Ransuil is toch wel één van de meest mystieke soorten van IJsselmonde. Van een duidelijke zang is bij deze soort geen sprake en je moet enkel geluk hebben met beesten over de weg. Zoveel rondjes rijden we natuurlijk niet 's nachts en op de Big Day wisten we hem ook 's nachts te missen. Vanaf begin juni worden de eerste kuikens van ransuilen echter luidruchtig. De takkelingen gaan zodra de zon onder gaat flink bedelen, wat betekent dat dit nu de tijd is om uit te zoeken waar de ransuilen op IJsselmonde zitten.
Om 23:00 stappen Laurens van der Wind, Laurens van der Padt en ik dan ook op de fiets voor een korte nachtelijke fietstocht door de Zwijndrechtse Waard. Als we wegfietsen blijkt het vooral op veel plekken stil te zijn, zoals langs de Achterambachtseweg. Als we onder de A16 doorfietsen zit daar echt wel een andere mysterieuze soort op het asfalt: een veenmol. Wanneer we het over mystieke soorten hebben als de ransuil, is de veenmol dat zeker ook. Deze sprinkhaan hoor je namelijk ook alleen 's nachts in dichtgegroeide/venige sloten, maar het is een soort die ondergronds leeft. Met hun groet voorpoten graven ze gangen door de grond, vandaar de naam veenmol. Een soort waar menig tuinder ook niet blij mee is, aangezien ze wortels eten. Ondanks dat zijn wij er nu wel heel blij mee, pas mijn eerste die ik zie!
|
Veenmol |
Langs de Noldijk hebben we even later voor het eerst succes met ransuilen en horen we op twee plekken de klagende bedelroep van de jongen door de nacht. Mooi om te horen! In het Develbos zien we even later nog een fraaie adult jagen langs de weg, vermoedelijk zijn de uilskuikens daar al voorzien van muizen en houden ze hun snavel. Tijd om naar bed te gaan dus, wellicht de komende tijd nog eens een rondje maken...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten