Als we rond 8:15 de telling starten blijkt dat ook niet onterecht, want aantallen vogels vliegen er niet echt. Toch kunnen we na een kwartiertje alweer een blauwe kiekendief opschrijven, de achtste alweer dit najaar! Verder zijn het de gebruikelijke groepjes spreeuwen, koperwieken, nog wat vinken, aalscholvers en houtduiven, maar vandaag ook wat mooie groepjes holenduiven en de eerste flinke groepen kramsvogels die langskomen. De aantallen zijn echter niet dusdanig dat we een dagrecord neerzetten, maar de hele ochtend door vliegt er gelukkig wel het één en ander.
Om 9:45 worden we, precies als we wat zitten te praten, opgeschrikt door een 'djùù'-roepje. Eerder dit najaar heeft dat al twee keer een ijsgors opgeleverd, die we allebei niet hebben gezien. We proberen nu dus heel hard de vogel te zien, maar ondanks dat de vogel zelfs het bekende 'rateltje' laat horen krijgen we 'm niet gevonden. Een rietgors en veldleeuweriken die voorlangs vliegen eisen ook wat aandacht op, dus vermoedelijk is de vogel over de dijk een meer zuidelijke koers gevolgd. Helaas... Dat blijkt helemaal jammer dat zijn als we de opname terugluisteren en het roepje toch wel spannend vinden klinken, wat melodieuzer dan een ijsgors. Wellicht is het een sneeuwgors?! 's Avonds blijkt het lastig te zijn om beide soorten uit elkaar te halen, maar wat lijntje die we uitwerpen naar geluidenexperts bieden uitkomt. Het is een sneeuwgors!! Een supersoort natuurlijk, de eerste voor IJsselmonde! Dat is dus alweer de vierde nieuwe soort voor IJsselmonde dit najaar, na de citroenkwikstaart, kleinst waterhoen en Siberische boompieper. Het blijft alleen wat knagen dat we 'm niet gezien hebben, maar dat komt vast nog wel een keertje op 't eiland.
Telpost links in beeld (kijkscherm) |
Als uit de rietkraag ten slotte nog luidkeels een buidelmees gaat roepen toch zeker wel een geslaagde ochtend geworden, met soorten die we niet hadden verwacht. Dat blijft natuurlijk ook altijd het mooiste aan het vogelen. Voor de totale telling zie hier.
We lopen hierna nog even door de polder, maar verder dan drie bokjes komen we niet. De aantallen rietgorzen, graspiepers en ringmussen zijn weer aardig afgenomen, maar wie weet, er kan natuurlijk zomaar die frater of iets dergelijks zitten... Ook andere braakliggende terreinen langs de Rietbaan leveren niks op, zodat we maar koers zetten richting West-IJsselmonde, om de begraafplaats van Pernis weer eens te checken.
Het waait stevig, maar ondanks dat gaat het vogelen nog prima. Meer dan wat (vuur)goudhaantjes en nog een tweetal zwarte mezen komen we echter niet. De zwarte mezen laten zich daarentegen wel heel fraai bekijken.
Zwarte mees ©Laurens van der Padt |
Adult geelpootmeeuw (let op het bandje op de P5, onderste zwarte bandje op de vleugel die niet doorbroken is, hét kenmerk voor geelpootmeeuw) ©Laurens van der Padt |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten