Gisterenochtend hoorde ik al snel via-via dat in de Ooijse Graaf, nabij Nijmegen, een heuse zwartkoprietzanger was gevangen! Dit is de eerste keer dat deze soort uit Zuid-Europa in Nederland wordt vastgesteld, dus consternatie alom. Aangezien het een vangst betrof overheerst echter meestal de gedachte dat die toch nooit wordt teruggezien, dus dat 't wel weer niks zal worden. Tegen die verwachting in wordt die echter toch gisterenavond zingend teruggevonden in het gebied! Ondanks dat die officieel via de Dutchbirdingregels niet telbaar is (nog vóór zonsopkomst na de vangst) gaan Laurens van der Padt en ik er toch maar gelijk op af. Eenmaal op de Kerkdijk aangekomen blijkt de vogel al enige tijd z'n snavel dicht te houden, helaas.
Zo stond ik dus vanochtend rond 6 uur weer op de dijk, deze keer meegereden met Herman vd Brand, Dave vd Spoel en Arie-Willem vd Wal, die me oppikte bij Ochten. Het is een drukte van belang, logisch natuurlijk voor een nieuwe soort voor Nederland, maar het beestje heeft nog niet gezongen. Rond kwart over zeven moet ik echt weer weg richting Wageningen, maar helaas heeft dan tegen mijn verwachting in het beestje nog niet hoorbaar gezongen. Enkele mensen met een parabool horen de vogel waarschijnlijk wel, maar met het blote oor is niet meer dan af en toe een kleine karekiet te horen... Helaas.
Eenmaal weer in de schoolbanken zie ik dat de vogel na half negen wél duidelijk hoorbaar heeft zitten zingen. Aaarggh. Uit college dus maar gelijk weer de trein in richting Nijmegen, maar bij aankomst houdt de vogel alweer 1,5 uur z'n snavel dicht. Het middaguur is natuurlijk ook niet het meest gunstige moment om zo'n rietvogel te horen, maar hij zal toch wel een keertje z'n snavel opentrekken.
Uiteindelijk doet hij dat pas rond 17u wanneer ik gelukkig enkele kenmerken strofes hoor, zowel met het blote oor als met behulp van een parabool. Ook wordt me nu vertelt dat de vogel die in de vroege ochtend zat te zingen geen kleine karekiet was maar ook de bewuste zwartkoprietzanger. Wanneer die namelijk wat rustig zingt is het onderscheid met kleine karekiet uitermate lastig en zeker op een afstand van ruim 100 meter. Gedurende de middag waren kennelijk enkele voorzichtige strofes die ik toen als kleine karekiet af serveerde ook al van deze nieuwe soort voor Nederland.
Maar eind goed, al goed. De soort is binnen en bijna officieel is dit m'n 400ste soort in Nederland (de oostelijke blonde tapuit van Westkapelle moet nog geaccepteerd worden)! Weinig ontlading op zich, maar wel een leuke ervaring om iedereen te zien inspannen om ook maar een strofe van het beestje op te vangen. Het posten was overigens ook nog goed voor de jaarlijst in de vorm van gierzwaluw, koekoek en boomvalk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten