zaterdag 28 mei 2016

't Is weer zomer op IJsselmonde

De zomer is ondertussen alweer aardig begonnen en het vogelen op IJsselmonde komt dan gelijk weer op een lager pitje te liggen. Vanmiddag ga ik echter toch nog maar even naar de Sophiapolder met Laurens van der Wind, je weet immers maar nooit. Het blijkt echter uitgestorven te zijn en een tweetal zwarte sterns dat boven het slik foerageert lijkt de soort van de dag te worden. Het is dan ook pas de tweede keer dat ik deze soort op het eiland zie en voor mij is het nog een nieuwe voor op de
IJsselmondejaarlijst.

Opeens gaan de bergeenden op de wieken, en een blik in de lucht levert de oorzaak op: een zeearend! Een fraaie adult hangt zweeft boven de polder, maar al snel maakt hij nog meer hoogte en wordt hij uiteindelijk door wat kleine mantelmeeuwen van het eiland af gebonjourd en glijdt af richting de Biesbosch. Het blijven toch dan ook wel gave beesten en het is voor mij pas de tweede op IJsselmonde na de eerste 3 weken geleden... Je zou ze toch wel vaker moeten verwachten hier, want gezien hoe hij hoogte kon maken hoeft hij eigenlijk niks meer te doen en glijdt hij vanaf Ambacht zo in één keer de Biesbosch in. Zover is dat allemaal niet en op de Sophiapolder is allicht een gansje te verschalken, nooit is er echter een beest echt jagend gezien op het eiland, maar misschien ligt het allemaal teveel tussen de bebouwing?!
Zeearend 
Op het braakliggende terreintje in de Volgerlanden zie ik even later net als vorige week flink wat tengere grasjuffers, en ook de watersnip zit nog steeds bij het plasje! Spannend zo laat, maar een broedgeval hier zou natuurlijk wel heel (te) sterk zijn. Wie weet of die de hele zomer blijft...
Volgerlanden
Vanavond post ik met Laurens van der Wind nog even bij de Heinenoordtunnel bij een ideaal stuk voor woudaap. Vier jaar geleden was hier al eens een exemplaar gezien, maar vervolgwaarnemingen bleven toen uit. Ondanks dat het nog steeds prachtig erbij ligt zien of horen we helaas geen woudaap. Wie weet volgend jaar dan maar?

zaterdag 21 mei 2016

Rode rotslijster in Zelhelm!

Na weer deze week met de studie een dag door Limburg en Drenthe te hebben gelopen kon er vandaag gewoon weer 'los' gevogeld worden... Het leverde overigens nog wel wat leuke soorten op, zoals een adder en grauwe klauwier in Drenthe, en in Limburg maar liefst twee zwarte wouwen, een wespendief, meerdere orchideeën (w.o. bleek bosvogeltje, purperorchis, soldaatje, bosorchis, bergnachtorchis) en als leukste wel meerdere geelbuikvuurpadden in een 'suf' poeltje.
Geelbuikvuurpad
Gisterenavond werd er bij Zelhem, ten oosten van Doetinchem in de Achterhoek, een mannetje rode rotslijster gevonden. Het gaat hierbij om het 13de exemplaar voor Nederland met het laatste twitchbare beest in 2009. Hij ontbreekt dus nog op mijn lijst, en als de vogel vanochtend weer gemeld wordt rijden om 7:00 Laurens van de Wind en zijn vader, Laurens van der Padt en ik Ambacht uit. Dat rondje over IJsselmonde fietsen komt later wel weer...

Na dik anderhalf uur rijden, wat is Gelderland toch weer groot, komen we aan op de plek en kunnen we na even wandelen gelijk aanschuiven. De vogel zit op wat rommel achter een boerderijtje en laat zich vanaf de weg vanuit alle hoeken bekijken. Wat een fraai beestje zeg!
Rode rotslijster
De vogel zit vooral heel veel stil maar verplaatst zich zo nu en dan tussen wat huisjes. Heel veel activiteit vertoond die verder niet dus na een uurtje houden we het weer voor gezien en gaan weer terug naar het westen. Dat doen we dan wel met voor mij alweer nr. 404, het gaat maar door dit jaar!


Rode rotslijster
Zelhelm
Eenmaal weer thuis in Ambacht heb ik nog een tentamen te leren voor maandag, maar rond 15u glip ik er nog even tussenuit naar de Sophiapolder. Het getij is goed voor steltlopers, maar helaas laten ze het weer afweten. Verder dan een bontbekplevier, wat tureluurtjes en de havik komen we eigenlijk niet. Wel staan er zowaar nog wat geringde meeuwen die we nog kunnen aflezen, daar komt de laatste tijd ook niet zoveel meer van terecht... 
Nederlandse kleine mantelmeeuw
Onderweg naar huis check ik nog snel even een braakliggend terreintje. Een erg late watersnip verzorgt me daar een hartverzakking en verder vind ik er tientallen tengere grasjuffers! Deze soort werd in 2012 voor het eerst op IJsselmonde vastgesteld, en zat toen op meerdere plekken, maar sindsdien waren ze weer spoorloos. Nu dus weer een plekje erbij waar ze tevens de eerste zijn voor de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht! Toch nog wel een leuke afsluiting van een relatief saaie middag, maar na die rode rotslijster mag het woord klagen natuurlijk niet eens in ons opkomen... 

Tengere grasjuffers (man boven, vrouw onder)

dinsdag 17 mei 2016

Velduiltje, maar rustig met steltjes in Ambacht...

Vanochtend ben ik nog een Ambacht dus ik loop nog even wat leuke stukken door. In de Crezéepolder zijn ze weer volop bezig met de voorbereidingen om de dijk door te steken, maar ondanks dat werd er vorige week een velduil gevonden. De hele week werd die niet meer gezien, maar vanochtend bleek die er, zo eigenlijk wel verwacht, gewoon nog te zitten. Hij vliegt vlak voor me op en verdwijnt verder het gebied in. Altijd leuk!! Verder ziet het er overal weer spannend uit voor steltlopers, maar spannender dan een purperreiger, wat oeverlopers, kleine plevieren, een fraai mannetje tafeleend en een paartje zomertaling wordt het niet helaas...
Tafeleend
Zomertaling
Ook de ca. 50 broedende/territoriale kluten krijgen nog wat aandacht, want als ik door hun territoria loop gaan ze zoals altijd lekker gek doen. Alsof ze gewond zijn en lamme vleugels hebben rennen ze wat voor me uit om me uit hun territorium te lukken. Altijd weer een apart gezicht, maar leuk om te zien!
Kluut
Op de Sophiapolder is het opkomend tij, dus ik besluit die nog maar even te checken in de hoop op wat leukere steltlopers. Meer dan 4 bontbekplevieren krijg ik helaas niet te zien en een gehoopte drieteenstrandloper of iets dergelijks zit er ook nu nog niet in voor dit jaar helaas... Maar we blijven volhouden.
Crezéepolder

zaterdag 14 mei 2016

Hoe een grote kanoet een mislukte ZH-big day goedmaakte...

Gisterenmiddag was ik nog een rondje aan het fietsen door de Zwijndrechtse Waard voor de Zuid-Holland Big Day die we voor vandaag op het programma hadden staan. Een bosrietzanger moest nog op een goed toegankelijk plekje gevonden worden en wie weet wat het nog meer op zou leveren. Uiteindelijk levert het rondje zowaar inderdaad een bosrietzanger op, net als nog een spotvogel, snor en nog een tapuit. De grootste consternatie brengt echter een sms'je teweeg met de woorden 'Grote Kanoet Texel'. Ai... Dat is eigenlijk wel het laatste waar we op zaten te wachten, want die Big Day is toch wel een dag waar je eventjes naar uitkijkt. Maar goed, de 2de voor Nederland na een exemplaar in 1991 dus deze mag je natuurlijk niet missen... Het is overigens een soort die broedt in het uiterste oosten van Siberië en normaal in ZO-Azië en Australië overwinterd. Weer eentje die het spoor flink bijster is dus.

Eenmaal thuis volgen wat belletjes en berichtjes met Herman vd Brand, Laurens van de Wind en Laurens van der Padt, maar uiteindelijk besluiten we maar gewoon om 00:00 af te trappen in het Develbos. De eerste instelling is door te vogelen totdat de vogel gemeld wordt en dan maar even zien wat we precies doen en hoe de zaken voor een eventueel record ervoor staan. De voorbereidingen zijn dan ook niet helemaal voor niks geweest en dat gevoel om lekker 's nachts rond te scheuren hoeven we dan ook niet te missen dit jaar...

Even voor twaalven is een ransuil druk aan het jagen langs de weg bij de Devel, maar na 00:00 kunnen we 'm helaas niet meer lokaliseren. Snel dan maar door richting de rietvogels, maar door de lage temperatuur en toch wel aardig wind zingt er niet veel. Wel noteren we SPRINKHAANZANGER (1), MEERKOET (2), WILDE EEND (3), SNOR (4), WATERRAL (5)  en KIEVIT (6).  Een bunzing die vlak voor de auto steekt is ook nog wel een leuke verrassing!

De ransuil bij Heerjansdam werkt niet mee, dus snel maar richting de Koedoodseplas. Een GROTE CANADESE GANS (7) zit wat zenuwachtig te roepen in de plas terwijl we ook een overvliegende SCHOLEKSTER (8) noteren. Gelukkig werkt de KERKUIL (9) ook goed mee, waarna we al rijdend door de polder niet veel later een RANSUIL (10) treffen. De gehoopte roeken bij Heijplaat kunnen we niet met onze zaklamp vinden, helaas steekt er geen staart buiten het nest en roepen doen ze ook al niet midden in de nacht...

Snel dus maar door richting Berkel- en Roderijs waar we gelukkig wel vlot een STEENUIL (11) horen roepen. De volgende bestemming is de Zevenhuizerplas en onderweg schrijven we nog KUIFEEND (12)  en FUUT (13) bij. Bij de het Populierenbosje bij de plas gaat het nu gelijk lekker natuurlijk met KOKMEEUW (14), TURELUUR (15), GRAUWE GANS (16), KNOBBELZWAAN (17), BLAUWBORST (18), KLEINE KAREKIET (19), RIETZANGER (20), BLAUWE REIGER (21) en GRUTTO (22). Gelukkig begint even later een ROERDOMP (23) te hoempen en hinnikt er even een DODAARS (24). Woudaapjes trekken in ruim een uur hun bek niet open, maar we schrijven tijdens het wachten nog wel RIETGORS (25) en WATERHOEN (26) bij.

Ondanks dat we nog maar weinig soorten hebben gemist (roek, woudaap) besluiten we mede door de flinke wind toch maar de handdoek in de ring te gooien. De wind is in tegenstelling tot wat we hadden gedacht echt hard, en in Meijendel lopen zal dan ook niet veel zin hebben als we echt voor het record willen gaan. Ondertussen is het ook alweer half vier, dus als we naar Meijendel willen gaan moeten we nu gelijk gaan, dat blazen we dus maar af. We besluiten dus maar naar Den Helder te rijden voor de boot van 6:30, maar onderweg tikken we bij de Nieuwkoopse Plassen nog wel een luid zingende GROTE KAREKIET (27) binnen.

Zo rond zessen komen we aan in de bij de veerpont naar Texel, maar we zijn niet de enige die gewoon de eerste boot pakt voor de grote kanoet. Ondanks dat de vogel gisteren met hoog water werd gevonden op een hoogwatervluchtplaats (de Volharding), werd de vogel namelijk met laag water ook op het wad gezien. Wie weet loopt hij daar nu dus ook nog wel zichtbaar rond te stappen.

Als we het eiland oprijden is de vogel nog niet gemeld, maar net als de vele anderen stationeren we ons bij het wad net ten zuiden van de Volharding. Op het wad miegelt het werkelijk waar van de vogels: kanoeten, zilverplevieren, drieteenstrandlopers, rosse grutto's, steenloper, dwergsterns, zwartkopmeeuw. En alles in prachtkleed dus het is sowieso al een feest om er te zijn. De grote kanoet wordt echter nog niet gevonden, en aangezien de flinke noordwestenwind maar al te guur is, besluiten we maar wat andere leuke dingetjes op het eiland op te rollen.
Het Wad
Zo zien we even later op het Renvogelveld een groep van zowat 40 noordse en enkele Engelse kwikstaarten. Wat een fraaie beestjes zijn dan toch!
Noordse kwikstaarten
Engelse kwikstaart
Via een witbuikrotgans in het ganzenreservaat rijden we door naar de groep van 11 morinelplevieren die we, zoals gebruikelijk op Texel, op flinke afstand over de akker zien rennen. Veel is er niet aan te zien dus we besluiten maar wat gebiedjes af te rijden langs de oostkant van het eiland. Dat levert niet veel meer op dat de gebruikelijke grote sterns, bontbekplevieren en kluten en dergelijke, maar bij Dijksmanshuizen zijn een bekende steltkluut en 2 kleine strandlopers nog wel leuk. Ook loopt hier niet ver vandaan in één van de vele groepen rotganzen op het eiland nog een witbuikrotgans.

Het weer is nog steeds slecht en aangezien het pas om 15u hoogwater is besluiten we maar naar de Robbenjager te gaan; in dat restaurantje zitten we tenminste droog. Uiteindelijk zitten we daar wel 1,5u als de grote kanoet opeens gemeld wordt! Paniek! Van de serveerster mogen we later op de dag betalen dus als een idioot springt iedereen in de auto's en gaat het richting de Schorren. Daar zou de vogel gezien zijn!

Bij aankomst is het gelijk gekkenhuis: overal auto's in de berm en iedereen in draf 2 kilometer de dijk aflopen. Daar aangekomen blijkt de vogel met de vele vele steltlopers alweer opgevlogen richting het noorden. Door het opkomende tij trekt alles namelijk door richting de Volharding, het enige stukje zo ongeveer dat droog blijft staan. Een zwarte rotgans zorgt hier voor nog wat afleiding en dan weer geroezemoes en even later geschreeuw. "De vogel zit nu bij de Volharding!!" Iedereen dus weer in galop terug richting de auto's en weer terug naar het noorden!

Eenmaal aangekomen op de dijk bij de Volharding begint de vogel een kat-en-muisspelletje met de ruim 150 vogelaars op de dijk. De wind is flink en de afstand is nog aardig, dus de omstandigheden zijn ideaal voor een frustrerende maar daarmee ook échte leuke twitch. Voor de vele vogelaars heeft zich ondertussen een groep van duizenden rosse grutto's, kanoeten, zilverplevieren en bonte strandlopers verzameld, en daar moet de vogel tussen zitten. Vlak voordat wij en de rest van de meute arriveerde was hij kortstondig daarin gezien, dus de vogel moet er zitten. Maar waar?!

Het gros van de steltlopers rust net achter wat duintjes, uit de wind, maar de dus ook net uit zicht. De vele rosse grutto's belemmeren daarnaast ook nog eens het zicht op de wat kleinere steltlopers (zoals de grote kanoet) die tussen hun poten door lopen. Opeens is er consternatie in de groep, de vogel is in beeld! Geschreeuw, geroep: "WAAR?, WAAR?". Niet veel later zit ik in het gedeelte waar ze 'm in beeld hebben. "Zie je die twee scholeksters, met die kokmeeuw in zomerkleed? Dan stond hij net recht boven die stormmeeuw die daar net iets links van ligt te broeden. Af en toe loopt het er opeens." Als eenmaal de goede kokmeeuw en scholeksters gevonden zijn is het turen en turen in de groep rosse grutto's of er niet opeens een zwartachtige steltloper tussendoor sluipt. Dan opeens: 'Hij loopt er, hij loopt er NU!" Niet veel meer dan in een splitsecond zie ik de vogel lopen en weer in de rosse gruttomassa verdwijnen. Het was 'm, maar verre van tevreden. Wachten en zoeken dus maar weer...
Overtijende rosse grutto's achter duintjes
Twitchers
Ondertussen stijgt het water alweer langzaam door en gaat het niet veel later al dalen. Dat duurt lang en de vogel is niet in beeld. De groep vliegt af en toe op maar aangezien verreweg de meesten weer onzichtbaar gaan zitten zit er niks anders op dan het lage water af te wachten. Tien over vier is het dan opeens weer prijs, de vogel zou weer vrij moeten lopen op het slik. Gejuich in de verkeerde helft van de groep: "WAAR? WAAR?" in mijn helft van de groep. Dan zie ik 'm opeens lopen, super wat een beest! Het zijn een paar seconden en de groep vliegt weer op, zo ongeveer de helft van de vogelaars alsnog zonder grote kanoet achterlatend...
Alles vliegt weer op
Rosse grutto's
Na zo'n 3 kwartier komt het echter voor iedereen goed. De groep is dan inmiddels aardig uitgewaaierd bij de Volharding en de vogel laat zich bijna continu zien. Wat een beest!
Twitchers
Met de pont van 18u verlaten we uiteindelijk het eiland en gaan, na een bezoekje aan restaurant 'De Gouden Bogen' nog even langs een grauwe franjepoot bij Callantsoog. Die blijkt een intikkertje waarna we de thuisreis aanvaarden na een dag die toch wel knap vroeg begon. Uiteindelijk erop terugkijkend is het wel de grote kanoet geweest die ons vermoedelijk heeft gespaard van een anders verwaaide en mislukte poging voor het Zuid-Holland big day record...
Grauwe franjepoot

donderdag 12 mei 2016

Een neergestreken steltstrandloper in Neer

Deze week met de universiteit drie dagen verspreid door het land rondgelopen. Dat leverde uiteindelijk maar liefst 112 soorten op met onder andere wielewalen, grauwe en bonte vliegenvangers, krooneenden, boomvalken, spotvogels, kleine bonte specht en een heuse adder. Naast die excursie zag ik bij Renkum nog een middelste bonte specht en kwam nog een zeearend over Wageningen zetten.
Adder
Gisterenavond kwam er echter, zoals wel vaker dit voorjaar gebeurde, weer roering in de vogelwereld. Deze keer was het een heuse steltstrandloper die was neergestreken bij Neer, langs de Maas, in Limburg. Het was de 5de voor Nederland en vanochtend bleek die zowaar ook nog aanwezig te zijn! Vandaag had ik echter de hele dag nog excursie, maar als die zo rond een uur of vier is afgelopen fiets ik met m'n vouwfiets snel naar Utrecht Centraal. Eenmaal weer in Ambacht stap ik om 18u bij Laurens van der Padt in om naar Limburg af te reizen voor deze Noord-Amerikaanse steltloper.

Limburg is altijd weer verder dan je denkt, maar om 19:45 komen we aan op de plek en krijgen we de steltstrandloper gelijk aangewezen. In eerste instantie kijk ik er eigenlijk overheen, klein beestje, maar hij laat zich daarna zo'n 10 minuten fraai bekijken! Een gave steltloper, en wie verwacht die nou zover in 't binnenland?!
Steltstrandloper
Opeens vliegt hij echter op en verdwijnt dan achter een dijkje, het zal toch niet? Na 10 minuten komt hij echter met een groenpootruiter terug, vliegt wat rondjes boven z'n plasje, roept zelfs nog een paar keer en verdwijnt dan loeihoog uit zicht richting noord. Laurens van de Wind is gelukkig nog net op tijd met z'n vader, maar dit was dus verhaaltje steltstrandloper... Een fijne soort om weer bij te kunnen schrijven in dit toch wel ietwat spectaculaire voorjaar (waarin ik overigens balkankwikstaart en alpenheggenmus miste)...
Het plasje

zaterdag 7 mei 2016

Big Day IJsselmonderecord (112 soorten), met vale gieren!!

Het IJsselmonde Big Dayrecord stond sinds 9 mei 2013 op 107 soorten, wat toen door Sander Elzerman en André de Baerdemaeker werd neergezet. De Big Day’s met meerdere teams in 2014 en 2015 haalde dat aantal niet doordat de wind in beide jaren de spelbreker was. Ondanks dat dit jaar geen ‘georganiseerde’ Big Day op het programma stond, besloten Laurens van der Padt en ik dus samen maar voor het record te gaan op zaterdag 7 mei. Enkele dagen voor de bewuste dag werd wel duidelijk dat de omstandigheden ideaal zouden worden. De hele dag werd schitterend weer opgegeven met een zachte zuidoostenwind, dus als de record verbroken zou worden moest dat op de 7de wel gebeuren.

Om 2:30 staat Laurens van der Padt bij mij voor de deur en gaan we beginnen. Polder Sandelingen-Ambacht is de eerste stop. Het is echt zwoel buiten en de nodige RIETZANGERS (1) zijn dan ook volop aan het zingen, net als voorzichtig een KLEINE KAREKIET (2) en een RIETGORS (3). In de sloot zwemmen wat WILDE EENDEN (4), een MEERKOET (5) en een BLAUWE REIGER (6) staat te vissen, terwijl elders een WATERHOEN (7) door de nacht schreeuwt.

De route gaat verder richting het Develbos voor de eerste belangrijke targets. Onderweg schrijven we nog SCHOLEKSTER (8)  en KIEVIT (9)  bij, waarna we om 3:03 de eerste SNOR (10) bijschrijven. Uiteindelijk blijken er wel drie aan één stuk door te zingen. Verder ratelt een SPRINKHAANZANGER (11) er lustig op los, zingt hier en daar een BLAUWBORST (12) en tettert de CETTI’S ZANGER (13) door de stille nacht. Waterrallen blijven tot onze grote spijt stil, dus die moeten vanavond nog maar geprobeerd worden.

Bij de sportvelden van Heerjansdam komt om 3:50 na even posten een RANSUIL (14) langs flappen; de eerste uil is weer binnen! Hierna moeten we verder richting het westen en onderweg richting de Carnisse Grienden horen we onze eerste GRAUWE GANS (15)  en NACHTEGAAL (16), terwijl een BUIZERD (17) verschrikt uit een boom wegvliegt. Op de Gaatkensplas zien we in het donker KUIFEEND (18), KNOBBELZWAAN (19) en FUUT (20) zwemmen, terwijl we om 4:30 ook de eerste MEREL (21) van zich laat horen. In de Carnisse grienden laten na even posten zowel het mannetje als het vrouwtje BOSUIL (22) van zich horen, waarna we alleen nog maar kerkuil te doen hebben. Bij de tweede boerderij die we checken is het raak als we een KERKUIL (23) horen roepen en even later de boerderij in zien duiken. Tevens zit hier een BOERENZWALUW (24) te zingen die waarschijnlijk gewekt is door de wild trappende paarden…
Zonsopkomst in de polder
Op goed geluk fietsen we nog wat rond in de hoop op een roepende patrijs of een andere verrassing, maar die vinden we niet. Wel zwelt het vogelkoor aan met de eerste GEKRAAGDE ROODSTAARTEN (25), ZANGLIJSTER (26), WINTERKONING (27),KOOLMEES (28) en ZWARTKOP (29), waarna we koers zetten richting het Klein Profijt. Dan gaat het vlot met rond half 6 de eerste KAUW (30), EKSTER (31), PIMPELMEES (32), TJIFTJAF (33), HOUTDUIF (34), BOOMKRUIPER (35), VINK (36), ZWARTE KRAAI (37), TUINFLUITER (38), MATKOP (39), KRAKEEND (40), AALSCHOLVER (41), GROTE BONTE SPECHT (42) en FITIS (43). Om 5:50 vliegt de eerste LEPELAAR (44) van de dag over terwijl ook kort een GROENE SPECHT (45) zichtbaar is. Je kan ze allemaal maar hebben!

Een ijsvogel is alleen voor mij weggelegd, dus helaas nog niet telbaar. Een stukje lopen langs de golfbaan resulteert vervolgens nog in de wat makkelijkere soorten als STAARTMEES (46), ROODBORST (47), GROENLING (48), PUTTER (49), KLEINE MANTELMEEUW (50), SPREEUW (51), GIERZWALUW (52) en ook 2 overvliegende OEVERZWALUWEN (53). Een lange, zachte roffel uit de griend blijkt die van een KLEINE BONTE SPECHT (54) te zijn, een fijne voor vandaag! Net zo fijn zijn een mannetje BONTE VLIEGENVANGER (55) en een GRAUWE VLIEGENVANGER (56)  die in de struiken blijken te zitten. Even later treffen we zelfs nog een 2de grauwe vliegenvanger aan hier. De grote lijsters kunnen we tot onze spijt niet meer vinden, dus dat hoofdstuk lijkt nu echt afgesloten voor IJsselmonde als broedvogel, helaas. Maar niet getreurd, want met onze daglijst gaat het uitstekend, snel dus maar terug richting de fietsen. Een tweetal grote gele kwikstaarten zie helaas alleen ik voordat ze ‘in de zon’ verdwijnen, snel dus maar weer door…

We fietsen nog even het Klein Profijt in waar zowaar de 3de grauwe vliegenvanger van de ochtend zit te zingen, waarna we langs de rivier om 7:00 OEVERLOPER (57), STORMMEEUW (58), KOKMEEUW (59), ZILVERMEEUW (60), BERGEEND (61), GROTE CANADESE GANS (62) en WITTE KWIKSTAART (63) bijschrijven. Gezien het mooie weer besluiten we even op de dijk langs de Zegenpolder te gaan staan in de hoop in ieder geval boompieper bij te kunnen schrijven en wie weet wat er allemaal langs komt. We staan uiteindelijk tot 8:15 met als resultaat maar liefst 11 BOOMPIEPERS (64), VISDIEF (65), GELE KWIKSTAART (66), KOEKOEK (67), 9 KEMPHANEN (68), BRUINE KIEKENDIEF (69), TORENVALK (70), SPERWER (71), HUISZWALUW (72), KNEU (73) en de 4de grauwe vliegenvanger alweer. Een HAVIK (74) die wakker wordt in een boom is natuurlijk ook erg prettig.
Havik
Hierna gaat de route richting de jachthaven van Rhoon met onderweg de 5de grauwe vliegenvanger in bij de Jachthaven zowaar een groepje van 4 BONTBEKPLEVIEREN (75), een KLEINE PLEVIER (76) en 2 overvliegende BRANDGANZEN (77). In Poortugaal doen we nog een poging voor kuifmees, maar verder dan GRASMUS (78), HOLENDUIF (79), HUISMUS (80), TURKSE TORTEL (81) en eindelijk HEGGENMUS (82) komen we niet. Wel is het ondertussen 9:10 en hebben we dus de 80-soortengrens mooi op tijd overschreden. Leuke bijkomstigheden die we al hadden zijn overigens nog de 2de havik van de dag en nog wat overvliegende boompiepers.
Vanaf nu is overigens echt het sprokkelen begonnen, waar we maar mee beginnen in Polder Zwaarddijk voor goudvinken. Die blijken helaas onvindbaar en na zo’n 20 minuten zoeken vertrekken we met enkel een GAAI (83) op zak richting Bos Valckesteijn. Daar werken de APPELVINKEN (84) gelukkig wel goed mee en zien we alweer de 3de havik en 6de grauwe vliegenvanger van de dag.

In het westen van IJsselmonde valt vanaf nu niks meer te halen, dus de route gaat weer richting ’t oosten. Bij de Rhoonse Baan treffen we om 10:50 2 TAPUITEN (85), 2 PAAPJES (86) en 2 ROODBORSTTAPUITEN (87). We rijden nog even de polders in om RINGMUS (88) om te rollen, maar die blijkt zoals verwacht een eitje. Snel dus maar door richting de Gaatkensplas, waar de buffelkopeend echt onvindbaar blijkt te zijn. Vlak naast de plas zit al wel eventjes een SMIENT (89) die niet helemaal lekker is, dus die maakt het wel weer goed. Een OOIEVAAR (90) die klokslag 12 uur over komt zeilen scheelt ook weer voor vanmiddag, waarna we door gaan richting de Zuidpolder. Meer dan een SLOBEEND (91) zit er niet voor de lijst en verder is het ook rustig, dus nu is het hopen dat we in Waalbos nog een flinke slag kunnen slaan.
Smient
Wat zekerheidjes blijken inderdaad aanwezig, zo tikken we eenvoudig KLUUT (92), TURELUUR (93), REGENWULP (94) en maar liefst 19 GROENPOOTRUITERS (95) binnen, maar bos-, zwarte ruiter, watersnip en graspieper blijken verdwenen. Een hoog overvliegende BOOMVALK (96) maakt veel goed en als er in één van de plasjes 2 TEMMINCKS STRANDLOPERS (97) blijken te lopen zijn de missers snel vergeten.
Temmincks strandlopers
Regenwulpen
Na ze aan jaarlijster Laurens van de Wind geshowd te hebben gaan we snel door richting Polder Sandelingen voor tafeleend. We fietsen echter eerst nog even via de westkant van de polder in de hoop op die eerste bosrietzanger. Die blijken ook hier nog niet gearriveerd, maar wel zit een SPOTVOGEL (98) al te zingen. Terwijl we de vogel noteren pik ik op grote hoogte opeens een ZWARTE WOUW (99) op die langzaam richting zuidoost afzeilt. Als we de vogel nog in beeld hebben blijkt een stuk lager een tweede vogel dezelfde kant op te vliegen en vooral deze laatste laat zich schitterend bekijken! Voor Laurens nog een nieuwe soort voor z’n IJsselmondelijst, dus dubbelfeest! Op de plas zwemt even later gelukkig ook nog het mannetje TAFELEEND (100) zodat we om 15:05 onze 100ste soort noteren.

De Sophiapolder moet nu echt bezocht gaan worden aangezien het water over een uurtje gaat stijgen. Een melding van Jankees Bossenbroek dat er wat noordse kwikstaarten lopen stimuleert ons uiteraard nog meer, maar eerst zoeken we langs de Veersedijk nog even naar zwarte roodstaarten. Die vinden we niet, maar wel schrijven we alvast GROTE MANTELMEEUW (101) bij. Op de Sophiapolder kunnen we in zo’n 3 kwartier vervolgens nog IJSVOGEL (102), 3 WINTERTALINGEN (103), 2 GRUTTO’S (104) en inderdaad een groepje van 8 NOORDSE KWIKSTAARTEN (105) bijschrijven. Verder lopen er nog de nodige lepelaars, kemphanen en groenpootruiters, maar blijkt de krooneend te zijn vertrokken.

Van het eiland af doen we op de Galgenplaat nog een poging voor braamsluiper, maar verder dan een nachtegaal en cetti’s zanger komen we niet. Snel dus maar door richting een plekje langs de Lindtsedijk waar vanochtend zowel zwarte roodstaart als braamsluiper zat. Voordat we op de plek zijn horen we al elders een BRAAMSLUIPER (106) uit de auto zingen, die is vast binnen! Eenmaal aangekomen blijkt de zwarte roodstaart onvindbaar en zien we enkel een tapuit op het terrein van Van Leeuwen Buizen. Laurens loopt een stukje verder, als ik plotseling boven mij een lijntje mega-rovers zie! Huh?! Help!! De vale gieren die ca. 3 uur over Breskens toch zeker niet?! Jawel, het zijn ze wel: KOMEN!!! Laurens is binnen no-time bij me en de gieren zijn snel afgeplaat. Ze lijken alleen heel hard af te glijden ri. NO dus de andere IJsselmondevogelaars lijken kansloos. Dan gaan ze echter plotseling cirkelen en het duurt niet lang voordat de eerste twitchers er zijn. In eerste instantie vlogen er 10 vale gieren, maar inmiddels is het tot hetzelfde aantal als van Breskens gekomen: 11. En ze gaan hoog, steeds hoger en hoger. Maar het moment dat ze als een gek af gaan glijden richting noordoost komt maar niet en uiteindelijk kan iedereen de vogels zien van het eiland die in gelegenheid is te komen. Ze zijn namelijk een uur in beeld vanaf de dijk! 
Vale gieren
Rond kwart voor zes zie ik echter opeens een stukje onder de groep nog een flinke rover vliegen. Zeker een exemplaar dat wat afzakt? Maar tellen: hé het zijn er nog steeds 11, ja echt, nog steeds 11! Scoop erop en kassa: een prachtige adulte zeearend vliegt mee met de gieren!! Hij cirkelt af en toe in dezelfde thermiekbel, maar glijdt dan toch opeens wel heel hard weg en verdwijnt uit beeld. Eindelijk staat voor mij dus ook deze soort op mijn IJsselmondelijst en nu is ook het record verbroken, we staan nu op 108 soorten!
De gieren verdwijnen vanaf hier nu echt uit beeld, dus wij gaan ook maar verder om het record nog wat aan te scherpen. Uiteindelijk vliegen de vale gieren overigens via Polder Sandelingen en de Crezéepolder richting de Alblasserwaard, waar ze uiteindelijk in Giessenburg gaan slapen.

In Rotterdam kunnen we nog wel wat ‘zekerheidjes’ oprollen, dus maar snel die kant op. Op het Eiland van Brienenoord blijkt dodaars toch niet het zekerheidje dat we hoopte dat die was, maar een ZWARTE ROODSTAART (109) wordt gelukkig na enig zoeken wel gevonden. Bij de Waalhaven zijn ROEK (110) en even later ook SLECHTVALK (111) gelukkig snel gevonden, waarna we richting de Devel gaan voor een ultieme poging voor waterral. Ondertussen is het al 19:45, maar in de tijd dat we er posten roept er maar geen waterral. Een overvliegende PURPERREIGER (112) is uiteindelijk de laatste soort die we bijschrijven, want even later blijkt ook de Sophiapolder niet een geelpoot- of pontische meeuw op te leveren.
Snor

Om 21:00 gooien we dus de handdoek in de ring met een prachtig record van 112 soorten. Het aantal soorten is prachtig, maar vooral de kwaliteit van de soorten zal nog wel lang in ons geheugen blijven! De enkele missers in de vorm van boomklever, zwarte stern, bosrietzanger, waterral en dodaars laten zien dat het wellicht iets hoger had gekund, maar met de vele bonussen van vandaag is dat natuurlijk niet te vergelijken… 

donderdag 5 mei 2016

Kleine geelpoot op de ZH-lijst!

Vanmiddag ontdekt Rein Genuït een kleine geelpootruiter in Oegstgeest, pas de tweede voor Zuid-Holland! De vorige had ik gemist, dus vanavond grijp ik m'n kans en besluit deze Noord-Amerikaanse steltloper op m'n Zuid-Hollandlijst bij te schrijven. Op de plek aangekomen lijkt het vanuit de verte maar een suf plasje te zijn op een half afgebouwd industrieterrein, maar eenmaal aangekomen blijkt het afgeladen te zitten met bosruiters. Verder lopen er nog de nodige kemphanen, groenpootruiters, bontbekplevieren en nog een rouwkwikstaart rond, en ook de kleine geelpootruiter laat zich natuurlijk fraai bekijken... Nummer 332 alweer voor mijn Zuid-Hollandlijst, dat schiet ook al weer aardig op, maar dit is in ieder geval weer een fijne erbij!
Kleine geelpootruiter