zaterdag 30 december 2017

Het jaar uit vogelen

De laatste dagen van het jaar is het hopen op die ene zeldzaamheid op IJsselmonde om de jaarlijst van 207 op het eiland nog wat uit te breiden. Maar helaas... Voor die ene soort heb ik de laatste dagen nog wel wat rondjes gemaakt, wat uiteraard op zichzelf verder niet onaardig was.

In het Rotterdamse havengebied leverde een rondje nog de bekende soorten op, zoals wat groepjes kneuen, een zwarte roodstaart en in Pernis een overwinterende zwarte mees. Het meeste spannende tijdens dit rondje was wel de brand in een terminal van shell...
Aardig brandje
In Zwijndrecht leverde een klein rondje voor meeuwen met Laurens van der Wind nog een zestal kokmeeuwen op. Veel bekende overwinteraars bleken nog niet terug, maar een nieuwe Duitser en een Pool die ik begin dit jaar op de Sophiapolder zag maakten het nog tot een geslaagd rondje.
Duitser Z-X11E
Pool Y-T48N
Op de een slaapplaats van grote zilverreigers kwam op de 29ste 's avonds geen enkele zilverreiger slapen, maar ze vlogen allemaal naar elders. Wat dat betreft is er weer een vraag te beantwoorden op IJsselmonde. Waar? De 0-telling leverde overigens nog wel een houtsnip op.

Ook de 30ste zag ik nog een houtsnip, deze keer in het Waalbos. Verder bleek het daar aardig rustig te zijn, met niet meer dan een waterral, wat waterpiepers, smienten, wintertaling en een enkele veldleeuwerik. Wat dat betreft staan deze laatste paar dagen niet symbool voor het drukke jaar op IJsselmonde dat achter de rug is...

woensdag 27 december 2017

Zwartkopmeeuwen fleuren de boel op

De hele winter hebben we nog nauwelijks een meeuw in de kijker gehad, dus vandaag besluiten Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik dat het wel weer eens tijd is om een rondje door Rotterdam-Zuid te maken.

Het moment van vertrek wordt nog even opgehouden door aanhoudende miezer, maar uiteindelijk staan we toch wel mooi op tijd in Ridderkerk op de eerste locatie. Ondanks de vrij hoge temperaturen blijken gelijk kokmeeuwen aanwezig en ook de rest van de dag zijn op alle plekken mooie aantallen aanwezig. Het aantal geringde exemplaren valt ons echter wat tegen, uiteindelijk lezen we 21 ringen af, waarvan een nieuw Engels vogel wel de leukste is. Verder zijn ook een Poolse en twee Belgische exemplaren nog nieuw voor de stad, terwijl we 17 van de afgelezen vogels al in voorgaande jaren zijn tegengekomen.
Nieuwe Poolse kokmeeuw Y-T52W
Dat we nog een paar keer Rotterdam in zullen moeten blijkt wel uit het feit dat veel trouwe wintergasten van afgelopen winter ook nog niet present waren. Wellicht heeft een aantal het loodje gelegd, was even ergens anders aan het buurten of moet gewoon nog arriveren. Het kan allemaal bij die kokmeeuwen, dat maakt het zo fascinerend!
Kokmeeuwen op een voerplekje in de Maashaven
Vandaag hoefden we het dus niet van de kokmeeuwen te verwachten, maar een tweetal zwartkopmeeuwen maakten dat gelukkig wel goed. Een 1kj en 2kj vogel lieten zich erg leuk op de kruimels zien, terwijl er minimaal ook nog één adulte vogel in de stad moet rondhangen. Een drietal overwinterende zwartkopmeeuwen laat toch wel zien dat er wat gaande is bij deze soort en kennelijk steeds noordelijker overwintert gaat worden. Of dat een goed teken is is de vraag, maar leuk voor de afwisseling in de stad is het zeker wel!
2kj zwartkopmeeuw
1kj zwartkopmeeuw
Naast kokmeeuwen lezen we nog een viertal zilvermeeuwen uit de Rotterdamse havens af, wat er op duidt dat er toch aardige wat grote meeuwen zich ophouden in de stad. Zo komen we ook nog enkele geelpoot- en pontische meeuwen tegen, waaronder een mooie adult. Een aantal jaren terug zagen we vrijwel geen adulten, eigenlijk alleen maar eerste winter vogels. Het lijkt er nu toch op dat een gedeelte van deze vogels jaarlijks terugkeert en dus inmiddels volwassen is geworden. De aanwezigheid van pontische meeuwen in de stad is wat dat betreft echt nog maar een dingetje van de laatste jaren. Interessant!
Adult pontiche meeuw
Al met al dus nog wel een niet onaardig eerste rondje, wat overigens ook niks meer opleverde voor de jaarlijst. Een overwinterende kuifaalscholver of iets dergelijks had natuurlijk gewoon gekund, maar dit jaar gaat dat 'm niet meer worden. Wel zullen we nog een paar keer de stad in moeten om een goed beeld te krijgen van de aanwezige kokmeeuwen, maar dat is geen straf!

zaterdag 23 december 2017

Wintertelling op de Sophiapolder

Vorige week kon het niet doorgaan, dus vandaag staat de maandelijks wintertelling op de Sophiapolder gepland. Laurens van der Padt, Laurens van der Wind, Matthieu Plaisier en ik zullen om 10:00 worden overgezet met het pontje, maar voor die tijd vogelen we ook nog even. De Crezéepolder bijkt weinig spannends te herbergen, maar als we in de schemer aankomen is het leuk om te zien dat er een kleine 200 kolganzen hebben overnacht. Ze vertrekken vervolgens richting de Alblasserwaard. Daarna checken we nog wat ruige stukken in de Volgerlanden, wat nog een groepje ringmussen, kepen en een houtsnip oplevert.

Ook op de noordpunt van de Sophiapolder, waar we worden afgezet, blijkt een houtsnip te zitten. De eerste waarneming voor het eiland van deze soort! Verder zitten in de ruigtes wat watersnippen, maar geen spannende soorten. Desalniettemin zal er in de trektijd vast wel eens een zeldzaamheid hebben gezeten, het is een mooi stukje!
Noordpunt Sophiapolder
Het is nog hoogwater, dus de grote groep eenden is nu gelijk mooi te tellen en te checken. Daaruit blijkt dat er ongeveer 500 wintertalingen zwemmen. De 1500 die hier een paar winters terug nog zaten halen we bij lange na niet meer, vermoedelijk speelt de nabijgelegen Crezéepolder daarbij ook een rol waar we mogelijk een gedeelte van dat aantal momenteel overwintert.
Wintertalingen
Op de noordpunt zijn overigens ook de vele beversporen opvallend. Veel jonge wilgjes zijn omgeknaagd en op meerdere plekken liggen keurig wat afgekloven stokjes bij elkaar, soort van speciale eetplekjes lijkt het wel. Een burcht zit overigens nog niet op het eiland, dus deze bevers zwemmen toch zeker wel een kilometer naar deze plek. Maar misschien komt er nog wel een burcht in de nabije toekomst?!
Beversporen
Vervolgens lopen we het eiland rond terwijl het waterpeil daalt. Daardoor nemen de aantallen kokmeeuwen aanzienlijk toe, die met 1100 exemplaren de algemeenste soort van de ochtend is. Grote verrassingen komen we niet tegen, maar een vijftal scholekster, 13 pijlstaarten, 3 geelpoot- en 3 pontische meeuwen, 6 waterpiepers en een slechtvalk maken het toch nog tot een aangename telling. Eén van de pontische meeuwen blijkt overigens de Pools Y-PNVA, een exemplaar die ik in november 2013 zag en sindsdien elke winter in de regio overwintert. Nu dus als een adult, leuk!

Als we helemaal rond zijn bewonderen we nog even het nieuwe honk wat op het eiland is neergezet. Dat staat er met name om groepen te ontvangen in een overdekte ruimte, een bezoekerscentrum zal het niet echt worden. Gelukkig lijken de vogels geen last van het gevaarte te hebben.
Bezoekerspunt Sophiapolder

dinsdag 19 december 2017

Crezéepolder en Galgenplaat

Deze week heb ik nog vrij om te leren, maar vanochtend fiets ik toch ook nog maar even de Crezéepolder rond. Afgelopen weekend werd daar een bijzonder hoog aantal kemphanen geteld, erg leuk natuurlijk in deze tijd van het jaar! Ook nu blijkt nog steeds een grote groep ter plaatse te zijn, uiteindelijk kom ik op 161 exemplaren. Op een bonte strandloper na zit er geen leuke steltloper tussen, ook niet tussen de vele kieviten die er rondlopen. Dat moet toch zomaar kunnen gebeuren zou je denken...
Kemphanen
Tussen de vele eenden die ronddrijven zit overigens ook niet veel bijzonders, maar een grauwe gans met een halsband is nog wel het noemen waard. Op de halsband zit duidelijk een zender, maar een code is er niet te ontcijferen. Navraag leerde me dat het een vogel van een Noors project is, waar de code met stift op de halsband is geschreven en dus gewoon verdwenen is. Erg jammer dat hij dus niet individueel herkenbaar is, maar voor het project met de zenders scheen het niet uit te maken.
Noorse grauwe gans
Ten slotte is het ruige veld ook niet onaardig met een drietal bokjes. De aantallen zangvogels zijn helaas verdwenen, dus de kans op een overwinterende frater of iets in die trend is ook flink afgenomen. Desalniettemin gewoon blijven controleren natuurlijk.

Vanmiddag loop ik nog even rond in het mooiste en meest ongerepte stukje natuur van Ambacht: de Galgenplaat. De plannen om dit stukje grond te gaan bebouwen zijn voorlopig van de baan, dus het kan nog even blijven voortbestaan in de schitterende vorm die het nu heeft. Afgelopen jaar broedden er bijvoorbeeld twee grauwe vliegenvangers, een havik en vermoedelijk ook een boomvalk. Nu is minder druk dan in de zomer, maar ijsvogels, havik en (vuur)goudhanen zorgen toch voor leuk rondje.
Bevers zitten er ook...

zaterdag 16 december 2017

Gebruikelijk rondje Zwijndrechtse Waard

Vanochtend stappen Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik op de fiets om weer eens een rondje Zwijndrechtse Waard te maken. De hoop is natuurlijk om nog een spannende overwinteraar tegen het lijf te lopen, wat natuurlijk altijd mogelijk is. Langs de Devel begint het in ieder geval leuk met een groepje overvliegende appelvinken en een grote barmsijs die zich mooi ter plaatse laat zien.
Grote barmsijs
Het blijkt overigens al snel spekglad te zijn op de fietspaden, wat de uitdaging voor deze dag nog wat groter maakt. Soms is een bruggetje nauwelijks over te steken. Bij de Polder de Hooge Nesse komen we nog een mooie slechtvalk tegen, waarna we onze pijlen richten op de Oude-Maas. Niet veel meer dan de gebruikelijke matkop, waterrallen, cetti's zanger, ijsvogel, tjiftjaf, dodaarzen en 7 brilduikers wordt het niet. Een roepend overvliegend mannetje goudvink is daarentegen een leuke afwisseling, terwijl veel overvliegende groepen ganzen, met daartussen nog 15 toendrarietganzen, voor extra afleiding zorgen.

Op het Waaltje bij Heerjansdam is het zoals altijd een drukte van belang met veel futen, aalscholvers, dodaarzen en een tweetal brilduikers. Op dit stuk moet echt veel vis zitten, gezien de hoge aantallen. Een leuke soort zit er helaas niet bij, zoals twee winters geleden toen er een roodhalsfuut zat, maar wie weet duikt er nog wat op. Een goede soort zat er dus niet in vanochtend, dus de vraag blijft of we nog een jaarsoort gaan bijschrijven dit jaar op IJsselmonde. Wie weet!
Paartje brilduikers

vrijdag 15 december 2017

Waterspreeuw en andere tussendoortjes

Deze week en ik vrij om te leren voor tentamens, maar af en toe moet ik toch even naar buiten. Zo heb ik afgelopen woensdag de Zegenpolder geteld, nabij Rhoon, voor de proef die daar nu gaande is met betrekking tot het verduurzamen van de landbouw. Dat leverde mooie aantallen veldleeuweriken op, twee slechtvalken en tussen de vele grauwe ganzen ook twee toendrarietganzen en zelfs weer een kleine rietgans! Zaterdag zagen we ook al een exemplaar ter plaatse in het Waalbos, maar ik vermoed dat het om hetzelfde exemplaar gaat dat met de grauwe ganzen over het eiland zwerft.
Zegenpolder
Gisteren checkte ik voor het eerst deze winter even de plekken in Ambacht voor kokmeeuwen, wat me zowaar een nieuw exemplaar opleverde. Ik kon namelijk een kokmeeuw aflezen die afgelopen winter in Almere was geringd, leuk! Verder is ook de zwartkopmeeuw weer present voor zijn derde winter.
Zwartkopmeeuw
Vanochtend wordt ik tijdens het leren opgeschrikt door een belletje. In Papendrecht is namelijk een waterspreeuw gezien! Dit is echt een goede soort voor Zuid-Holland, want in ieder geval pas de eerste twitchbare sinds de jaren '90. Het is helaas geen IJsselmonde, maar desalniettemin stap ik gelijk in de auto richting Papendrecht. Bij de volkstuintjes waar het beestje is gezien, dat in stromend water naar voedsel zoekt, is het al snel een drukte van belang wat vogelaars betreft. De waterspreeuw laat het echter afweten en na een uurtje zoeken houd ik het ook weer voor gezien.
De plek van de waterspreeuw
Vanmiddag wordt het exemplaar echter weer gemeld, dus ik besluit maar gelijk weer die kant op te gaan. Bij aankomst is deze dwaalgast uit Scandinavië gelijk in beeld in een simpel boerenslootje. Een bizarre plek voor deze soort natuurlijk, maar dat maakt de waarneming uiteraard extra leuk! Erg gaaf en zeker voor de regio. Op IJsselmonde kan deze soort dus ook gewoon, want echt veel stroming zit er niet per se op de plek waar dit exemplaar rondhangt.
Waterspreeuw
Overigens vliegt het beestje alweer na enkele minuten hoog op richting de wijk en blijkt de rest van de dag weer onvindbaar. Een leuke twitch zo tussendoor!

dinsdag 12 december 2017

Sneeuwtrek door een speldenprikje

Aangezien gisteren overal in de regio toch zeker wel tien centimeter sneeuw is gevallen, staan Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik rond half 9 in de Crezéepolder in de hoop op wat sneeuwtrek. Door het dikke pak zullen veel vogels, zoals ganzen en zangvogels, niet meer bij hun voedsel komen, zodat ze gaan trekken. Ondanks dat de dooi alweer is ingezet zal er toch wel het één en ander moeten gaan vliegen door dit speldenprikje van de winter.
Crezéepolder
De sneeuw- en hagelbuien die in de lucht zitten blijken in ieder geval geen obstakel te zijn voor brandganzen. Daar zien we er zo'n 3000 van langstrekken. De kolganzen doen het met zo'n 400 exemplaren een stuk minder, maar desalniettemin vermaken we ons prima met de mooie groepen! Een groepje van zeven kleine zwanen is daarbij een mooie afleiding, net als de aardige trek van grote zilverreiger, waarvan wel wel 26 exemplaren zien langstrekken. De muizen die zij willen vangen zitten ook onder het dikke pak sneeuw.
Crezéepolder
Naast de ganzen vliegen in lagere aantallen ook wat groepen veldleeuweriken, vinken en kramsvogels. Allen op vlucht voor de sneeuw. Erg leuk is het groepje van zes boomleeuweriken dat ook langs komt trekken. Een soort die we wel vaker 's winters zien, maar ze blijven schaars op IJsselmonde. Verder vormt een groepje van tien barmsijzen nog een dagrecord, maar dat is gezien de aanwezigheid van barmsijzen in de omtrek niet verwonderlijk.

Voor de totalen zie hier.

In de polder zelf is het overigens ook nog wel vermakelijk vogelen, met een groepje van vijf baardmannen die maar niet op de foto willen, buidelmees (die we helaas alleen maar horen), bokje en een invallende grote zaagbek en tureluur. Vooral die laatste is wel een erg leuke soort voor deze tijd van het jaar op IJsselmonde!
Kieviten, smienten, kokmeeuwen, bergeenden en wintertalingen
Op het veld bij de Karwei treffen we hierna weer het groepje grote barmsijzen. Ze laten zich met de putters mooi zien in het zonnetje, maar de witstuitbarmsijs blijkt wel echt niet meer aanwezig te zijn. Desalniettemin vermaken we ons prima, zeker als er ook nog een groepje toendrarietganzen overvliegt. Altijd mooi!
Putter
Grote barmsijs
We sluiten het ochtendje vogelen af bij het Perenlaantje, in de hoop op wat houtsnippen. Vroeger was dit altijd een erg goede plek, als de houtsnippen zich met sneeuw wel moesten concentreren onder de dikke coniferenhagen. Nu vinden we er helaas geen één, maar een drietal tjiftjaffen maken het nog wel even spannend. Een Siberische zit er helaas niet tussen, zodat we ook vandaag geen soort voor IJsselmondejaarlijst zien. Zou er nog wat gaan gebeuren dit jaar?!
Perenlaantje

maandag 11 december 2017

Stilte voor de (sneeuw)storm

Deze week ben ik vrij vanwege studieverlof, dus vanochtend maakte ik voordat de sneeuwval Ambacht bereikte nog een rondje door het Waalbos en Polder Sandelingen. Het was knap fris, maar veel spannends leverde het helaas niet op. Wat dat betreft een stilte voor de storm, want wie weet wat de voorspelde centimeters sneeuw voor beweging gaan brengen morgen... In Waalbos was het echter niet saai, wat het is nu een grote uitgestrekte vlakte waar de jonge boompjes zijn gepland, waar het een eldorado moet zijn voor muizen en dergelijke. Dat blijkt ook wel uit een zevental torenvalken en flink wat buizerds. De blauwe kiekendief die hier vanmiddag werd gezien (niet door mij helaas) laat ook wel zien dat er genoeg te halen valt. Verder zijn ook een jonge pontische en geelpootmeeuw wel goede soorten voor het gebied. Een klapekster of iets dergelijks zit er helaas niet... 
Winter in Polder Sandelingen
Als het al even heeft gesneeuwd en het aardig droog lijkt te worden besluit ik vanmiddag nog even naar de Karwei te fietsen. Daar vlakbij tref ik op wat onkruidbulten al een groep vinken, ringmussen, rietgorzen en een keep aan. Bij de Karwei zelf blijken tussen de putters ook nog zeker wel een tiental grote en een kleine barmsijs rond te hangen. Ze laten zich fraai bekijken, maar het gaat harder en harder sneeuwen, dus het zich is niet optimaal. Desondanks lijkt de witstuitbarmsijs er niet tussen de zitten, maar morgen moet dat nog maar even gecheckt worden voor de zekerheid... 
Grote barmsijs man

zaterdag 9 december 2017

Vergeefse poging voor een hop, maar niet onaardig

Afgelopen zondag werd in Smitshoek in twee verschillende tuinen een hop gefotografeerd. Sindsdien ontbrak ieder spoor van deze vogel, maar aangezien het winter is en de vogel waarschijnlijk niet verder is getrokken, besluiten Laurens van der Wind en ik vandaag een poging te wagen. Een hop heb ik namelijk nog niet op mijn IJsselmondelijst en ook voor de jaarlijst zou het een erg goede zijn! Matthieu Plaisier en Arne van Wingerden hebben ook wel oren naar de zoektocht, waardoor we met z'n vieren vanaf half negen de wijk doorkruisen. Door het vele water valt het echter niet mee en al de tuintjes zijn heel goed afgeschermd. Het is hopen op een vluchtwaarneming of op een openbaar stuk grond, maar helaas. Als het om 9:45 ook nog een begint te regenen en hagelen houden we het voor gezien, wellicht vanmiddag nog een poging.
Smitshoek
Het weer dwingt ons tot wat autovogelen, zodat we besluiten de Rotterdamse havens maar af te rijden. Langs de Petroleumweg en Vondelingenweg levert dat op het water niet meer dan de gebruikelijke krakeenden, futen, aalscholvers en meerkoeten op. Helaas... Verder struinen we nog wat rond, maar verder dan wat grote gele kwikstaarten en een gewonde kleine mantelmeeuw komen we niet. In Pernis is het ook stil op de begraafplaats, maar elders in het dorp komen we nog wel een drietal grote barmsijzen tegen. Altijd leuk!
Vogelen langs de Petroleumweg
De Waalhaven ziet er ook altijd veelbelovend uit, maar op het water zwemt geen noemenswaardige soort. Op wat braakliggende terreintjes komen we uiteindelijk nog wel wat groepjes putters, graspiepers, een grote gele en witte kwikstaart, zwarte roodstaart en kneuen tegen. Een zeldzaamheid zit ook daar niet tussen, maar het blijft spannend vogelen!
Struinen in de Waalhaven
Het is ondertussen droog, dus we lopen hierna ook weer een uur door Smitshoek. De hop blijft helaas onvindbaar. We bellen nog even aan bij de bewoners van de gelukkigen van zondag, maar ook daar is de vogel niet meer langsgekomen. Ook mensen die over straat lopen hebben 'm niet gezien of er van gehoord. Het blijkt dan ook tamelijk kansloos en de enige mogelijkheid om de vogel te zien is als duidelijk wordt waar de vogel frequent komt, zoals de slaapplaats. Maar zie dat maar eens te vinden... Hopelijk volgt nog een winterwaarneming van een bewoner.
Smitshoek
We binnendoor terug wat uiteindelijk in Waalbos een erg fraaie kleine rietgans oplevert tussen de grauwe ganzen. De vogel loopt niet ver en laat zich mooi bekijken. Het is pas mijn derde waarneming van deze soort op IJsselmonde, nadat vorig jaar in december enige tijd een exemplaar in de Crezéepolder verbleef. Dat zou natuurlijk ook zomaar dezelfde vogel kunnen zijn die met de grauwe ganzen optrekt.

Kleine rietgans
Ten slotte loop ik met Arne in het eind van de middag nog even door de Crezéepolder en op de braakliggende terreinen langs de Rietbaan. Hier blijken nu geen barmsijzen meer te zitten, maar wel zien we nog een groepje kneuen en een bokje. Al met al dus helaas geen hop, maar desalniettemin was het niet onaardig vogelen vandaag.

zaterdag 2 december 2017

Winterse IJsselmonde Big Day in een kleine wereld

Na de succesvolle Big Day op IJsselmonde in mei, met o.a. een gestreepte strandloper, kleine bonte specht en rotganzen, werd vandaag de wintereditie gehouden. Vijf teams hebben tegen elkaar gestreden voor de hoogste soortenlijst.Om 4:00 zouden Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik van start gaan. We hebben zo 3,5 uur voor uilen, maar aangezien er op dit moment geen bekende roestplaats van ransuilen is, hebben we dat wellicht wel nodig. Verder kunnen we ’s nachts eventueel al lastige soorten als buffelkopeend proberen.

Laurens van der Padt verslaapt zich echter een kwartiertje, zodat we wat later van start gaan, maar het valt mee. Het weer val daarentegen niet mee, want het zit potdicht van de mist en heel veel verder dan 100 meter kunnen we niet kijken. Desalniettemin verschijnt op de Achterambachtseweg de eerste soorten in de koplampen van de auto: een BLAUWE REIGER (1) staat in de berm.Via de Waalweg rijden we richting de Devel, maar helaas nog zonder ransuilen. Wel is duidelijk dat áls we een ransuil gaan zien, hij op de paaltjes langs de weg moet zitten. Anders is het geen doen. Bij de Devel stappen we even uit in het nachtelijk duister en horen zo wat KOLGANZEN (2) overtrekken. Daarnaast roept een enkele WILDE EEND (3) en MEERKOET (4) door de nacht. Op maar richting Barendrecht om in ieder geval kerk- en bosuil bij te schrijven.

Bij de Carnisse grienden zijn we niet de enige als we aankomen, op de parkeerplaats zit rond 5:00 een tweetal figuren met keiharde muziek aan in een auto. Ieder zo z’n hobby… De bosuil laat eerst even op zich wachten, maar we kunnen nog wel overtrekkende BRANDGANZEN (5) en een SMIENT (6) noteren. In de grienden zelf roepen nog wat GRAUWE GANZEN (7) en uit het riet schreeuwt een WATERRAL (8). Als we weer richting de auto lopen begint ook het mannetje BOSUIL (9) te roepen, een prachtig geluid! Voor kerkuil moeten we de polders in, maar het duurt niet lang of bij een schuur horen we een KERKUIL (10) rondjes vliegen. Tevens komen we hier rond 5:37 het team Matthieu Plaisier, Julian de Frel en Thomas Los tegen, op de fiets. Dat is pas echt big dayen…

Aangezien we bos- en kerkuil hebben, rest enkel nog de ransuil. Eerst rijden we echter nog naar Rotterdam-Zuid, waar een tweetal OOIEVAARS (11) eenvoudig te zien zijn op de lantarenpalen. Daar hoeven we dus geen tijd meer in te steken vandaag. Een MEREL (12) roept hier nog verschrikt in de bosjes, waarna we weer richting de Zwijndrechtse waard gaan voor ransuilen. Weer is de Waalweg aan de beurt en nu is het wel raak, onverwacht! Opeens zit er op één van de paaltjes die uit de mist opdoemen namelijk een RANSUIL (13), pal langs de weg! We zijn nu dus klaar voor de nacht, maar gezien de tijd (6:00), moeten we nog even wachten tot het licht is. We rijden nog wat rond, horen zo een WATERHOEN (14) en praten nog even bij met Hans en Jankees Bossenbroek. Dat hoort er allemaal bij.
Ooievaar
Om half 8 stappen we op de fiets richting de Crezéepolder, terwijl de eerste ROODBORSTEN (15) overal wakker worden. In de polder gaat het ondanks dat het nog donker is aardig snel met veel WATERSNIPPEN (16), KRAKEEND (17), ZWARTE KRAAIEN (18), FUUT (19), WINTERTALINGEN (20), CANADESE GANZEN (21), BERGEENDEN (22) en een overvliegende KOPERWIEK (23). Het belangrijkste zijn hier de rietsoorten, en die werken goed mee! Een CETTI’S ZANGER (24) tettert, een RIETGORS (25) roept, WINTERKONING (26) ratelt en BAARDMAN (27) en BUIDELMEES (28) kunnen we zelfs tegelijk opnemen! Uniek voor IJsselmonde.

We fietsen vervolgens de dijk maar rond, want op het water is door de dichte mist helemaal niks te zien. Een oeverpieper levert het helaas niet op, maar uiteindelijk schrijven we nog wel KRAMSVOGEL (29), WATERPIEPER (30), KOKMEEUW (31), GRASPIEPER (32), STORMMEEUW (33), GROTE GELE KWIKSTAART (34), SLOBEEND (35), ZILVERMEEUW (36) en KIEVITEN (37) bij. Ook het braakliggende veld is goed voor de lijst met VINKEN (38), daartussen wat KEPEN (39) en RINGMUSSEN (40), HOUTDUIF (41), EKSTER (42) en VELDLEEUWERIKEN (43). Plotseling worden we gebeld door het team Dave vd Spoel en Jeroen en René van der Giessen, dat ze een VELDUIL (44) hebben opgestoten. Door de mist zijn ze uiteraard niet te zien, maar even later weten we ‘m zowaar toch nog op te stoten. Wat een fraaie vogel blijft dat toch. Terwijl we rondlopen horen we ten slotte nog een WITGAT (45) roepen, een mooie bonus voor de dag!

Aangezien het er niet naar uit ziet dat het op gaat klaren, moeten we nu zo snel mogelijk alle zangvogels en dergelijke maar op gaan snorren. Wie weet kunnen we vanmiddag dan nog weer terug komen voor bijvoorbeeld kemphaan. Zo fietsen we dus om 9:00 de Crezéepolder uit zonder soorten als koolmees en dergelijk, iets wat je in mei niet voor kan stellen. We zitten dan ook nog maar op ongeveer de helft van de soorten die je in het voorjaar al rond deze tijd gezien hebt. Van sprokkelen is nu dus voorlopig geen sprake.

De braakliggende terreinen langs de Rietbaan is het volgende doel, wellicht zit de mogelijke witstuitbarmsijs van gisteren er nog. Onderweg zien we nog KNOBBELZWAAN (46), AALSCHOLVER (47) en VUURGOUDHAANTJES (48), terwijl we op het veld al snel een groep PUTTERS (49) met een GROTE BARMSIJS (50) gevonden hebben. Even later vinden we nog twee grote barmsijzen samen met een KLEINE BARMSIJS (51), terwijl we nog meerder barmsijzen over horen komen met daarbij minimaal één SIJS (52). De barmsijzen zijn daarbij ook nog eens heerlijk tam, want een leuke beestjes om naar te kijken!
Kleine barmsijs
Kleine (links) en grote barmsijs (rechts)
Barmsijzen
In Ambacht is de overwinterende ZWARTKOPMEEUW (53) zoals verwacht heel eenvoudig en schrijven we tevens makkelijke soorten als KAUW (54), SPREEUW (55), BOOMKRUIPER (56), KOOLMEES (57), GROTE BONTE SPECHT (58) en TURKSE TORTEL (59) bij. Leuk is een adult GEELPOOTMEEUW (60) aan de rand van Polder Sandelingen, die daar vermoedelijk ook al in de winters 2014-2015 en 2015-2016 zat als onvolwassen, maar nu dus adult. Fraai! In de polder zien we als we er doorheen fietsen nog PIMPELMEES (61), KUIFEEND (62), ZANGLIJSTER (63) en HUISMUS (64). In Waalbos zijn het GAAI (65), HEGGENMUS (66), HOLENDUIF (67), TORENVALK (68), PIJLSTAART (69) en GROTE ZILVERREIGER (70) die we bij kunnen schrijven. Met name met de laatste zijn we blij, want in deze kleine wereld van vandaag kan die zomaar heel erg lastig gaan worden…
Mistig Waalbos
Op het Waaltje is niet veel te zien door de mist, maar het mannetje GROTE ZAAGBEK (71) zit tot onze verrassing vlak onder kant. Prachtig! Ook een DODAARS (72) en TAFELEEND (73) schrijven we bij alvorens we doorgaan richting de Molenwei. Daar blijkt een mannetje ROODBORSTTAPUIT (74) nog steeds aanwezig op zijn vertrouwde plekje en blijkt onze houtsnippenplek wel heel erg dichtgegroeid. We besteden er dus maar niet teveel aandacht aan, tikken een SPERWER (75), BUIZERD (76) en STAARTMEES (77) binnen en we reizen snel weer af naar Ambacht. Op het veld bij de Karwei is de witstuitbarmsijs weer in beeld, dus daar moeten we maar gelijk mee afrekenen.
Terwijl we in Ambacht weer op de auto overstappen kijkt een GROENLING (78) toe vanuit een linde. Op het veld is door de aanwezige groep vogelaars het groepje barmsijzen snel gevonden. De WITSTUITBARMSIJS (79) knalt er toch wel echt uit, veel meer dan ik gisteren had verwacht aan de hand van de foto’s. De witte stuit bij het opvliegen en ook het algehele lichte uiterlijk. Ondertussen was ook wel duidelijk dat het weldegelijk om deze soort gaan, alhoewel het in de toekomst zal moeten uitwijzen in hoeverre het een aparte soort is of niet…
Het veld bij de Karwei
Met deze knaller op zak (het is gewoon de eerste voor IJsselmonde!) gaan we door richting het Donckse Bos. Een GOUDHAAN (80) horen we vrijwel gelijk als we erin lopen en het duurt gelukkig ook niet heel lang voordat we BOOMKLEVER (81) kunnen bijschrijven. Een groene specht, ijsvogel of appelvink laat het helaas afweten. Dat zijn soorten die we echt nog ergens moeten gaan zien te vinden… Als we van Kees van der Wind horen dat op Donkersloot een KLEINE MANTELMEEUW (82) zit, rijden we even terug, tikken ‘m binnen en gaan door richting het Eiland van Brienenoord voor de resterende meeuwen. Een PONTISCHE MEEUW (83) en GROTE MANTELMEEUW (84) staan gelukkig op het dammetje, terwijl een stukje verderop een SCHOLEKSTER (85) in de berm loopt. Dat gaat lekker! Door Rotterdam rijden we naar de Waalhaven, waar we ergens diep tussen de loodsen een ZWARTE ROODSTAART (86) zien die we ook hadden ‘voorbereid’.  Altijd handig. De slechtvalk blijkt met deze mist ondoenlijk. Met vlagen zien we soms de kast hangen, maar in geen velden of wegen is enig teken van leven te bespeuren. De ROEKEN (87) daarentegen lopen we in de berm, zoals ze hier altijd doen.
Mast in de Waalhaven
In Bos Valckestijn moet het doek gaan vallen voor appelvink, ijsvogel, groene specht en matkop. Helaas, helaas. Al deze vier lukken niet, maar een TJIFTJAF (88) in een grote groep mezen en overvliegende TOENDRARIETGANZEN (89) zijn daarentegen natuurlijk mooie vergoedingen. Tegen de verwachtingen in lukt in Poortugaal even later wel een GOUDVINK (90), die precies in komt vallen. Ook de ZWARTE MEES (91) op het Delta-terrein langs de Oude-Maas doet het goed, maar weer geen groene specht of ijsvogel. Ondertussen is het een uurtje of half drie, dus heel veel tijd hebben we niet meer en de 100 soorten lijkt dan ook net te hoog gegrepen te zijn. Desalniettemin gaan we keihard door voor het zo hoog mogelijke aantal.

De Rhoonse grienden zijn goed voor MATKOP (92), terwijl we in de polders snel de KNEUEN (93) hebben gevonden. Ook de grote groep WITTE KWIKSTAARTEN (94) die al even rondhangt is simpel, maar de buffelkopeend blijkt helaas onvindbaar. Ondanks dat we echt tijd in de vogel steken krijgen we ‘m niet gevonden, we weten hem niet uit de mist te halen. Helaas, maar we moeten door. Op de nieuwe begraafplaats van Barendrecht blijkt GROENE SPECHT (95) gelukkig simpel, eindelijk! De brilduikers op het Waaltje willen daarentegen wéér niet lukken. Jammer, jammer. We moeten ook nog steeds ijsvogel, dus rijden snel naar de Wevershoek. Daar blijkt IJSVOGEL (96) simpel en zo staan we om 16:00 daar met een flink gevulde soortenlijst. Een BOKJE (97) bij het nabijgelegen station van Barendrecht blijkt gelukkig eenvoudig en kunnen we nog bijschrijven. Maar wat nu te doen?
We hebben nog een krap half uurtje licht. De eenden willen niet lukken, ook kemphanen in de Crezéepolder lijkt kansloos dus we moeten ons pijlen richten op houtsnip of slechtvalk. Uiteindelijk kiezen we toch voor die laatste, maar helaas komen we bij de toren in de Waalhaven geen steek verder dan in de middag. Veel mist en geen slechtvalken te bekennen. Een rondje over Heijplaat is nog een ultieme poging voor een houtsnip, maar we stappen om 17:00 met 97 soorten in de auto. Een aantal waar we zeer tevreden mee zijn, maar we beseffen ook dat het met goed weer in de winter dus mogelijk is om de 100 soorten te passeren! Uiteindelijk blijkt het ook dat we gewonnen hebben, terwijl vandaag totaal 104 soorten op het eiland zijn gezien. Een prachtig aantal gezien het weer!