zaterdag 8 april 2017

Mooie voorbereiding op de IJsselmonde Big Day

Op 13 mei staat de Big Day op IJsselmonde gepland, waarop verschillende teams tegen elkaar hopen te strijden om zoveel mogelijk soorten te zien op die dag. Twee weken geleden hadden we op een zaterdagje nu al zomaar 87 soorten, terwijl we nog veel mistten, dus voor vandaag leek het ons eens leuk om een vroege 'proef' te doen. In mei zijn nagenoeg al de wintergasten weg, maar alle zomergasten wel gearriveerd, terwijl nu nog aardig wat wintergasten aanwezig zijn en de zomergasten langzaam binnen druppelen. Ons doel was voor vandaag om honderd soorten te zien, het record hadden we dus niet op het oog, wat sinds vorig jaar op 112 soorten staat.

Om zes uur fietsen Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik Ambacht uit, met al de nodige zingende soorten op zak. De eerste plek waar we stoppen is de Devel, om gelijk al de rietsoorten voor vandaag bij te schrijven. Dat lukt goed met wat roepende waterrallen, enkele zingende cetti's zangers, vier snorren,  veel rietzangers, blauwborsten en ook de roerdomp zit weer te hoempen! Vorig jaar heeft hij niet gebroed, maar dit jaar zit hij er weer. Het blijft een gaaf geluid! Verder zijn ook de ontwakende graspiepers en gele kwikstaarten leuk, maar een waterpieper horen we er zo snel niet tussen.
Via de Oude-Maas met weinig spectaculairs, komen we bij de bouwdok waar in een groepje meeuwen een fraaie 2kj geelpootmeeuw staat. Altijd leuk. Aangezien Laurens van der Padt wat problemen heeft met z'n trapper wordt dat bij een bandenboer voorlopig verholpen, waarna we de buffelkopeend op de Gaatkensplas kunnen tikken. Dat blijkt niet moeilijk, want hij zwemt vlak onder de brug. Een fraai beest blijft het toch en inmiddels nr. 65 op de daglijst.
Buffelkopeend
In de Carnisse grienden horen we wat matkoppen, een ijsvogel en ook de eerste gekraagde roodstaart weer van het jaar. Leuk! We vervolgen hierna onze weg naar het Klein Profijt waar we de appelvinken helaas niet vinden. Wel zien we nog wat koperwieken, een overvliegende grote zilverreiger en lopen we weer tegen een roffelende kleine bonte specht aan. Fijn!

Via de polders gaat het weer terug richting het oosten, maar dat levert op wat standaardsoorten weinig op. Een zomertaling in de Zuidpolder blijkt vervolgens een intikkertje en een tweetal kleine plevieren zorgen voor nr. 75 op de daglijst. De laatste uurtjes ging 't niet echt lekker, maar in Waalbos krijgen we gelukkig een aardige opsteker met o.a. witgat, wintertaling, de eerste tapuit, kluten, waterpieper en in een small rietkraagje twee watersnippen en zelfs een bokje! Vooral die laatste is leuk, want die is lekker laat.

De Sophiapolder is vervolgens tam te noemen met wel eindelijk de eerste sperwer van de dag, wat pijlstaarten en de eerste huiszwaluw weer. We proberen hierna nog een overvliegende zeearend op te pikken, maar in de straalblauwe lucht is dat geen doen. Een havik kunnen we nog wel vanaf de dijk bijschrijven. In de Crezéepolder zitten de verwachte smienten, kemphanen en ook nog weer een bontbekplevier, dat is niet onaardig. Met een grutto komen we hier uiteindelijk uit op ruim negentig soorten, dat gaat toch niet verkeerd.
Smienten, wintertalingen en grutto's
In Rotterdam-Zuid vinden we vervolgens makkelijk een pontische meeuw, ooievaar en roeken, maar blijken de slechtvalken niet te zien bij de kast. Een late grote gele kwikstaart is dan wel weer een leuke goedmaker. In Poortugaal zijn zoektochten naar goudhaantjes en goudvinken negatief, waarna we dus snel maar weer koers zetten richting Zwijndrecht. In de Devel zorgt een tafeleend voor de 100ste soort voor vandaag, dat was hij ook op de echte Big Day vorig jaar, maar toen om 15u, nu dus drie uurtjes later.

Een wandeling door Polder de Hooge Nesse levert niet de gehoopte beflijster, kramsvogel of sprinkhaanzanger op, waarna Laurens van der Padt en ik nog even verder gaan naar de Crezéepolder. Daar maken we er uiteindelijk 102 soorten van met zwarte ruiter en een tweetal regenwulpen. Missie geslaagd dus! Op de Sophiapolder zijn ca. 500 grutto's en de Utrechtse geelpootmeeuw W-A= een mooie afsluiting van de dag. Vooral die laatste, want deze meeuw die in de winter 2015-2016 in Utrecht werd geringd zag ik afgelopen zomer op de stort van Tilburg.
Geelpootmeeuw W-A=
Al met al blijkt dus een Big Day zo begin april zo gek nog niet te zijn, want we zijn aardig in de buurt van het record gekomen. Met een tiental overwinterende soorten maak je die tien zomergasten die nog moeten arriveren gewoon goed, alleen heb je begin mei natuurlijk ook de nodige doortrekkers extra. De drie uilen hebben daarnaast vandaag ook niet gedaan omdat het record er toch niet in zat, maar 105 was dus zeker gelukt en met wat meer mazzel is hoger ook nog mogelijk. Daarnaast was het natuurlijk een mooie voorbereiding op 13 mei...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten