zaterdag 3 februari 2024

Hartje winter met veel bokjes

Afgelopen maandag was weer een lekker kantoordagje, die zoals wel vaker tegenwoordig werd opgevrolijkt door een zeearend boven de Crezéepolder. Goed uitzicht vanuit kantoor zorgt voor de nodige afleiding, maar levert ook wel veel op zullen we maar zeggen... Net voor het donker kon ik op het braakliggende terreintje naast kantoor nog weer een bokje vangen, altijd leuk! 
Bokje

In de avond leverde een rondje door de Crezéepolder weer een houtsnip op (één van de zeven), waarna in het in de Sandelingen eens lukte om een fazant te ringen. Wat een sterke vogels zijn dat, en natuurlijk schitterend zo in de hand! Ook waren nog drie houtsnippen en een watersnip het haasje. 

Fazant

Dinsdag was het rustig op de slaapplaats, maar belandde er toch nog één waterpieper in het net. Dat werd dus R/YBW, een jong mannetje, wat de meeste gevangen waterpiepers betreffen. 

Waterpieper R/YBW

Gisteren was het eindelijk weer eens een drukte van jewelste op het braakliggende terrein in Oud-Reijerwaard. Totaal waren er 13 bokjes aanwezig, waarvan ik 9 exemplaren kon vangen. Liefst 4 exemplaren waren terugvangsten, maar vrijwel allemaal van tamelijk recent. Maar wel heel nuttig, want zoveel terugvangsten heb ik niet! In Sandelingen ving ik even later ook nog weer twee exemplaren, waarvan zowaar ook weer een mooi adult. Altijd leuk! 

Omdat mijn planning er deze week wat anders uit zag, moest ik vanochtend nog even al mijn standaard locaties af voor bokjes. In Nieuw-Reijerwaard ving ik nog twee exemplaren op een braakliggend terrein, in Oud-Reijerwaard nog één. Vervolgens nog één op de graanstoppel in de Zuidpolder en twee exemplaren in Polder het Buitenland, dus al met al een nuttig ochtend. Bovendien kon ik in Polder het Buitenland nog een rijtje waterpiepers aflezen. 

Ook hier zitten bokjes: graanstoppels in de Zuidpolder

Wat meer typisch habitat in Polder Buitenland

De rest van de dag was ik verder rustig thuis bezig, maar eind van de middag had Rutger nog een nieuwe plek ontdekt voor bokjes. Toch snel nog maar die kant op en in het Waalbos zo drie bokjes gevangen. Twee nieuwe exemplaren en een hele verrassende terugvangst van een bokje van afgelopen winter, toen we 'm konden richting bij Heerjansdam. Erg leuk en nuttig zo'n terugvangst. Zeker als de vogel ook nog wat mooie ruicontrasten vertoond.


Enkele niet geruide veren die zorgen voor een ruicontrast

Nieuwe bokjes-plek

Vanavond deden Rutger en ik tenslotte nog een poging om in de Zegenpolder eens te proberen bokjes en watersnippen met mistnetten in de schemering te vangen. De verwachting was (uiteraard) hoog gespannen, maar het leverde niet de gehoopte volle netten op. Desalniettemin konden we toch nog weer een nieuw bokje ringen en belandden er ook nog drie watersnippen in de netten. En jawel, ook nu weer een watersnip met een mooi ruicontrast (dus adult). 

Ruicontrast in de 'humeral coverts' bij een watersnip

zaterdag 27 januari 2024

De winter schrijdt voort

De afgelopen week was er weinig verandering ten opzichte van de rest van deze winter tot nu toe. Een avond door de Zegenpolder leverde bijvoorbeeld nog 22 houtsnippen op, waarvan we 5 exemplaren konden vangen. Ook het aantal bokjes is nog steeds hoog en we zagen er zeker 15-20 in de polder, terwijl we de rustplekken overdag nog niet gevonden hebben helaas. Op andere plekken lukte het wel om nog genoeg bokjes te vangen, de diversiteit op IJsselmonde is gelukkig groot en geschikte plekken zijn overal wel voorhanden, zeker in deze natte winter.

Houtsnip

Waterpiepers aflezen lukte ook nog, alhoewel de grote groep wel uit elkaar gevallen is en het dus wat lastiger is geworden om de geringde vogels te vinden. Meerdere exemplaren ben ik dan ook gerust alweer een maand kwijt, maar elk bezoekje zie ik toch ook weer nieuwe vogels opduiken. Ook is een deel weer overgestapt op grasland, want vanochtend hoorde ik dat er ook in het Waalbos een groepje rondhing. Het lag voor mij op de route en uiteindelijk lukte het om drie geringde exemplaren af te lezen. Toch leuk! 

Waalbos

Eerder op de ochtend was ik begonnen bij de Beninger slikken om te zien of daar wellicht een slaapplaats van waterpiepers aanwezig is. Zeker in het westelijke deel is een uitgestrekt rietveld aanezig, wat uitermate geschikt is als slaapplaats. Op basis van mijn ervaringen elders zou het goed kunnen dat er een flinke groep slaapt, die dan vervolgens het akkerland op gaat om te foerageren. Met Michael van Beveren had ik het deel opgesplitst en maakte we flink meters langs de dijk, maar van een waterpieperslaapplaats was helaas geen sprake. Na verloop van tijd kwamen enkele exemplaren binnenvallen vanuit het oosten, vermoedelijk uit het oostelijke deel van het gebied of van de Korendijkse Slikken. 

Beninger Slikken

Ook gisterenmiddag kwam ik er weer achter dat ze gewoon niet overal zitten. Toen zocht ik met zonsondergang in de hoek rond Piershil voor waterpiepers, maar ook daar ving ik bot. Van echt goede, brede rietkragen was overigens ook geen sprake, waarvan nu lijkt dat ze dat wel echt nodig hebben. Maar ook dan heb je nog geen garantie dat ze er zitten. Wat de waterpiepers dan stuurt? Geen idee... 

vrijdag 19 januari 2024

Weinig bokjes, maar genoeg ander leuks door vorst

Terwijl eerder deze week de dooi juist was ingevallen, is het sinds een paar dagen weer behoorlijk fris en ligt het meeste open water dicht. Dat zorgt natuurlijk weer voor leuke omstandigheden, want waar zijn de bokjes met dit weer nu te vinden, of trekken ze helemaal weg? Een rondje in de Zegenpolder leverde vanochtend wel gewoon twee bokjes op, maar ze zaten wel op atypische plekken. Met name bij drainagebuizen op oevers die nog net open lagen. Eén van de twee kon ik vangen, wat al een geringde vogel bleek te zijn die dus inderdaad nog gewoon is blijven hangen. In Oud- en Nieuw-Reijerwaard kon ik even later totaal maar één bokje vinden, die zich ook nog eens niet liet hangen. Deze ondiepe stukken lagen alleen helemaal dicht gevroren, waardoor het niet zo verwonderlijk was dat ik daar geen bokjes trof. Erg leuk was wel weer een geringde waterpieper in Oud-Reijerwaard, R/YNR. 
Bokje

Rustplek bokje

Aangezien de zon ook behoorlijk was doorgebroken, kon ik de rest van de dag beter aan de gang met waterpiepers, en zodoende. Vanwege de vorst waren de boeren in de Zwijndrechtse Waard volop aan het ploegen, waarbij grote groepen kieviten en kokmeeuwen achter de trekkers liepen, maar ook wat kemphanen en witte kwikstaarten. Ook enkele waterpiepers, maar de meeste liepen vandaag nog op de percelen langs de Lindtsedijk die helaas wel geploegd waren. De spruitenstoppels zijn nu dus verdwenen, maar ik kon er nog meer dan 10 exemplaren aflezen. 
Er werd geploegd

Naast deze redelijk gebruikelijke wintergasten, liepen er ook totaal drie koereigers achter de ploeg. Afgelopen dagen waren ze al opgemerkt, maar waarschijnlijk zijn dit exemplaren die op de Korendijkse Slikken aan het overwinteren waren. Bij het vee valt met dit weer vermoedelijk toch weinig te halen, weinig ongewervelden dieren zijn immers nog op het oppervlak aanwezig, waardoor ze bij ploegende trekkers een alternatief hebben gevonden. Leuk om te zien! Ze waren nu druk bezig met het pikken van wormen die naar het oppervlak werden gehaald. 
Koereiger

Met wat kouder weer is ook altijd het aantal kol- en brandganzen in de Zwijndrechtse Waard behoorlijk hoger dan gebruikelijk. Een rondje door de paar poldertjes die er zijn levert ruim 500 kolganzen op en nog zo'n 350 brandganzen, een zeldzaamheid zit er helaas niet tussen maar een geringde brandgans is wel leuk. Het blijkt RKNG, een exemplaar dat op 2 maart 2022 werd geringd op Ameland en sindsdien ook alleen nog maar in Friesland werd afgelezen! 
Brandgans RKNG

De dag sluit ik ten slotte af langs de Devel, waar ik op de slaapplaats liefst vijf waterpiepers kan vangen en kleurringen. Eén van de hoogste aantallen ooit zo midden in de winter, leuk! Totaal was het overigens behoorlijk druk met ca. 35 slapende waterpiepers en zeker 130 graspiepers. Overigens waren de waterpiepers niet opvallend licht, ondanks de kou. Ze leken juist wel vet aangemaakt te hebben en dus extra zwaar te zijn. Misschien een voorbereiding voor als de kou zou doorzetten en ze toch wel weg zouden moeten trekken?! 

Zware waterpieper >30g! 

Waterpieper R/YGN

zaterdag 13 januari 2024

Slapende ganzen en een verrassende vangst

Vanochtend ben ik met het eerste licht op de Sophiapolder om de maandelijkse wintertelling weer te doen. Het weer is behoorlijk grauw, maar het is afgaand tij dus voor de wintertelling ideale omstandigheden. Deze maand valt de telling samen met de ganzentelling, en die bleken er door de kou van de laatste dagen veel te slapen. In de schemering telde ik bijna 3000 grauwe ganzen en ook sliepen er 1290 brandganzen, hele hoge aantallen voor het eiland! In het eerste uur na zonsopkomst vertrokken ze in groepen de Alblasserwaard in, net zoals de 105 kolganzen die ook nog aanwezig waren.

Kolganzen

Naast de hoge aantallen ganzen was het druk met smienten, maar ook 31 pijlstaarten was een erg mooi aantal voor het eiland! Verder stonden er bij aankomst nog relatief veel meeuwen op de slaapplaats, waaronder zeven pontische en een geelpootmeeuw. Toen het water langzaam daalde verschenen ook de nodige steltlopers, waaronder meer dan 60 kemphanen en een leuke groep van 16 bonte strandlopers. Een hoog aantal in de winter! 

Halverwege de dag kon ik nog een uurtje vrijmaken om wat ringen van waterpiepers af te lezen in Polder de Hooge Nesse, wat ook goed lukte. Aan het eind van de dag nam ik positie in bij de Ruijbroeksche Wetering. Een klein natuurgebiedje midden in de Alblasserwaard en potentieel geschikt als een slaapplaats voor waterpiepers. Vanavond was het gelukt om op vrijwel alle geschikte plekken in de Alblasserwaard te posten voor slapende waterpiepers, maar helaas leverde dat op vrijwel geen enkele locatie waterpiepers op. Mijn avond verliep zonder waterpiepers en uiteindelijk werden alleen op de bekende plekken (Kinderdijk en de Zouweboezem) waterpiepers in lage aantallen gezien. Het vermoeden was daarmee wel bevestigd dat de aantallen in de Alblasserwaard (en vermoedelijk ook in de rest van het laagveengebied) echt laag zijn. 

Ruijbroeksche Wetering

In de avond levert een kort bezoek aan Sandelingen-Ambacht nog wel een hele verrassende vangst op, namelijk een roerdomp! In het gebied overwinteren meerdere exemplaren, maar erg leuk dat het lukte om er eentje te vangen! Het bleek een jonge vogel, die we de komende tijd hopelijk ook nog kunnen volgen! 

Roerdomp


Ruicontrast in de armpennen

vrijdag 12 januari 2024

Nieuwe slaapplaatsen en ondanks de kou nog bokjes

Afgelopen zaterdag 6 januari ving ik (naar later bleek waarschijnlijk de laatste!) weer eens een bokje in de Volgerlanden en langs de Ambachtsezoom hadden we een mooie terugvangst van afgelopen winter! Dat is nog maar één van de weinige, maar ook deze had weer mooie ruicontrasten. Onderweg lukte het zowaar eens om een waterhoen te vangen, misschien ook nog wel een interessante soort om nog eens wat mee te gaan doen... 

Bokjes met ruicontrasten

Waterhoen

Sinds zondag is de temperatuur flink gedaald en maandagavond was het posten op de Beninger Slikken voor een waterpieperslaapplaats dan ook bitterkoud... Er stond een flinke, snijdende wind, wat ook niet meehielp, maar het lukte helaas niet met Michael van Beveren om een echte slaapplaats te vinden. Bij het sluiten van de markt had ik één invallende waterpieper, dus waarschijnlijk slapen er wel een paar, maar zeker niet veel. 

Uit kantoor zagen we de afgelopen dagen nog overvliegende kleine zwanen, koereiger en zeearend, dus het winterweer leverde wel gelijk het e.e.a. op. Helaas bleek dat ook de aanzet om aan de gang te gaan op braakliggende terreintjes. Drainage werd aangelegd in de Volgerlanden en een flink deel van het stuk in de Ambachtsezoom werd gemaaid. Een rondje door de Zegenpolder op woensdagavond leverde een beperkt aantal waarnemingen van houtsnippen op en bokjes waren helemaal afwezig. Niet verwonderlijk ook natuurlijk, de grond was stijf bevroren. Mede door de afwezigheid van wind was het niet te doen om vogels te vangen, helaas, maar wel een nuttig bezoek natuurlijk. 

Begin van het einde van de Volgerlanden

Gisterenochtend voorafgaand aan een veldbezoek leverde het posten eindelijk weer eens een slaapplaats van waterpiepers op, namelijk in de Westerse laagjes langs het Haringvliet. Voor zonsopkomst kwamen er behoorlijk wat waterpiepers vanuit de rietkraag de polder ingevlogen, waar ik even later zeker 45 waterpiepers in een groenbemester vond. Leuk! 

Zonsopkomst Hoeksche Waard

Vanochtend deed ik ten slotte weer een vast rondje, nu met Michale van Beveren. In de Zegenpolder ving we één van de drie bokjes. Ondanks de vorst zaten er toch nog wel wat exemplaren, die zich dan wel weer op wat atypische plekjes ophielden. Ook in Oud-Reijerwaard en Nieuw-Reijerwaard zaten nog enkele bokjes, waarvan we er totaal drie vingen.

Bokje

Om 15:00 voeren we haventje uit bij Nieuwendijk om te proberen de rest van Tiengemeten goed in beeld te krijgen voor wat betreft waterpiepers. Het oostelijke deel nam ik voor mijn rekening, waar ik al vrij vlot een groep van ca. 15 foeragerende waterpiepers vond. Leuk! Opvallend was een exemplaar wat zomaar het Vuile Gat overvloog richting noord, maar even later snapte ik wel waarom. In de rest van de oostpunt trof ik hooguit enkele waterpiepers, terwijl ik even later meerdere exemplaren het eiland af zag vliegen. De exemplaren die hier foerageerden, sliepen dus gewoon in de Westerse Laagjes en niet op Tiengemeten. Leuke ontdekking! In de oostpunt vond ik nog wel een plek waar ook wat waterpiepers invielen, tijdens een half uurtje postten leverde dat 5 exemplaren op. Geen vetpot. 

Michael had daarentegen midden op het eiland wel een flinke slaapplaats te pakken, waar uiteindelijk naar schatting zo'n 60 exemplaren sliepen. Omdat verspreid over het hele eiland geschikte slaapplaatsen aanwezig zijn is het lastig om echt een compleet beeld te krijgen, maar samen met mijn eerder gevonden slaapplaats op de westpunt heb ik denk ik wel een goed beeld. Totaal slapen er bijna 100 waterpiepers op het eiland, maar een deel vliegt er dus ook vanaf om op het vasteland te slapen. Een mooie resultaat! 

Tiengemeten

Kleine slaapplaats op Tiengemeten

vrijdag 5 januari 2024

Op jacht naar slaapplaatsen in de Hoeksche Waard

Gisteren besloot ik het eind van de middag eens door te brengen op Tiengemeten. Toch wel een schitterend eiland, ook in de winter, waar natuurlijk vast wel waterpiepers zouden slapen. De focus lag op de westpunt waar het sowieso al goed toeven was met vele bruine kiekendieven (slapen ook op het eiland), meerdere blauwe kiekendieven, grote en middelste zaagbekken, nonnetjes en twee zeearenden. Waterpiepers bleken inderdaad ook aanwezig met in de westpunt een duidelijke slaapplaats van ca. 25 exemplaren. Veel aankomst bleek er overigens niet te zijn, maar op de terugweg kwam ik nog weer meerdere waterpiepers tegen, waardoor er dus meerdere slaapplaatsen moeten zijn op het eiland. Binnenkort nog eens een bezoekje! 


Tiengemeten

Vanochtend startte ik op tijd met Rutger in de Portlandpolder, waar we helaas geen waterpiepers konden vinden. Even later was wel duidelijk waarom, want in de Zegenpolder liep een groep van 90 exemplaren! Dat is zo ongeveer de hele groep die slaapt in het Klein Profijt, maar ondanks de nodige moeite lukte het niet om andere geringde exemplaren te zien de R/WGG die ik afgelopen winter in de Zegenpolder ringde. Het zou toch moeten kunnen om hier een exemplaar van de Devel te treffen?! Bokjes bleken helaas afwezig in de polder en ook in de Zuidpolder konden we ze even later niet vinden. In Polder Nieuw-Reijerwaard zaten ze dan weer wel, maar het geluk was niet aan onze zijde... Het lukte slechts om één exemplaar van de acht te vangen, de rest was te ril, zaten in kleine groepjes of op ongelukkige plaatsen. Het is zit ook weleens tegen... 

Bokje

In Oud-Reijerwaard ging het even later iets beter en konden we 9 van de 13 exemplaren ringen. Dit waren allemaal jonge vogels waarvan slechts één terugvangst van eerder deze winter. Het blijft verbazen hoeveel nieuwe exemplaren we nog tegenkomen... Erg verrassend was overigens ook een tweetal adulte dwergmeeuwen die rustig langs kwamen flappen. Leuk in deze tijd van het jaar! 


Oud-Reijerwaard

Om het oostelijke deel van de Hoeksche Waard beter in beeld te krijgen, liep ik rond zonsondergang op de dijk bij de Hoogezandsche Gorzen, bij Numansdorp. Op papier leek hier een geschikte slaapplaats aanwezig te zijn in een omgeving waar helemaal geen waarnemigen bekend zijn van waterpiepers. Het zou toch moeten kunnen?! Niks bleek echter minder waar, want ik hoorde of zag geen enkele waterpieper. Een flinke groep witte kwikstaarten was wel aanwezig (dus je zou zeggen genoeg foerageergebied) en het was niet saai met o.a. nog twee zeearenden, brilduikers, slaapplaats van wulpen, witgatjes en een fraai mannetje blauwe kiekendief. 

Potentiële slaapplaats

Ten slotte leverde een ronde vanavond door het Waalbos wel veel waarnemingen op van houtsnippen, watersnippen en wat bokjes, maar door de zachte wind viel het vangen erg tegen. We vingen slechts twee houtsnippen en een watersnip, maar waren nog aangenaam verrast door meerdere jagende ransuilen. Schitterend!

Houtsnip

woensdag 3 januari 2024

Hij is weer terug!

Om de puzzel van de waterpieperslaapplaatsen verder op te lossen, besloot ik vanochtend naar Polder Bonaventura te gaan. Hier ligt een spruitenstoppel waar in de kerstvakantie een flinke groep waterpiepers op aanwezig bleek te zijn, maar qua ligging zouden ze zowel in het Oudeland van Strijen als in Polder Groot Koninkrijk kunnen slapen. Reden genoeg dus om een keer met zonsopkomst te posten waar ze vandaan zouden komen. Als ik daar iets na half 9 aankom, blijken de eerste waterpiepers al aanwezig. Maar al snel volgen er meer, die komen uit het noordoosten. Ze sliepen vannacht dus in Polder Groot Koninkrijk, is dat ook weer opgelost! 

De groep loopt echter toch ook weer mooi vooraan op de spruitenstoppel, dus ik kan het natuurlijk niet laten om die weer goed af te kijken naar geringde vogels. Tussen de tientallen waterpiepers kom ik inderdaad weer twee bekende geringde vogels tegen, R/YWN en R/RYN. Leuk dat ze hier nog lopen! Maar dan schrik ik toch behoorlijk, want opeens komt vrolijk de Siberische waterpieper mijn beeld inlopen! Waar het afgelopen februari nog even zoeken was of het inderdaad een Pacifische waterpieper was, is het nu gelijk duidelijk. De kenmerken kloppen allemaal en de vogel komt precies hetzelfde over als afgelopen winter. Dezelfde zwarte halsvlek, niet spierwit maar ook niet heel buff op de onderdelen, bruinroze poten en ook de rest klopt exact. Wat een verrassing dat hij toch is teruggekeerd! Afgelopen weken was ik al een paar keer wezen zoeken in deze hoek van de Hoeksche Waard, maar het was niet gelukt om 'm te vinden. De focus lag natuurlijk meestal ook op het aflezen van kleurringen en niet zelden lopen ze ook in Polder de Mijl op flinke afstand. Maar zo mooi als ik 'm vanochtend zag, heb ik 'm afgelopen jaar ook niet gezien. Wat een schitterende vogel is het toch! 

Siberische waterpieper

Mijn camera had ik natuurlijk thuis laten liggen, maar door de telescoop lukt het me gelukkig om in ieder geval herkenbare plaatjes te maken met mijn telefoon. Toch jammer, want hij liep echt heel dichtbij de auto...


Siberische waterpieper

Na deze grote verrassing reed ik door richting Polder de Hooge Nesse, waar ik op de spruitenstoppels een groep van zeker 130 piepers tref. Het grootste deel zijn waterpiepers en na intensief speurwerk lukte het om liefst 26 geringde vogels af te lezen! Echt veel en ook een geringde vogel die recent in Polder de Mijl liep, de plek waar vorig jaar de Siberische waterpieper liep. Die groep bleek ook op die plek verdwenen, waardoor een deel dus in de polder bij Strijen zit en een ander deel is verkast naar IJsselmonde. Geinig! 

Op het eind van de middag kon ik nog twee bokjes ringen in de Volgerlanden, waarna ik vanavond met Rutger weer een rondje door de Crezéepolder en Sandelingen-Ambacht maakte. In de Crezéepolder zagen we o.a. wel een fraaie ransuil en diverse houtsnippen, maar door het windstille weer lukte het helaas niet om wat te vangen. In Sandelingen-Ambacht vingen we uiteindelijk twee houtsnippen, waaronder een fraai adult exemplaar met diverse ruigrenzen. Tevens werd ook het verschil in snavellengte wel duidelijk, er is behoorlijke variatie op dat gebied... 


Meerdere generaties armpennen

Eén handpendekveer was niet doorgeruid

maandag 1 januari 2024

Een vogelrijk 2024 gewenst!

Traditiegetrouw maak ik altijd een overzichtje van de hoogtepunten van het afgelopen jaar. In 2023 was het net zoals in 2022 veelal een voortzetting van eigen, lokale ringprojecten. Van echt vogelen kwam dna ook niet zoveel, alhoewel ik in het najaar nog regelmatig op pad ging. Te twitchen viel er in 2023 helaas weinig, maar het was een onvergetelijk jaar! 

In 2023 kon ik slechts één soort aan mijn Nederlandse lijst toevoegen, maar wel een soort die het jaar gelijk succesvol maakte. Op 7 februari vond ik namelijk de eerste Pacifische waterpieper voor Nederland tijdens mijn onderzoek naar waterpiepers! Een soort waar ik nooit echt rekening mee had gehouden in de jaren die ik al naar waterpiepers kijk, maar die toch weleens door het hoofd was geschoten. De vogel bleef uiteindelijk tot in maar ten liet zich aan vele vogelaars zien, waarbij ook de waterpiepers flink in de belangstelling stonden. Het was voor menigeen namelijk geen makkelijke twitch om de vogel om de uitgestrekte akkers te ontdekken tussen de waterpiepers. Helemaal mooi is het dat de vogel uiteindelijk ook is aanvaard als Siberische waterpieper, de ondersoort die broedt in Azië en in West-Europa nog behoorlijk zeldzamer is dan de Amerikaanse ondersoort.





Siberische waterpieper en toeschouwers

Al met al een soort die het jaar voor mij al geslaagd maakte. Andere lifers wist ik verder ook te missen. De groene fitis van Zeeland, groene bijeneter van het Fochterloërveen, marmereend in de Ezumakeeg en uiteindelijk ook een rotszwaluw waren niet aan mij besteed. Uiteindelijk ben ik er dit jaar dus qua Nederlandse lijst op achteruit geboerd, want kokardezaagbek is definitief van de lijst (ik had nog nooit een aanvaard exemplaar) en ook de Italiaanse mus van Garderen bleek niet meer dan een doodgewone huismus... 

Qua zeldzaamheden zag ik dit jaar in het land heel weinig. Toevallig kwam ik via werk langs een struikrietzanger bij Nijmegen een orpheusspotvogel in de Hoeksche Waard. Verder zag ik tijdens een teamuitje in Zuid-Limburg nog een mooie zwarte ooievaar en vond ik gelukkig ook de rest van het seizoen nog wat leuke soorten tijdens het werk. Het hoogtepunt van het voorjaar was voor mij wel 8 juni, toen ik 's ochtends een roodmus trof in Voornes Duin en 's avonds een roepende woudaap ontdekte langs de Devel. Een plek waar ik al vaker op deze soort had gehoopt! 

Een roepende oehoe bij Eibergen is ook nog wel het vermelden waar, toen we daar aan het posten waren voor een vermeende roepende ruigpootuil. We hoorde één roepsessie van die vogel, maar duidelijkheid is er nooit echt over gekomen. Waarschijnlijk betrof het toch een bosuil. In het Waalbos vond ik dit voorjaar nog een draaihals, later in het najaar volgende nog een exemplaar in de Zegenpolder. Leuk was tevens een zingende bruine boszanger bij Rijsoord, een unicum in Nederland. Overigens ontbreekt die soort dan nog wel op mijn zelfontdeklijstje...


Draaihals

Afgelopen najaar lukte het om aardig wat te vogelen op de Maasvlakte en regelmatig ook over zee te kijken. Het najaar begon echter al leuk op IJsselmonde met weer eens een duinpieper aan de grond in de Volgerlanden. Eén van mijn doelen was dit najaar om een sperwergrasmus te vinden op de Maasvlakte. Dat lukte en uiteindelijk vond ik zelfs twee keer een exemplaar! Ook rekende ik dit najaar na meerdere keren checken eindelijk af met gestreepte strandloper op de Beninger Slikken, een langverwachte soort die nog op mijn zelfontdeklijst ontbrak. Nu nog grauwe franjepoot! 

Gestreepte strandloper

Meerdere keren over zee kijken leverde ook meerdere vorkstaartmeeuwen, grauwe pijlstormvogels, noordse pijlstormvogels, twee vaal stormvogeltjes, alle jagers en ijsduiker op. Op de dag dat er stormvogeltjes bleken te vliegen zat ik er dan weer net niet, helaas... 

Kleine jager

Een andere leuke lokale vondst was die van een dwerggors op het braakliggende terrein in de Volgerlanden. Na de duinpieper bewees Ambacht zo toch weer van waarde te zijn en kon het aantal zeldzaamheden nog worden uitgebreid. Waarschijnlijk één van de laatste, want het zal niet lang duren voordat ook de laatste braakterreintjes verdwijnen. Helaas! Maar het heeft veel gebracht. 

Dwerggors

Dwerggors was een leuke soort, maar geen nieuwe voor de IJsselmondelijst. Uiteindelijk kon ik in 2023 twee nieuwe voor de IJsselmondelijst bijschrijven. De eerste was een vorkstaartmeeuw op 1 september die korte tijd in de Crezéepolder ter plaatse was. Een echt knaller landinwaarts natuurlijk en het betrof dan ook de eerste waarneming voor het eiland! Een pallas' boszanger in december op het Eiland van Brienenoord was de tweede nieuwe voor de IJsselmondelijst! Ook een hele fijne nieuwe soort (maar enkele eenmanswaarnemingen waren er al) die zich fantastisch liet zien op de illustere vogelplek langs de Nieuwe Maas in hartje Rotterdam. 

Vorkstaartmeeuw

Naast eerder genoemde soorten als woudaap, bruine boszanger en draaihals was het op IJsselmonde ook echt geen slecht jaar. Aan jaarlijsten deed ik niet, maar uiteindelijk zag ik nog wel 176 soorten. Andere leuke soorten waren bijvoorbeeld oeverpiepers (3 keer een exemplaar tussen de waterpiepers), roodkeelduiker (geval op de Gaatkensplas), kraanvogels (schitterende doortrek in november), kleine rietganzen (ongekende doortrek op 15 november), kwartels (twee exemplaren ook gevangen en geringd), kwakken, koereiger en diverse leuke steltlopers (krombekstrandloper, zilverplevieren, kleine strandloper). 
Kleine strandloper

Zeearend

Kraanvogels

Kleine rietganzen

Casarca

Dit jaar was er uiteraard ook weer een Big Day op IJsselmonde, die we nipt wisten te winnen met 116 soorten, ten opzichte van twee teams met 115 soorten. We hadden die dag relatief veel bonussoorten als sijs, zilverplevier, goudplevier, beflijster, noordse kwikstaart en bonte vliegenvanger, maar mistte ook nog een hele rits. Totaal werden die dag 134 soorten op het eiland gezien, niet slecht! Een grauwe klauwier die in de ochtend werd gevonden en de hele dag aanwezig was uiteindelijk de zeldzaamste soort van de dag. 

In Zuid-Holland was dit jaar niet zoveel aan de provincielijst toe te voegen. Na mijn Siberische waterpieper had ik nog een groepje bijeneters kunnen twitchen in Voornes Duin, maar daarvoor ontbrak net de motivatie. Daar ga ik hopelijk nog wel een keer tegen aan blunderen, en dan bij voorkeur op IJsselmonde natuurlijk. Alleen nachtzwaluw heb ik nog bewust opgezocht, waarvan nu jaarlijks meerdere paartjes zitten in het Zuid-Hollandse duingebied. 

In 2023 heb ik ook weer veel ringonderzoek gedaan. Op IJsselmonde heb ik weer vele kievitkuikens gekleurringd, en het jaar begon zeer goed met vele tientallen kuikens die vliegvlug zijn geworden! Erg positief, maar in de akkers bleek het uiteindelijk nog steeds te weinig te zijn. Daarnaast heb ik nog enkele scholeksters kunnen kleurringen en op de Sophiapolder kon ik weer tientallen jonge visdieven, stormmeeuwen en kluten van ringen voorzien. Erg waardevol en zeker die kluten leveren altijd leuke aflezingen op, met name op de plekken waar ze ruien (rondom de Waddenzee) en op overwinteringsplekken (Zuid-Europa, Engeland). 
Eén van de vele kievitkuikens

Kluut W3BP

In Ambacht ringde ik in het broedseizoen verder nog wat huismussen in het sloopproject en konden we vele nesten volgen. Erg nuttige informatie, maar vooral 2024 wordt interessant om te zien waar de geringde huismussen dan gaan nestelen. Een andere interessante broedvogel van IJsselmonde gaf ik in het voorjaar ook wat meer aandacht, namelijk matkop. Enkele nesten kon ik volgen en dat beloofde toch wel wat voor komend jaar als ik dieper in deze soort wil duiken. Twee vangacties in september leverde ook positieve resultaten op en meerdere exemplaren konden we kleurringen. Later in de winter wilde ze echter niet meer, maar dat komt volgend voorjaar hopelijk goed! 

Matkop Rm/RR

Matkoppen

Ook de winter is zeker niet saai te noemen op het gebied van ringonderzoek. Deze tijd van het jaar was ik volop bezig met het vangen en ringen van houtsnippen en bokjes, waar we steeds meer over te weten komen maar vooral ook nog veel vragen over hebben. Zo lukte het om in de winter 2023/24 enkele bokjes terug te vangen van de voorgaande winter, maar het aantal bleek heel laag, net zoals het aandeel adulten. Worden bokjes gewoon niet oud? Zwerven ze gewoon enorm veel? Sterk mate van winter plaatstrouw hebben ze in ieder geval niet. 
Eén van de vele bokjes

Houtsnip
Daarnaast betekent de winter voor mij ook waterpiepers en weer de nodige exemplaren kon ik kleurringen. Het aflezen is echter vaak ook heel vermakelijk en dat gaat gelukkig erg goed. Het onderzoek liep lekker door en in het laatste nummer van Limosa mocht ik de eerste resultaten van het onderzoek publiceren. 

Waterpieper R/RGY

Bij VRS Meijendel kwam ik uiteindelijk maar een paar keer dit jaar. Toch waren die keren erg leuk met een beflijster toch wel als hoogtepunt voor mij. Een andere leuke soort die ik  kon vangen was een regenwulp en ook blij was ik om eindelijk een sijzen te ringen. Die liep ik altijd nog mis! 
Regenwulp

Beflijster

In de zomer was ik ten slotte nog in de bijzondere gelegenheid om een keer mee te kijken bij het ringen van een nestje grauwe kiekendieven! Erg gaaf om een keer te zien en waarmee het werk van Kenniscentrum Akkervogels toch ooit mee is begonnen. 

Grauwe kiekendief

Ook op het gebied van zoogdieren was 2023 best wel een geslaagd jaar. In februari lukte het om tijdens een poging in de Zuid-Limburge bossen wilde kat te zien! We zagen deze zeldzaamheid op afstand jagen in een grasland tegen de bosrand aan. We hadden niet durven dromen dat we deze soort toch zo relatief makkelijk zouden treffen, aangezien we hadden voorgenomen elke winter maximaal één poging te wagen. Een nacht in de zomer in Zuid-Limburg was iets minder succesvol, aangezien we hoopte om eikelmuis te zien. Het bleef alleen bij een roepend dier zonder zichtwaarneming, grote bosmuis lukte dan weer wel om te zien. 

Tijdens muizenonderzoek voor werk zag ik diverse waterspitsmuizen in de Alblasserwaard, ook geen makkelijke soort om tegen te komen natuurlijk. Verder zag ik door het jaar heen nog wezels, twee keer een bunzing en een paar steenmarters. Eén keer kon ik de verleiding niet weerstaan om een zoogdier te twitchen, namelijk een tweekleurige vleermuis in Ermelo waarvoor het najaar best goed was. De soort hing aan een grove den in een woonwijk, geen makkelijke soort om te zien! Ook zag ik van de zomer nog bosvleermuizen op de Noord-Veluwe en was de vondst van een groep watervleermuizen boven de Waal bij Rijsoord een hele aangename verrassing. 

Tweekleurige vleermuis

Watervleermuizen

Een leuke vondst in 2023 was die van een populatie pruimenpages bij de Vijlenerbossen. Even heb ik zitten dubben om er heen te gaan, maar uiteindelijk kon ik toch de verleiding niet weerstaan om een poging te wagen voor deze in Nederland uitgestorven gewaande soort. De twitch was gelukkig succesvol en het is natuurlijk geen straf om zomaar een ochtendje in het Limburgse rond te lopen. Overige noemenswaardige insecten waren nog vliegende herten, gentiaanblauwtje en oostelijke witsnuitlibellen op een zomers dagje op de Veluwe. Daarnaast hield ik het dit jaar rustig, maar het was wel leuk om na jaren weer eens een plasrombout tegen te komen tijdens veldwerk. 

Vliegend hert


Pruimenpage

Qua planten was ik ook weer vrij actief, waarbij een aantal met werk gecombineerde rondjes productief waren. Een rondje Noord-Holland leverde goede soorten op als dichtbloemig kweldergras, scherpkruid en piramidevogelmelk. Een ronde door Noord-Nederland was goed voor een aantal soorten vrouwenmantel (bergvrouwenmantel, geplooide vrouwenmantel, spitslobbige vrouwenmantel), zweedse kornoelje en zeldzaamheden als langstengelig fonteinkruid en polzegge. Blij was ik ook met de waarneming van groensteel in Amsterdam, die ik dankzij een vriendelijke bewoner kon bekijken (de locatie is normaal niet te toegankelijk). De plantenlijst sloot ik af op 1253 soorten, waarmee ik nog zo'n 100 soorten te gaan heb... 
Bergvrouwenmantel

Groensteel

Friese muggenorchis

Ten slotte hadden we nog een schitterende vakantie in Schotland, waar ik nog nieuwe soorten zag in de vorm van stormvogeltje en alpenkraai. Verder zagen we nog meerdere parelduikers, schitterende steenarenden, veel zeevogels en mooie waarnemingen van gewone dolfijnen, bultrug en grijze dolfijnen. 

Uiteindelijk resulteerde het bovenstaande in een update van de volgende lijstjes: