zaterdag 12 mei 2018

Hard vogelen voor een duinpieper

Gisteren was ik ook vrij, maar deed 's ochtends een BMP-ronde in het Loetbos. Daar was met ca. 15 spotvogels het gezang van deze soort niet van de lucht. Een prachtig aantal! Ook kon ik nog twee grauwe vliegenvangers noteren, wat toch net de soorten zijn die zo'n ochtend maken. 's Middags was ik nog even in de Crezéepolder wat de bekende groep (nu 16!) temmincks strandlopers opleverde, maar ook een zilverplevier die hier sinds donderdag rondhing. Een overvliegende wespendief was uiteindelijk de leukste verrassing toen.
Zonsopkomst in Loetbos
Met die soort in het achterhoofd staan Laurens van der Wind, Laurens van der Padt, Matthieu Plaisier, Arne van Wingerden, Erik Jan Visser en ik rond 6:00 in de Crezéepolder voor de eerste mei-telling ooit hier. Vol verwachting, want de wind zit in het zuidoosten, wat goed is normaliter. De aantallen  vallen echter al snel tegen van zwaluwen en kwikstaarten, maar de hoop is gericht op wellicht een leuke rover. Tot 12:00 is het helaas gewoon niks en is de eerste telling geen succes te noemen. Wel vlogen nog wat lepelaars, enkele purperreigers, bontbekplevieren, een boompieper en een zilverplevier over. Deze laatste is uiteindelijk wel de soort van de ochtend, want het is een prachtige adult in vol zomerkleed, die laag luid roepend over de post komt. Een erg fraaie waarneming! Maar we hadden op meer gehoopt...

Voor de totalen, zie hier.

De polder zelf heeft overigens nog wel een groep van zeven temmincks strandlopers in het verschiet en zien we de aantallen kievitpullen gereduceerd worden. Een buizerd komt namelijk twee keer een jong halen, die ondertussen al aardig waren gegroeid. De zestig kluten deden 'm niks... Jammer van de kieviten natuurlijk, maar ja, het blijft natuur. Verder is een Poolse pontische meeuw, Y-P:440, nog een leuke waarneming in de polder, alvorens we de rest van IJsselmonde eens gaan uitkammen.
Poolse pontische meeuw Y-P:440
Het blijkt echter tegen te vallen, en ons vooroordeel over het voorjaarsvogelen blijkt te kloppen. De zeldzaamheden zijn nou eenmaal écht zeldzaam, dus het is vooral veel uren maken. Dat doen we dan ook wel, maar Waalbos, de Oude-Maas en de Devel leveren eigenlijk niks op. Een zomertortel die vanochtend in de Zuidpolder werd gefotografeerd laat ook verstek, want enkel de holenduiven waar deze voormalige broedvogel van het eiland bij liep zijn nog aanwezig.

Als de rest het voor gezien houd, besluit ik toch om nog even het bankje op de Sophiapolder op te zoeken. Gewoon om lekker even tot rust te komen, en je weet het nooit. Het is hoog water bij aankomst, dus het eiland is vrij snel bekeken. Dat levert nog wel een late smient op en opvallend genoeg loopt een paartje kolgans op de dijk. Erg leuk! Want zouden die hier kunnen broeden? In de Alblasserwaard doen ze het ten slotte.
Visdief
Visdiefkolonie met rechts paartje kolgans
Smient
Met verder nog alleen de lokale havik, vaar ik na een ruim half uur weer terug naar de wal. Via het veld bij de Karwei besluit ik richting huis te gaan, om even te kijken hoeveel paar kleine plevier dit jaar op het veld broedt. Als ik de eerste paartjes op aangetroffen, maar natuurlijk de nesten niet kan vinden, vliegt er opeens een zandkleurig beest voor me op. Het is gelijk duidelijk: duinpieper! Al snel landt de vogel weer en hij laat zich schitterend bekijken. Wat een gave soort! Het was me nog nooit gelukt om deze soort ter plaatse te ontdekken, en als je het niet verwacht gebeurt het...
Duinpieper
Al snel zijn meerdere lokale vogelaars aanwezig, maar omdat de vogel midden tussen de kleine plevieren zit gaat de waarneming gelijk op vervaagd. We hoeven geen platte nesten en kuikens ten slotte. De duinpieper laat zich echter continue zeer fraai bekijken op relatief korte afstand. Mijn mooiste waarneming van deze soort, die in Nederland inmiddels is uitgestorven en ook op doortrek hard lijkt af te nemen. En dus tóch nog die zeldzaamheid vandaag...
Duinpieper

Geen opmerkingen:

Een reactie posten