zaterdag 27 januari 2018

Meeuwen en een aalscholvertussendoortje

Rond een uurtje of 9 arriveren Laurens van der Wind en ik in Ridderkerk voor pas het tweede meeuwenrondje dit jaar door Rotterdam-Zuid. De bestemming had vandaag heel ergens anders kunnen liggen, zoals bij de zwartkeellijster in Scheemda (nog een lifer voor me) of in Vlissingen voor een ross' meeuw (prachtig beestje!), maar het lage aantal afgelezen kokmeeuwen deze winter leidt ons toch ertoe om maar gewoon de stad in te gaan. We moeten toch nog wel wat af gaan lezen deze winter!
Pontische meeuw
In Ridderkerk begint het goed op de eerste plek met weer een teruggekeerde Zweed, maar tot Keizerswaard is het weer erg rustig en blijken ook exemplaren gewoon niet terug te zijn gekeerd. Die zijn dus dood of zijn elders gaan overwinteren, en dat is jammer natuurlijk. Bij Keizerswaard blijken gelukkig sommigen exemplaren wel weer teruggekeerd, zoals de vaste Wit-Russische overwinteraar. Ook lopen we hier nog tegen een nieuwe Deense kokmeeuw aan, altijd leuk! Een fraaie pontische meeuw is helaas ongeringd, maar krijgt desalniettemin nog wel even aandacht. Het blijkt achteraf de enige voor de dag te zijn!
In het Spinozapark blijkt het exemplaar W-E0YA ook weer terug die op dezelfde plek is geringd. Ondanks de vele kokmeeuwen in het park lukt het ons niet om daar nog een extra ring uit te slepen, dat is dan weer jammer. Als we langs de Zuidelijke begraafplaats fietsen kunnen we het overigens niet laten om daar even een kijkje te nemen, aangezien daar een paar jaar geleden de enige aalscholverkolonie van IJsselmonde is ontstaan. Gemengd met ook flink wat blauwe reigers treffen we inderdaad de aalscholvers aan, die ook voor een groot gedeelte alweer liggen te broeden. Het is toch wel een bijzonder gezicht, van die onhandige watervogels in de bomen, maar toch wel leuk om zo'n kolonie op IJsselmonde te hebben!
Aalscholvers op nest
Blauwe reiger
We vervolgens ons route via Zuidwijk, het Zuiderpark, de Carnissebuurt en Boergoensevliet richting de Nieuwe-Maas. Wat ringen betreft is het geen vetpot, maar toch wel onderhoudend met op alle locaties wat ringen. Daaronder zitten gelukkig ook wel wat aardige beesten, zoals een Duitse stormmeeuw die alleen op die plek zat in februari en maart 2013, 5 winters geleden... Ook treffen we weer een vaste overwinterende Kroatische kokmeeuw en lezen we eindelijk onze eerste jonge kokmeeuw van de winter af. Een Fin!
Duitse stormmeeuw R-AENC
Langs de Nieuwe-Maas en de Maashaven lukt het niet echt wat meeuwen betreft, maar een teruggekeerde Poolse en een nieuwe Tsjechische kokmeeuw zijn toch nog wel aardig. Het Afrikaanderplein blijkt vervolgens als we erop rijden weer eens goed vol te staan met meeuwen, maar niet voor lange duur. Een minuut nadat we aankomen besluit een kerel met een op afstand bestuurbaar autootje het leuk te vinden om alle meeuwen weg te jagen. Helaas, helaas... Ondanks dat lukt het ons nog drie Nederlandse zilvermeeuwen uit de Delta af te lezen, maar metalen ringen die hier vast ook te halen waren gaan voor onze neus voorbij.

In de Bloemhof lezen we vervolgens nog een leuke Nederlandse kokmeeuw af die ook weleens in Leiden of Arnhem overwintert van de ene naar de andere stad vliegt. Leuk! Nu zit hij dus weer in Rotterdam. Bij de Valkeniersweide lezen we nog een bekende Finse kokmeeuw af die weer is teruggekeerd, maar lukt het niet om een tweetal metalen ringen af te lezen. Dat is toch wel aardig frustrerend, zeker als je ze dan ver over de huizen ziet verdwijnen... Een mooie 2kj geelpootmeeuw is een pleister op de wond. Overigens ook de enige van de dag...
Geelpootmeeuw 2kj
Ten slotte komen we nog in het Varkenoordse park waar we over de dertig aflezingen willen komen. Dat lukt vrijwel gelijk, want in een relatief klein groepje kokmeeuwen zien we uiteindelijk negen geringde beesten voorbijkomen! Ongekend veel! Uiteindelijk weten we daar zeven exemplaren af te lezen zodat we op 36 afgelezen ringen eindigen. Het gaat voornamelijk om teruggekeerde beesten, maar een tweetal zwarte Duitse kleurringen zijn toch ook wel erg leuk. Die zien we heel weinig in de stad! Al met al dus toch nog wel een geslaagde afleesdag, waarop het totaal afgelezen kokmeeuwen voor deze winter nu op 43 staat. Dat moet nog wel verdubbeld worden...

zaterdag 20 januari 2018

Telling in Rhoon en appelvinken

Vanochtend ben ik rond 9 uur met Laurens van der Padt in de Zegenpolder om daar weer de vogeltelling uit te voeren voor Werkgroep Grauwe kiekendief. De telling is weer erg rustig met vooral veldleeuweriken, een groep kneuen, wat rietgorzen, waterpiepers, witte kwikstaarten en als hoogtepunt weer een tweetal overvliegende kleine zwanen.
Kleine zwanen                                                       ©Laurens van der Padt
Vanmiddag fiets ik nog maar even een rondje door Ambacht en Zwijndrecht om m'n nieuwe statief uit te proberen. Hiervoor had ik altijd nog een oud zwaar Slik-statief, maar nu met een Manfrotto is het toch ook wel weer even wennen. Een Poolse kokmeeuw is weer terug in Zwijndrecht en verder is het leuk qua vogels op de oude begraafplaats, met een vijftal appelvinken en een groep sijzen. Deze winter is het aantal appelvinken gigantisch hoog overal door een flinke invasie afgelopen najaar, waardoor op deze plek nu soms wel twintig exemplaren worden gezien! Dat is geen straf natuurlijk, wat een gave beesten!
Sijs

Appelvinken

zaterdag 13 januari 2018

Afwisselend dagje met een prachtig gevulde slaapplaats

Zoals wellicht bekend heb ik alweer twee jaar een eigen bedrijfje waarvoor ik, wanneer ik gevraagd wordt, inventarisaties, monitoring en dergelijk kan doen ik het kader van ecologisch advies. Daarvoor ben ik vanochtend ook wat uurtjes in Waddinxveen waar ze natuurcompensatie gaan toepassen voor de aanleg van enkele provinciale wegen. In de winter valt er niet veel te controleren waar op gelet moet worden en het is dan ook vrij rustig.
Dichtgegroeide sloot
Na de quick scan rijd ik nog even richting de Reeuwijkse plassen, maar daar blijkt de ross' gans die daar enkele dagen zat helaas verdwenen. Het was nog een nieuwe geweest voor mijn Zuid-Hollandlijst maar blijft nu dus nog even op het wensenlijstje staan.

Rond half 3 ben ik weer bij de Rietbaan, vanwaar ik samen met Laurens van der Wind en Matthieu Plaisier word overgezet naar de Sophiapolder voor de wintertelling. We zullen hier vervolgens ook gelijk een slaapplaatstelling doen voor meeuwen, die mogelijk ook nog de grote burgemeester zal opleveren die hier van de week zat. Op het eiland aangekomen blijkt dat de storm en het hoge water flink de sporen hebben nagelaten op de dijk, aangezien soms wel een half meter is afgekalfd van de dijk. Dat water heeft toch een enorme kracht.
Flink versmalde dijk
Het is hoog water op het eiland, dus we zullen het vooral van de eenden moeten hebben. Die blijken er gelukkig voldoende te zitten, maar tussen de 580 wintertalingen en ruim 200 smienten zit helaas geen Amerikaans exemplaar. Een aantal van 27 pijlstaart is daarentegen natuurlijk wel erg leuk en is eigenlijk wel het hoogtepunt van de telling. Alhoewel het vuurgoudhaantje dat we treffen pas de eerste is voor het eiland!
Pijlstaarten
Al snel nemen ook de aantallen meeuwen toe op de steigers, een prachtig gezicht! Ook op het water stromen de kok- en stormmeeuwen binnen waarvan er uiteindelijk wel resp. 5000 en 750 gaan slapen. De grote meeuwen staan liever, zodat we op de steigers uitkomen op 788 zilvermeeuwen, 36 grote mantelmeeuwen, maar liefst 14 kleine mantelmeeuwen en nog 4 geelpoot- en 17 pontische meeuwen. Deze laatste aantallen zijn vermoedelijk zelfs nog onderschattingen, want door het invallende duister en de vrij grote afstand was het zeker niet makkelijk. Desalniettemin een prachtig resultaat natuurlijk, maar de grote burgemeester liet het helaas afweten...
Goed gevulde steigers

zaterdag 6 januari 2018

Heerlijk rondje Delta met opvallende overwinteraars!

De afgelopen twee dagen heb ik niet veel gevogeld, maar zijn we nog wel even de havens van IJsselmonde wezen checken om te kijken of er toevallig geen zeesoort was beland door de storm van de afgelopen dagen. Maar helaas... Een telling in de Zegenpolder bij Rhoon, die elke week moet gebeuren, leverde gisteren geen echt spektakel op, maar grote lijster en een tweetal overvliegende kleine zwanen was leuk. Dat is toch wel echt een schaarse soort op IJsselmonde aan het worden!
Kleine zwaan                                                                    ©Laurens van der Padt
Vandaag stond de jaarlijkse ronde in de Delta weer op het programma met Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en Herman van den Brand. Elk jaar proberen we met een mooie ronde zoveel mogelijk soorten te scoren, wat in 2016 121 soorten opleverde! Daar overheen zien te komen is de doelstelling van de dag, waarop overigens een auto met Dave van der Spoel, Jacob en Albert Molenaar en Hans Tetteroo ons vergezelt.

Traditiegetrouw beginnen we in een bosperceel vlakbij het dorpje Huijbergen in Noord-Brabant. In het stukje dat voornamelijk bestaat uit naaldhout zijn de eerste bossoorten als zwarte en kuifmees, appelvink, goudhaan, boomklever, sijs en kruisbek snel binnen. Een leuke verrassing is een langsflappende zwarte specht, die hadden we nog niet hier! Ook een kleine bonte specht die bij de uitgang zit is nieuw voor ons in dit stukje, waarmee het een behoorlijk geslaagd rondje is geworden. Een havik en houtsnip zijn voor een enkeling weggelegd en verder missen we eigenlijk alleen goudvink. 

Met ruim dertig soorten rijden we naar de westzijde van de A59 waar we nog even rondlopen in een beukenbos waar middelste bonte spechten zitten. Die krijgen helaas niet gevonden, maar vuurgoudhaan lukt gelukkig uiteindelijk wel, net als groene specht. Van die typische lastige soorten op zo'n dag... In Hogerwaardpolder doen we vervolgens goede zaken wat betreft de watervogels, met veel eenden en dergelijke. Leuk zijn een aantal nonnetjes en een klapekster, maar een groep kneuen, toendrarietganzen, een witte kwikstaart, waterral, tjiftjaf en ijsvogel zijn ook fijne soorten voor zo'n dag. 
Klapekster
We vervolgen onze weg naar de Kapelsche Moer, maar een sneeuwgans blijkt onvindbaar voor ons. Een groep van twaalf patrijzen is daarentegen een leuke bijvangst, net als een slechtvalk en een groepje kemphanen dat rondhangt. Kattendijke wordt de volgende locatie wegens een groepje sneeuwgorzen dat daar al een tijdje rondhangt. Dat drietal zien we niet gelijk, maar ondertussen kunnen we op de Oosterschelde soorten als rosse grutto, middelste zaagbek, bonte strandloper, brilduiker en zilverplevier bijschrijven. Dan blijkt na een tijdje het drietal sneeuwgorzen gewoon pal onder ons op de keien te lopen. Wat een gave beestjes!
Sneeuwgors
De route gaat vervolgens richting een overwinterende steltkluut bij Borselle. Onderweg levert dat opvallend veel kleine zilverreigers op, maar ook wat zwarte ruiters en rotganzen. Bij de kerncentrale is de steltkluut vervolgens gelijk in beeld, leuk! Voor het eerst zie ik nu zo'n overwinterend exemplaar, iets wat nu toch wel jaarlijks in Nederland gebeurt. 
Steltkluut
Ritthem is de volgende bestemming, wat ook op Zuid-Beverland ligt en dus aardig uit de route voor een gebruikelijk Delta-rondje. De rosse franjepoot en kleine burgemeester die er al eventjes zitten zijn echter wel genoeg reden om deze uithoek te bezoeken. Bij aankomst zijn een zanglijster en krakeend de eerste nieuwe soort voor de daglijst, waarna op de Westerschelde de rosse franjepoot verdwenen blijkt te zijn. De kleine burgemeester zit er gelukkig wel en laat zich mooi bekijken, altijd leuk! Verder zijn een zeekoet en een tweetal groenpootruiters ook niet onaardig, die laatste is nog een nieuwe voor me in januari.
Kleine burgemeester                                                     ©Jacob Molenaar
Rond 14:15 komen we vervolgens aan op Neeltje Jans waarvandaan we met weinig daglicht in het vooruitzicht nog maar zover mogelijk moeten zien te komen. Dat lukt op op deze plek al heel aardig, als we de 100 soorten passeren met o.a. twee kuifaalscholvers waarvan één exemplaar prachtig dichtbij zit!
Kuifaalscholver
In de Mattenhaven is het hierna helemaal feest met een zeekoet, roodhalsfuut, eiders en een parel- en ijsduiker. Vooral die twee zijn toch wel erg gave soorten en zeker om zo samen in beeld te zien.
Roodhalsfuut
Parelduiker
Parel- en ijsduiker (rechts)
De grote kruisbekken bij Haamstede blijken toch teveel tijd te kosten, zodat we richting Polder Burgh- en Westland gaan waar we weer een mooie koppel patrijzen treffen, maar ook honderden kepen en wat veldleeuweriken. Buitendijks is na even zoeken ook de grote zee-eend gevonden en vliegen er nog wat grote sterns, een dwergmeeuw en een lepelaar rond. Leuk!

In de Prunjepolder is het vervolgens vooral weer genieten van tienduizenden vogels die rondvliegen, waarschijnlijk door een roofvogel. Voornamelijk zijn het goudplevieren, maar we ontwaren ook een groep kluten en wat grutto's. In een plasje blijkt zelfs nog een groep van 15 kleine strandlopers te zitten, erg gaaf zo'n wintergroepje!

Dan is als laatste punt voor vandaag de Brouwersdam nog aan de beurt. De wind is ondertussen helaas aangetrokken en het snijdende windje maakt het niet makkelijk. Veel spektakel zit er dan ook niet, maar we kunnen wel kanoet, paarse en drieteenstrandloper, roodkeelduiker en zwarte zee-eend bijschrijven. Een zomerkleed zeekoet die wat onder de olie zit is echter wel het hoogtepunt, erg gaaf om van zo dichtbij te zien!
Zeekoet
Hierna is de koek wel echt zo goed als op. Bij Goedereede lukt het ons nog wel roepende baardmannetjes op de lijst te krijgen, maar de zwarte rotgans is niet meer te vinden. De laatste soort die we uiteindelijk bijschrijven is een tweetal toppers bij Stellendam, waarmee we op 122 soorten eindigen. Een goed resultaat! Zeker gezien het feit dat we nog wat makkelijke soorten hebben gemist, zoals watersnip en oeverpieper, en niet alle keuzes in het voordeel waren van veel soorten. De steltkluut hadden we voor meer soorten dan beter kunnen laten schieten bijvoorbeeld.We hebben in ieder geval een mooie dag gehad, met wat opvallende overwinterende steltlopers, maar ook weer genoeg typisch overwinterende delta-soorten!  

woensdag 3 januari 2018

Hoog water in de Crezéepolder!

Door een flinke storm en springtij was voor het eind van de middag een hoge waterstand van 2 meter boven NAP verwacht in de regio. Vanaf dat peil wordt het interessant hier rond Ambacht en gaan kades overstromen etc. Ook de Crezéepolder zal dan uiteraard flink vollopen, dus als ramptoerist maar even een kijkje genomen... En indrukwekkend was het!


Hoog water
Bijna het gehele veld stroomde over, wat betekent dat overal muizen en dergelijke voor het water moesten vluchten. Meeuwen, kraaien en blauwe reigers hadden dat uiteraard snel door en meerdere malen zag ik dat muizen naar binnen werden gewerkt. Een feestmaal voor deze vogels!

Waar de muizen het zwaar hadden, was dat ook het geval voor de vogels die zich normaal in het riet ophouden. In de rietkraagjes die in het hele gebied liggen zitten meestal toch wel wat roodborsten, mezen, tjiftjaffen en dergelijke. Nu stond er nog maar een halve meter boven het water, waardoor ik wat roodborsten zag die klemmend aan een korte rietstengeltjes in de harde wind hun voetje probeerde droog te houden. Wat tjiftjaffen liepen nog op de dijk, terwijl een waterral zich probeerde te  verschuilen in wat drijvend riet. Prachtig die dynamiek!
Weinig riet meer over...

maandag 1 januari 2018

Een gelukkig 2018!

Het jaar begin ik sinds 2011 met een terugblik op het voorgaande jaar, dus die traditie wil ik bij dezen maar in ere houden. 2017 was voor mij met name een jaar waarbij veel op IJsselmonde is gevogeld, wat uiteindelijk heeft geresulteerd een jaarlijstrecord van 207 soorten! Een ongelofelijk hoog aantal waarvan we nooit hadden verwacht dat te kunnen halen. Buiten IJsselmonde zag ik dan dit jaar dan ook beduidend minder, maar daar wil ik wel mee beginnen.

In 2018 zag ik slechts drie hele nieuwe soorten. De slechtste score voor mij ooit in Nederland. Dit drietal zag ik dan ook nog binnen het tijdsbestek van ruim een maand in het najaar. 

Het begon op 11 september, toen een klein ochtendje zeetrek toch wel wat leuke soortjes opleverde.  Op de dagen die volgden was de wind nog steeds erg goed, waardoor ik op 13 september nagenoeg de hele dag op de Maasvlakte heb genoten. Vooral van veel noordse pijlstormvogels, middelste jagers, grote jagers, een enkele noordse stormvogel, wat grauwe pijlstormvogels, een kleinste jager en een vale pijlstormvogel! Nummer 408 op mijn Nederlandse lijst en eindelijk deze lastige soort weggewerkt!

Exact twee weken later volgt mijn tweede lifer van het jaar: een heuse keizerarend! Deze grote roofvogel werd bij Uden, in Noord-Brabant, rondvliegend gezien, maar bleek toen min of meer ter plaatse te hangen. Na (te lang) wikken en wegen besluit ik toch te gaan vanuit Rhenen, waarna ik aan kan schuiven en de vogel te zien krijg. Hij vliegt echter op zeer grote afstand, dus een heel bevredigende waarneming is het niet. Wanneer de vogel later opduikt bij Zwolle heb ik geen tijd en dus moet ik het er mee doen. 
Maashorst
Op 21 oktober zie ik mijn mooiste soort van het jaar. Op de vrijdagmiddag ervoor wordt namelijk een vale lijster ontdekt op Vlieland, waardoor we zaterdagochtend weer eens een heerlijke twitch beleven. De vogel blijkt nog aanwezig en zit vlak bij de pont. Een ideale twitch naar een mooie soort die zich ook nog eens prachtig laat bekijken! Dé knaller van het jaar! 
Vale lijster
Het aantal van drie had met iets meer inspanning wellicht hoger gekund, want er dook ook nog een witkeelkwikstaart op Schiermonnikoog, een Seebohms tapuit in Den Haag, een westelijke blonde tapuit op Texel en een blauwe rotslijster op Vlieland op. Die laatste wist ik nog te dippen. Daarnaast waren stormvogeltjes al in jaren niet zo makkelijk geweest... Tja. Overigens is het wel goed om te melden dat de druk wat betreft de Nederlandse lijst toch er wel wat af is, als die 400 is gepasseerd wordt dat toch minder... 

De nadruk lag voor dit jaar dus zoals gezegd op IJsselmonde, maar ook Zuid-Hollandse nieuwe soorten kon ik toch niet allemaal ontgaan. Het jaar begon heel goed met een prachtige siberische taling bij Noordwijk, een gave soort en zeker in Zuid-Holland! 
Siberische taling
In het najaar waren een citroenkwikstaart en een siberische boompieper twee mooie zelfgevonden nieuwe soorten voor IJsselmonde, maar tevens voor mijn Zuid-Hollandlijst. Dat zijn natuurlijk de besten...
Citroenkwikstaart
De eerder genoemde vale pijlstormvogel langs de Maasvlakte was natuurlijk ook een nieuwe voor mijn Zuid-Hollandlijst, waar ik in oktober ook een daurische klauwier kon bijschrijven. Dat is dan wel weer echt een mooie nieuwe. 
Daurische klauwier
In december gaat het vervolgens ook nog eventjes los. Eerst al met een witstuitbarmsijs in H.I.Ambacht, de tweede voor Zuid-Holland, en vervolgens ook nog een waterspreeuw net aan de andere kant van de rivier. In Papendrecht. Deze bijzondere zangvogel is ook al ruim twintig jaar niet meer in de provincie gezien. 
Waterspreeuw
Met deze zeven nieuwe voor de provincie kom ik op 342 soorten, terwijl een humes braamsluiper op de Maasvlakte, twee orpheusspotvogels en de bonapartes strandloper van Korendijk me nog zijn ontglipt... Je moet immers wat te wensen overlaten, niet waar?

Buiten IJsselmonde waren de vogelrondjes dus schaars, maar uiteindelijk zijn nog wel wat leuke soorten op te noemen, ook al is het niet veel. Een overwinterende mongoolse pieper in de Biesbosch kon ik niet laten lopen, net als een zwartkoprietzanger die daar in maart te horen was. Verder zagen we nog een mooie groep vale gieren over de Alblasserwaard trekken, kregen de zeevogels zoals genoemd aandacht met ook een vaal stormvogeltje als bonus en lag een tweetal overwinterende dwerggorzen in Noordwijk toevalligerwijs op de route. Verder was het niet meer dan het gebruikelijke spul, maar dan wel op IJsselmonde uiteraard. De jaarlijst kwam overigens dus ook niet boven de 256 uit, met missers als paarse strandloper en nachtzwaluw. Dat zegt wel genoeg. 
Mongoolse pieper
Dwerggors
Noordse pijlstormvogel
Als we het over vogelactiviteiten buiten IJsselmonde hebben, dan mag de Zuid-Holland Big Day van 6 mei natuurlijk niet ontbreken. Met maar liefst 168 soorten wisten Laurens van de Padt, Laurens van der Wind, Herman van den Brand en ik een nieuw record te vestigen. Wat een dag was dat! Van een porseleinhoen midden in de nacht, vruchteloos zoeken naar ransuilen, baltsende houtsnippen, wéér geen roepende patrijzen op een big day, een heel pallet aan bossoorten in Noordwijk, prachtige stellopertrek over zee, een Iberische tjiftjaf als ornithologisch hoogtepunt, een fantastisch Oostvoornse Meer met nonnetje, noordse sterns en brilduiker, overtrekkende visarenden, de mooiste deltasoorten, een vroege spotvogel en onze eigen buffelkop- en witoogeend. Een veelzijdige dag is zo'n Big Day wel te noemen...
Record is binnen!
Dan eindelijk terug naar IJsselmonde, waar het dit jaar eigenlijk om ging. Een Big Day hielden we daar ook, maar het jaar begon al goed in januari, toen een topper opdook op het Waaltje. De eerste nieuwe soort van de uiteindelijke twaalf die ik dit jaar zag!
Topper
De tweede nieuwe van het jaar liet even op zich wachten, maar dat was het waard! Een 2kj steppekiekendief bracht namelijk een nacht door in de Molenpolder bij Rhoon, waar hij zich werkelijk fantastisch aan vogelend IJsselmonde heeft laten zien. Een knaller voor het eiland! 
Steppekiekendief
Het voorjaar was hiermee los en vooral in de Crezéepolder. In twee weken doken daar voor mijn IJsselmondelijst drie nieuwe soorten op! Het begon met een paartje steltkluten, dat vlak voor onze neus werd gevonden. Later kwam deze soort zelfs succesvol tot broeden in het Waalbos, waar ook een groepje van vijf op doortrek opdook!

Steltkluten
Na de eerste steltkluten in de Crezéepolder volgden op 10 mei een zwarte ibis. Een lang verwachte soort, maar dan toch eindelijk gekomen! Dankzij het feit dat ik net met een auto in Rhenen was kon ik 'm bijschrijven, want hij was slechts enkele uurtjes ter plaatse.
Zwarte ibis
Op de Big Day van IJsselmonde werd mijn vijfde nieuwe IJsselmondesoort van het jaar gevonden: een gestreepte strandloper. Uiteraard ook weer aanwezig in de Crezéepolder. Wat een fraaie Noord-Amerikaanse soort blijft dit toch, en dat op IJsselmonde!
Gestreepte strandloper
Het voorjaar sloot af met een kwak op de Galgenplaat, wat wellicht mijn grootste schaamsoort op het eiland was De week ervoor, op de Big Day, was de vogel al gezien, maar bleek toen onvindbaar. Een weekje later toch maar gaan zoeken en na niet al te lang vonden we het beest, prachtig!! Later in het najaar dook ook nog een juveniel exemplaar op in de Crezéepolder. Je hebt er zo weer twee...

Kwak Crezéepolder (boven) en Galgenplaat
Het eerste halfjaar had me dus een zestal nieuwe soorten voor IJsselmonde opgeleverd, waarvan twee compleet nieuw waren voor het eiland (zwarte ibis en gestreepte strandloper) en steppekiekendief was de tweede waarneming. De kwaliteit van het voorjaar was wat dat betreft hoog, maar we hadden niet kunnen denken dat het najaar er nog overheen zou gaan...

In de vroege morgen van 25 augustus gebeurde dat echter gelijk al, toen ik in de Crezéepolder een citroenkwikstaart vond. De determinatie was wat lastig, maar toen de vogel beter in beeld kwam was het wel duidelijk dat ik weer een primeur voor het eiland had. Een gave ontdekking, die helaas voor maar weinig vogelaars was weggelegd.
Citroenkwikstaart
Drie weken later was het weer raak, toen ik op een uiterst normaal rondje in Waalbos opeens tegen een kleinst waterhoen aanliep. Dat zijn altijd de leukste verrassingen, om op een totaal onverwachte plek zo'n gave soort te vinden. Wéér een nieuwe voor IJsselmonde, maar deze liet zich gelukkig wel aan iedereen bekijken!
Kleinst waterhoen
Het geluk was dat ik deze week weinig college had en dus relatief veel op IJsselmonde kon zijn. Zo kon ik ook vrij veel trektellen in de Crezéepolder, wat op 6 oktober een tweetal koereigers opleverde richting noordoost. Een goede soort voor het eiland die enkel overvliegend wordt opgemerkt, helaas... We hebben gewoon te weinig koeien voor die beesten.
Koereigers                                                                             ©Laurens van der Padt
Op 16 oktober blijkt vervolgens dat, ondanks al twee zelfgevonden nieuwe soorten voor IJsselmonde, de koek nog niet op is. Als een ochtend trektellen al geslaagd is met een rode wouw, vinden Laurens van der Padt, Arne van Wingerden en ik namelijk een heuse siberische boompieper in de Crezéepolder! Weer een nieuwe soort voor IJsselmonde! Sinds nog maar een paar jaar is gebleken dat deze soort een stuk algemener is dan gedacht in Nederland, maar in het binnenland blijft het echt een grote zeldzaamheid. Het is nog maar het derde exemplaar dat ter plaatse is in het binneland, ook al vliegt hij na drie kwartier luid roepend er vandoor. Wat een gave waarneming!
Siberische boompieper                                              ©Laurens van der Padt
Sonogram Siberische boompieper
De waarneming van een sneeuwgors een kleine twee weken later is wat dat betreft wat minder spectaculair. Op de telpost in de Crezéepolder menen we weer een ijsgors te horen, maar we krijgen het beest helaas niet te zien (zoals alle drie de ijsgorzen dit jaar). Thuis klinkt de roep op de opname toch wel erg spannend en na navraag blijkt het inderdaad om een sneeuwgors te gaan. Een goede soort voor IJsselmonde, maar de waarneming had wel wat beter gekund...

Dankzij een invasie grote barmsijzen is het vogelen in december ook nog leuk, waarbij ik op 1 december tegen een aantal groepjes aanloop. Iets opvallends zie ik niet tussen deze exemplaren, maar in de middag wordt in Ambacht in één van die groepjes wel een witstuitbarmsijs gevonden. Veel uitwisseling is er wel, wat het lastig maakt. Op 2 december zie ik dit tweede geval voor Zuid-Holland (en dus weer een nieuwe soort voor IJsselmonde) gelukkig wel, namelijk op de Winter Big Day op IJsselmonde, die met 97 soorten ook een groot succes was!
Kleine (links) en grote barmsijs
Naast deze Winter Big Day was op 13 mei ook de IJsselmonde Big Day, waarop met een vijftal teams tegen elkaar werd gestreden. Het uiteindelijk resultaat oversteeg de verwachtingen, maar met 117 soorten wisten we nog wel het record te verbreken! Naast de eerder genoemde gestreepte strandloper was deze dag erg goed met een broedgeval van Engelse kwikstaart, een roffelende kleine bonte specht, twee overvliegende groepjes rotganzen, overvliegende wespendieven, een invallende wielewaal, noordse kwikstaarten en een smellken. Desondanks wisten we ook nog makkelijke soorten als veldleeuwerik, dodaars, wintertaling en ransuil te missen. Het zou dus nog wel wat hoger moeten kunnen...
Rotganzen
Verder heeft het hele jaar vogelen op IJsselmonde een record aantal van 207 soorten opgeleverd! Een geweldig aantal, want het record van 186 werd verpulverd. Nooit hadden we verwacht boven de 200 soorten te kunnen eindigen, maar wel moet hierbij gezegd worden dat de nieuw ingerichte Crezéepolder curciaal was in dezen. Vele steltlopers trok dit prachtige gebied aan, waardoor het zonder dit gebied niet gelukt zou kunnen zijn. Zo zaten in de polder veel zilverplevieren, wat rosse grutto's, meerdere steenlopers, enkele kleine en temmincks strandlopers en krombekstrandlopers, maar was het ook goed voor buidelmees, middelste zaagbek, kleine barmsijs, porseleinhoenen, velduilen, oeverpiepers en eerder genoemde knallers.
Steenloper
Buidelmees
Oeverpieper
Porseleinhoen
Zilverplevier
Krombekstrandloper
Kleine barmsijs
Velduil
Ook zag ik veel goede soorten over de nieuwe telpost komen, zoals twee geelgorzen, twee grote piepers, drie ijsgorzen, twee europese kanaries, een mooie groep kraanvogels, een kleine jager, prachtige groepjes dwergmeeuwen, rode wouw, visarenden, blauwe kiekendieven, wespendieven, kleine zwanen en twee casarca's. Ook een dagrecord van 86 zwartkopmeeuwen mag hier niet onvermeld blijven.
Casarca
Dwergmeeuw
De rest van IJsselmonde was uiteraard ook niet slecht, met een kleine rietgans in Waalbos en de Zegenpolder, middelste zaagbekken op de Oude-Maas, een baltsende kwartel in Waalbos, een zeearend over Polder de Hooge Nesse, een kanoet op de Sophiapolder, een kleine burgemeester in Rotterdam-Zuid, draaihalzen in Ambacht en bij Rhoon, een zingende fluiter in het Zuiderpark, twee bladkoningen, een waterrietzanger in Polder Sandelingen, een zingende wielewaal in het Develbos en een oosterse zwarte roodstaart in Barendrecht. Uiteindelijk wellicht de beste van het jaar, maar helaas een ondersoort...
Kleine rietgans
Middelste zaagbekken
Waterrietzanger
Zeearend
Kleine burgemeester
Oosterse zwarte roodstaart
Naast het vele 'normale' vogelen was er dit jaar uiteraard ook nog wel tijd voor geringde beesten. Massaal aangespoelde zeesterren en ander voedsel aan de kust bij Scheveningen bezorgde in januari een feestmaal duizenden meeuwen, die daar in grote getalen aanwezig waren. Op twee dagen wist ik resp. 128 en 100 geringde exemplaren af te lezen, waar het met name ging om zilvermeeuwen. Het waren voornamelijk Nederlandse meeuwen, maar een Russische zilvermeeuw, een Kroatische kokmeeuw en een Engelse en Poolse pontische waar naast de vele andere Europeanen de krentjes in de pap. Ook waren er tal van meeuwen die ik elders al had gezien, altijd leuk natuurlijk! Verder waren het de kleine en grote burgemeesters natuurlijk ook volop de aandacht vroegen.
Russische zilvermeeuw
Duitse hybride
Twee grote burgemeesters
Hier ging het om - zeesterren
Ook wat rondjes door Rotterdam-Zuid in de winter leverde weer genoeg op zoals een Letse, Kroatische en Hongaarse kokmeeuw. Deze laatste werd de dag ervoor zelfs op Scheveningen gezien! In de zomer heb ik niet veel aandacht aan kleine mantelmeeuwen besteed, maar desalniettemin was een rondje met een Spanjaard en een Poortugees in Rotterdam erg leuk!
Spaanse kleine mantelmeeuw
Hongaarse kokmeeuw
Letse kokmeeuw
Andere opvallende aflezingen betroffen wellicht enkele geringde kemphanen in de Crezéepolder, waaronder een Wit-Russisch exemplaar en een vogel uit Stavoren.
Wit-Russische kemphaan
Wat het ringen van vogels betreft ben ik ook dit jaar weer actief geweest, helaas nog steeds zonder ringvergunning. Desalniettemin waren er genoeg projecten waar ik kon kijken en heb ik ook weer meegedraaid in bij VRS Meijendel. In het voorjaar is het daar echter altijd toch erg rustig, maar door een nieuwe project voor cetti's zangers in de Biesbosch was er toch nog wat te doen. Tijdens twee ochtenden konden we toch een relatief hoog aantal van deze soort vangen (ochtend één, ochtend twee). Erg leuk om te doen!
Cetti's zanger
Mooie staart hebben ze...
Daarnaast ben ik zoals genoemd ook weer meerdere malen bij Meijendel geweest om mee te draaien. Dat leverde uiteraard naast ervaring ook nog de nodige leuke soorten op. Zo ving ik daar voor het eerst een blauwborst, maar belandden ook een ekster, kramsvogel, twee porseleinhoenen en een Groenlandse tapuit in de netten.
Blauwborst
Ekster
Groenlandse tapuit
Kramsvogel
Porseleinhoen
Daarnaast ben ik dit jaar ook nog op bezoek geweest bij De Glintehet Doove Gat en was ik bij het oeverzwaluwen ringen bij Utrecht.  
Oeverzwaluw
Porseleinhoen
Spotvogel
Baardman
Matkop
Snor
Ten slotte werden ook nog de visdiefkuikens op de Sophiapolder geringd, die weer eens op het eiland hebben gebroed dankzij de aanleg van een schelpeneilandje. Hopelijk gaat dat ook de komende jaren weer gebeuren! 
Visdiefkuikens
Naast de vogels waren er natuurlijk ook nog de insecten en dergelijk. Zo kon ik dit jaar maar liefst drie soorten vlinders op mijn Nederlandse lijst schrijven. Alle drie in Limburg zoals gewoonlijk... In juni waren dat een ontdekte populatie van dwergblauwtje en het algemeen blijkende scheefbloemwitje, terwijl ik in augustus eindelijk staartblauwtjes heb gezien. Deze soort zit al jaren in Limburg maar de periode is wat ongunstig, zodat er nog nooit van was gekomen eens te gaan kijken... 
Dwergblauwtje
Staartblauwtjes
Wat libellen en sprinkhanen heb ik dit jaar weinig gezien. Een aantal soorten moet ik dus gewoon nog steeds, zoals de noordse glazenmaker. Wellicht 2018? Wat sprinkhanen betreft springt de zichtwaarneming van een veenmol er wel uit. Eindelijk heb ik deze soort ook gezien, naast deze ondergronds levende sprinkhaan wel vaker gehoord te hebben. Overigens mag de enorme populatie van honderd gouden sprinkhanen in de Crezéepolder ook niet onvermeld blijven. Dit is namelijk de enige bekende locatie in Zuid-Holland waar deze soort zit en daarmee behoorlijk uitzonderlijk te noemen.
Veenmol
Gouden sprinkhaan
Met planten heb ik nog wel wat gezien door het leiden van excursies in het Limburgse heuvelland, zoals de grote muggenorchis. 
Grote muggenorchis
Wat ten slotte nog mijn buitenlandse avonduren betreft was het dit jaar niet meer dan de vakanties in de zomervakantie. Tijdens een korte vakantie in Duitsland zag ik weinig, maar twee weken in Wiltshire in Engeland was leuk voor met name akkervogels. De hoogtepuntjes waren wel veel grauwe gorzen, engelse kwikstaarten, een groepje grielen en een grote trap. Ondanks dat die laatste een uitgezet exemplaar betreft (zoals alle grote trappen in Engeland) was het leuk om dat een keer te bezoeken.
Engelse kwikstaart
Grauwe gors
Grote trap
Grielen