Om zes uur fietsen Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik Ambacht uit, met al de nodige zingende soorten op zak. De eerste plek waar we stoppen is de Devel, om gelijk al de rietsoorten voor vandaag bij te schrijven. Dat lukt goed met wat roepende waterrallen, enkele zingende cetti's zangers, vier snorren, veel rietzangers, blauwborsten en ook de roerdomp zit weer te hoempen! Vorig jaar heeft hij niet gebroed, maar dit jaar zit hij er weer. Het blijft een gaaf geluid! Verder zijn ook de ontwakende graspiepers en gele kwikstaarten leuk, maar een waterpieper horen we er zo snel niet tussen.
Via de Oude-Maas met weinig spectaculairs, komen we bij de bouwdok waar in een groepje meeuwen een fraaie 2kj geelpootmeeuw staat. Altijd leuk. Aangezien Laurens van der Padt wat problemen heeft met z'n trapper wordt dat bij een bandenboer voorlopig verholpen, waarna we de buffelkopeend op de Gaatkensplas kunnen tikken. Dat blijkt niet moeilijk, want hij zwemt vlak onder de brug. Een fraai beest blijft het toch en inmiddels nr. 65 op de daglijst.
Buffelkopeend |
Via de polders gaat het weer terug richting het oosten, maar dat levert op wat standaardsoorten weinig op. Een zomertaling in de Zuidpolder blijkt vervolgens een intikkertje en een tweetal kleine plevieren zorgen voor nr. 75 op de daglijst. De laatste uurtjes ging 't niet echt lekker, maar in Waalbos krijgen we gelukkig een aardige opsteker met o.a. witgat, wintertaling, de eerste tapuit, kluten, waterpieper en in een small rietkraagje twee watersnippen en zelfs een bokje! Vooral die laatste is leuk, want die is lekker laat.
De Sophiapolder is vervolgens tam te noemen met wel eindelijk de eerste sperwer van de dag, wat pijlstaarten en de eerste huiszwaluw weer. We proberen hierna nog een overvliegende zeearend op te pikken, maar in de straalblauwe lucht is dat geen doen. Een havik kunnen we nog wel vanaf de dijk bijschrijven. In de Crezéepolder zitten de verwachte smienten, kemphanen en ook nog weer een bontbekplevier, dat is niet onaardig. Met een grutto komen we hier uiteindelijk uit op ruim negentig soorten, dat gaat toch niet verkeerd.
Smienten, wintertalingen en grutto's |
Een wandeling door Polder de Hooge Nesse levert niet de gehoopte beflijster, kramsvogel of sprinkhaanzanger op, waarna Laurens van der Padt en ik nog even verder gaan naar de Crezéepolder. Daar maken we er uiteindelijk 102 soorten van met zwarte ruiter en een tweetal regenwulpen. Missie geslaagd dus! Op de Sophiapolder zijn ca. 500 grutto's en de Utrechtse geelpootmeeuw W-A= een mooie afsluiting van de dag. Vooral die laatste, want deze meeuw die in de winter 2015-2016 in Utrecht werd geringd zag ik afgelopen zomer op de stort van Tilburg.
Geelpootmeeuw W-A= |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten