Vanaf 7 uur stonden Laurens van der Wind, Matthieu Plaisier en ik vanochtend in de Crezéepolder om te trektellen. Gisteren werden al mooie aantallen vogels en enkele goede soorten gezien verspreid door het land, en ook voor vandaag zou dat gezien het goede weer (zuidoostenwind) wel kunnen gebeuren. In het voorjaar blijkt echter wel dat meestal de echte hoge aantallen en goede soorten op slechts een paar posten worden gezien, terwijl het op de rest (waaronder de Crezéepolder) meestal sprokkelen is. Zo is het vanochtend ook.
De hele ochtend en het begin van de middag vliegen er dan ook niet veel vogels, maar uiteindelijk zijn het graspiepers en aalscholvers met beiden zo'n 400 exemplaren die de bulk vormen. Verder vliegen ook de boerenzwaluwen met zestig exemplaren alweer aardig. Daarnaast is het echter sprokkelen, maar de soorten die er vliegen zijn vaak wel leuk. Zo zien we alweer vijf purperreigers arriveren in Kinderdijk en trekken vier grote zilverreigers juist weg richting het noorden. Ook zwartkopmeeuwen vliegen regelmatig over, want uiteindelijk zien en horen we 22 exemplaren.
|
Zwartkopmeeuw ©Matthieu Plaisier |
Om half 9 komt de eerste echte leuke soort van de ochtend voorbij, als plotseling een rosse grutto met een regenwulp laag richting oost overkomt. Het blijft toch een schaarse gast op IJsselmonde, die rosse grutto, dus zeker niet onaardig! De doortrekker die we om kwart over 9 aanzien komen is daarentegen van mindere kwaliteit (gezien het aantal gevallen), maar wel een veel leukere soort. Een rode wouw komt dan namelijk aanflappen en hij passeert prachtig over de griend. Het blijft gaaf om deze sierlijke roofvogel te zien!
|
Rode wouw |
We blijven uiteindelijk nog tot diep in de middag in de hoop dat er nog meer roofvogels overkomen, maar dat is helaas niet het geval. Een groep van negen beflijsters en drie roeken zijn echter nog wel leuke doortrekkers. Zeker ook de roeken, want die zien we in het oosten van IJsselmonde echt sporadisch!
|
Roeken ©Matthieu Plaisier |
Voor de complete telling zie
hier.
In de polder zelf is het vrij rustig. Wel zitten er nog drie zomertalingen en zijn het met name de meeuwen die de aandacht opeisen. Opvallend veel dode vissen zijn namelijk weer aangespoeld, waardoor met name grote mantelmeeuwen aanwezig zijn. Ook geelpoot- en pontische meeuwen lijken altijd sterk door deze kadavers te worden aangetrokken, want we zien resp. twee en drie exemplaren van beide soorten. Een geringde grote mantelmeeuw is ons te slim af, maar altijd leuk die meeuwen!
|
2kj pontische meeuw |
Vanuit de Crezéepolder fiets ik nog even door richting de Sophiapolder, waar ik ook nog een uurtje over het drooggevallen slik staar. Het is echter erg stil, met uitzondering van de groep meeuwen bij de inlaat. Die zorgen wel voor wat afwisselingen met enkele pontische meeuwen, maar ook lees ik nog zes kleine en een grote mantelmeeuw af. Altijd leuk!
|
Geringde kleine mantelmeeuwen |
Op de weg naar huis kan ik het bij het Perenlaantje niet laten om nog even te kijken of er toevallig niet wat beflijsters lopen. Dat blijkt niet het geval te zijn, maar tussen de grauwe ganzen zie ik wel een andere leuke soort: een kleine rietgans! Vermoedelijk is het een exemplaar dat ook al in
december 2016 en
december 2017 in de buurt is gezien, die trok immers ook op met grauwe ganzen. Leuk! Zo algemeen zijn die kleine rieten hier niet!
|
Kleine rietgans |
Al met al een dag met een aantal leuke verrassingen, maar de nieuwe soort voor de IJsselmondelijst laat nog steeds op zich wachten... Wat zal de eerste echte knaller zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten