Engelse kwikstaart |
Om 10:00 is het aardig ingezakt, dus we vogelen langzaam de Crezéepolder uit. Daar zitten verder nog wat zwarte ruiters, twee zomertalingen, een bekende Noorse grote mantelmeeuw, een geelpootmeeuw en opvallend genoeg ook een ooievaar die in een aangespoelde vis loopt te pikken. Leuk!
\ooievaar |
Langs de Veersedijk, op de Galgenplaat en bij het Perenlaantje vogelen we de tijd vol, zodat we om 12:00 bij de Sophiapolder kunnen zijn. Dat levert nog de eerste braamsluipers, wat zwarte roodstaarten, de eerste boompieper en een ijsvogel op. Iets over half twaalf zijn we vervolgens al bij het pontje, als er plotseling twee vogels aankomen. De voorste is overduidelijk een regenwulp, maar de tweede niet. Als hij dichterbij is gekomen blijkt het om een rosse grutto te gaan! Ze duiken de Galgenplaat over en lijken in te vallen op de Sophiapolder, maar even later kunnen we 'm niet terugvinden. Desondanks wel een fijne soort en weer een nieuwe voor de jaarlijst!
Op het eiland lopen hierna overigens nog wel ca. 35 groenpootruiters, twee zwarte ruiters en nog tien pijlstaarten, maar geen spannende steltlopers verder. Die blijken inmiddels wel in de Crezéepolder te zijn geland, want we krijgen door dat daar een zilverplevier is gevonden. Als de wiedeweerga dus maar weer van het eiland af, je kan alles maar hebben!
In de Crezéepolder staat als we aankomen gelijk al een flinke club vogelaars, wat de IJsselmondenaren zijn tegenwoordig bloedfanatiek geworden! De zilverplevier zien we gelukkig ook snel lopen en even later blijken het twee exemplaren te zijn. De buitjes die nu af en toe over komen trekken zijn ideaal voor zulke steltlopers in het binnenland, die dan even naar beneden komen terwijl ze hard op weg zijn naar het noordoosten.
Zilverplevier |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten