Van 16 juni tot 28 juni heb ik met een flinke groep medestudenten voor een vak op Terschelling gebivakkeerd. Dat was vooral heel erg veel buiten rondfietsen, waarbij de focus lang op de vegetatie door middel van excursies en een eigen onderzoekje. Aangezien Terschelling heel gevarieerd is, heeft het ook een grote diversiteit aan planten. Enkele soorten in Nederland zijn dan ook enkel en alleen van dit eiland bekend. Tijdens het verblijf heb ik geprobeerd zoveel mogelijk plantensoorten op te zoeken, wat aardig is gelukt. Uiteindelijk ging ik dan ook met 74 nieuwe soorten het eiland af, waarvan een groot deel erg zeldzaam is. Een geslaagde excursie dus!
Voordat ik wat leuke planten ga benoemen is het wellicht goed om te vermelden dat ik ook nog wel naar vogels heb gekeken. Heel spannend was het wat dat betreft niet, maar wat kleine barmsijzen (die op het eiland broeden), een paartje blauwe kiekendief, een hybride zwarte x bonte kraai en een overzomerende witbuikrotgans waren toch wel leuke verrassingen!
|
Witbuikrotgans |
|
Hybride zwarte x bonte kraai |
Verder wist ik nog de nodige scholeksters af te lezen, maar ook een lepelaar was ik te snel af. Het meest opvallend vond ik overigens wel het gedrag van vele kleine mantelmeeuwen. Op het eiland is namelijk kraaiheide erg algemeen, waar zwarte besjes in zitten. Hele groepen meeuwen struinden dus de heide af voor deze besjes. Dat resulteerde dan weer in pikzwarte poep, maar opvallend genoeg vond ik daar dan ook weer krabbenpootjes in. Ze wisselden wat dat betreft hun menu flink... De besjes zullen ongetwijfeld het lekkere toetje zijn geweest.
|
Geringde scholekster |
|
Kleine mantelmeeuwen aan de bessen |
Maar nu de planten, want die kregen toch wel de meeste aandacht. En terecht, want wat een fraaie zitten daartussen. Als je mooi planten zegt, zeg je orchideeën, want die worden toch wel gezien als buitencategorie. Nu vind ik dat soms wel meevallen, want zeker de dennen- en kleine keverorchissen die de naaldbossen van Terschelling bevolken, zijn zo prachtig niet. Op het eiland stonden verder overigens ook nog veel moeraswespen-, groenknol-, riet-, grote kever- en welriekende nachtorchissen. Niet slecht!
|
Kleine keverorchis |
|
Dennenorchis |
|
Welriekende nachtorchis |
Naast die orchideeën zijn er natuurlijk ook nog genoeg andere planten die mooi zijn, of soms misschien wel mooier. Neem nou de verfbrem. Hele valleitjes staan er vol mee op het eiland, een prachtige plant! Daarnaast komen we ook walstrobremrapen tegen, een parasitaire plant die dus geen bladgroen heeft. Hemiparasieten 'stelen' hebben daarentegen wél bladgroen, maar profiteren ook van andere planten. De vierrijige en kleverige ogentroost waren daar weer mooie voorbeelden van. Naast deze zeldzame was de mooie rode ogentroost heel algemeen in het zoute milieu.
|
Walstrobremraap |
|
Kleverige ogentroost |
|
Verfbrem |
|
Rode ogentroost |
Dat zoute milieu staat overigens vol met zeldzame planten. Dat zegt natuurlijk vooral wat over de kwaliteit van de gebieden op Terschelling, maar het is soms wat vreemd dat vrijwel elke soort landelijk gezien zeldzaam is. Dat maakt het dan natuurlijk ook weer uniek! In de zoute milieu treffen we bijvoorbeeld echt lepelblad, zilt torkruid, zilte en gerande schijnspurrie, kwelder- en zilte zegge, lamsoor, zeewinde en de zeldzame gelobde melde.
|
Zeewinde |
|
Gelobde melde |
|
Zilte schijnspurrie |
|
Kwelderzegge |
Veel van de begroeiing op de kwelder betroffen echter grassen, zeggen en russen, zoals met name rood zwenkgras en zeebies, maar ook zeldzame soorten als zeerus en dunstaart. Wanneer het milieu wat brakker wordt komen daar nog veel meer soorten 'sprieten' bij, die mij dan weer erg aanspreken. We zagen onder andere de rode, platte, vlottende en stekende bies, waarvan de laatste van nog geen tien plekken in Nederland bekend is. Ook noordse rus, rechte rus en kleine knotszegge zagen we. Deze laatste soort stond dan weer op een veldje wat de enige plek is in heel Nederland!
|
Rode bies |
|
Stekende bies |
|
Noordse rus |
|
Kleine knotszegge |
Tussen al die zegges en andere sprieten staan natuurlijk ook andere zeldzame plantjes. Bijvoorbeeld het draadgentiaan, wat een minuscuul prachtige geel bloempje is. Ook dwergvlas en dwergbloem waren typische soorten van de open plekjes in dit soort habitats, maar ook zagen we onder andere addertong, gelobde maanvaren, ondergedoken moerasscherm, vleugeltjesbloem en teer guichelheil. Ook dwergzegge en dwergrus zijn typische plantjes voor deze stukken.
|
Dwergzegge |
|
Ondergedoken moerasscherm |
|
Draadgentiaan |
|
Draadgentiaan en dwergvlas |
|
Dwergbloem |
|
Addertong |
|
Dwergrus |
En dan zijn er natuurlijk nog de échte zeldzame planten, die zomaar hier en daar voorkomen. Naast de eerder genoemde gelobde melde, stekende bies en kleine knotszegge, zag ik nog vals muizenoor (komt alleen op Terschelling en Ameland voor), vogelpootklaver (neemt toe langs de kust vanuit het zuiden), bezemdopheide (komt alleen op Terschelling voor), berendruif (komt alleen op Terschelling voor), klein zeegras, rijsbes, zwartmoeskervel en het linnaeusklokje (komt op 2 plekken voor in Nederland).
|
Vals muizenoor |
|
Berendruif |
|
Linnaeusklokje |
|
Rijsbes |
|
Klein zeegras |
Al met al heeft het bezoek aan Terschelling de plantenlijst weer opgehoogd, en daarmee ook mijn enthousiasme voor planten! De komende tijd zullen die dus wellicht toch weer wat meer aandacht krijgen. Terschelling was in elk geval fantastisch!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten