zaterdag 30 april 2016

IJsselmondevogelen met een fluiter!

In het land is het verder erg rustig, dus met Laurens van de Wind stap ik vanochtend maar weer op de fiets om die goeie soort dan maar op IJsselmonde te vinden. Polder Sandelingen is zoals altijd rustig, maar een overvliegende purperreiger is wel weer m'n eerste van het jaar. In Waalbos is het hierna dankzij de werkzaamheden wel erg leuk vogelen! In de plasjes lopen nu namelijk weer wat groenpootruiters en ook twee fraaie zwarte ruiters lopen weer rond. Verder lopen er nog wat kluten, oeverlopers en regenwulpen rond, en zien we een watersnip baltsvluchten maken boven het gebied! Dat is op IJsselmonde al heel lang niet meer gebeurd vermoed ik, maar door de schapen is het blatende geluid dat hij met z'n staart maakt helaas niet te horen.
Groenpoot- en zwarte ruiter 
Groenpootruiters en kluut
Ook lopen nog 7 tapuiten rond op de zandhopen en zitten in de al wat langer ontwikkelde stukken een paar sprinkhaanzangers te zingen en zien we ons eerste paapje weer van het jaar op IJsselmonde.
Sprinkhaanzanger
Paapje
Tapuit
De Zuidpolder is hierna op wat kleine plevieren, oeverlopers en een groenpootruiter na ook weer erg rustig, en het leukste zijn wel een overvliegende havik en zwartkopmeeuw. Langs de Oude-Maas weer terug richting de Veerplaat treffen we hierna nog wat zingende matkoppen, koekoek, gekraagde roodstaart en een fraaie purperreiger, en ook hier vliegen nog weer 2 zwartkopmeeuwen over.
Purperreiger
Langs de Devel zitten even later nog wat snorren, een nachtegaal en braamsluiper te zingen, en een stukje verder het Develbos in horen we opeens een matkop zingen. Altijd leuk natuurlijk, maar als we voor 'm stoppen horen we in de groenstrook langs het rangeerterrein plotseling een fluiter zingen! De vogel heb ik hierna al snel in beeld en hij laat zich even leuk zien. Tof!!

Wachtend op de eerste bezoekers, het is immers een aardig lastige soort op 't eiland, blijkt er ook zowaar een paartje bonte vliegenvangers aanwezig. Erg gaaf en natuurlijk twee fijne soorten voor de IJsselmondejaarlijst!

De fluiter gaat steeds minder zingen, maar laat zich nog wel aardig zien en horen aan de toegesnelde IJsselmondetwitchers. Voor ons weer het teken om te gaan om in het eind van de middag nog even de Sophiapolder met een bezoekje te vereren.

Rond 16u zitten Hans Bossenbroek, Laurens van de Wind en ik dan ook op het eiland en daar blijken flink wat ruiters rond te lopen. Naast zo'n 25 groenpootruiters foerageren er namelijk ook maar liefst zeven zwarte ruiters, een mooi aantal voor het gebied. Op nog het bekende mannetje krooneend na zit er niet echt wat noemenswaardigs verder op het eiland, dus we kunnen d'r weer snel vanaf. De goede soort voor vandaag is immers toch ook al binnen, in de vorm van die fraaie fluiter!

woensdag 27 april 2016

Vooral veel fraaie soorten vanmiddag

Aan het begin van de middag vaar ik met Laurens van de Wind nog even over naar de Sophiapolder, maar dat hadden we net zo goed niet kunnen doen. We krijgen nog een pittig buitje op ons dak en meer dan een krooneend en een fraaie groep pijlstaart zwemt er niet, snel dus maar weer terug...

Met Laurens van der Padt rijd ik rond een uurtje of 3 wel weer weg richting de Delta om daar nog wat soortjes op te rollen. Gewoon omdat het kan. Bij Zierikzee loopt de kleine geelpootruiter nog steeds rond en is het leuk met wat foeragerende dwergmeeuwen en de nodige zwarte ruiters, kemphanen, kleine zilverreigers, rosse grutto's en een fraaie zilverplevier. 

Een morinelplevier bij Colijnsplaat is de volgende bestemming en die blijkt zoals verwacht een inkoppertje. Vlakbij de weg staat die op een akker te dutten, erg leuk om deze soort weer eens van zo dichtbij te bekijken! Meestal is het een vluchtige waarneming op een door de hitten trillende akker op Texel, maar deze soort van zo dichtbij zien was alweer een tijdje geleden. Alleen in (toen op Koninginnedag) 2010 zag ik een tweetal van deze arctische steltlopers op slechts een enkele meter op de Maasvlakte, maar deze is ook erg fraai natuurlijk.

Morinelplevier (man)
Bij Neeltje Jans tikken we even later de al aardig doorgeruide zwarte zeekoet makkelijk en ook vliegen hier langs de sluizen honderden sterns met daartussen ook vele noordse en een enkele dwergstern. Een fantastisch gezicht! 

Bij Burghsluis is de bekende grote zee-eend een eitje en d'r loopt nog een fraaie zwarte rotgans rond. In Zeeland hebben we nu echter weinig meer te zoeken, dus via de Brouwersdam, met nog enkel wat zwarte zee-eenden en een dwergmeeuw, gaan we richting Hellevoetsluis om nog even een plek te checken voor een toendrarietgans. De ZH-big day komt immers ook met de dag dichterbij. De gewenste gans blijkt er echter helaas niet te zitten en meer dan een kolgans zit er niet in. 

Aangezien het weer prachtig is en Laurens nog een steltkluut nodig heeft voor z'n jaarlijst rijden we nog maar even door richting Delfgauw. Daar blijkt één van de twee steltkluten snel gevonden terwijl die vlakbij aan het foerageren is. Ook alweer zo'n soort die je normaal op een flinke afstand ziet, maar zo zijn ze toch wel uitzonderlijk fraai. 
Steltkluut
We sluiten het rondje af met twee steenuilen bij Berkel en Roderijs, wéér zo'n soort die je normaal niet zo fraai in de kijker hebt...
Steenuilen
Eenmaal thuis wordt er weer een zilverplevier gemeld in Waalbos (eerder op de avond ook al), dus snel even in de auto in nu het toch wel lekker gaat met de IJsselmondejaarlijst. Op de Waalweg aangekomen blijkt die gewoon in een weiland te lopen en dankzij André Lagendijk die d'r nog staat zie ik 'm snel lopen en ben nauwelijks 10 minuten later weer thuis...

zaterdag 23 april 2016

Flinke boost en knaller voor de IJsselmondejaarlijst!

Het is ondertussen alweer aardig eind april geworden, dus de tijd dat alles weer overal kan is ook weer aangebroken. Vandaag fiets ik dus met Laurens van de Wind en Laurens van der Padt weer eens het rondje over IJsselmonde, want wie weet zit nu die klapper wel op ons eilandje. Polder Sandelingen is rustig, dus snel maar door richting Waalbos waar wel van alles te beleven blijkt te zijn. Een draaihals die hier gisteren zat kunnen we nu zo gauw niet vinden, maar een groep van zo'n 7 beflijsters is natuurlijk altijd fraai! Onderweg naar de andere kant van de polder komen we nog de roodhalsfuut tegen op de Waal, die nu al zo goed als helemaal is door geruid. Wat een schitterend beest!
Roodhalsfuut
Ook in de rest van de polder die nu aardig ontpolderd wordt is het leuk met tot onze grote verrassing in wat suffe plasjes 3 bosruiters, 2 zwarte ruiters en een zwikje groenpootruiters en witgatjes! Vooral die eerste twee zijn altijd toch lastig om op de IJsselmondejaarlijst te krijgen, dus erg fijn dit! Wat tapuiten en een cetti's zanger langs het Waaltje zijn ook fijn en vooral die laatste, aangezien hij zich bijzonder fraai liet zien! Dat was me zo nog niet eerder overkomen met deze soort...
Zwarte ruiter
We fietsen hierna maar door richting de Gaatkensplas in de hoop op wellicht een groepje dwergmeeuwen, maar die blijken helaas niet aanwezig. Wel drijft de buffelkopeend nog ergens rond, maar meer is 't ook niet dus de route gaat maar gewoon weer terug richting Ambacht. Langs de Oude-Maas is het echter rustig en meer dan nog een tapuit en cetti's zanger komen we niet. Wel is duidelijk geworden dat de draaihals in Waalbos toch nog wel aanwezig is, dus voordat we doorstomen naar de Sophiapolder tikken we die eerst nog even binnen. Hij laat zich ook nog even leuk bekijken, blijven ook fraaie beestjes natuurlijk.
Oude-Maas
Op de Sophiapolder blijkt het in eerste instantie rustig te zijn en meer dan wat groenpootruiters, de bekende krooneend en nog wat pijlstaarten komen we niet. Samen met Hans Bossenbroek besluiten we 'm dus maar weer eens rond te lopen, je weet immers nooit waar het goed voor is. Ook nu hadden we dat niet van tevoren kunnen bedenken, want als we op de vlonder lopen komt er plotseling een groepje van 4 sterns vanuit het zuiden de polder in knallen. Door de harde noordenwind vliegen ze laag door de polder en zijn ze redelijk goed te zien. Al snel is duidelijk door slanke houding, lichte indruk en sierlijke vlucht dat 't om een groepje noordse sterns gaat, erg tof! In deze tijd worden ze wel vaker op doortrek gezien in het binnenland, vooral met buiig weer als ze naar beneden 'regenen', maar op IJsselmonde was het ons nog nooit gelukt ze in de kijker te krijgen. Nu dus wel en natuurlijk een erg fijne waarneming!

We checken hierna ook nog even de Crezéepolder, maar dat levert niks noemenswaardigs op. Een half uurtje vanavond in Polder Sandelingen was nog wel buitengewoon productief met in een mooie groep gele kwikstaart zowel een engelse als een noordse. De groep hangt al even rond, maar nu kan ik ze dus ook op de IJsselmondejaarlijst bijschrijven die ondertussen gestegen is naar 148 soorten. Een lekker productief dagje dus weer op ons eiland met uiteindelijk 18 nieuwe!
Noordse kwikstaart

vrijdag 22 april 2016

M'n 400ste: zwartkoprietzanger!

Gisterenochtend hoorde ik al snel via-via dat in de Ooijse Graaf, nabij Nijmegen, een heuse zwartkoprietzanger was gevangen! Dit is de eerste keer dat deze soort uit Zuid-Europa in Nederland wordt vastgesteld, dus consternatie alom. Aangezien het een vangst betrof overheerst echter meestal de gedachte dat die toch nooit wordt teruggezien, dus dat 't wel weer niks zal worden. Tegen die verwachting in wordt die echter toch gisterenavond zingend teruggevonden in het gebied! Ondanks dat die officieel via de Dutchbirdingregels niet telbaar is (nog vóór zonsopkomst na de vangst) gaan Laurens van der Padt en ik er toch maar gelijk op af. Eenmaal op de Kerkdijk aangekomen blijkt de vogel al enige tijd z'n snavel dicht te houden, helaas.

Zo stond ik dus vanochtend rond 6 uur weer op de dijk, deze keer meegereden met Herman vd Brand, Dave vd Spoel en Arie-Willem vd Wal, die me oppikte bij Ochten. Het is een drukte van belang, logisch natuurlijk voor een nieuwe soort voor Nederland, maar het beestje heeft nog niet gezongen. Rond kwart over zeven moet ik echt weer weg richting Wageningen, maar helaas heeft dan tegen mijn verwachting in het beestje nog niet hoorbaar gezongen. Enkele mensen met een parabool horen de vogel waarschijnlijk wel, maar met het blote oor is niet meer dan af en toe een kleine karekiet te horen... Helaas.

Eenmaal weer in de schoolbanken zie ik dat de vogel na half negen wél duidelijk hoorbaar heeft zitten zingen. Aaarggh. Uit college dus maar gelijk weer de trein in richting Nijmegen, maar bij aankomst houdt de vogel alweer 1,5 uur z'n snavel dicht. Het middaguur is natuurlijk ook niet het meest gunstige moment om zo'n rietvogel te horen, maar hij zal toch wel een keertje z'n snavel opentrekken.

Uiteindelijk doet hij dat pas rond 17u wanneer ik gelukkig enkele kenmerken strofes hoor, zowel met het blote oor als met behulp van een parabool. Ook wordt me nu vertelt dat de vogel die in de vroege ochtend zat te zingen geen kleine karekiet was maar ook de bewuste zwartkoprietzanger. Wanneer die namelijk wat rustig zingt is het onderscheid met kleine karekiet uitermate lastig en zeker op een afstand van ruim 100 meter. Gedurende de middag waren kennelijk enkele voorzichtige strofes die ik toen als kleine karekiet af serveerde ook al van deze nieuwe soort voor Nederland.
Maar eind goed, al goed. De soort is binnen en bijna officieel is dit m'n 400ste soort in Nederland (de oostelijke blonde tapuit van Westkapelle moet nog geaccepteerd worden)! Weinig ontlading op zich, maar wel een leuke ervaring om iedereen te zien inspannen om ook maar een strofe van het beestje op te vangen. Het posten was overigens ook nog goed voor de jaarlijst in de vorm van gierzwaluw, koekoek en boomvalk.

vrijdag 15 april 2016

Westelijke baardgrasmus op de campus!

Gisterenavond kreeg ik te horen dat op de campus van de Wageningen Universiteit een heuse baardgrasmus was gevonden door Robert van der Meer,tijdens een evenement van de studievereniging om zoveel mogelijk soorten op de campus te scoren! Aangezien ik zowel de oostelijke als de westelijke soort al heb maakte ik me niet heel druk, maar het is natuurlijk wel een onwijs gave soort zo ver in het binnenland! Vanochtend voor m'n college begint schuif ik nog even aan bij de groep vogelaars en zie 'm zo fraai foerageren in wat struikjes. Bizar!
Vanmiddag ben ik vrij dus na het ochtendprogramma sta ik er weer en ook nu laat het beestjes zich uitzonderlijk fraai bekijken. Overigens is ondertussen ook wel duidelijk geworden het om de westelijke soort gaat en het dus pas de zesde is voor Nederland. De zwarte wouw die hier over komt zeilen is ook nog wel het noemen waard, zo vaak zie ik deze fraaie roofvogel immers niet.

donderdag 14 april 2016

Weer achter 't net gevist

Tijdens een groepsopdracht vanochtend komt er opeens binnen dat een alpenheggenmus is gevonden in de duinen bij Egmond aan Zee! Gezien de vele exemplaren in Duitsland lag het misschien in de lijn van de verwachting dat een volgende zou komen na het beest van Meijendel, maar het is toch wel prettig dat die dan daadwerkelijk gevonden wordt. Twaalf uur kan ik gelukkig weg dus even later zit ik vanuit Rhenen in de trein richting Heiloo om hopelijk de zure dip van afgelopen week goed te maken.

Onderweg zie ik echter dat de vogel na de waarneming om half tien vanochtend nog niet is teruggevonden, maar aangezien ik geen zin heb dat die wordt teruggevonden als ik weer thuis ben, besluit ik maar gewoon door te reizen. Ook in de trein valt immers nog genoeg te doen.

Eenmaal uitgestapt in Heiloo is het gelukkig niet zo ver de duinen in met de fiets, maar eenmaal op de plek blijkt er zo wat niemand meer te lopen. Verder dan wat boomleeuweriken en -piepers, wat roodborsttapuiten en nachtegalen kom ik ook niet, dus de tweede dip van deze alpiene soort is in de maak... Mijn blik valt nog wel plotseling op een spierwitte meeuw in de lucht, wat een kleine burgemeester blijkt te zijn. Dat is dan wel weer leuk natuurlijk, aangezien ik die nog nooit ontdekte.


Na zo'n anderhalf uur stap ik echter onverrichte zaken weer in de trein richting het oosten, de volgende keer dan maar '3x is scheepsrecht?

dinsdag 12 april 2016

Forsters stern op Texel!!

Zondagmiddag werd op Texel een heuse forsters stern gevonden. Deze Noord-Amerikaanse stern werd sinds 2003 niet meer in Nederland gezien en het is ook pas het vijfde geval. Voor mij uiteraard nog een nieuwe maar gisteren lukte het me niet om naar Texel af te reizen. Vanochtend zouden echter Laurens van der Padt en Laurens van de Wind uit H.I.Ambacht gaan, dus gisterenavond ben ik dan ook maar richting huis gegaan.

Het was 3:45 vanochtend toen de wekker ging, maar ja, de eerste boot van 6:30 moet je toch wel hebben wil je zeker zijn dat je 'm niet kan missen als die wordt gezien... Mooi op tijd zijn we in Den Helder waarna we met nog zo'n 15 vogelaars en vooral veel werklui overvaren. Eenmaal op het eiland gaat het gelijk naar het Wagejot, waar de vogel gisterenavond voor het laatst werd gezien. In de stromende regen blijkt de vogel daar niet aanwezig te zijn, dus zodra het droog is geworden lopen we naar Utopia waar de vogel meestal wordt gezien.

Gisteren was het 7:45 toen de vogel vanaf de Waddenzee tussen de grote sterns opdook, maar nu tikt de tijd na 8u ook langzaam verder. De groep grote sterns wordt eindeloos gecheckt of de vogel er niet opeens tussen staat. Een paartje zwartkopmeeuwen, een zwarte rotgans en wat bontbekplevieren maken dat wachten nog wel aangenaam.
Bontbekplevier
Grote sterns
Om kwart voor negen komt opeens het verlossende woord uit de groep dat de vogel tussen de grote sterns staat. Na het bekende 'Waar precies?' blijkt de vogel in het voorste groepje te staan. Schitterend!! De vogel poetst wat, vliegt af en toe een stukje maar verdwijnt uiteindelijk na een half uurtje toch ook weer over de dijk, ons blij achter latend met deze fraaie nieuwe soort! Met de Amerikaanse tafeleend en de Oostelijke blonde tapuit van Westkapelle zou het zelfs mijn 400ste soort zijn...


Forsters stern
Publiek

We besluiten nog even een kijkje te nemen op de noordpunt van het eiland. Bij het Reddingsboothuis loopt nog een fraaie witbuikrotgans, maar verder is het rustig met nog wat zingende boomleeuweriken, m'n eerste boompieper weer, een fraaie rouwkwikstaart en een Poolse pontische meeuw (R-75P6).
Witbuikrotgans
Met de pont van 11u varen we weer van het eiland af, waarna nog wel het één en ander op het programma staat. Het eerste item, de grote burgemeester van Den Helder, is echter geen succes. Snel dus maar weer door richting Hoogwoud waar we de roodkeelnachtegaal wel weer zingend vinden, hij blijft toch wel bijzonder fraai!

We dippen hierna ook nog de dwerggans van Westzaan waarna we maar door gaan richting Zuid-Holland, daar is immers gisteren een Iberische tjiftjaf ontdekt in Den Haag. Voordat we die oprollen tikken we eerste nog even de ijsduiker bij Leiden binnen. Op de plek van pas de 3de Iberische tjiftjaf van Zuid-Holland aangekomen horen we die vrijwel gelijk tetteren uit het parkje. Binnen! Hij laat zich fraai zien en vooral ook erg goed horen, toch wel iets tevredener mee dan met m'n eerste vorig jaar in Leeuwarden.
Iberische tjiftjaf
In Gouda zetten we vandaag voor 't laatst de kijker voor de ogen, maar de bladkoning krijgen we daar helaas niet in. Ondanks dat was het natuurlijk een prachtige dag met een schitterende lifer op zak!

zaterdag 9 april 2016

Voorjaarsvogelen in de Delta

Voor vandaag is weer flink mooi weer opgegeven dus met Laurens van de Wind besluit ik een rondje door de Delta te gaan maken. We beginnen op de Maasvlakte, want wie weet is dat de plek wel waar ook een alpenheggenmus is neergeploft. Na een paar uurtjes rondlopen en rijden blijkt het echter flink rustig te zijn zoals dat meestal wel het geval is in het voorjaar.
Maasmond
We zien uiteindelijk nog wat tjiftjaffen, een fitis, wat zwarte roodstaarten, 3 paartjes patrijs, een kuifaalscholver, wat zwarte zee-eenden en een tiental tapuiten. Een groepje baltsende eiders krijgen echter wellicht de meeste aandacht, wat een schitterend geluid maken die mannetjes toch met hun keel en eigenlijk een bizarre eend als je 'm goed bekijkt.



Eiders
Het Oostvoornse meer wordt hierna nog even gescand en dat levert nog een groepje kuifduikers, wat geoorde futen, een cetti's zanger en nog twee zeekoeten op. De Strypse Wetering bij Rockanje blijkt er even later ook weer mooi bij te liggen, maar verder dan flink wat grutto's, tureluurs en wat kleine plevieren komen we niet. Een klein weilandje naast Spijkenisse is hierna de volgende bestemming, aangezien daar een kol- en toendrarietgans rond zouden moeten lopen. We zien helaas alleen de kolgans, maar aangezien die wel een lamme vleugel heeft biedt dat natuurlijk wel mogelijkheden voor de ZH-big day die er weer aan zit te komen. 
Kolgans
Ook checken we even later het Quakjeswater voor datzelfde doel, maar kleine zilverreigers krijgen we hier helaas niet te zien. Wel is altijd leuk om naar zo'n bedrijvige kolonie aalscholvers en lepelaars te kijken. Een prachtig plekje! 
Quakjeswater
 In Stellendam krijg ik een telefoontje dat ik rond 14u thuis moet zijn. Dat is jammer, want we hadden nog wel het één en ander op het programma staan. Snel dus maar door naar de dingen die we nog 'moeten' voor de eeuwige maandlijst. De zwarte zeekoet op de Brouwersdam is het eerste slachtoffer, maar die blijkt (vermoedelijk door laag water) helaas afwezig. De route gaat nu Zeeland in waar de grote zee-eend even later gelukkig wel goed meewerkt. Niet ver daarvandaan, in de Prunje, zijn de poelruiter en kleine geelpootruiter ook snel gevonden in hetzelfde plasje. Leuk! Al eens eerder zag ik deze twee soorten bij elkaar foerageren overigens...
Poelruiter (rechts)
De flamingo's van Battenoord zien we even later op een paar kilometer afstand vanaf de Grevelingendam, waardoor we nog tijd maken om de ijsduiker van het Volkerakmeer nog even te doen. Die blijkt ook snel gevonden en tevens zitten hier nog wat strandplevieren, de eerste weer van het jaar! 


Eenmaal weer thuis gaan we maar direct per fiets richting de Sophiapolder. Als ik daar aankom blijkt er zowaar een mannetje krooneend rond te dobberen, dat is natuurlijk een fijne voor de IJsselmondejaarlijst! Ook de andere leuke eend, de Amerikaanse wintertaling, blijkt na twee weken nog steeds aanwezig en laat zich ook leuk bekijken. 
Amerikaanse wintertaling
Verder is het op het eiland rustig met nog zo'n 150 grutto's (waaronder geringde uit IJsland en Portugal), de eerste lepelaar weer, maar liefst 17 kleine plevieren en nog 2 overvliegende zwartkopmeeuwen. 
Zwartkopmeeuwen

woensdag 6 april 2016

Zure dip in de duinen

Gisterenmiddag viel mijn oog tijdens een college plotseling op de waarneming van een alpenheggenmus in Meijendel. De vogel bleek in verboden gebied te zitten, maar de foto's spraken boekdelen. De rust was bij mij natuurlijk vanaf toen verder te zoeken, het is immers pas de tweede voor Zuid-Holland (na een dode in Scheveningen) en nog een hele nieuwe soort voor mij. De vogel wordt echter in eerste instantie niet teruggevonden en als die uiteindelijk toch wordt teruggevonden rond een uurtje of zes is het voor mij te laat om het vanuit Rhenen nog te redden naar de Zuid-Hollandse duinen. Helaas...

Aan het eind van deze morgen blijkt echter dat de vogel nog steeds aanwezig is in het afgesloten gebied en dat er, net als gisterenavond, vanaf het einde van de middag de mogelijkheid is de vogel te bezoeken. Aangezien er problemen zijn met de treinen ga ik maar gelijk richting station Kesteren en uiteindelijk ben ik rond half drie in Voorschoten. Een klein half uurtje later fiets ik Meijendel in waar ook al aardig wat andere vogelaars staan te wachten. Gelukkig mogen we gelijk het gebied in, maar de vogel is sinds een pittige bui al even uit beeld.
Het is nu even wat droog, maar de vogel krijgen we helaas niet gevonden in een half uurtje. Daarna begint het te miezeren en te waaien, en nog harder te miezeren en nog harder te miezeren en te regenen en uiteindelijk gewoonweg flink te plenzen. Drijf en drijfnat staan er dus uiteindelijk om 17u zo'n 150 vogels zowat te juichen als er weer een plukje blauw lucht zichtbaar wordt. Maar nu de vogel nog....
De verwachting (of was het hoop?) dat de vogel zodra 't droog zou worden plotseling ergens tevoorschijn zou komen. Niets blijkt helaas minder waar en zo druip ik (letterlijk en figuurlijk) zonder alpenheggenmus af. Een verzopen dip van jewelste...

Overigens stond deze waarneming van alpenheggenmus niet helemaal op zichzelf. In Duitsland was op het moment van deze vogel namelijk een flinke influx gaande waarin ook zelfs sneeuwvinken tot op Helgoland werden gezien. Wellicht dus een herkansing binnen korte tijd?

maandag 4 april 2016

Gearriveerde zomergasten op IJsselmonde

Vanochtend ga ik nog niet naar Wageningen, dus ik fiets nog het bekende rondje door de Zwijndrechtse Waard om de nodige gearriveerde zomergasten op de IJsselmondejaarlijst te kunnen schrijven. De eerste stop is in het Develbos waar ik tot mijn grote verbazing al een nachtegaal hoor zingen! Een evenaring van de vroegst gedocumenteerde ooit, dat is lang niet gek natuurlijk!

Langs de Devel zijn ook de eerste rietvogels weer gearriveerd en zo kan ik snor, al flink wat rietzangers maar ook een fraai mannetje baardman bijschrijven. Verder vliegen de eerste regenwulpen weer over van het seizoen en is het met blauwborsten, roodborsttapuiten, wat roepende groene specht en een havik natuurlijk helemaal niet onaardig.
Blauwborst
De route gaat verder over de Lindtsedijk richting Polder de Hooge Nesse voor beflijsters. Voordat ik daar aankomen tref ik echter al twee exemplaren op de Veerplaat, leuk! In Polder de Hooge Nesse zie ik er even later ook nog vier en verder nog de nodige roodborsttapuiten, koperwieken, kramsvogels en een tweetal ijsvogels.
IJsvogels
Beflijster
Hierna wordt gaat het helaas regenen en verder dan een cetti's zanger langs de Oude-Maas kom ik dan eigenlijk ook niet. Eenmaal thuis stap ik nog wel even in de auto om vier zomertalingen te twitchen bij Knooppunt Ridderkerk, een soort die je ook maar kan hebben voor de IJsselmondejaarlijst. De twee paartjes laten zich even later in een plasje schitterend bekijken, 't zijn toch bijzonder fraaie eendjes!
Zomertalingen
Opvallend zijn in deze plasjes overigens wel de hoge aantallen eenden. Ze zijn in tegenstelling tot de rest van IJsselmonde bijvoorbeeld ook altijd goed gevuld met slobeenden. Wellicht zijn ze erg voedselrijk en liggen ze toch relatief rustig tussen de snelwegen?! Mooi zijn ze in ieder geval wel, die eenden...
Krak- en slobeend
's Avonds in Rhenen is een kort fietstochtje nog goed voor de zwarte ibis in de Blauwe Kamer die daar sinds gisteren zit en een fraai baltsende houtsnip in de bossen van Rhenen waar ook nog een viertal bosuilen de stilte van de nacht verfraaien.