zaterdag 28 mei 2022

Akkervogels in de Zwijndrechtse Waard

Om meer van de kieviten op IJsselmonde te begrijpen, was het idee om dit jaar ook de populatie in de laatste polders van Zwijndrecht wat nauwkeuriger te volgen. Vanochtend doe ik dus een rondje om te kijken hoe het erbij staat. Het eerste stuk wat ik bekijk is het laatste stukje akkerland van Ambacht, tussen de Langeweg en de A16, waar zowaar nog een vervolgnest ligt van kievit (de eerste leg was hier mislukt) en ook een kleine plevier ter plaatse is. Hier jaarlijks wel een broedvogel op de akkers, maar schaars. Ook blijken her en der bosrietzangers gearriveerd te zijn, leuk natuurlijk! Vooral blij word ik echter van twee paartjes kieviten met twee mooie jongen (ca. 3 weken) op een paardenweitje langs Geerweg. Mooi!! Ze lopen dicht tegen de weg (met bomen) aan en zijn goed aan het verkeer gewend, ze laten zich dus goed zien.

Kievitkuiken

Paardenweitje naast de weg

Langs de Lindtsedijk blijken even later geen kieviten met kuikens aanwezig, maar wel erg mooi zijn twee alarmerende families scholekster. Eentje heeft er zelfs drie jongen! Ook in Polder het Buitenland loopt een familie scholekster, maar aangezien ze in de spruiten lopen valt het tegen om het aantal jongen te tellen. Min. 1 in ieder geval, dus scholekster doet het hier toch wel goed zo lijkt het. Ook kom ik hier nog meerdere paartjes gele kwikstaart tegen. Een typische akkervogel, maar omdat het aantal akkers aardig is geslonken, zijn er niet zoveel meer in het oostelijke deel van IJsselmonde.

Familie scholekster

Gele kwikstaart

Kievieten zijn er overigens nog wel, maar de meeste hangen wat rond en een deel bebroed nog de vervolglegsels. Afwachten dus wat de rest van het seizoen gaat brengen, maar er lijken in ieder geval wel kuikens groot te worden. Ben benieuwd! 


Kieviten

vrijdag 27 mei 2022

Mooie vangsten op de akkers

Na een ochtend akkervogels tellen in de Hoeksche Waard ga ik weer richting het Buijtenland van Rhoon om kievitkuikens te ringen en ook nog enkele andere soorten van een ringetje te voorzien. In de Hoeksche Waard was het ook stil vanochtend, op één plek kwam ik een kievitskuiken tegen van 2 á 3 weken en op twee plekken jonge scholeksters, maar verder was het armoetroef. De huidige manier van landbouw in het akkergebied lijkt niet geschikt te zijn voor deze soorten om kuikens vliegvlug te krijgen, maar ook veldleeuwerik kwam ik nog maar op één plek tegen. 

In de Zegenpolder kan ik nog maar één kuiken (terug)vinden die mooi gegroeid blijkt te zijn, GNO9, hopelijk gaat die het halen! In de Portlandpolder kan ik met Rutger Plaisier tot onze verrassing ook nog een kuiken ringen, terwijl we van dit paartje het nest niet hadden gevonden. Ze kunnen stiekem zijn...

Kievitskuiken GNO9

Kievitskuiken GPO1
 
Eén van de doelsoorten van de dag was de scholekster in de Zegenpolder, maar het nest blijkt werkzaamheden op het perceel niet overleefd te hebben. Helaas. De oude vogels kunnen we dus niet ringen en volgen, maar een kleine plevier op hetzelfde perceel lukt een vangst gelukkig wel. Mooi! Ook een slobeend kunnen we vangen. Een erg gave soort met een indrukwekkende snavel, waarmee ze tijdens het slobberen het water kunnen zuiveren op kleine diertjes. Schitterend! 

Kleine plevier


Slobeend

Op de terugweg rijden we nog even langs de braakliggende terreinen op Oud-Reijerwaard, waar het stikt van de alarmerende kieviten. Een veel groter succes dan in de Zegenpolder, met ook volop vliegende jongen. Tja... 's Avonds kunnen we ten slotte in Rhoon nog een schitterende koekoek ringen. Deze soort was nog wel één van mijn wenssoorten om een keer te vangen, en het lukte gelukkig goed. Wat een beest! 

Koekoek

dinsdag 24 mei 2022

Kwartelvangst en een zeldzame broedvogel

Gisterenochtend werd in de Zegenpolder een zingende kwartel ontdekt. Elk jaar duikt er wel ergens op IJsselmonde (meestal bij Rhoon) een kwartel op, maar wat ze precies uitspoken is onbekend. Broeden ze ook hier, of blijven ze maar kort? We weten het eigenlijk niet, dus we besloten gisterenavond de vogel in ieder geval maar gelijk te vangen en te ringen. Dat lukte goed, wat een schitterende soort! Even later vonden we ook nog een roepend exemplaar in de Portlandpolder, maar die was ons helaas net te slim af. Afwachten nu of ze langer gaan blijven!

Kwartel

Vanochtend was het weer tijd voor mijn broedvogelrondje langs de Langeweg in Zwijndrecht. Voordat ik daar ben fiets ik nog even langs het industrieterrein wat ze aan het aanleggen zijn langs de Ambachtsezoom, waar de twee paartjes kievit allebei ten minste 1 kuiken vliegvlug lijken te krijgen... Daar lukt het een stuk beter dan in de polders bij Rhoon en ook in mijn onderzoeksgebied tref ik op 1 plek nog maar alarmerende kieviten. Van de ca. 10 paartjes lukt het dus één paartje om een jong groot te krijgen, veel te weinig.

Kievitskuiken in Ambacht

In het gebied zitten verder nog wat nieuw aangekomen bosrietzangers en op een grote spruitenakker zijn twee scholeksters gaan nestelen. Leuk natuurlijk en ik ben benieuwd of het hun wel gaat lukken om kuikens groot te krijgen. De leukste verrassing van de ochtend is wel een zingende grauwe vliegenvanger in de boomgaard. Dit is daarmee de enige bekende plek van grauwe vliegenvanger in Zwijndrecht en naast het territorium op de Galgenplaat de enige van de Zwijndrechtse Waard. Een echte zeldzame broedvogel dus, maar de boomgaard voldoet aan de eisen kennelijk. Het ziet er daar dan ook mooi uit en het is een typisch half-open landschap. 

Grauwe vliegenvanger
Boomgaard

Door het Waalbos fiets ik weer terug naar Ambacht. Daar kom ik mijn eerste vliegvlugge kievitkuiken tegen van het seizoen en wordt op meerdere plekken nog gealarmeerd voor grote kuikens. mooi dat er in ieder geval nog wel een plek is met veel succes in de regio!

Waalbos

zaterdag 21 mei 2022

Witoogeend in de Zegenpolder!

Vanochtend ga ik nog een keer extra richting de Zegenpolder om nog een beter beeld te krijgen van de aanwezige kievitenfamilies. Gisterenmiddag kon ik nog twee grote kuikens terugvangen om hun conditie te bepalen, maar het valt soms tegen om overal de kuikens en families te vinden. Zeker als de kuikens groter worden kunnen de families lastig te vinden zijn, omdat de ouders soms ook elders zijn. 

Scholekster (in 2020 als broedvogel geringd)

Grote kievitskuikens

Kuikens kan ik vanochtend helaas niet (terug)vangen, maar in de polder wordt ik opeens verrast door een schitterend mannetje witoogeend. Samen met wat kuifeenden zwemt hij in de brede wetering die door de polder loopt en vanuit de auto is die mooi te zien. Deze broedvogel uit Oost-Europa is een zeldzaamheid in Nederland en op IJsselmonde is de vorige toch alweer een jaar of vijf geleden. Leuke verrassing!

Witoogeend

De vogel laat zich van buiten de polder lastig zien, maar enkele vogelaars lukt het toch om 'm nog mooi in beeld te krijgen. Uiteindelijk blijkt op basis van de foto's dat de vogel zeker ongeringd is en dat hij nota bene de volgende dag in de Nieuwe Driemanspolder in Zoetermeer werd gefotografeerd!

Witoogeend

donderdag 19 mei 2022

Terugvogelend vanuit de Delta onverwachts een 'eigen' vogel!

Vanochtend was ik om 8:00 bij Burghsluis omdat Kenniscentrum Akkervogels hier onderzoek doet naar het habitatgebruik van veldleeuweriken. We kunnen vanochtend de eerste veldleeuwerik van een zendertje voorzien, waarna ik besluit rustig terug te rijden richting Ambacht. Vlakbij Burghsluis scoor ik zo weer eens een nieuwe plantensoort: blauw kweldergras. 

Blauw kweldergras

Eenmaal weer over de Brouwersdam zie ik langs de weg een zomertortel in een boom zitten. De soort gaat erg slecht in Nederland, maar op Goerree zitten er nog relatief veel. Een korte stop is het dus wel waard! In de Preekhilpolder kijk ik ook nog eventjes rond naar onder andere veel bloeiende brede orchissen en andere mooie plantensoorten, een schitterend poldertje. In de duinen van Goerree zie ik even later ook nog een nieuwe plantensoort, poppenorchis. Ook hier overigens weer enkele zomertortels en ook laten goudvinken en spotvogels nog van zich horen. 

Zomertortel

Nadat ik in de haven van Stellendam nog ruwe klaver en heggenroos aan de plantenlijst heb toegevoegd, ga ik op Voorne-Putten nog even met het oog op een zeldzame steltloper langs de Beninger Slikken. Het regent zelfs als ik daar aankom, dus ideale omstandigheden voor bijvoorbeeld een breedbekstrandloper. Tussen de tientallen bontbekplevieren vind ik die helaas niet en blijkt het leukste een kleine strandloper te zijn. 

Kleine strandloper

Ten slotte besluit ik nog een korte blik in de Wolvenpolder te werpen. Hier lopen geen bontbekplevieren of ander doortrekkend spul, maar zitten met name broedende kluten en kieviten. Die check ik natuurlijk omdat ik nogal wat kluten en kieviten heb geringd, en zowaar, één van de kluten blijkt geringd te zijn! Het betreft WPB5, één van de jongen die ik afgelopen jaar in de Crezéepolder heb geringd. Erg leuk om deze hier onverwachts tegen te komen! 

Kluut WPB5

zaterdag 14 mei 2022

Weer eens een CES-beurt in Meijendel

De week begon goed met een bezoekje voor wielewalen aan het Alblasserbos, toen ik daar in de buurt moest zijn. Altijd mooi om deze schitterende vogels te zien, en zoveel plekken zijn er ook niet in Zuid-Holland om deze kleurrijke vogel tegen te komen. Schitterend! Ook moerasviooltje kon ik hier nog bijschrijven op mijn plantenlijst en elders in de Alblasserwaard kwam ik nog een grauwe vliegenvanger, argusvlinders en meer van dat soort mooie soorten tegen. Woensdag zag ik na een broedvogeltelling nog een fraaie adulte kuifaalscholver op de Maasvlakte, en vrijdag reed ik gelijk door naar de Sophiapolder. Het leek me goed om weer eens met opkomend tijd daar te zijn. Eigenlijk was ik al te laat, het water stond veel te hoog, maar op het schelpeneilandje stonden nog drie drieteenstrandlopers. Een goede soort in de regio en zeker niet jaarlijks. 

Drieteenstrandlopers

En natuurlijk waren er deze week ook nog de kieviten, waar van de eerste leg enkele nog oude kuikens rondliepen en er weer volop werd gebroed op de tweede leg. Bovendien bleek ook de oeverzwaluwkast in de Koedoodse plas bezet door enkele oeverzwaluwen, leuk! Binnenkort eens een kijkje nemen in de nestjes.

Kievit

Kievit GNO8

Oeverzwaluwkast

Vanochtend stond voor mij weer eens een CES-beurt op de planning in Meijendel. Middels het CES onderzoek we in Meijendel (en dat gebeurt op meer plekken in het land) wat de overleving is van broedvogels. Zo krijg je niet alleen inzicht in de aantallen territoria (bijv. door broedvogeltellingen), maar ook in het succes van de nesten. Nuttig onderzoek dus, maar dat begint vroeg. Vanochtend wat te vroeg, want ik verslaap me enigzins zodat ik als de wiedeweerga richting de kust moet. Gelukkig was ik niet alleen vanochtend.

Qua vogels blijkt het echter een hele rustige ochtend te zijn. We vangen nog geen 25 vogels, maar aangezien het voor mij alweer even geleden was dat ik op de baan was geweest, was het toch wel leuk om de standaardbroedvogels even weer langs te zien komen. We vangen nog een cetti's zanger, wat braamsluipers en ook nachtegalen zijn altijd leuk om te zien. 

Nachtegaal

Braamsluiper

Cetti's zanger

Tuinfluiter

Voor de totalen, zie hier

zaterdag 7 mei 2022

IJsselmonde Big Day 2022 - 113 soorten

Dit jaar was 7 mei de gekozen datum voor de IJsselmonde Big Day. Altijd weer een hoogtepunt in het voorjaar, als verschillende teams op het eiland strijden om het hoogste aantal soorten op één dag. Dit jaar zou ons team weer compleet zijn, en vormen Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik het team de 'Drieteentjes'. Afgelopen twee jaren was onze voorbereiding mager en moesten we ook twee keer het onderspit delven. Tijd dus om weer een keer de winst om te strijken wat ons betreft, dus de afgelopen weken waren we ook al druk met het checken van met name broedvogels. In tegenstelling tot voorgaande jaren hadden we nu bijvoorbeeld een zekere plek voor boomklever en goudhaan, terwijl vuurgoudhaan juist verdwenen bleek. Ook sperwer zou moeten gaan lukken, maar een ransuilnest was niet gelukt om te vinden. Er viel dus nog genoeg te ontdekken en bovendien moet het sowieso van van de vogeltrek komen natuurlijk... 

De weersverwachting van de afgelopen dagen was spannend en voor deze dag was de afgelopen dagen opeens regen in de voorspelling gekomen. Met name de tweede helft van de nacht leek nat te worden, dus zekerheidshalve besloten we gewoon om 00:00 te starten. Dan hadden we tijd zat om eventuele schade te beperken, ondanks dat de regen op het laatste moment toch weer uit de voorspelling leek te verdwijnen... Kwart voor twaalf pikte Laurens van der Padt mij op en trokken we naar de eerste plek, het Waalbos. Laurens van der Wind zou iets later aansluiten, maar wij probeerde rond middernacht gelijk de geoorde fuut binnen te tikken die daar gisteren was ontdekt. Meestal verdwijnt deze zeldzaamheid na een dag, maar wellicht trekken ze pas na middernacht weg?! 

Om twaalf uur liepen we het Waalbos in en ging de teller lopen, met SNOR (1) als eerste soort van de dag. Al snelde volgden KIEVIT (2), TURELUUR (3), KLEINE PLEVIER (4), GRAUWE GANS (5), MEERKOET (6), FUUT (7), WATERHOEN (8), KNOBBELZWAAN (9), BLAUWBORST (10), SCHOLEKSTER (11), RIETZANGER (12), WILDE EEND (13) en KUIFEEND (14), maar de geoorde fuut bleek al te zijn vertrokken. Helaas! Boven het water foerageerden enkele watervleermuizen, maar het was tijd om door te gaan. In een bosje in Barendrecht hoopte we op een slapende sperwer, die we daar twee keer in de voorbereiding hadden aangetroffen. De tak bleek leeg helaas, jammer... ZWARTE KRAAI (15) en BLAUWE REIGER (16) werden nog wel bijgeschreven, waarna we na enkele vergeefse poging uiteindelijk bij de Carnisse Grienden een vrouwtje BOSUIL (17) hoorden roepen. De eerste uil was in ieder geval binnen! 

In de polders bij Zwijndrecht was KERKUIL (18) vervolgens makkelijk, waarna ransuil nog over bleef. Een eerdere stop langs de Waalweg leverde geen ransuil op, maar we besloten nog een keer die kant op te gaan. Na ondertussen ook Laurens van der Wind opgepikt te hebben, bleken de paaltjes rond 02:00 helaas leeg. Ook een wandeling door het gebied leverde de gewenste uil niet op, maar een CETTI'S ZANGER (19) en een overtrekkende groep BRANDGANZEN (20) werden gretig bijgeschreven. Via nog enkel in onze ogen kansrijke plekken voor ransuil, rijden we richting knooppunt Ridderkerk. Ransuil lukt weer niet, maar we horen nog wel een kerkuil roepen. Bij het knooppunt waren de afgelopen dagen de dodaarzen nog niet teruggekeerd, en ook nu blijken ze nog niet aanwezig. Ze zijn laat dit jaar! Een WATERRAL (21) die hier tijdens de voorbereiding aanwezig bleek te zijn schrijven we wel snel bij en ook KRAKEEND (22), BUIZERD (23) en KLEINE KAREKIET (24) schrijven we bij. Ook op het Eiland van Brienenoord zijn (nog) geen dodaarze aanwezig, maar om 3:05 kunnen we wel al een vroege ZWARTE ROODSTAART (25) bijschrijven. Omdat we qua nachtsoorten alleen nog ransuil moeten, wordt dat de volle inzet tot een uurtje of 05:00. Het mag helaas niet baten, nergens hebben we gehoor en we blunderen ook niet tegen een jagende vogel aan. Een steenmarter die we in de Crezéepolder langs het geluidsscherm zien lopen wordt echter wel het hoogtepunt van de nacht. We zien de ogen oplichten in de zaklamp en zien 'm vervolgens een enkele tientallen meters met de auto meelopen. Bijzonder fraai en een zeldzaamheid om zo tegenaan te lopen, pas mijn eerste waarneming op IJsselmonde! 

Qua vogels scoren we verder nog KLUUT (26) in de Crezéepolder, enkele zingende NACHTEGALEN (27) en langs de Devel nog KOEKOEK (28) en SPRINKHAANZANGER (29). Op de Waalweg worden we verrast door een ZANGLIJSTER (30) op de weg en om 4:45 horen we de eerste ROODBORST (31), MEREL (32), BOERENZWALUW (33) en RIETGORS (34) in Polder Sandelingen. Daar zingt ook nog een mannetje bosuil, als we naar de grootste verrassing van de afgelopen week lopen. In het gebied bleek namelijk een zingende ROERDOMP (35) aanwezig, die we na enkele minuten wachten om 05:06 horen hoempen. Gaaf! Zeker omdat ze dit jaar voor het eerst in jaren langs de Devel afwezig lijken. 

Nu begint het langzaam licht te worden en even willen we een blik in de Crezéepolder werpen. Dat levert geen gekke dingen op, maar de eerste BERGEEND (36), GRUTTO (37), OEVERLOPER (38) en LEPELAAR (39) staat op de lijst. Vanwege de meeuwenslaapplaats op de Sophiapolder gaan we rond kwart voor zes nog gauw die kant op, waar we snel achter elkaar ZWARTKOP (40), TJIFTJAF (41), KOOLMEES (42), KAUW (43), KLEINE MANTELMEEUW (44), BRAAMSLUIPER (45), HEGGENMUS (46), WINTERKONING (47), KNEU (48), VISDIEF (49), KOKMEEUW (50), STORMMEEUW (51), GROTE MANTELMEEUW (52), KEMPHAAN (53), ZILVERMEEUW (54), PONTISCHE MEEUW (55), HOUTDUIF (56) en GEELPOOTMEEUW (57) kunnen bijschrijven. Met name de laatste is een grote opluchting, want aangezien we om 19:00 stoppen kan dit zomaar nog een lastige soort zijn, omdat er dan in de avond nog weinig meeuwen op de slaapplaats staan. Na 10 minuten vertrekken we richting de Rhoonse grienden voor het echte begin van het dagprogramma. Voordat we daar aankomen zitten we al over de zestig soorten, na AALSCHOLVER (58), EKSTER (59), TURKSE TORTEL (60), HUISMUS (61) en VINK (62). 

Koekoek

In de Johannapolder huist het enige broedpaar van grote lijster, maar het duurt even voordat we 'm gevonden hebben. Eerste schrijven we BOOMKRUIPER (63), GROTE BONTE SPECHT (64), PIMPELMEES (65), TUINFLUITER (66) en GAAI (67) bij, maar uiteindelijk ook een GROTE LIJSTER (68) met voer! Een hele stiekeme broedvogel, die tijdens de voorbereiding vroeg in het voorjaar niet lukte... Vervolgens lopen we vanaf de jachthaven naar het oosten en horen zo vanuit de grienden FITIS (69), GRASMUS (70), GEKRAAGDE ROODSTAART (71) en MATKOP (72). In de Zegenpolder zien we nog GELE KWIKSTAART (73), WITTE KWIKSTAART (74), SLOBEEND (75), OEVERZWALUW (76), PUTTER (77), TAPUIT (78) en HOLENDUIF (79), terwijl we blij zijn met een overvliegende WULP (80) om 7:14 en ook enkele GROENPOOTRUITERS (81) met kemphanen over zien trekken. Op 3,7km afstand zien we de SLECHTVALK (82) bij de kast en al snel is ook de eerste GIERZWALUW (83) en BRUINE KIEKENDIEF (84) op het toneel. Na diverse overtrekkende blauwe reigers wordt een PURPERREIGER (85) om 7:37 met veel blijdschap ontvangen. Verder valt de trek tegen en zien of horen we gras- noch boompieper. Lokale soorten verschijnen wel langzaam, zoals TORENVALK (86), GROENE SPECHT (87) en SPREEUW (88). Als we ook eindelijk ZWARTKOPMEEUWEN (89) langs zien komen en om 8:36 een SPERWER (90) langs flapt houden we het voor gezien en gaan de polders in. Bij een huis is RINGMUS (91) snel binnen en erg blij zijn we met een BEFLIJSTER (92) in een tuin die er gisteren ook al zat. Achteraf blijken we de enige met deze soort! 
Purperreiger

Beflijster

We gaan vervolgens nog even het Klein Profijt in voor appelvink en grauwe vliegenvanger, maar de eerste soort die we bijschrijven is STAARTMEES (93). Niet veel later pronkt ook GRAUWE VLIEGENVANGER (94) op de lijst die al weer luidkeels zit te zingen, mooi op tijd! Na nog een GROENLING (95) en HAVIK (96) keren we zonder appelvink het gebied uit. De reis gaat richting het oosten van het eiland, waar we op de Sophiapolder met afgaand tijd HUISZWALUW (97), WINTERTALING (98) en IJSVOGEL (99) bij kunnen schrijven. Terwijl we weer in de auto stappen, komt een ROEK (100) rustig overflappen om 11:58. Dat scheelt weer een paar minuten omrijden in het middagprogramma... 

Het uitkijkpunt naar de Sophiapolder

Nu we op de 100 soorten zitten, kan je wel stellen dat de bulk binnen is, maar gelukkig hebben we nog een lijstje met 'zekerheidjes' voor in de middag. Duidelijk is wel dat er geen trek in de lucht zit, dus we moeten goed scoren op de lokale. Erg prettig dus dat we een nest van BOOMKLEVER (101) hadden in het Develpark, want die zien we binnen een minuut daar verschijnen. Iets langer moeten we in het Develbos rondlopen voor APPELVINK (102), maar uiteindelijk vinden we ook een foeragerend vrouwtje. We kijken hier echter niet even op de plek waar eergisteren nog de grote zee-eend zat en horen zo pas 's avonds dat we deze lokale zeldzaamheid missen. Maarja, gisteren zat 'tie daar niet meer... Overigens zijn enkele smaragdlibellen ook nog leuk in het Develbos, een zeldzame soort op IJsselmonde.

Zoeken naar appelvink...

De route gaat richting Rotterdam-Zuid waarbij de twee die niet achter het stuur zitten, continue de lucht afscannen voor boomvalk. Om 13:12 is het raak als we de stad inrijden, en cirkelt laag een BOOMVALK (103) boven de weg. In een volkstuinencomplex is even later GOUDHAAN (104) een makkelijke prooi en bij de auto komt een OOIEVAAR (105) over. Hoeven we ook de paal niet meer te doen! Het is ondertussen half twee, dus we hebben nog even en besluiten een spannende plek in Bos Valckesteijn met een bezoek te vereren. Tijdens een voorbereidingsronde had ik daar boompiepers, witgatjes, watersnippen en bokje, dus wie weet... Ondanks de droogte blijkt er nog water te staan in de slibdepotjes en zowaar zit er ook nog een WITGAT (106), altijd een heel lastige soort begin mei. Daarnaast blijkt er naast twee tapuiten ook nog een PAAPJE (107) aanwezig, ook een goede bonus! Met volle zakken vertrekken we dus weer en schrijven om kwart voor drie in Rhoon eindelijk ROODBORSTTAPUIT (108) bij. Aangezien je toch af en toe wat moet proberen, besluiten we de Rhoonse weide rond te lopen. Daar werd enkele dagen geleden een draaihals gezien die daar ruim een week eerder ook al was gemeld. Wellicht zit hij er nog?! En ja hoor, het duurt niet eens heel lang voordat hij vlak voor me van het pad opvliegt en aan ons drieën zich mooi laat bekijken. DRAAIHALS (109) is goede Big Day soort die we nooit eerder tegen zijn gekomen. Mooi! 

Schitterend slibdepotje waar een witgat in zat

Op papier staan nog enkele zekeheidjes te wachten, waarvan we er twee hopen te scoren op Oud-Reijerwaard. TAFELEENDEN (110) zijn daar relatief makkelijk gevonden, maar hoe we ook zoeken, watersnippen zijn vertrokken, ondanks dat de plasjes er nog mooi bijliggen. Jammer! We lopen hierna nog een stuk door het Waalbos in de hoop op regenwulp, maar helaas. De SMIENT (111) dobbert gelukkig wel in zijn bekende plasje, dat is mooi! Gezien de tijd en de soorten die we nog moeten, besluiten we alleen nog de Crezéepolder en Sophiapolder te doen, en ook in die volgorde. In de Crezéepolder schrijven we vrij vlot de KOLGANS (112) bij die daar al weken, zo niet maanden, rondhangt. Verder zit er helemaal niks qua goede soorten als noordse kwikstaart en temmincks strandloper. Helaas, maar gelukkig heeft iedereen daar mee te maken... Uit de Sophiapolder weten we uiteindelijk alleen nog ZWARTE RUITER (113) trekken, een bijzonder fraai beest! Een ander team zag hier kort voor ons nog zilverplevier, maar daar kijken we dan weer overheen. Ook bontbekplevieren laten het afweten, maar met 113 soorten blijken we uiteindelijk winnaars. Missie geslaagd!

Grote Canadese gans met jongen (niet telbaar want een exoot)

Zwarte ruiter

Het hard werken met vrijwel geen bonussoorten. Iedereen had dezelfde ervaring en uiteindelijk viel het aantal missers voor ons niet eens tegen. Ransuil was onze grootste misser, maar ook vuurgoudhaan (bleek toch wel aanwezig...), bontbekplevier, zilverplevier, regenwulp, dodaars zagen anderen en wij niet. Ach tja, het was genoeg en weer een schitterende dag! 

donderdag 5 mei 2022

Amerikaanse goudplevier onderweg

Gisterenavond werd er een Amerikaanse goudplevier gefotografeerd bij Everdingen. Een soort die jaarlijks Nederland wel aan doet en die ik ook drie keer eerder in Nederland zag. Het betreft echter een 2e kalenderjaar vogel en dus een kleed wat zelden wordt gezien. Aangezien ik vanochtend in Amsterdam broedvogels moest tellen, besluit ik daarna even via Everdingen huiswaarts te gaan. In de uiterwaarden is de dwaalgast uit Noord-Amerika gelukkig gelijk in beeld. Een fraaie soort en toch alweer even geleden dat ik 'm zag, voor het laatst in 2015.

Amerikaanse goudplevier

Hierna rijd ik nog even langs mij opa en oma in Leerbroek, waar ik jaarlijks de grutto's en andere weidevogels tel. Dit jaar is het mager, net als vorig jaar, maar er zitten gelukkig nog wel wat grutto's, tureluurs en kieviten. Eén van de grutto's is geringd en zit al meerdere jaren hier, altijd leuk om te weten natuurlijk! 


Grutto