woensdag 18 juli 2018

Visdieven ringen op Markenje

In alle vroegte loop ik vanochtend weer door een woonwijkje. Deze keer is het in Giessen-Oudekerk, waar gelukkig aardig wat activiteit van vleermuizen blijkt te zijn. Dat maakt het vleermuiswerk toch wel wat aantrekkelijker. Ook vind ik nog enkele verblijven en roepen op de achtergrond nog een bos- en ransuil. Dat maakt het toch wel aangenaam!

Eenmaal thuis ga ik vrijwel gelijk door richting Markenje, een eilandje in de Grevelingen. Net als in de rest van de Delta, worden hier namelijk de visdieven geringd door o.a. Dirk van Straalen en Pim Wolf van Delta Milieu. In heel de Delta wordt zo het succes van kustbroedvogels gemonitord. Aangezien ik in de nabije toekomst hopelijk ook visdieven op de Sophiapolder kan gaan ringen, wil ik graag een keertje kijken hoe het eraan toegaat in de Delta.
Ringen op Markenje
Na eventjes waden zijn we op het eiland en blijken er nog volop legsels van visdieven te liggen. Allemaal tweede broedsels, omdat het eerste nest kennelijk mislukt is voor deze paartjes. Gelukkig liggen er ook nog wel de nodige kuikens, die we van een ringetje kunnen voorzien. De wat grotere jongen (met een grotere overlevingskans) krijgen tevens een kleurring.
Nestje van een visdief
Gekleurringde visdief
Overigens is het ook naast de visdieven een prachtige ochtend. Er vliegt namelijk nog een noordse stern rond, die op de roep opvallend makkelijk eruit te pikken is, en twee dwergsterns komen nog voorbij. Een paartje met jonge bontbekpleviertjes loopt ook nog rond, welke zich schitterend laten bekijken! De noordse woelmuis die ik voor m'n voeten zich wegschieten is trouwens de beste soort van de ochtend. De ondersoort die we in Nederland hebben, komt namelijk alleen maar in ons land voor, en verder nergens in Europa. Leuk! Het is pas de eerste keer pas dat ik 'm zie.
Bontbekplevier probeert ons weg te lokken...
Samen met Dirk rijd ik ook nog even door richting het Volkerakmeer. Een enorme hoeveelheid zoetwater, waar vele duizenden watervogels op drijven. Een bizar gezicht om zoveel tafel-, kuif-, krakeenden, meerkoeten, futen, geoorde futen en knobbelzwanen te zien. Al met al dus een hele leuke en leerzame ochtend!

dinsdag 17 juli 2018

Vleermuizen, varens en wat dies meer zij

Om twee uur  voor zonsondergang stap ik vanochtend uit de auto, om in een gedeelte van Hoogblokland verblijven van vleermuizen op te sporen. Naast de nodige struiksprinkhanen die ik op mijn batdetector hoor zingen, is het ook wat betreft vleermuizen niet stil. Uiteindelijk kom ik ook nog wat verblijven tegen, waaronder een kleine kolonie. Altijd leuk!

Hierna ga ik richting Rhoon om daar in de Zegenpolder poolshoogte te nemen voor mijn onderzoek van het najaar. Voordat ik in de polder ben kijk ik bij de Gaatkensplas nog even naar wat varens, waar toch wel wat leuke soorten staan, zoals tongvaren, steenbreekvaren en stijve naaldvaren!
Steenbreekvaren
In de polder is het even later nog erg rustig qua insecteneters, maar wel vliegen er wat ringmussen en aardig wat rietgorzen rond. Verder jaagt er nog een slechtvalk, rent een ree weg door de tarwe en komt twee keer een bruine kiekendief jagen vanuit de naastgelegen Rhoonse Grienden.

Vanavond ben ik vervolgens nog even in de Crezéepolder om te zoeken naar een engelse kwikstaart die daar nu enige dagen wordt geziene. Het duurt even, maar na een tijdje vind ik 'm gelukkig luid zingend, tussen de vele 'normale' gele kwikstaarten die er ook nog zitten. Waarschijnlijk heeft deze Engelse dus toch in het gebied gebroed. Leuk!
Man (boven) en vrouw gele kwikstaart
Engelse kwikstaart
In het gebied is het verder rustig, aangezien het hoog water is. Alleen de oeverlopers (wel 41!) zijn nog leuk om te zien, die overtijen met z'n allen boven op de hek. Een mooi gezicht!
Oeverlopers

maandag 16 juli 2018

Proefronde ringen voor akkervogels

In alle vroegte stap ik vanochtend op de bus richting Groningen om een dagje te gaan ringen. Voor de Werkgroep Grauwe kiekendief ga ik namelijk mijn scriptie schrijven, waarvoor ik ook vogels ga vangen in de polders van Rhoon voor poep- en ringonderzoek. Vandaag doe ik dus een proefronde met Raymond Klaassen in één van de mooiste akkergebieden in Groningen. Bij prachtig struweel hebben we de hele dag wat netten staan, waar nog veel vogels in vliegen ook! Het zijn met name grasmussen, maar ook echte akkervogels als kneuen, ringmussen, en een geelgors die het net weten te vinden. Samen met ook nog twee spotvogels is het een afwisselende vangsessie! Erg leerzaam en hopelijk gaat het voor mijn scriptie vanaf augustus ook zo geslaagd worden!
Ringmus
Kneu
Geelgors

zaterdag 14 juli 2018

Weer 's ringen en meeuwen tellen

Vanochtend loop ik rond zes uur na lange tijd weer eens Meijendel in om een ochtendje te ringen met Maarten Verrips en z'n vriendin. Het is vandaag alweer de 10de CES-ronde, waarbij dus geen geluid wordt gebruikt en het broedsucces uit het gebied kan worden gemeten, maar eerder was er dit seizoen nog niet van gekomen. Helaas...

Het weer is met weinig wind goed om te ringen vanochtend en met uiteindelijk 69 gevangen vogels is het dan ook niet slecht voor een CES. We ringen uiteindelijk 13 soorten, waarbij grasmus en zwartkop de hoofdmoot zijn. Van grasmussen vangen we ook nog erg jonge beestjes. Die lijken een fantastisch seizoen achter de rug te hebben.
Jonge grasmus
Verder belanden nog een jonge en oude heggenmus in het net, net als wat sprinkhaanzangers, rietzangers en een nachtegaal die zijn handpennen aan het ruien is voor de reis naar het zuiden.
Oude (boven) en jonge heggenmus
Op de baan zelf is het op de rustige momenten overigens ook nog leuk met veel knopsprietjes, maar ook blauwe sprinkhanen. Dat blijven toch mooie beesten! Duinsabelsprinkhanen zingen ook volop, maar blijken dan weer lastig te vinden. Qua andere insecten is een keizersmantel op een bloeiende braam op de ringbaan ook leuk. Die zijn hard toegenomen in het duingebied.
Knopsprietje
Parende blauwvleugelsprinkhanen (mannetje hangt eraan)
Voor de totalen van de vangst, zie hier.

Na het ringen rijd ik nog twee uren rond in Leidschendam, Den Haag en omstreken, waar ik op enkele plekken de meeuwen moet tellen. Hierbij draag ik nog bij aan een simultaantelling voor Roland-Jan Buijs in de stad, om de totale hoeveelheid meeuwen te schatten. Dit omdat er veel overlast van is en om daar mee om te kunnen gaan, moeten de meeuwen uiteraard eerst begrepen worden. Tijdens de telling lees ik nog wat geringde beesten af, maar verder is het erg rustig. De meesten zitten wat op de dag voor zich uit te staren...

vrijdag 13 juli 2018

Vogels, maar ook plantjes in de Crezéepolder!

Vanavond fiets ik de Crezéepolder nog weer eens rond, wat in deze tijd natuurlijk leuke dingen kan opleveren. Qua vogels valt het wat dat betreft nog wat tegen, alhoewel er nog drie zwarte sterns foerageren, een bosruiter uit het gebied roept en er maar liefst 327 kemphanen foerageren. Die laatste soort is toch wel één van Ambachts grootste specialiteiten. Samen met de Sophiapolder hebben we rond deze tijd namelijk zo'n 750 kemphanen in het dorp, wat één van de grootste concentraties is op landelijk gebied. Verder lopen er nog tientallen jonge tureluurs in het gebied, waarvan een gedeelte ook uit het gebied zelf afkomstig is. Naast verder nog een geelpootmeeuw, wat grutto's en kleine plevieren, is een Poolse kokmeeuw ook nog wel het noemen waard.

Naast de vogels kregen de planten ook nog wel wat aandacht vanavond, want in het getijdegebied ontwikkelen zich nu toch wel wat leuke stukjes met betrekking tot planten. Met name aan de randen, want het riet en pitrus verdwijnt met een sneltreinvaart uit de polder. Die kunnen de meter getijdenverschil niet bolwerken. Planten die dat aan de zijkanten wel kunnen zijn onder andere beklierde duizendknoop, beekpunge, rode waterereprijs, grote waterereprijs, goudzuring, kantige basterdwederik en witte waterkers.
Crezéepolder
Een aantal van deze plantensoorten zijn nog nieuw voor me, ondanks dat ze niet per se zeldzaam zijn. Overigens zie ik een echte zeldzaamheid ook nog wel een keer in het gebied verschijnen. Wie weet!

donderdag 12 juli 2018

Treintwitch voor kleine tanglibel

Al enkele dagen zitten er kleine tanglibellen langs het riviertje de Worm, nabij Kerkrade. Dit riviertje vormt de grens met Duitsland, maar heeft meerdere grindbanken. Voor kleine tanglibellen is dat ideaal, omdat zij deze steentjes vaak gebruiken als uitkijkpost. Aangezien ik aanstaande zaterdag niet kan, besluit ik vanochtend gewoon maar eens de stoute schoenen aan te trekken en in de trein richting het zuiden te stappen. In de trein kan ik nog veel dingen doen en het is eens wat anders dan een dagje binnen zitten. Zo gezegd, zo gedaan.

Rond half twee stap ik uit op het station Chevremont, nabij Haanrade. Vandaar is het nog een kleine twintig minuten lopen naar de plek in het Wormdal. De afstand wordt vrij snel afgeleid, ook al wordt af en toe gestopt voor wat gouden en greppelsprinkhanen. Eenmaal bij het stroompje loop ik eerst een stukje naar het noorden. Al vrij snel zie ik daar een beest op de klei langs de beek zitten. Erg vrij! Als de zon achter de wolken verdwijnt is hij echter weer snel verdwenen, en loop ik nog naar de beste plek langs de beek.
Kleine tanglibel
Worm
Daar aangekomen blijk ik niet de enige te zijn, want meerdere fotografen lopen daar al rond. Gelukkig zitten er ook nog twee kleine tanglibellen, die zich fantastisch laten bekijken! Op takjes en dergelijke valt het scherpstellen voor mijn cameraatje niet mee, maar als er eentje op een karretje van één van de fotografen gaat zitten is tie voor mij... Wat een gave beesten, met dat kenmerken tangvormige achterlijf!
Fotografen bij de klein tanglibel

Kleine tanglibel
Om 14:58 ben ik weer aanbeland op het buitenlands aandoend stationnetje, waarvandaan ik weer terugreis naar het Ambachtse. Echter, nu wel met mijn 65ste libellensoort in Nederland! Na de oostelijke witsnuitlibel eerder dit seizoen, 'moet' ik nu enkel nog de zadellibel, mercuurwaterjuffer en noordse glazenmaker. Eens kijken wat daarvan de komende tijd nog gaat lukken...
Kleine tanglibel op de keien
Station Chevremont

woensdag 11 juli 2018

's Zomers rondstruinen

Afgelopen zaterdag was ik alleen 's ochtends in het veld, om in de Hoekse Waard voor de tweede keer dit zomerseizoen de akkerranden te inventariseren. Het leverde veel honderden zweefvliegen en andere mooie insecten op, maar verder toch niet heel veel spektakel. Een blik in de Crezéepolder was nog goed voor de eerste bosruiter van het jaar, en tussen de kieviten liepen gelukkig aardig wat juveniele exemplaren.
Bijtje in de Hoekse Waard
Ook afgelopen maandag, toen ik weer in de Crezéepolder was, kwam ik niet veel verder dan dat. Een leuke steltloper zit er dus helaas nog niet in, maar de 300 kemphanen die er momenteel zitten maken het toch wel erg leuk. Zeker als daar een afwijkend exemplaar tussen loopt dat ik al meerdere seizoenen op de Sophiapolder heb gezien. Leuk dat die zo herkenbaar is! Ook hoorde ik weer tientallen gouden sprinkhanen op de dijk, terwijl er tot mijn verbazing ook drie greppelsprinkhanen zongen. Een soort waarvan ik hier vijf jaar geleden één exemplaar aantrof, en daarna niet meer. Goed dus dat die terug is!
Afwijkende kemphaan
Gouden sprinkhaan
Gisterenavond was ik verder nog in Vinkel om vleermuizen te inventariseren, terwijl ik overdag nog druk bezig was om mijn afstudeeronderwerp in Rhoon (aan akkervogels) voor te bereiden. Desalniettemin was ik vanmiddag toch nog even buiten de deur, om de Sophiapolder weer eens te bezoeken. Dankzij de droogte is het immers heerlijk weer om buiten te zijn!

Op de Sophiapolder was het qua echte zeldzaamheden rustig, maar de lokale broedvogels maakten het leuk. Zo telden ik tientallen uitgevlogen visdieven en stormmeeuwen, wat het toch wel tot een succesvol seizoen maakt op het eiland. Ook was ik blij met een tweetal kuikens van kleine mantelmeeuwen, die dus toch weer op het eiland hebben gebroed. Verder zaten er nog ruim 300 kemphanen, meerdere jonge scholeksters (gelukkig!), ruim 100 kluten en een pontische meeuw.
Jonge scholekster
Bij het pontje zat verder, zoals elk jaar, weer een tiental sikkelsprinkhanen. Een prachtige soort uit het zuiden die in tegenstelling tot het zuidelijk spitskopje lang niet overal te vinden is. Mooi zijn ze overigens wel!
Sikkelsprinkhaan
Langs de Veersedijk vind ik nog zowaar een paar nieuwe huiszwaluwnesten, terwijl ik op het braakliggende terrein bij de Karwei moet constateren dat het seizoen voor de kleine plevieren totaal mislukt is. Er lopen nog maar twee oude vogels rond, en aangezien het veld recent als parkeerplaats is gebruikt zijn ook de laatste jongen en nesten verdwenen. Ook zonder die auto's was dat gebeurd denk ik, want op de steenvlakte leek niks te eten te zijn voor het jonge grut. Ten slotte kwam ik in het Baxpark in Ambacht weer een bekende geringde kokmeeuw tegen, twee winters geleden in Almere werd geringd en ook afgelopen winter in Ambacht zat. De eerste overwinteraars zijn wat dat betreft dus alweer gearriveerd, en alles wijst erop dat het broedseizoen erop zit. Desalniettemin is het heerlijk om in dit 's zomers weer zo rond te struinen!
Geringde kokmeeuw

vrijdag 6 juli 2018

Druk met plantjes en nachtwerk

Deze week ben ik nog een laatste weekje op de universiteit, maar ik kom erachter dat ook in Wageningen flink wat leuke plantensoorten staan. Wel wat laat eigenlijk in het laatste weekje met reguliere lessen, maar desalniettemin zie ik nog aardig wat zeldzaamheden. Daarnaast kom ik ook veel algemenere soorten die ik ook nog nooit heb gezien. Erg leuk!

Een gebiedje ten westen van Wageningen is flink verarmd, waardoor er veel zeldzame akkerplanten staan. Daar struin ik dus wel twee keer een uurtje rond na de colleges. Het levert mooie soorten op als akkerleeuwenbek, spiesleeuwenbek, esparcette, lange ereprijs, kleine wolfsmelk, vederesdoorn en gladde ereprijs.
Kleine wolfsmelk
Gladde ereprijs
Spiesleeuwenbek
Ook bij Veenendaal zijn enkele hoogwaardige gebieden met betrekking tot planten. Met name in de Groene grens staan veel zeldzame plantjes. Als ik daar nog een uurtje rond struin, voordat ik naar een vleermuisproject ga, zie ik zomaar een stapeltje zeldzaamheden. Naast planten als kleverige ogentroost, moeraskartelblad, dwergzegge en klokjesgentiaan, zie ik ook nieuwe soorten als blonde zegge, vetblad, stomp fonteinkruid en dreps. Die laatste soort is overigens een gras, maar wel wat ik echt een gaaf gras zou noemen met die aartjes. Schitterend! Overigens kan ik nog enkele soorten, zoals vlozegge, die hier ook moeten staan zo snel niet vinden. Ooit toch maar weer een keertje terug dus...

Vlakbij de A12 staan ook nog wat zeldzaamheden in de berm en wat natte plakjes. Het zeer zeldzame gele viltkruid, wat hier moet staan, kan ik in de gauwigheid niet vinden. Eenmaal thuis zie ik dat ik ongeveer de auto in de berm heb geparkeerd waar de soort stond, dus dat was wellicht de reden... Muurmosterdbloem, ruige anjer en waterlepeltje kan ik wel snel vinden, waarna ik snel door moet richting den gebouw in Baarn om te controleren op vleermuizen.

Waterlepeltje
Met dat nachtwerk had ik het immers deze week ook druk. In drie nachten bezoek ik totaal 4 locaties in Baarn, Tiel, Leerdam en Giessenburg. Een afwisselend pakket, waarbij er elke avond wel wat leuks was te melden. Zo zongen nu, in tegenstelling tot twee weken geleden, overal struiksprinkhanen. Een soort die je alleen met de batdetector kan horen en in vrijwel elke tuin met wat struiken zit. Typisch ook een soort die je dus normaal razendsnel over het hoofd ziet.
Struiksprinkhaan
Zon komt weer op 
Gewone dwergvleermuis op z'n slaapplekje
Verder was Baarn leuk omdat er een aantal rosse vleermuizen foerageerden, terwijl in Giessenburg nog een bosuil riep en we een kolonie gewone dwergvleermuizen vonden! Altijd leuk om die bedrijvigheid van de beestjes rondom een huisje te zien. De uilen deden het overigens de hele week goed, want in Tiel hoorde ik een kerkuil roepen, terwijl in Leerdam een drietal ransuilen de woonwijk bij elkaar schreeuwden! Overigens vond ik daar tijdens inventariseren van gierzwaluwen nog kweekdravik en akkerandoorn.
Kweekdravik
De week sloot ik vanochtend in alle vroegte nog af op de Grebbeberg, waar onderlangs het nog wat zeldzame planten als besanjelier, borstelkrans en groot warkruid groeien. Daarna moest er nog gepresenteerd worden, waarna in de middag dan echt de vakantie aanbrak... Al met al een drukke week met veel leuke plantjes en veel nachtwerk! 
Besanjelier
Groot warkruid