zaterdag 24 juni 2017

Miezerdagje met Zuid-Europeanen

Vandaag stond eigenlijk in de planning om eens bij het ringstation De Glinte in de Kamperhoek te gaan kijken, maar het waait hard en ze geven veel miezer op, dus om 3:00 duik ik toch maar weer in bed. Helaas, het is niet anders. De vangst blijkt uiteindelijk ook nog niet tegen te vallen daar, met o.a. een appelvink. Met beter weer dus toch maar nog een keer die kant op.

Op IJsselmonde valt vandaag dus ook niks te doen, het blijft maar miezer en het is typisch troosteloos weer. Vanmiddag houd ik het toch niet meer uit en stap ik nog even in de auto om in Rotterdam-Zuid wat meeuwen af te lezen. Dat blijkt nog niet eens tegen te vallen met nog de nodige Nederlandse kleine mantelmeeuwen, maar het is erg leuk als ik in Stootblok een Portugees, Spanjaard en een Belg weet af te lezen! Mijn eerste Portugese kleine mantelmeeuw namelijk, tof!
Nederlandse kleine mantelmeeuw BN-07
Portugese kleine mantelmeeuw
Spaanse kleine mantelmeeuw GW-X:59
Verder kom ik nog een pontische meeuw tegen, maar in dit jaargetijden zijn die niet om aan te zien... In de Waalhaven kan ik tenslotte nog een dakkolonie van kleine mantelmeeuwen vinden, waarmee het dus de tweede bekende dakkolonie is in Rotterdam-Zuid. Wat dat betreft ligt Rotterdam nog ver achter op de andere grote steden in Zuid-Holland, alhoewel ze mogelijk al wel meer broeden, maar het bijzonder lastig is om de locaties te vinden.
2kj pontische meeuw

donderdag 22 juni 2017

Broedende meeuwen in IJsselmondse havens

Een ronde door de Crezéepolder levert vanochtend een aantal zingende gouden sprinkhanen op, leuk! In de hele polder zitten er waarschijnlijk weer genoeg, dus als het weer goed wordt zal het tijd worden voor een telronde. Ik ben benieuwd! Verder zitten er nog twee kleine zilverreigers, flink wat witgatjes en een zomertaling, maar daar blijft het verder ook bij.
Gouden sprinkhaan
Aangezien het slecht weer is geworden, stap ik vanmiddag nog even in de auto. Op IJsselmonde willen we toch wel weten wat er precies broedt, dus ik ga nog even naar de onbekende havens in het westen. Langs de Vondelingenweg en Petroleumweg tref ik zo flink wat broedende stormmeeuwen aan. In bermen, maar ook hier en daar op braakliggende stukken zitten bij elkaar toch wel zo'n honderd paar. Wat een prachtige beestjes, waar we eigenlijk maar bitter weinig van weten...


Stormmeeuwen
Daarnaast blijkt ook een flinke kolonie van min. 150 paar kleine mantelmeeuwen aanwezig te zijn. Ze zitten helaas achter een hek, dus eventuele ringen kan ik niet aflezen. Wel is te zien dat er een aardig broedsucces is, want het loopt vol met kuikens. Mooi!
Kolonie kleine mantelmeeuwen

woensdag 21 juni 2017

Prettig veldwerk!

De afgelopen dagen mocht ik weer naar buiten voor wat inventarisaties. Zo worden in de Hoekse Waard insecten geteld in akkerranden, om de ecologische waarde van deze randen in kaart te brengen. Met name ook om hun rol in het bestrijden van plaagdieren, zoals de hoeveelheden lieveheersbeestjes, aangezien dezen bladluizen eten. Afgelopen maandag mocht ik mijn eerste ronde lopen en de randen bleken aardig vol te zitten, onder de gloeiend hete zon... Ondanks dat was het aangenaam met hier en daar nog zingende veldleeuweriken, erg veel gele kwikstaarten, boerderijen met honderden boerenzwaluwen en spreeuwen erboven, wilgenlanen met ringenmussen en dus veel insecten. Maar ook de plaagdieren kom ik tegen, zoals de coloradokever, die een hele aardappeloogst in gevaar kan brengen.
Een akkerrand
Zweefvlieg ('langlijfje')
Coloradokever (boven: larven)
Dinsdagochtend moet ik om 3:30 in Barendrecht zijn om vleermuizen te inventariseren. Onderweg word ik al verrast door een jagende ransuil, maar wat vleermuizen betreft blijkt het rustig te zijn. Wel nog de nodige gewone en ruige dwergvleermuizen en ook nog wat laatvliegers. Een verblijf vinden we helaas niet. De terugweg naar huis is door het Waalbos wel net zo mooi. Om half 7, als de zon net boven de horizon klimt, blijken namelijk twee veldleeuweriken boven het nieuwe gebied te jubelen. Fantastisch! De kruidenrijke stukken die overal zijn ingezaaid blijken uitstekend te werken, ook gezien de ca. 15 territoria van gele kwikstaart. Hopelijk heeft de groei van de boompjes in de komende jaren weinig invloed op deze soorten, maar ik vrees het wel. Een zwarte stern die hier roepend over komt vliegen is overigens ook een leuke verrassing. Nr. 183 op mijn IJsselmondejaarlijst alweer.

Prachtige ochtend
Zwarte stern

Vanavond doe ik ten slotte nog een ronde voor gierzwaluwen en vleermuizen in Amersfoort, daar kan ik nog wat gierzwaluwen in stippen en tel ik een kolonie gewone dwergvleermuizen. Erg vermakelijk dat avond-/nachtwerk! Thuis hoor ik in de Crezéepolder nog luidt een aantal jonge ransuilen bedelen, ook altijd erg fijn om te horen.

zaterdag 17 juni 2017

Mooi broedsucces in Ambacht!

De afgelopen week was het op wat vleermuizenwerk na rustig, dus de zaterdag was er vandaag weer om lekker wat rond te vogelen op IJsselmonde. Vanochtend begin ik de dag maar met een rondje Crezéepolder, waar het water echter aardig hoog staat. De steltlopers staan dus in het hoge gras, maar als ze opvliegen zijn ze wel aardig te schatten. Dat levert uiteindelijk ca. 150 grutto's en ruim 200 tureluurs op. Mooie aantallen! Het aandeel jonge exemplaren is lastig te bepalen en ook zijn de poten voor eventuele geringde exemplaren niet te checken. Op een kleine zilverreiger na is het erg rustig, waarna ik dus maar even naar huis ga.
Grutto's
Kleine zilverreiger en lepelaar (links)
In de middag had ik afgesproken om met Dave van de Spoel naar de Sophiapolder te gaan om een schatting te maken van het aantal nesten op het schelpeneiland. Om 14:00 varen we dus richting het eiland, waar we al vogelend naar het afgesloten deel gaan. Op het eiland lopen de gebruikelijke soorten, waaronder wel een mooie groep lepelaars die fanatiek aan het vissen is, een mooi gezicht! Verder staat er nog een geelpootmeeuw en is een wulp eigenlijk wel de beste soort die op het eiland staat.
2kj geelpootmeeuw
Vissende lepelaars
Als we op de dijk lopen vliegt er plotseling een rivierrombout voor ons op van het pad. Leuk! Deze zeldzame libellensoort leeft als nimf in de Nederlandse rivieren, waarna ze op strandjes uit moeten sluipen. Dat was de theorie althans. De laatste tijd wordt namelijk ook steeds duidelijker dat de soort minder kieskeurig blijkt te zijn en ook uitsluipt op basaltblokken. Dit exemplaar verdwijnt echter hoog richting de andere kant van de rivier.

Een weidebeekjuffer die we een tiental meters verderop treffen doet dat gelukkig niet en laat zich fraai bekijken. Ook al zo'n zeldzame soort voor IJsselmonde die vermoedelijk gewoon langs rivieren zich door het land verspreiden. Fraai!
Weidebeekjuffer
Eenmaal op het afgesloten stuk dijk worden we vrijwel meteen aangevallen door stormmeeuwen, die weer volop jongen blijken te hebben. Ook zien we nog een nest dat op uitkomen staat, dat precies boven de hoogste waterlijn is gevestigd. Hoog, droog en voedsel om de hoek. De populatie schatten we op zo'n twintig paar, een mooi aantal en het lijkt hier te groeien!
Wakende stormmeeuw
Nest stormmeeuw net boven de waterlijn
In de buurt van het schelpeneiland is gelijk duidelijk dat er wel wat visdieven broeden, ze vliegen volop rond. In de gauwigheid, we moeten immers zo snel mogelijk weer weg, tellen we acht nesten van visdief en ook nog twee klutennesten. Leuk! Hopelijk gaat het ze allemaal lukken om jonge groot te krijgen dit jaar! Wie weet kunnen we de visdieven over enkele weken nog wel van een ringetje voorzien.
Visdiefnest
Verder vliegen ook enkele kleine mantelmeeuwen alarmerend boven onze hoofden, die nestelen kennelijk na een aantal jaar van afwezigheid ook weer op het eiland. Op basis van eerdere waarnemingen moet er ook wel minimaal 3 paar zitten. Vermoedelijk zijn dit wat beesten die niet meer op de daken aan de overkant passen, want op het industrietterrein van Alblasserdam is een kleine dakkolonie uitgegroeid tot wel ca. 50 paar kleine mantelmeeuw. Die blijken daar al volop met jongen rond te lopen.
Dakkolonie kleine mantelmeeuw
In deze tijd van het jaar is het ook altijd spannend op de Sophiapolder met dode vogels, in verband met botulisme want nogal wat slachtoffers kan veroorzaken. Dat aantal dode beesten valt gelukkig mee, maar we vinden in de kolonie nog wel een dode zwartkopmeeuw. Mooi om die kop van dichtbij te bekijken, maar ook mooi dat het een exemplaar met Belgische ringen is. Die worden er uiteraard vakkundig afgehaald, en op basis daarvan blijkt het een elfjarig exemplaar te zijn die is geringd nabij Antwerpen.
Vlaamse zwartkopmeeuw
De terugweg varen we via de Galgenplaat, waar weer een grauwe vliegenvanger aanwezig blijkt te zijn. Op dit Ambachtse schiereiland zitten vermoedelijk wel 1-2 paartjes van deze schaarse broedvogel van IJsselmonde. Ook broedt er in de buurt een havik, die ook dit jaar minimaal één jong blijkt te hebben. Mooi!
Jonge havik
Aangezien het nu laag water is besluit ik nog even de Crezéepolder rond te fietsen om de steltlopers daar nog goed te kunnen tellen en checken. Dat levert een mooi aantal van 21 juvenielen grutto's op tussen 136 exemplaren, een mooie geelpootmeeuw, maar verder is het nog erg rustig. Een gouden sprinkhaan die ik op de dijk hoor zingen is wel het hoogtepunt. Deze soort trof ik namelijk alleen in 2013 in de polder aan, toen tot wel 20 exemplaren. Deze grootste bekende populatie in Zuid-Holland blijkt echter tot weer/nog aanwezig nadat de dijk een stuk is verlaagd en het gebied tot wel een aantal jaar kaal is geweest. Leuk dat ze er weer zitten dus!
2kj geelpootmeeuw

zaterdag 10 juni 2017

Met een huiszwaluwtelling komt van alles op je pad...

Nadat het vannacht laat geworden was ben ik vanochtend maar op het gemakje de huiszwaluwen van H.I.Ambacht en Oostendam gaan tellen. Al jaren wordt dat gedaan en tot nog toe heeft dat interessante dat opgeleverd. Zo is sinds de ontpoldering van de Sophiapolder het aantal nesten in die hoek hard toegenomen. Modder en muggen in overvloed natuurlijk. Vandaag begin ik eerst midden in Ambacht, waar ook nog steeds de nodige nesten zitten en ook enkele kunstnesten bezet zijn. Leuk! Het meest opvallend is wel een familie knobbelzwaan waar een pleegouder in het gezin is gekomen. Met de moeder is vermoedelijk wat gebeurd, waarna een soepgans de moederrol maar op zich heeft genomen... Grappig om te zien!
Knobbelzwaangezin met pleegouder
Bij Waalbos wijk ik even van mijn route en geniet van de drie steltklutenkuikens. Ze zijn in een week aardig gegroeid en laten zich nu een stuk beter bekijken. Fraaie beestjes!


Steltkluten
Verder is het hier altijd leuk met de luidzingende veldleeuwerik, wat zwervende heidelibellen en opvallend genoeg een paartje geringde kleine mantelmeeuwen. Vermoedelijk staan ze hier al jaren, maar zijn ze dit jaar van een ring voorzien. Dat blijkt inderdaad te kloppen; het is een broedpaar van de Ventjagersplaten.
Kleine mantelmeeuw R-B||D
Langs de Pruimendijk tref ik vervolgens nog de nodige nesten, waarna ik koers zet richting het huiszwaluwenbolwerk van Ambacht: de Veersedijk en Vrouwgelenweg. Langs deze twee oude wegen, maar ook in de naastgelegen nieuwbouwwijk, blijkt het aantal huiszwaluwennesten inderdaad weer hard toegenomen te zijn. Prachtig om te zien! In het totale kom ik nu op 144 nesten uit, tegenover 118 vorig jaar, toch weer een mooi aantal erbij dus! De vogels zijn druk in de weer, sommigen nog om hun nestkommetje met kleien, anderen om hun kommetje te bekleden met hooisprieten.



Huiszwaluwen in de weer
Bij elkaar metselen ze toch aardige dakranden vol: kunstenaars! Sommige mensen vinden dat ze last hebben van de stront, anderen maken met creatieve oplossingen er het beste van. De huiszwaluwen hebben het in ieder geval vaak wel gezellig met elkaar onder het dak...

Huiszwaluwnesten en een plankje voor de stront
Wat zwaluwen betreft is het in de hoek bij de Sophiapolder een waar eldorado, want op het bouwterrein heeft zich in een kade ook een oeverzwaluwkolonie gevestigd van zeker 75 nesten. Daarbij ontdek ik nu ook nog dat er langs de kadewanden van de Rietbanen volop boerenzwaluwen broeden. Gaaf! Hier is waar die zwaluwen willen zijn.
Oeverzwaluw
Boerenzwaluwnest
Een snelle check over de Sophiapolder zorgt voor nog meer goed nieuws voor de Ambachtse broedvogels. Het schelpeneiland dat van de winter is aangelegd blijkt namelijk toch bezet te zijn door visdieven. Van grote afstand tel ik zo snel ca. 10 broedende vogels, goed nieuws en mooi dat het gelukt is!! Op wat kortere afstand kan ik gelukkig even later de rietorchissen tellen op een uniek plekje in Ambacht: 41 exemplaren.
Rietorchissen
Als ik alle huiszwaluwenplekken heb gehad fiets ik nog even richting de Crezéepolder. Daar blijken de eerste wintertalingen weer te zijn teruggekeerd en zie ik tussen de grutto's in ieder geval alweer één juveniele vogel. Hopelijk volgen er in de loop van de weken nog wel wat meer... Verder is het rustig, maar met de Ambachtse natuur lijkt het voorlopig goed te gaan!
Juveniele grutto tussen de oudjes

vrijdag 9 juni 2017

Mysterieuze soorten: veenmol en ransuilen

Ransuil is toch wel één van de meest mystieke soorten van IJsselmonde. Van een duidelijke zang is bij deze soort geen sprake en je moet enkel geluk hebben met beesten over de weg. Zoveel rondjes rijden we natuurlijk niet 's nachts en op de Big Day wisten we hem ook 's nachts te missen. Vanaf begin juni worden de eerste kuikens van ransuilen echter luidruchtig. De takkelingen gaan zodra de zon onder gaat flink bedelen, wat betekent dat dit nu de tijd is om uit te zoeken waar de ransuilen op IJsselmonde zitten. 

Om 23:00 stappen Laurens van der Wind, Laurens van der Padt en ik dan ook op de fiets voor een korte nachtelijke fietstocht door de Zwijndrechtse Waard. Als we wegfietsen blijkt het vooral op veel plekken stil te zijn, zoals langs de Achterambachtseweg. Als we onder de A16 doorfietsen zit daar echt wel een andere mysterieuze soort op het asfalt: een veenmol. Wanneer we het over mystieke soorten hebben als de ransuil, is de veenmol dat zeker ook. Deze sprinkhaan hoor je namelijk ook alleen 's nachts in dichtgegroeide/venige sloten, maar het is een soort die ondergronds leeft. Met hun groet voorpoten graven ze gangen door de grond, vandaar de naam veenmol. Een soort waar menig tuinder ook niet blij mee is, aangezien ze wortels eten. Ondanks dat zijn wij er nu wel heel blij mee, pas mijn eerste die ik zie! 
Veenmol
Langs de Noldijk hebben we even later voor het eerst succes met ransuilen en horen we op twee plekken de klagende bedelroep van de jongen door de nacht. Mooi om te horen! In het Develbos zien we even later nog een fraaie adult jagen langs de weg, vermoedelijk zijn de uilskuikens daar al voorzien van muizen en houden ze hun snavel. Tijd om naar bed te gaan dus, wellicht de komende tijd nog eens een rondje maken...

zaterdag 3 juni 2017

Kraamvisite en vlinders in Limburg


Begin juni is het op vogelgebied al flink rustig geworden, maar vanochtend gaan Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik toch maar vroeg op pad. Begin juni is namelijk wel de tijd om een zingende roodmus te vinden, nog steeds een felbegeerde soort op de IJsselmondelijst. Roodmus is ook wel een soort die vrijwel overal kan waar wat bomen staan, dus we beginnen vanochtend maar in Polder Sandelingen. Opvallend zijn drie overvliegende purperreigers, maar op een sprinkhaanzanger na is het verder rustig en stil.

Langs de Devel is het wat drukker met wat krijsende waterrallen, tetterende cetti's zangers, wat koekoeken en ook hier twee purperreigers. Polder de Hooge Nesse is hierna vergeven van de bosrietzangers, terwijl er ook nog één spotvogel zit te zingen. Dat is ongeveer de enige op dit moment op heel IJsselmonde voor zover we weten... Een stukje verderop bij Veerplaat stappen we even over op planten, want er blijken flinke aantallen rietorchissen te staan, en ook bijenorchis is alweer in flinke aantallen aanwezig! Toch erg fraaie soorten. 
Orchideeën
Rietorchis
Bijenorchis
We maken het rondje langs de Oude-Maas, helaas zonder roodmus, en komen dan weer uit in het Waalbos. Gisteren was ons ter ore gekomen dat de steltkluten jongen hadden, dus we moesten toch echt even op kraamvisite vandaag... Dat blijkt bij aankomst niet alleen voor de steltkluten te zijn, maar ook tal van andere soorten lopen momenteel met jongen rond, zoals het bordje aangeeft. 
Een familie tureluurs met vliegvlugge jongen is de eerste die we zien, altijd mooi om te zien dat het de ouders is gelukt om de jongen groot te brengen. Ook nu ze kunnen vliegen zijn de ouders echter nog niet zeker van de zaak dat ze het alleen afkunnen, en daarom houden ze nog een oogje in het zeil.
Papa en mama tureluur houden een oogje in het zeil
Juveniele tureluur
De steltklutenjongen zijn natuurlijk nog een stuk kleiner, maar die worden gelukkig ook fel beschermd tegen rovers als meeuwen en kraaien. Het drietal kuikens zit nog veel bij moeder onder de vleugels, maar ze gaan even later toch ook gewoon op stap op zoek naar voedsel. Een plaatje valt nog niet mee om te maken, maar het zien van dit jonge grut van deze zeldzame broedvogel op IJsselmonde is natuurlijk al fantastisch!
Steltkluten
Kuiken steltkluut
Aangezien we heel de oostelijke helft van IJsselmonde gehad hebben en er in Limburg dit jaar een populatie dwergblauwtjes is gevonden, stappen we voor de verandering samen met Kees van der Wind in de auto richting het zuiden. Maar weer eens van IJsselmonde af op de zaterdag... 

Groeve
De populatie zit in een kleine groeve in Zuid-Limburg. Op die plek aangekomen blijkt het een koud kunstje om de vlindertjes te vinden, het zijn er flink wat en ze laten zich mooi bekijken! Een prachtige soort en een mooie nieuwe voor de vlinderlijst! Dwergblauwtjes hebben de wondklaver als waardplant, daar leggen ze dus hun eitjes op. Van deze plantensoort staan hier inderdaad volop exemplaren, waarop we ook zagen dat er eitjes werden gelegd. Mooi! 




Dwergblauwtjes
Verder blijkt het een prachtige groeve te zijn met nog wat andere leuke Limburgsoorten. Zo vinden we geelbuikvuurpadden, twee hazelwormen, alpenwatersalamanders en ook een fraai boswitje. Leuk om hier zo even rond te lopen! 

Boswitje
Geelbuikvuurpad
Alpenwatersalamander
Naast dit dwergblauwtje is ook het scheefbloemwitje een recente nieuwe aanwinst voor Nederland op vlindergebied. Deze soort lijkt echter zeer sterk op het klein koolwitje, dus vermoedelijk huisde deze soort al jaren in ons land, maar door bekendheid met de soort werd hij recentelijk op zeer veel plekken gevonden. Om deze soort ook maar op de lijst te kunnen zetten rijden we hierna dus nog maar even door naar Margraten, waar we in een tuin met sleutelbloemen na even posten inderdaad de soort zien. Het zwart op de achtervleugel moet iets doorlopen en ook is het vlekje op de vleugel anders van vorm. Subtiele kenmerken, maar het is genoeg voor de tweede nieuwe soort op de lijst. 
Tuin met scheefbloemen
Scheefbloemwitje                           ©Kees van der Wind
Omdat we toch al in Limburg zijn rijden we nog even door naar Bemelen, waar een populatie veldparelmoervlinders is gevestigd. Na even zoeken hebben we een fraai exemplaar gevonden, die zijn niet lelijk! Misschien wel net zo leuk is hier nog een vos die zijn hol in duikt boven een grot, die zie je ook niet vaak! 
Veldparelmoervlinder
Na dit Limburgse vertier gaan we met de volle buit weer terug naar IJsselmonde. Thuis aangekomen kan ik het niet laten om toch nog even in de Crezéepolder te kijken. Dat levert niet veel spectaculairs op, maar een winter- en zomertaling en veel jong grut van kieviten en kluten zijn nog wel het bekijken waard. Het groepje van ruim veertig grutto's dat aan het foerageren is, is nog wel een triest gezicht. Deze oude vogels hebben geen jongen meer op groot te brengen, dus vermoedelijk zullen ze allemaal uitgemaaid zijn. Hopelijk komen de komende weken ook de nodige juveniele in de polder foerageren... Al met al een afwisselend dagje zo! 
Zomertaling
Wintertaling
Kievitskuiken