Compleet kleddernat, verkleumd, 65 kilometer en drieënhalf uur later komen we bij het oostvoornse meer aan. We hebben niet echt zin om in deze omstandigheden een zeekoet te gaan zoeken dus fietsen door naar de vuurtorenvlakte. Inmiddels is het zowaar droog geworden en volgens buienradar zou dat ook heel de dag blijven. We besluiten eerst over zee te kijken en binnen tien minuten komen er samen met twee aalschovers twee kuifaalscholvers langs, de 'hangbuik', dunne snavels en kleinere formaat zijn Gied te zien. Verder zien we in het halve uurtje 3 kleine jagers, een zeekoet mooi dichtbij, 2 roodeelduikers, een drieteenmeeuw en een groepje drieteenstrandlopers. Verder zitten er ook wat oeverpiepers en een tapuit op de dijk.
Hierna worden de vogels over zee al snel minder en we besluiten naar de pallas' boszanger op de vuurtorenvlakte te gaan zoeken. Bij aankomst zien we gelijk een velduil jagen en na de fietsen te hebben neergezet lopen we richting het struikecomplex. Als we daar aankomen merken we dat het veel te hard waait. Ondanks dat zoeken we anderhalfuur maar helaas levert dat niet meer dan wat goudhaantjes en wat tjiftjaffen op. Eenmaal meen ik hem te horen maar in de volgende twintig minuten komt er geen teken van even meer uit het struikje. Jammer dus..
Bosjes waar de pallas' boszanger in zou moeten zitten |
Voetstap van de dader |
Als Jans moeder gearriveerd is lopen we naar de weg en zien nog een velduil jagen. Deze dag nog wel wat leuke vogels gezien maar uiteraard gaan we met een vervelend gevoel de Maasvlakte af..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten