vrijdag 8 juli 2016

Onderhoudend vogelen op IJsselmonde

De eerste week van de vakantie zit er alweer op, maar veel verder dan het eiland IJsselmonde ben ik deze week niet gekomen. Na toch wel een flinke tijd doordeweeks in de omgeving van Wageningen te hebben doorgebracht is het ook wel weer lekker om mijn eigen vertrouwde regio weer te verkennen om te zien hoe het overal d'r weer bij ligt. Dat heeft deze week niet voor veel spectaculairs gezorgd, maar het was onderhoudend vogelen, zoals dat mooi heet.

In de Rhoonse grienden en het Klein Profijt heb ik nog een ochtend flink gezocht naar wielewalen die daar zo nu en dan werden gemeld. Deze soort wilde in het verleden weleens broeden in Bos Valckesteijn, bij Poortugaal, maar de afgelopen jaren komen er hier uit de grienden af en toe waarnemingen van zingende vogels. Die waren voor mij echter niet weggelegd, maar in de grienden is het altijd mooi en leuk met o.a. nog een appelvink, matkoppen en grauwe vliegenvangers.
Klein profijt
Het laatste stukje ongerepte natuur van Ambacht, de Galgenplaat, doet daar echter niet veel voor onder, en tijdens een kansloze poging om toch die kwak nog terug te vinden zie ik wel Ambachts zeldzaamste broedvogels, namelijk ijsvogels, boomvalk, havik, cetti's zanger en grauwe vliegenvangers.
Havikhorst
Verder is de tijd van de steltlopertrek ook weer aangebroken, maar de beste plek op IJsselmonde, de Sophiapolder, valt nog steeds tegen dit jaar met ook deze week nog niet meer dan 100 kemphanen. Afgelopen jaren waren dat er wel eens vijf keer zoveel. Wel staat deze week weer een mooi aantal kleine plevieren te overtijen en zie ik nog een tweetal zwartkopmeeuwen, maar ook niet meer.
Kleine plevieren
De vlakbij gelegen Crezéepolder wordt door de kemphaan gebruikt tijdens hoog water, maar veel meer spannends loopt hier niet rond. De velduil die nog steeds in de polder rondhangt weet ik nog wel te missen deze week, maar die komt hopelijk nog wel in juli. Jonge ransuilen die zijn groot gebracht laten zich daarentegen wel makkelijk elke avond traceren door hun klagelijk geroep vanuit wat grove dennen.
Kemphanen
De beste plek voor steltlopers bleek net als dit voorjaar toch wel weer het Waalbos te zijn. In het gebied wordt nog steeds hard gewerkt, maar tot nu toe gaat het qua soorten boven verwachting. Als ik plotseling tegen een zingende veldleeuwerik aanloop kan het al helemaal niet meer stuk, wat een verrassing! Dit is namelijk weer het eerste territorium op IJsselmonde sinds jaren! Aangezien d'r ook een tweede exemplaar blijkt te zitten zal er ongetwijfeld ook wel een broedpoging worden gedaan, gaaf!!
Waalbos
En dan nog terugkomend op de steltlopers, was het ook wat dat betreft niet saai deze week. In het gebied liepen in de plassen volop witgatjes, kleine plevieren en kluten, maar daarnaast ook enkele bos- en groenpootruiters, kemphanen en nog een bontbekplevier. Het is wachten op die echte goede steltloper, zou je denken...

Bontbekplevier
Een avondje met Herman vd Brand en Laurens vd Padt en Laurens vd Wind naar het populierenbosje bij Zevenhuizen was ongeveer de enige keer dat ik van 't eiland afkwam. De hoop was gevestigd op roerdomp en woudaapje voor de eeuwige maandlijst, maar na een avondje posten liet helaas alleen de roerdomp zich aan ons zien...
Populierenbosje
Naast vogels is het nog niet heel spannend op IJsselmonde overigens. Een korte zoekpoging naar rivierrombouten leverde niks op, maar in Ambacht bleken de tengere grasjuffers nog steeds present en vond ik kransmuur als nieuwe soort voor Ambacht. Dat is natuurlijk ook altijd leuk!

Tengere grasjuffer
Kransmuur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten