dinsdag 3 april 2018

Grienden, huismussen en een dode ransuil

Deze periode heb ik het relatief rustig, wat voor de vogelactiviteiten wel goed uitkomt. Vanochtend inventariseer ik zo nog een gedeelte langs de Oude-Maas bij Rhoon, waaronder de golfbaan. Veel spectacularie dingen levert het niet op, maar er zaten flink wat groenlingen en nog enkele grote bonte en groene spechten te baltsen. Verder was er ook nog een vuurgoudhaan aanwezig, die er wel om vraagt om in de gaten gehouden te worden. De afgelopen twee jaar was hier namelijk ook al een broedgeval.

In de Rhoonse Grienden maak ik vervolgens ook nog een rondje om nog wat extra matkoppen in te stippen en wellicht een kleine bonte specht. Die laatste lukt helaas niet, maar wel hoor en zie ik nog enkele territoriale matkoppen. Ook stip ik nog weer vier cetti's zangers in, zijn de eerste blauwborsten weer gearriveerd, zijn de bruine kiekendieven bezig met hun nest en hoor ik nog een waterral roepen. Vooral die laatste is dan weer spannend, want mogelijk broeden waterrallen dus ook langs de Oude-Maas!

Aansluitend moet ik in Ridderkerk-Bolnes al de huismussenkolonies in stippen, waar er gelukkig nog aardig wat van aanwezig zijn. Het rondfietsen wordt nog opgeleukt door vier overvliegende zwartkopmeeuwen, de eerste citroenvlinders en een zingende zwarte mees. Onderweg naar huis kom ik vervolgens nog een dode ransuil tegen op de vluchtstrook. Toch maar even gestopt en meegenomen, maar helaas ongeringd en ook te erg platgereden. Uiteraard is het nog wel leuk oefenmateriaal om op leeftijd en geslacht te brengen, want het blijkt een jong mannetje te zijn. Dat kan dus een jong zijn uit de buurt, maar ook uit Rusland, aangezien de noordelijke vogels hier kunnen overwinteren.
Dode ransuil
's Middags vogel ik nog even in de Crezéepolder, maar voor de echte goede soorten blijkt het toch te vroeg. Wel zie ik nog een zwarte ruiter, flink wat rietgorzen, een groepje bonte strandlopers, wat bontbekplevieren en een pijlstaart. De kluten, kleine plevieren, tureluurs en kieviten zijn ook nog steeds hard in de weer om hun territorium te vestigen en te verdedigen. Op het veld vind ik zo ook alweer drie kievitsnesten, een goed teken!
Rietgors
Kievitsnest
Afsluitend fiets ik nog door Polder Sandelingen, waar tot mijn teleurstelling helaas geen kieviten meer zitten. Vorig jaar zaten ze er ook al niet, maar eerder dit voorjaar waren ze er wel. Vermoedelijk zijn ze toch uitgeweken naar het Waalbos, want daar zitten weer tientallen paartjes. Ondanks dat ook hier wel plaats zou zijn voor een paar kievitpaartjes, maar ze denken er zelf anders over (of weten beter...). Een mannetje zomertaling is hier overigens nog wel een leuke verrassing. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten