Het IJsselmonde Big Dayrecord stond sinds 9 mei 2013 op 107
soorten, wat toen door Sander Elzerman en André de Baerdemaeker werd neergezet.
De Big Day’s met meerdere teams in 2014 en 2015 haalde dat aantal niet doordat
de wind in beide jaren de spelbreker was. Ondanks dat dit jaar geen
‘georganiseerde’ Big Day op het programma stond, besloten Laurens van der Padt
en ik dus samen maar voor het record te gaan op zaterdag 7 mei. Enkele dagen
voor de bewuste dag werd wel duidelijk dat de omstandigheden ideaal zouden
worden. De hele dag werd schitterend weer opgegeven met een zachte
zuidoostenwind, dus als de record verbroken zou worden moest dat op de 7de
wel gebeuren.
Om 2:30 staat Laurens van der Padt bij mij voor de deur en
gaan we beginnen. Polder Sandelingen-Ambacht is de eerste stop. Het is echt
zwoel buiten en de nodige RIETZANGERS (1) zijn dan ook volop aan het zingen,
net als voorzichtig een KLEINE KAREKIET (2) en een RIETGORS (3). In de sloot
zwemmen wat WILDE EENDEN (4), een MEERKOET (5) en een BLAUWE REIGER (6) staat
te vissen, terwijl elders een WATERHOEN (7) door de nacht schreeuwt.
De route gaat verder richting het Develbos voor de eerste
belangrijke targets. Onderweg schrijven we nog SCHOLEKSTER (8) en KIEVIT (9)
bij, waarna we om 3:03 de eerste SNOR (10) bijschrijven.
Uiteindelijk blijken er wel drie aan één stuk door te zingen. Verder ratelt een
SPRINKHAANZANGER (11) er lustig op los, zingt hier en daar een BLAUWBORST (12)
en tettert de CETTI’S ZANGER (13) door de stille nacht. Waterrallen blijven tot
onze grote spijt stil, dus die moeten vanavond nog maar geprobeerd worden.
Bij de sportvelden van Heerjansdam komt om 3:50 na even
posten een RANSUIL (14) langs flappen; de eerste uil is weer binnen! Hierna
moeten we verder richting het westen en onderweg richting de Carnisse Grienden
horen we onze eerste GRAUWE GANS (15) en
NACHTEGAAL (16), terwijl een BUIZERD (17) verschrikt uit een boom wegvliegt. Op
de Gaatkensplas zien we in het donker KUIFEEND (18), KNOBBELZWAAN (19) en FUUT
(20) zwemmen, terwijl we om 4:30 ook de eerste MEREL (21) van zich laat horen.
In de Carnisse grienden laten na even posten zowel het mannetje als het
vrouwtje BOSUIL (22) van zich horen, waarna we alleen nog maar kerkuil te doen
hebben. Bij de tweede boerderij die we checken is het raak als we een KERKUIL
(23) horen roepen en even later de boerderij in zien duiken. Tevens zit hier
een BOERENZWALUW (24) te zingen die waarschijnlijk gewekt is door de wild
trappende paarden…
Zonsopkomst in de polder |
Op goed geluk fietsen we nog wat rond in de hoop op een
roepende patrijs of een andere verrassing, maar die vinden we niet. Wel zwelt
het vogelkoor aan met de eerste GEKRAAGDE ROODSTAARTEN (25), ZANGLIJSTER (26),
WINTERKONING (27),KOOLMEES (28) en ZWARTKOP (29), waarna we koers zetten
richting het Klein Profijt. Dan gaat het vlot met rond half 6 de eerste KAUW (30),
EKSTER (31), PIMPELMEES (32), TJIFTJAF (33), HOUTDUIF (34), BOOMKRUIPER (35),
VINK (36), ZWARTE KRAAI (37), TUINFLUITER (38), MATKOP (39), KRAKEEND (40),
AALSCHOLVER (41), GROTE BONTE SPECHT (42) en FITIS (43). Om 5:50 vliegt de eerste LEPELAAR (44) van de
dag over terwijl ook kort een GROENE SPECHT (45) zichtbaar is. Je kan ze
allemaal maar hebben!
Een ijsvogel is alleen voor mij weggelegd, dus helaas nog
niet telbaar. Een stukje lopen langs de golfbaan resulteert vervolgens nog in
de wat makkelijkere soorten als STAARTMEES (46), ROODBORST (47), GROENLING
(48), PUTTER (49), KLEINE MANTELMEEUW (50), SPREEUW (51), GIERZWALUW (52) en
ook 2 overvliegende OEVERZWALUWEN (53). Een lange, zachte roffel uit de griend
blijkt die van een KLEINE BONTE SPECHT (54) te zijn, een fijne voor vandaag!
Net zo fijn zijn een mannetje BONTE VLIEGENVANGER (55) en een GRAUWE
VLIEGENVANGER (56) die in de struiken
blijken te zitten. Even later treffen we zelfs nog een 2de grauwe
vliegenvanger aan hier. De grote lijsters kunnen we tot onze spijt niet meer
vinden, dus dat hoofdstuk lijkt nu echt afgesloten voor IJsselmonde als
broedvogel, helaas. Maar niet getreurd, want met onze daglijst gaat het
uitstekend, snel dus maar terug richting de fietsen. Een tweetal grote gele
kwikstaarten zie helaas alleen ik voordat ze ‘in de zon’ verdwijnen, snel dus
maar weer door…
We fietsen nog even het Klein Profijt in waar zowaar de 3de
grauwe vliegenvanger van de ochtend zit te zingen, waarna we langs de rivier om
7:00 OEVERLOPER (57), STORMMEEUW (58), KOKMEEUW (59), ZILVERMEEUW (60), BERGEEND
(61), GROTE CANADESE GANS (62) en WITTE KWIKSTAART (63) bijschrijven. Gezien
het mooie weer besluiten we even op de dijk langs de Zegenpolder te gaan staan
in de hoop in ieder geval boompieper bij te kunnen schrijven en wie weet wat er
allemaal langs komt. We staan uiteindelijk tot 8:15 met als resultaat maar
liefst 11 BOOMPIEPERS (64), VISDIEF (65), GELE KWIKSTAART (66), KOEKOEK (67), 9
KEMPHANEN (68), BRUINE KIEKENDIEF (69), TORENVALK (70), SPERWER (71),
HUISZWALUW (72), KNEU (73) en de 4de grauwe vliegenvanger alweer.
Een HAVIK (74) die wakker wordt in een boom is natuurlijk ook erg prettig.
Havik |
Hierna gaat de route richting de jachthaven van Rhoon met
onderweg de 5de grauwe vliegenvanger in bij de Jachthaven zowaar een
groepje van 4 BONTBEKPLEVIEREN (75), een KLEINE PLEVIER (76) en 2 overvliegende
BRANDGANZEN (77). In Poortugaal doen we nog een poging voor kuifmees, maar
verder dan GRASMUS (78), HOLENDUIF (79), HUISMUS (80), TURKSE TORTEL (81) en
eindelijk HEGGENMUS (82) komen we niet. Wel is het ondertussen 9:10 en hebben
we dus de 80-soortengrens mooi op tijd overschreden. Leuke bijkomstigheden die
we al hadden zijn overigens nog de 2de havik van de dag en nog wat
overvliegende boompiepers.
Vanaf nu is overigens echt het sprokkelen begonnen, waar we
maar mee beginnen in Polder Zwaarddijk voor goudvinken. Die blijken helaas
onvindbaar en na zo’n 20 minuten zoeken vertrekken we met enkel een GAAI (83)
op zak richting Bos Valckesteijn. Daar werken de APPELVINKEN (84) gelukkig wel
goed mee en zien we alweer de 3de havik en 6de grauwe
vliegenvanger van de dag.
In het westen van IJsselmonde valt vanaf nu niks meer te
halen, dus de route gaat weer richting ’t oosten. Bij de Rhoonse Baan treffen
we om 10:50 2 TAPUITEN (85), 2 PAAPJES (86) en 2 ROODBORSTTAPUITEN (87). We
rijden nog even de polders in om RINGMUS (88) om te rollen, maar die blijkt
zoals verwacht een eitje. Snel dus maar door richting de Gaatkensplas, waar de
buffelkopeend echt onvindbaar blijkt te zijn. Vlak naast de plas zit al wel
eventjes een SMIENT (89) die niet helemaal lekker is, dus die maakt het wel
weer goed. Een OOIEVAAR (90) die klokslag 12 uur over komt zeilen scheelt ook
weer voor vanmiddag, waarna we door gaan richting de Zuidpolder. Meer dan een
SLOBEEND (91) zit er niet voor de lijst en verder is het ook rustig, dus nu is het
hopen dat we in Waalbos nog een flinke slag kunnen slaan.
Smient |
Wat zekerheidjes blijken inderdaad aanwezig, zo tikken we
eenvoudig KLUUT (92), TURELUUR (93), REGENWULP (94) en maar liefst 19
GROENPOOTRUITERS (95) binnen, maar bos-, zwarte ruiter, watersnip en graspieper
blijken verdwenen. Een hoog overvliegende BOOMVALK (96) maakt veel goed en als
er in één van de plasjes 2 TEMMINCKS STRANDLOPERS (97) blijken te lopen zijn de
missers snel vergeten.
Temmincks strandlopers |
Regenwulpen |
Na ze aan jaarlijster Laurens van de Wind geshowd te hebben gaan
we snel door richting Polder Sandelingen voor tafeleend. We fietsen echter
eerst nog even via de westkant van de polder in de hoop op die eerste
bosrietzanger. Die blijken ook hier nog niet gearriveerd, maar wel zit een
SPOTVOGEL (98) al te zingen. Terwijl we de vogel noteren pik ik op grote hoogte
opeens een ZWARTE WOUW (99) op die langzaam richting zuidoost afzeilt. Als we
de vogel nog in beeld hebben blijkt een stuk lager een tweede vogel dezelfde
kant op te vliegen en vooral deze laatste laat zich schitterend bekijken! Voor
Laurens nog een nieuwe soort voor z’n IJsselmondelijst, dus dubbelfeest! Op de
plas zwemt even later gelukkig ook nog het mannetje TAFELEEND (100) zodat we om
15:05 onze 100ste soort noteren.
De Sophiapolder moet nu echt bezocht gaan worden aangezien
het water over een uurtje gaat stijgen. Een melding van Jankees Bossenbroek dat
er wat noordse kwikstaarten lopen stimuleert ons uiteraard nog meer, maar eerst
zoeken we langs de Veersedijk nog even naar zwarte roodstaarten. Die vinden we
niet, maar wel schrijven we alvast GROTE MANTELMEEUW (101) bij. Op de
Sophiapolder kunnen we in zo’n 3 kwartier vervolgens nog IJSVOGEL (102), 3
WINTERTALINGEN (103), 2 GRUTTO’S (104) en inderdaad een groepje van 8 NOORDSE
KWIKSTAARTEN (105) bijschrijven. Verder lopen er nog de nodige lepelaars,
kemphanen en groenpootruiters, maar blijkt de krooneend te zijn vertrokken.
Van het eiland af doen we op de Galgenplaat nog een poging
voor braamsluiper, maar verder dan een nachtegaal en cetti’s zanger komen we
niet. Snel dus maar door richting een plekje langs de Lindtsedijk waar
vanochtend zowel zwarte roodstaart als braamsluiper zat. Voordat we op de plek
zijn horen we al elders een BRAAMSLUIPER (106) uit de auto zingen, die is vast
binnen! Eenmaal aangekomen blijkt de zwarte roodstaart onvindbaar en zien we
enkel een tapuit op het terrein van Van Leeuwen Buizen. Laurens loopt een
stukje verder, als ik plotseling boven mij een lijntje mega-rovers zie! Huh?!
Help!! De vale gieren die ca. 3 uur over Breskens toch zeker niet?! Jawel, het
zijn ze wel: KOMEN!!! Laurens is binnen no-time bij me en de gieren zijn snel
afgeplaat. Ze lijken alleen heel hard af te glijden ri. NO dus de andere
IJsselmondevogelaars lijken kansloos. Dan gaan ze echter plotseling cirkelen en
het duurt niet lang voordat de eerste twitchers er zijn. In eerste instantie vlogen er 10
vale gieren, maar inmiddels is het tot hetzelfde aantal als van Breskens
gekomen: 11. En ze gaan hoog, steeds hoger en hoger. Maar het moment dat ze als
een gek af gaan glijden richting noordoost komt maar niet en uiteindelijk kan
iedereen de vogels zien van het eiland die in gelegenheid is te komen. Ze zijn namelijk een uur in beeld vanaf de dijk!
Vale gieren |
Rond kwart voor zes zie ik echter opeens een stukje onder de
groep nog een flinke rover vliegen. Zeker een exemplaar dat wat afzakt? Maar
tellen: hé het zijn er nog steeds 11, ja echt, nog steeds 11! Scoop erop en
kassa: een prachtige adulte zeearend vliegt mee met de gieren!! Hij cirkelt af
en toe in dezelfde thermiekbel, maar glijdt dan toch opeens wel heel hard weg
en verdwijnt uit beeld. Eindelijk staat voor mij dus ook deze soort op mijn
IJsselmondelijst en nu is ook het record verbroken, we staan nu op 108 soorten!
De gieren verdwijnen vanaf hier nu echt uit beeld, dus wij
gaan ook maar verder om het record nog wat aan te scherpen. Uiteindelijk
vliegen de vale gieren overigens via Polder Sandelingen en de Crezéepolder
richting de Alblasserwaard, waar ze uiteindelijk in Giessenburg gaan slapen.
In Rotterdam kunnen we nog wel wat ‘zekerheidjes’ oprollen,
dus maar snel die kant op. Op het Eiland van Brienenoord blijkt dodaars toch
niet het zekerheidje dat we hoopte dat die was, maar een ZWARTE ROODSTAART
(109) wordt gelukkig na enig zoeken wel gevonden. Bij de Waalhaven zijn ROEK
(110) en even later ook SLECHTVALK (111) gelukkig snel gevonden, waarna we
richting de Devel gaan voor een ultieme poging voor waterral. Ondertussen is
het al 19:45, maar in de tijd dat we er posten roept er maar geen waterral. Een
overvliegende PURPERREIGER (112) is uiteindelijk de laatste soort die we
bijschrijven, want even later blijkt ook de Sophiapolder niet een geelpoot- of
pontische meeuw op te leveren.
Snor |
Om 21:00 gooien we dus de handdoek in de ring met een
prachtig record van 112 soorten. Het aantal soorten is prachtig, maar vooral de
kwaliteit van de soorten zal nog wel lang in ons geheugen blijven! De enkele
missers in de vorm van boomklever, zwarte stern, bosrietzanger, waterral en
dodaars laten zien dat het wellicht iets hoger had gekund, maar met de vele
bonussen van vandaag is dat natuurlijk niet te vergelijken…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten