meer zwemt er niet rond.
2e Petroleumhaven
Op één van de installaties landt nog wel een slechtvalk. Een broedvogel van het terrein. Het blijkt een geringd individu, maar door de afstand lukt het me helaas niet om de kleurring af te lezen. Wel een leuke soort natuurlijk!
Slechtvalk
In wat groenere delen kom ik nog enkele fazanten tegen en in een klein haventje langs de Nieuwe-Maas dobbert zowaar een dodaars rond. 24 kieviten rusten op de basaltblokken en verder is het veel van hetzelfde. In de Waalhaven, ondertussen alweer kilometers naar het oosten, foerageren nog een aantal roeken die daar in een kolonie op Heijplaat broeden. Ook tref ik nog een dodaars aan. Verder vliegt nog een kneu over en tref ik uiteindelijk de leukste soort van de ochtend. Vanaf de oever vliegt opeens een oeverloper op. Altijd leuk zo'n overwinterend exemplaar!
Krakeend
Verder blijkt, hoe ik ook zoek, niks meer te vinden te zijn in dit grootst gegraven havenbassin van Europa. Het zit er gewoon niet, of in ieder geval niet op plekken waar je het kan zien. Toch maar hopen dus op die westerstorm of die strenge vorstperiode...
Aalscholver met paling
Vanavond post ik met anderen weer bij de Sophiapolder voor de kleine burgemeester. Het blijkt nu niet zo makkelijk te worden als gisteren, want omdat het water lager staat zijn de meeuwen onrustig. De kokmeeuwen vertrekken richting het zuiden om elders de slapen, terwijl de grote meeuwen rondvliegen en niet keurig op de steiger gaan staan... Tja... Opeens zie ik dan de vogel bij de noordpunt in de groep meeuwen staan. Het lukt een enkeling om de vogel op te pikken vanaf de kraan, maar dan vliegt hij alweer op. Snel spoeden we ons naar de noordelijke inlaat die beter is te zien vanaf de Karwei, maar door het invallende duister en de onrustige groep krijgen we de vogel helaas niet meer in beeld. Een makkie is 't niet...

vrijdag 3 januari 2020

Kleine burgemeester in Ambacht!

Na een dag telwerk voor de Grauwe kiekendief, blijkt 's middags een kleine burgemeester ontdekt te zijn op de vuiloverslag in Dordrecht. Aangezien meeuwen uit de grote omgeving op de Sophiapolder slapen, is de kans aanzienlijk dat dit exemplaar vanavond ook zal doen. Van veel meeuwen die o.a. op de vuiloverslag foerageren is bekend dat die op het eiland in de Noord (op IJsselmonde dus), slapen. Het zou in dat geval nog een nieuwe soort voor mijn 'Ambacht-lijst' betekenen. Reden te meer dus om het eind van de middag te gaan posten voor deze dwaalgast uit Noord-Amerika en Groenland!

Vanaf 16u zit ik op de kraan met o.a. Hans Bossenbroek en komen inderdaad volop meeuwen binnen vanuit het zuiden. Ook aan de overkant van de rivier wordt nog gepost, daar om 'm op de Alblasserwaardlijst te krijgen. Het eiland vult zich gestaag met duizenden meeuwen, waaronder ook de nodige geelpoot- en pontische meeuwen. Om 16:57 is het dan eindelijk zover en krijgen we het appje dat de vogel nú langs Papendrecht vliegt. Enkele seconden later zien we 'm boven het eiland komen en achter de vlonder in vallen. Mooi! Hij laat zich kort zwemmend zien, maar verdwijnt dan achter de vlonder en is door de invallende duisternis steeds slechter te zien.
Kleine burgemeester
Desalniettemin weer eens een nieuwe soort voor mij in Ambacht, nr. 217 om precies te zijn. Afgelopen jaar zag ik alleen rotgans nieuw, dus leuk om er weer eentje bij te schrijven!

woensdag 1 januari 2020

Een gelukkig 2020!!

Elk jaar blik ik weer even terug op de hoogtepunten wat betreft mijn activiteiten in de natuur. Een goede traditie die ik uiteraard nog even vol wil houden, altijd leuk om terug te blikken! 2019 was wat dat betreft weer een jaar dat verschilt van alle andere jaren. Op IJsselmonde was 't rustig, maar in Nederland viel de ene na de andere goede soort. Genoeg te beleven dus en uiteindelijk kon ik zeven nieuwe soorten bijschrijven, maar mistte ik ook nog enkele goede soorten. Van 't jaar was ik namelijk ook druk met andere zaken, zoals het in kaart brengen van schaarse broedvogels op IJsselmonde. Een leuk project met nog leukere resultaten! Ook het ringen vergde weer de nodige tijd, maar leverde ook weer prachtige vangsten op. Kortom, er viel weer genoeg te beleven en ik heb me uitstekend vermaakt.

Het duurde even voordat de goede soorten Nederland in kwamen, maar in april was het gelijk goed raak met een kalanderleeuwerik nabij Ouddorp. Gelukkig was ik in de buurt, dus niet veel later kon ik deze zeldzaamheid bijschrijven. Een prachtige, forse leeuwerik, die rustig op de akker liep te foerageren.
Kalanderleeuwerik
In juni volgde wederom een leuke soort, dit maal een dwergaalscholver. Een dwaalgast uit Oost-Europa die zelden in Nederland afdwaalt. Het vorige exemplaar nabij Nijmegen had ik gemist, dus dit was een welkome inhaler. Een verrassend klein beestje op een mooie zomeravond, met o.a. nog roepende kwartels op de achtergrond. Genieten!
Dwergaalscholver
Weer twee maanden later is het opnieuw raak, deze keer in het noorden van het land. Op het wad bij Westhoek duikt namelijk tussen duizenden strandlopers een heuse alaskastrandloper op. Een nieuwe soort voor Nederland, die ik na een mislukte nachtvangst in Meijendel nog prima te zien krijg. Ook de volgende dag ik nog 'n keertje kijken. Steltlopers zijn altijd één van mijn favorieten geweest en deze soort is dan ook helemaal geen straf. Erg gaaf!
Alaskastrandloper
Omdat we tijdens het bezoek aan de alaskastrandloper reeds in het noorden van het land waren, rijden we ook nog even langs Leeuwarden. Daar hangt de schildraaf die al maanden in Nederland aanwezig is namelijk rond. Het beest heeft voor zijn bezoek aan Nederland al lange tijd door Groot-Brittannië gezworven en is in Europa vermoedelijk per boot verzeilt geraakt. Aanvaarding door het CDNA is dan ook niet waarschijnlijk, maar een leuk beest is het op zich dan weer wel...
Schildraaf
De vijfde nieuwe soort dit jaar was toch wel een langverwachte. In Noordwijkerhout werd namelijk een bosgors ontdekt. Een soort die jaarlijks meerdere malen wordt vastgesteld, maar vrijwel altijd op Waddeneilanden. Nu dus eindelijk eentje lekker in de buurt! Gelukkig ben ik gelijk in de gelegenheid om te gaan en ondanks de regen kan ik 'm nog aardig in de kijker krijgen. Mooi!

Mijn zesde 'lifer' van het jaar was wat dat betreft wat minder verwacht. Op een zaterdagmiddag in oktober verschenen namelijk foto's van een 'grijze spotvogel' ergens in Noord-Holland. Na wat gepuzzel bleek uiteindelijk dat het meest waarschijnlijk een grote vale spotvogel betrof. Een nieuwe soort voor Nederland. Op maandagochtend 14 oktober reisde ik dus in alle vroegte af richting Amsterdam en kon ik ook deze onverwachte dwaalgast in de kijker krijgen. Een gave soort om te zien! Uiteindelijk werd de vogel die maandag voor het laatst gezien, maar bleek op basis van DNA dat het inderdaad een grote vale spotvogel betrof. Gaaf!
Grote vale spotvogel
Twee weken later was het weer raak. Weer op maandagochtend. Nadat ik op de zaterdag geen gelegenheid had om naar de bruine lijster op Vlieland af te reizen, werd op de zondag op de Maasvlakte een witkeelgors te zijn ontdekt. Een dwaalgast uit Noord-Amerika die mogelijk hier verzeilt is geraakt vanwege een orkaan. Het blijkt geen intikker op de maandagochtend, maar na een kat-en-muis-spel heb ik de vogel prachtig zo'n 10 seconden in de kijker. Dan is het na uren wachten weer tijd om aan het werk te gaan...
Twitchers bij de witkeelgors
November ging vervolgens redelijk geruisloos voorbij, maar eind december kwam er toch opeens weer een hele onverwachte nieuwe soort bij. Nabij het Noord-Hollandse Schagen werd namelijk op 23 december een kleine regenwulp ontdekt. Een Siberische broedvogel die nu in Australië 'hoort' te zitten. Dit exemplaar dacht daar wat anders over en vermaakte de volgende dag, op de 24ste, zo'n 200 vogelaars de hele dag met zoeken, zoeken en wachten. Het beest bleek niet op de plek van de vorige dag te lopen, maar gelukkig werd 'tie om 15:00 toch gevonden. Een hectische twitch (heerlijk!!) volgde en leverde kort een prachtige blik op deze zeldzaamheid op. Ook in vlucht was het een opvallend beestje, waarna hij op grotere afstand ook nog wel tussen de wulpen uit te halen was. Een mooie afsluiter van dit jaar!

Op de één-na-laatste dag van het jaar kon ik daar nog een grote trap nabij Den Briel aan toevoegen. Het was weliswaar een projectvogel uit Oost-Duitsland, dus in gevangenschap uit het ei gekomen, maar toch gaaf om die in Nederland te zien! Hij telt niet voor 't lijstje, maar was een kort ritje om zeker waard. Een gaaf beest!

Tot zover alle verhalen die voor mij dus goed zijn afgelopen in 2019. Het was echter een jaar met vele discussies, mega zeldzame soorten en onverwachte wendingen. Een aantal missers leverde dat voor mij nog op, maar ook een aantal soorten die ik niet kón hebben. Ook wel eens prettig om te weten... Een (mogelijke) groene fitis in Vlaardingen was voor mij niet in de buurt toen hij als grauwe fitis werd doorgegeven, wat ook geldt voor een sakervalk. Ten tijde van die nieuwe soort voor Nederland was ik op vakantie in Duitsland. De mirtezanger op Schiermonnikoog was voor mij tevens geen haalbare kaart, net als de bruine lijster op Vlieland. Op Schiermonnikoog verbleef tevens nog een gekke gierzwaluw, tegenwoordig de 'Schierzwaluw' genoemd. Of er ooit nog een naampje aan geplakt kan worden is maar de vraag, zeldzaam was hij sowieso. De soorten die ik wel had kunnen hebben waren dit jaar grijskopkievit en monniksgier. In het geval van de eerste was ik te laks en bleek de soort op zaterdag verdwenen. Toch jammer van deze nieuwe soort voor Nederland... Bij de monniksgier had ik wat andere prioriteiten, namelijk het instippen van de zwarte roodstaarten op IJsselmonde. Maar als je dan de foto's ziet... Ach ja, zo blijkt maar weer dat gemiste soorten soms beter in het geheugen blijven dan de geziene soorten.
Friesland zonder grijskopkievit...
Naast al die nieuwe soorten zag ik in 2019 niet zoveel goede soorten in het land. Een jaarlijst van 244 zegt op zich dan al genoeg. Soorten als fluiter, strandleeuwerik, nonnetje, grote zee-eend en grauwe kiekendief zie je gewoon niet als je daar geen moeite voor doet. Zo bleek... De andere zeldzaamheden waren eigenlijk allemaal nieuwe soorten voor Zuid-Holland. Een lijst die ik nog fanatiek bij probeer te houden. Alleen de steltstrandloper van Botshol, de kleine trap die toevallig bij de kleine regenwulp opdook en breedbekstrandloper, lachsterns, witwangsterns en grauwe franjepoten die toevallig te combineren waren met de alaskastrandloper, waren buiten deze provincie. Op 28 september was het ongeveer de enige dag van het najaar met zeetrek, wat nog 2 noordse, 1 grauwe pijlstormvogel en de nodige jagers opleverde. Dat blijkt ook leuk...
Duizendenstrandlopers bij Westhoek
Steltstrandloper bij Botshol
Kuifaalscholver op de Maasvlakte
Noordse pijlstormvogel
In Zuid-Holland was het dus ook geen slecht jaar qua zeldzaamheden. In de provincie kon ik maar liefst acht soorten bijschrijven. Dat begon met de rondzwervende ross' gans in de winter 2018/2019, die in februari nabij Haastrecht aanwezig was. Hopelijk wordt deze vogel aanvaard, zodat ik daar ook geen omkijken meer naar heb in Zuid-Holland. Een week later dook een prachtige kleine trap op in het randje van Zuid-Holland, bij De Zilk. Niet gek!
Kleine trap bij De Zilk
Eind maart was een papegaaiduiker midden in Dordrecht een hele merkwaardige nieuwe soort voor mijn Zuid-Hollandlijst. Een beetje besmeurd met olie zwom het beestje daar rond, maar hij haalde het uiteindelijk niet. Zoiets verwacht je niet. De kalanderleeuwerik van Ouddorp was in april uiteraard ook nog nieuw. 2019 bleek ook weer een goed jaar voor orpheusspotvogels. Een soort die ik al jaren laat glippen in Zuid-Holland, maar nu niet. In het Geuzenbos in Oostvoorne lukt het me om deze fraaie soort eindelijk weer eens te zien. Dat was überhaupt alweer jaren geleden. Naast de bosgors en witkeelgors was ten slotte ook de provencaalse grasmus op Maasvlakte 2 nog nieuw voor mijn Zuid-Hollandlijst. Deze zeldzaamheid liet zich kort maar prachtig aan me bekijken, op dezelfde dag als de grote vale spotvogel.
Papegaaiduiker
Het jaar sluit ik nu af met 353 soorten in de provincie Zuid-Holland, als de nodige soorten nog aanvaard gaan worden. Dat aantal had nog wat hoger kunnen liggen, bijvoorbeeld als de mogelijke Siberische braamsluiper van Schoonhoven gevangen was voor DNA, als ik nog een poging had gedaan voor grauwe gors op de Kwade Hoek of de struikrietzanger op Maasvlakte 2, of als de Amerikaanse goudplevier van Ouddorp tijdens één van mijn tweede bezoeken wél aanwezig was geweest. Zo blijft er voor de komende jaren dus ook nog wat te vinden over...

Overigens leverde vogelen in met name Zuid-Holland ook nog wat leuke vondsten op van vogels. De beste vondst was wat dat betreft wel die van de woestijnplevier op het Slufterstrand van de de Maasvlakte. Op deze plek deed ik onderzoek naar grote sterns, voor mijn stage, toen ik verrast werd door dit 18de geval voor Nederland en het 4de voor Zuid-Holland. Andere echte gevonden zeldzaamheden ontbraken in 2019, maar een enkele overvliegende kwakken, hop, draaihals en europese kanarie zijn toch mooie bonussen bij dagen in het veld.
Woestijnplevier
Ondanks dat het in Nederland en Zuid-Holland goed was dit jaar, viel het op IJsselmonde een beetje tegen. Na zeven nieuwe soorten vorig jaar, kon ik dit jaar slecht drie nieuwe bij schrijven. Maar uiteraard worden de soorten wel steeds beter... Het begon dit jaar al wel vroeg, toen eind januari een roodhalsgans werd ontdekt in Polder de Hooge Nesse. Pas de derde dag kon ik afreizen en gelukkig lukte het om in de mist dit tweede geval voor IJsselmonde bij te schrijven! Een dag later was de vogel door ingevallen dooi alweer verdwenen...
Roodhalsgans
Half mei volgt de tweede nieuwe soort, dit keer een soort die wat meer in de lijn van de verwachtingen lag: grote karekiet. Sinds 2006 was er geen twitchbaar geval op het eiland, dus dat werd wel eens tijd... Nadat een exemplaar opdook in Polder het Buitenland van Heerjansdam, die de hele zomer bleef zingen, doken maar liefst nog twee zingende exemplaren op in de buurt. Ten minste één daarvan betrof een paartje en kwam ook tot broeden. Een topjaar dus van deze fijne soort!

Op 8 juni wordt de beste soort van het jaar gevonden: een griel in de Portlandpolder! Deze nieuwe soort voor IJsselmonde is slechts één dag aanwezig, maar dat is gelukkig genoeg om 'm in de kijker te krijgen. Op afstand zit het beest wat saai op een akker te zitten, maar ondanks dat een leuke soort voor IJsselmonde! Nr. 257 om precies te zijn!
Griel
In de tweede helft van het jaar kan ik vervolgens geen nieuwe soorten meer bijschrijven, het was gewoon geen best jaar. Ondanks dat worden nog wel leuke soorten gezien en eindig ik uiteindelijk de jaarlijst op 180 soorten. Dat is ook wel eens meer geweest, alhoewel ik niet bewust op mijn jaarlijst heb gelet dit jaar. De leuke soorten heb ik uiteraard wel geprobeerd mee te pakken en zo nu en dan vond ik ook nog wat leuke soorten. In het voorjaar lukte dat aardig op de Sophiapolder met wat zilverplevieren, een steenloper, kanoet en nota bene een rotgans in juni. Eerder liep in mei al een ander exemplaar in de Crezéepolder. Casarca's zag ik nog in beide polders, terwijl ik tweemaal dit jaar een roepende kwak over een deel van Ambacht had dit jaar. Het mogelijke broedgeval bij Kinderdijk speelt daarin vermoedelijk wel een rol.
Casarca's
Rotgans
Zilverplevieren
Een gevonden bladkoning in Ambacht heb ik nog leuk kunnen bekijken, terwijl het lukt om in de polders van Rhoon uiteindelijk drie zeldzame gorzen te zien. Een tamme ijsgors was een aangename verrassing tijdens een telling in de Zegenpolder, terwijl een geelgors ruim een week heeft rondgehangen. De sneeuwgors die één dag aanwezig was bij het haventje van Rhoon was zonder meer de beste van de drie. Geen nieuwe meer voor mijn IJsselmondelijst, maar wel een ruime verbetering ten opzichte van het overvliegende exemplaar in de Crezéepolder.
IJsgors
Sneeuwgors
Verder was er dit jaar nog een fraaie porseleinhoen in Polder Sandelingen, vlogen twee oeverpiepers over de Crezéepolder, zwom een roodhalsfuut enige tijd in het Waaltje en kon ik nog genieten van twee velduilen, een draaihals, zomertortel en in het begin van het jaar nog de steenuil in de Zegenpolder. Genoeg leuke soorten wat dat betreft dus!
Porseleinhoen
Velduil
Ook op de Big day op 11 mei viel dit jaar weer genoeg te beleven. Met Laurens van der Wind en Laurense van der Padt wist ik het oude record te verbeteren naar 119, terwijl op de hele dag totaal 136 soorten werden waargenomen op IJsselmonde. Helemaal niet slecht! Het was een dag waarop we leuke soorten tegen kwamen, zoals bonte vliegenvanger, zeearend, goudvink, zilverplevier en als hoogtepunt een reuzenstern. Een soort met een heel goed jaar op IJsselmonde. Wie weet dus dat volgend jaar de 120 te halen valt?! Op de Sinterklaas Big Day in december bleef ik met Laurens van der Wind steken op 97 soorten. Wederom genoeg voor de dagwinst, maar de gehoopte 100 soorten bleef nog (ruim) buiten bereik... Een mooie dag was het overigens wel, met o.a. een prachtige kleine bonte specht.
Kleine bonte specht
Naast al die goede soorten hebben anderen en ik in 2019 ook veel tijd besteed om schaarse broedvogels op IJsselmonde in kaart te brengen. Van soorten als holenduif, kneu en zwarte roodstaart was de verspreiding nog redelijk onbekend, wat na een heel aantal ochtenden zoeken op vergeten plekjes toch aardig is veranderd. Het heeft hele leuke kaartjes opgeleverd en mooie aantallen.
Holenduif
Kneu
Wat te denken van bijvoorbeeld 41 territoria braamsluiper, 17 territoria spotvogel, 218 territoria kievit, 106 territoria scholekster, 97 territoria holenduif, 63 territoria cetti's zanger, 19 territoria ransuil, 37 territoria matkop, 88 territoria zwarte roodstaart en 116 territoria kneu. Aantallen waar ik geen idee van had aan het begin van het jaar. Fantastisch!
Kneuen op IJsselmonde
Scholeksters op IJsselmonde
Zwarte roodstaarten op IJsselmonde
Daar kwamen nog wat leuke en zeldzame broedvogels bij, zoals 1 kwartel, maar liefst 3 grote karekieten, de eerste territoriale grutto sinds jaren, voor het vierde jaar op rij weer een baltsende watersnip in het Waalbos (maar geen broedgeval), 3 roerdompen en nog een nieuwe broedvogel: zwartkopmeeuw. Kortom, een zeer leuk broedseizoen waarin ik me uitstekend heb vermaakt...
Grutto in het Waalbos
Naast al dit vogelen ben ik ook nog in bezit van een ringvergunning, die ik in het afgelopen jaar ook weer heb gebruikt. Een deel van deze werkzaamheden was min of meer onder werktijd voor de Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, maar het meeste viel ook onder de vrije tijd. In de Zegenpolder en andere polder van Rhoon kon ik in de januari en februari tientallen rietgorzen ringen, naast nog een enkele vink, waterpieper en meerkoet. Later in het seizoen ring ik wat kuikens van kieviten en scholekster, maar leveren twee vangacties op een ruig terrein afwisselende vangsten op met roodborsttapuiten, rietzangers en nota bene een bosrietzanger die geringd is in Stolwijk!
Rietgors
Eén van de geringde kievitkuikens
Bosrietzanger uit Stolwijk
Later in de zomer blijkt een perceel veldbonen in de Zegenpolder vele vogels aan te trekken, waaronder zaadeters (als kneu en ringmus) en insecteneters. Zo hangen meerdere blauwborsten in het perceel rond. Eén daarvan wordt in september terug gevangen vlakbij Gibraltar. Erg leuk om een terugmelding van zo'n exemplaar te krijgen die zich kennelijk succesvol in de polder heeft opgevet! Op een zomeravond vang ik ook weer eens een uil, dit keer een kerkuil! Enkele weken later vliegt het exemplaar zich echter dood in het prikkeldraad. Ai... Pogingen om steltlopers te ringen blijken niet heel succesvol in de polder, maar ik kan nog wel twee watersnippen en een witgatje ringen. In het najaar heb ik nog een succesvolle nacht met maar liefst 3 ransuilen en 50 veldleeuweriken, terwijl ik in de winter nog de nodige vinken en wat kepen en groenlingen kan ringen op een wintervoedselveldje. Ook een tweetal torenvalken kregen nog een mooi ringetje in het oude jaar en na diverse pogingen lukt het eindelijk om twee houtsnippen te vangen. Wat een beesten!
Blauwborst 
Ringmus
Kerkuil


Ransuil
Torenvalk
Groenling
Houtsnip
Ook ben ik dit jaar weer meerdere keren (12 bezoeken) op VRS Meijendel om te ringen, wat de nodige leuke soorten en aantallen oplevert. Een rouwkwikstaart begin maart, een onverwachtse vangst van een draaihals tijdens het broedvogelonderzoek, een boomklever als handsoort en mijn eerste succesvolle nachtvangst met twee kwartels en de vroegste porseleinhoen ooit voor ons. Mijn tweede nachtvangst levert ook weer twee kwartels op, maar een grauwe vliegenvanger is dan de soort van de dag. Een handsoort! Een derde vangnacht is weer niet zo succesvol, maar begin september zijn een snor en Groenlandse tapuit erg leuk. De vierde vangnacht van 't jaar, eind oktober, levert ten slotte nog enkele waterhoenen op (weer een handsoort).
Draaihals
Grauwe vliegenvanger
Kwartels
Porseleinhoen
Rouwkwikstaart
Waterhoen
Ten slotte heb ik ook nog mijn eigen waterpieper project op de slaapplaats langs de Devel. In januari/februari lukt het niet meer om daar waterpiepers te vangen, maar in het najaar en de winter 2019-2020 ging dat weer een stuk beter. Van oktober t/m december ringde ik uiteindelijk 26 exemplaren, maar lukt het niet om een exemplaar terug te vangen of een terugmelding te krijgen. Nog even volhouden...
Waterpieper

Naast de eigen ringactiviteiten probeer ik ook altijd met anderen mee te gaan en te kijken. In februari kon ik zo met Frank Majoor enkele kokmeeuwen in Rotterdam-Zuid ringen, die we hopelijk de komende winters terug gaan zien. Van meerdere exemplaren is dat reeds gelukt in december. In mei kan ik daarnaast een keer mee met het vangen van grutto's in de Vijfherenlanden. Met Astrid Kant kan ik die dag een oude en een jonge vogel ringen, prachtige exemplaren en natuurlijk zonde dat het zo slecht gaat met deze soort. Hopelijk kan het ringwerk daar nog wat licht opgeven. Tijdens mijn stage bij Bureau Waardenburg is het ten slotte nog mogelijk om mee te gaan met het ringen van jonge sterns. De focus lag op grote sterns, maar ook dwergstern, noordse stern, strandplevier en natuurlijk visdieven kunnen geringd worden. Prachtige dieren en een mooie kans! Ook op de Sophiapolder kunnen nog 19 kuikens van visdief van een kleurring worden voorzien.
Visdief
Grutto
Kokmeeuw
Uiteraard hoort bij het ringen ook het aflezen, wat ik dit jaar veel bij grote sterns heb gedaan. Op het Slufterstrand en de Verklikkerplaat heb ik 195 aflezingen gedaan van 149 verschillende individuen. Verschrikkelijk interessante beesten, die ik soms meerdere keren op verschillende locaties tegenkwam. Fascinerend! Verder waren er uiteraard de afleesrondes in Rotterdam-Zuid waar we weer zo'n 80 verschillende kokmeeuwen (veelal terugkerende exemplaren) konden aflezen. Ten slotte lukte het van de zomer om eindelijk eens wat (jonge) grutto's in de Crezéepolder af te lezen. Iets wat niet elk jaar wil lukken, maar dit jaar las ik 9 verschillende exemplaren af.
Jonge Nederlandse grutto
Y-2.89, een Nederlandse grote stern op het Slufterstrand
W-A03, aflezen in de kolonie is prachtig!
En dan waren er naast de vogels ook nog andere beesten. In Nederland zag ik dit jaar één nieuwe soort, namelijk braamparelmoervlinder nabij Eys. Het exemplaar liet zich helaas kort zien, maar ondertussen lijkt wel een populatie van deze soort in Nederland aanwezig te zijn. De leukste vlinderwaarnemingen van dit jaar waren nota bene op IJsselmonde, waar ik in februari al een grote vos tegenkwam en waar in de zomer meerdere iepenpages aanwezig bleken in het Zuidelijk Randpark! Van libellen kon ik dit jaar eindelijk noordse glazenmaker bijschrijven, maar lukte ook zadellibel die weer in grote getalen aanwezig waren. Ook op IJsselmonde kon ik 'm uiteindelijk vinden. Voor sprinkhanen was het groot spitskopje in Leiden wel het hoogtepunt, een nieuwkomer. Aan de schildboomsprinkhaan die ik hoorde in Amersfoort was minder eer te behalen... In de zomer had ik daarnaast nog tijd om eindelijk de 1000 soorten op de plantenlijst te doorbreken. Dat ging o.a. met fraaie soorten als berglook, vertakte paardenstaart, blaasvaren en knikbloem.
Grote vos
Iepenpage
Groot spitskopje
Berglook
Blaasvaren
In de zomer waren we ten slotte nog een weekje in het Sauerland. Een prachtige omgeving met nog leuke soorten als grijskopspecht, zwarte en rode wouwen, grauwe klauwieren, zwarte ooievaars, europese kanaries en zelfs meerdere klapeksters. Ook purperstreepparelmoervlinders, morgenrood en boserebia's maakten het tot een geslaagd uitje!
Morgenrood
Klapekster
Grijskopspecht
Uiteindelijk resulteerde dit bovenstaande in de update van de volgende lijstjes:
Levenslijst: 426 soorten (incl. schildraaf en kokardezaagbek)
Jaarlijst 2019: 244 soorten
Zuid-Holland 2019: 222 soorten
IJsselmonde 2019: 180 soorten
Zuid-Hollandlijst: 353 soorten
IJsselmondelijst: 257 soorten
Hendrik-Ido-Ambachtlijst: 215 soorten
Tuinlijst: 113 soorten
Eeuwige maandlijst: 2819 punten

Dagvlinders: 68 soorten 
Sprinkhanen: 43 soorten
Libellen: 67 soorten
Planten: 1002 soorten

Alle lezers een gelukkig en natuurrijk 2020 toegewenst!