zaterdag 30 juni 2018

Nuttig telwerk en bijzondere insecten!

Na het tripje naar Terschelling zijn sommige klusjes opgehoopt voor vandaag. Donderdagavond had ik er ook al gelijk weer gierzwaluw- en vleermuisronde opzitten, en ook vanochtend moet er gewerkt worden. Om kwart voor zes loop ik dan ook het Bentwoud in voor de laatste BMP-ronde van dit jaar. Het is qua zangvogels stil geworden, want het is nu de tijd om volop de jongen te voeren. Toch hoor ik nog een enkele blauwborst voor het tweede legsel zingen, zijn de grasmussen ook nog opvallend luiddruchtig en alarmeert ergens nog een nachtegaal waar ik 'm niet verwachtte. Overigens zijn wat gezinnetjes roodborsttapuit eigenlijk wel het leukste, en zijn de eendenkuikens het belangrijkste van de ochtend! Dat zegt immers wat over het aantal broedgevallen, aangezien veel eenden lang niet elk jaar tot broeden komen.

Eenmaal thuis stap ik op de fiets op de twee MAS-tellingen langs de Langeweg toen. Deze telling voor het Meetnet Agrarische Soorten is ook alweer de laatste in rij. Het eerste punt, nabij het rangeerterrein in intensieve akkerbouw, is heel stil. De gele kwikstaarten lijken alweer verdwenen en ook de kieviten zijn verkast. Van die laatste vermoed ik zonder jongen, maar wie wee ook niet? In het Waalbos, waar het tweede punt ligt, is het bijna net zo stil. Al de tureluurs en kieviten zijn met hun jongen vertrokken. Ik kom nog maar één paartje kieviten met kuikens mee, en als het goed is zijn vele kuikens uitgevlogen.

Omdat van de week gemaaid gaat worden door de pachters, loop ik gelijk de hele polder door om te kijken of ze nog ergens weg moeten blijven. Op een enkele gele kwikstaart en een paartje veldleeuwerik na is er echter niks meer te beleven. Het lijkt hier dus een goed broedseizoen te zijn geweest!

Na deze relevante tellingen en inventarisatie zit het 'werk' er voor vandaag nog niet op. Ook de huiszwaluwen van Ambacht moeten er nog 'even' aan geloven. Jaarlijks tel ik in de hele gemeente en in Oostendam al de huiszwaluwen, en de laatste jaren gaat het goed met ze hier! In het bijzonder aan de oostkant van Ambacht, waar ze volop lijken te profiteren van de Sophiapolder waar bagger en muggen volop te vinden zijn. Op 't gemakje doe ik dan nu ook weer de ronde. Toch wel weer lekker om zo rond te struinen in de eigen gemeente. En uiteindelijk weer met succes! Het aantal van vorig jaar wordt weer met ruim tien nesten verbeterd. Van een slecht seizoen wat betreft huiszwaluwen lijkt hier dus geen sprake. De eerste jongen staan immers ook al op uitvliegen, terwijl anderen nog met de nestbouw bezig zijn. Dat dan weer wel. Maar een mooi resultaat!
Huiszwaluwjong
Linksboven wordt nog gebouwd, terwijl onderin de jongen zitten.

Honger!! 
Na al dit getel is het nu nog tijd voor de beste soort van de dag. Tien dagen geleden, toen ik op Terschelling zat, werd namelijk weer een blauwe breedscheenjuffer gefotografeerd, nadat er in juni 2014 ook twee op het eiland waren gezien. Deze soort komt eigenlijk voornamelijk voor op de hoge zandgronden langs beekjes. Daaraan voldoet de Sophiapolder totaal niet, maar het stromende water van de rivier trekt kennelijk toch. Dat laten ook wel de weidebeekjuffers zien, waarvan er tegenwoordig ook meerdere rondhangen. Een soort die een paar jaar terug echt zeldzaam was op IJsselmonde!

Voordat ik aan de insecten ga, kijk ik eerst het eiland nog rond voor de broedvogels en andere leuke dingetjes. Zo lopen er ruim 300 kemphanen (de mannetjes die alweer op de terugreis zijn), tientallen tureluurs, waarvan voornamelijk jonge vogel, wat grutto's, een pontische en geelpootmeeuw en alweer de nodige wintertalingen. Wat betreft de broedvogels is het gelukkig nog een drukte van belang in de visdievenkolonie en is een stormmeeuwpaar opvallend aanwezig. Dit paar heeft namelijk op een grote stronk midden op het eiland gebroed, en loopt nu wat rond met de kuikens. Mooie beesten! 
Stormmeeuw
 Na de vogels is nu de oostelijke dijk aan de beurt voor de insecten. Het waait toch nog aardig, wat het niet makkelijker maakt om de juffers te vinden. Ik zie dan ook eerst vier weidebeekjuffers, voordat ik eindelijk een blauwe breedscheenjuffer op het pad tegenkom. Maar wat gaaf om deze soort op IJsselmonde te zien! In de gauwigheid zie ik er maar één, want tot wel vier exemplaren moeten er rondhangen! 
Blauwe breedscheenjuffer
Insectenrijke dijk
Naast dit juffergeweld, alhoewel ik verder maar één lantaarntje en één roodoogjuffer tegenkom, hoor ik ook weer de nodige leuke sprinkhane. Zo zitter weer voor het eerst sinds 2014 greppelsprinkhanen te zingen. Ik hoor er gelijk zeven! Waar die nou opeens vandaan komen? Dat vraag ik me overigens ook van de gouden sprinkhaan af. Deze soort was nog nooit op het eiland gezien en is eigenlijk alleen maar bekend van de Crezéepolder in heel Zuid-Holland, maar nu hoor ik zowaar tien exemplaren zingen! Een fijne vondst van deze soort die zich langs de Waal en Merwede richting het westen lijkt uit te breiden. Wie weet waar ze nog meer op gaan duiken?!
Greppelsprinkhaan
Gouden sprinkhaan
Ten slotte rijd ik nog via het braakliggende veld bij de Karwei terug richting huis. Daar zie ik dat de kleine plevieren druk zijn met hun tweede legsel, want het eerste is volledig mislukt. Ik vermoed dat op de stenen gewoon niks geen eten te vinden is voor de jongen, terwijl de ouders regelmatig op de Sophiapolder gaan foerageren. Het jong dat ik tegenkom geef ik dan ook weinig kans... Een triest einde, van een prachtige dag met nuttig werk en bijzondere insecten!  
Kleine plevier
Kleine plevier - zoek 'm!

donderdag 28 juni 2018

Allemaal planten op Terschelling

Van 16 juni tot 28 juni heb ik met een flinke groep medestudenten voor een vak op Terschelling gebivakkeerd. Dat was vooral heel erg veel buiten rondfietsen, waarbij de focus lang op de vegetatie door middel van excursies en een eigen onderzoekje. Aangezien Terschelling heel gevarieerd is, heeft het ook een grote diversiteit aan planten. Enkele soorten in Nederland zijn dan ook enkel en alleen van dit eiland bekend. Tijdens het verblijf heb ik geprobeerd zoveel mogelijk plantensoorten op te zoeken, wat aardig is gelukt. Uiteindelijk ging ik dan ook met 74 nieuwe soorten het eiland af, waarvan een groot deel erg zeldzaam is. Een geslaagde excursie dus!

Voordat ik wat leuke planten ga benoemen is het wellicht goed om te vermelden dat ik ook nog wel naar vogels heb gekeken. Heel spannend was het wat dat betreft niet, maar wat kleine barmsijzen (die op het eiland broeden), een paartje blauwe kiekendief, een hybride zwarte x bonte kraai en een overzomerende witbuikrotgans waren toch wel leuke verrassingen!
Witbuikrotgans
Hybride zwarte x bonte kraai
Verder wist ik nog de nodige scholeksters af te lezen, maar ook een lepelaar was ik te snel af. Het meest opvallend vond ik overigens wel het gedrag van vele kleine mantelmeeuwen. Op het eiland is namelijk kraaiheide erg algemeen, waar zwarte besjes in zitten. Hele groepen meeuwen struinden dus de heide af voor deze besjes. Dat resulteerde dan weer in pikzwarte poep, maar opvallend genoeg vond ik daar dan ook weer krabbenpootjes in. Ze wisselden wat dat betreft hun menu flink... De besjes zullen ongetwijfeld het lekkere toetje zijn geweest.
Geringde scholekster
Kleine mantelmeeuwen aan de bessen
Maar nu de planten, want die kregen toch wel de meeste aandacht. En terecht, want wat een fraaie zitten daartussen. Als je mooi planten zegt, zeg je orchideeën, want die worden toch wel gezien als buitencategorie. Nu vind ik dat soms wel meevallen, want zeker de dennen- en kleine keverorchissen die de naaldbossen van Terschelling bevolken, zijn zo prachtig niet. Op het eiland stonden verder overigens ook nog veel moeraswespen-, groenknol-, riet-, grote kever- en welriekende nachtorchissen. Niet slecht!
Kleine keverorchis
Dennenorchis
Welriekende nachtorchis
Naast die orchideeën zijn er natuurlijk ook nog genoeg andere planten die mooi zijn, of soms misschien wel mooier. Neem nou de verfbrem. Hele valleitjes staan er vol mee op het eiland, een prachtige plant! Daarnaast komen we ook walstrobremrapen tegen, een parasitaire plant die dus geen bladgroen heeft. Hemiparasieten 'stelen' hebben daarentegen wél bladgroen, maar profiteren ook van andere planten. De vierrijige en kleverige ogentroost waren daar weer mooie voorbeelden van. Naast deze zeldzame was de mooie rode ogentroost heel algemeen in het zoute milieu.

Walstrobremraap
Kleverige ogentroost
 Verfbrem
Rode ogentroost
Dat zoute milieu staat overigens vol met zeldzame planten. Dat zegt natuurlijk vooral wat over de kwaliteit van de gebieden op Terschelling, maar het is soms wat vreemd dat vrijwel elke soort landelijk gezien zeldzaam is. Dat maakt het dan natuurlijk ook weer uniek! In de zoute milieu treffen we bijvoorbeeld echt lepelblad, zilt torkruid, zilte en gerande schijnspurrie, kwelder- en zilte zegge, lamsoor, zeewinde en de zeldzame gelobde melde.
Zeewinde
Gelobde melde
Zilte schijnspurrie
Kwelderzegge
Veel van de begroeiing op de kwelder betroffen echter grassen, zeggen en russen, zoals met name rood zwenkgras en zeebies, maar ook zeldzame soorten als zeerus en dunstaart. Wanneer het milieu wat brakker wordt komen daar nog veel meer soorten 'sprieten' bij, die mij dan weer erg aanspreken. We zagen onder andere de rode, platte, vlottende en stekende bies, waarvan de laatste van nog geen tien plekken in Nederland bekend is. Ook noordse rus, rechte rus en kleine knotszegge zagen we. Deze laatste soort stond dan weer op een veldje wat de enige plek is in heel Nederland!
Rode bies
Stekende bies
Noordse rus
Kleine knotszegge
Tussen al die zegges en andere sprieten staan natuurlijk ook andere zeldzame plantjes. Bijvoorbeeld het draadgentiaan, wat een minuscuul prachtige geel bloempje is. Ook dwergvlas en dwergbloem waren typische soorten van de open plekjes in dit soort habitats, maar ook zagen we onder andere addertong, gelobde maanvaren, ondergedoken moerasscherm, vleugeltjesbloem en teer guichelheil. Ook dwergzegge en dwergrus zijn typische plantjes voor deze stukken. 
Dwergzegge
Ondergedoken moerasscherm
Draadgentiaan
Draadgentiaan en dwergvlas
Dwergbloem
Addertong
Dwergrus
En dan zijn er natuurlijk nog de échte zeldzame planten, die zomaar hier en daar voorkomen. Naast de eerder genoemde gelobde melde, stekende bies en kleine knotszegge, zag ik nog vals muizenoor (komt alleen op Terschelling en Ameland voor), vogelpootklaver (neemt toe langs de kust vanuit het zuiden), bezemdopheide (komt alleen op Terschelling voor), berendruif (komt alleen op Terschelling voor), klein zeegras, rijsbes, zwartmoeskervel en het linnaeusklokje (komt op 2 plekken voor in Nederland).
Vals muizenoor
Berendruif
Linnaeusklokje
Rijsbes
Klein zeegras
Al met al heeft het bezoek aan Terschelling de plantenlijst weer opgehoogd, en daarmee ook mijn enthousiasme voor planten! De komende tijd zullen die dus wellicht toch weer wat meer aandacht krijgen. Terschelling was in elk geval fantastisch!

zaterdag 16 juni 2018

Succesvol bezoekje aan de Ambachtse kolonie!

Rond acht uur varen Laurens van der Wind en ik met Roel Meijer over richting de Sophiapolder. Net als afgelopen jaar is het schelpstrandje van het Zuid-Hollands Landschap weer helemaal bezet met visdieven, dus we gaan kijken of de jongen al groot genoeg zijn om te ringen. Uiteraard is dit ook het moment om een goede telling van het aantal broedparen te doen. En het is natuurlijk altijd fantastisch om even in zo'n kolonie te kijken!
Kolonie visdieven
We varen buitenom richting en op het eerste gezicht is er niet zoveel van te zien. Op het moment dat we aanmeren gaat alles echter de lucht in. Een kabaal van jewelste! Eenmaal aan de wal is het proberen zo snel mogelijk een beeld te krijgen van wat er zit, zodat we niet te lang de vogels verstoren. Enkele visdiefjongen die al groot genoeg zijn worden geringd, maar de meeste zijn net een paar dagen oud. Ook staan er veel eieren op uitkomen en zien we dat ook gebeuren. Fantastisch om  te zien hoe zo'n beestje zich uit zo'n schaal werkt!



Visdieven in alle soorten en maten
Naast de ruim dertig paar visdief dat er zit, lopen ook enkele klutenkuikens rond. Aan de buitenkant zien we nog enkele nesten van kluten liggen, maar door de hoge waterstand blijken toch wat eieren verzopen te zijn en weggespoeld. Ik moet nog zien of er dus nog meer jonge kluutjes bij gaan komen.
Jonge kluut
Naast deze kluten en visdieven broeden op de Sophiapolder ook al jaren stormmeeuwen. Ze bevolken de hele dijk en zitten dan ook erg verspreid. We vinden ook bij de kolonie een nest van deze typische riviermeeuw. Veel leuker is echter het nest van een zilvermeeuw! Een volwassen vogel zien we uit de begroeiing komen als we aanvaren, en na even zoeken is het nest gevonden. Eén van de eieren is net uitgekomen. Een nieuwe broedvogel voor het eiland!
Nest stormmeeuwen
Pas geboren zilvermeeuw
Na dit succesvolle bezoek varen we weer terug naar de wal, waarna Laurens en ik nog even achter een melding van een zingende zomertortel bij de Carnisse haven aan gaan. Erik-Jan Visser heeft daar samen met Peter Gouman vanochtend zowaar wéér een zomertortel gehoord. Als wij aankomen blijkt de vogel helaas gevlogen, en horen of zien we deze sterk bedreigde soort dan ook niet meer. Een hervestiging lijkt er wat dat betreft niet in te zitten.

Aangezien ik vanmiddag de trein ga pakken richting Harlingen, omdat ik twee weken naar Terschelling ga met de universiteit, heb ik niet al te lang tijd meer. We rijden dus alleen nog maar even richting het Binneland van Rhoon, om daar de Stijve wolfsmelk in te tikken. Een zeer zeldzame plant die hier vorig jaar is gevonden. Die moet je eigenlijk wel gezien hebben natuurlijk...
Stijve wolfsmelk