woensdag 4 juni 2014

Dag 3 IJsland: Het schiereiland Snjaefellsness

Rond een uur of half zeven kruipen we de tent weer uit, en gelukkig is het na een nacht met aardig wat regen weer droog. Een blik over het dijkje naar de Atlantische oceaan levert zowaar gelijk een nieuwe tripsoort op, er zitten namelijk een paar grote burgemeesters, erg gaaf! Zeker omdat het om volwassen vogels gaat die ik in Nederland nog nooit gezien heb.
Grote burgemeester
Verder is er qua vogels weinig nieuws en zijn het vooral weer veel noordse sterns, noordse stormvogels, eiders, een paar kuifaalscholvers, een ijsduiker en ook is de raaf weer present. 
Raaf

Vandaag is het plan om het grootste schiereiland van IJsland, Snaefellsnes, rond te rijden. Op dit schiereiland ligt een bergketen met op de punt de vulkaan Snaefellsjökull met een hoogte van 1446. Vanuit Akranes, het plaatsje waar we overnacht hebben, rijden we ongeveer kwart voor acht weg richting het noorden.

De eerste plek waar we een kijkje willen nemen zijn een flink aantal plasjes aan de zuidkant van het schiereiland. Onderweg is er uiteraard ook al genoeg te zien qua vogels en ook is het landschap weer prachtig.


Onderweg zien we verschillende kleine jagers, soms vlak langs de weg, nog een baltsende alpensneeuwhoen, her en der paartjes en groepjes wilde zwanen, een fraaie ijsduiker en een mannetje grote zaagbek en een groepje bergeenden die nieuw zijn voor de triplijst. Verder zien we overal noordse sterns, baltsende watersnippen, grutto's, goudplevieren en noordse stormvogels.
Alpensneeuwhoen
Kleine jager
De plasjes zitten zoals verwacht inderdaad behoorlijk vol met vogels. Voornamelijk veel kokmeeuwen, kuifeenden en toppers, maar daarnaast ook zeldzamere eenden voor IJsland als tafeleend en slobeend.
Paartje slobeend
Naast deze eenden zaten er meerdere roodkeelduikers, wilde zwanen, over de tien grauwe franjepoten en ook een achttal kuifduikers. Dit is de enige plek voor deze soort naast het Mývatn in het noordoosten van IJsland.
Kuifduiker

Roodkeelduikers
In het laatste plasje treffen we nog een bijzonder fraaie ijsduiker die zich van dichtbij erg mooi laat zien, wat een bakbeest!

IJsduiker
Na de plasjes gaat het landschap weer over in een soort van toendra-achtig gebied met aan de ene hand de Atlantische Oceaan en aan de andere hand de bergketen. En ook hier broeden er heel behoorlijke aantallen noordse stormvogels op toch wel een dikke kilometer van zee.


Vanaf hier wordt de kustlijn weer wat grilliger, wat betekent dat er ook weer wat zeevogelkolonies her en der zijn. Aangezien we nog graag kortbekzeekoet willen zien proberen we zoveel mogelijk te checken, maar na heel wat wanden is het pas prijs en laten ze zich fraai vlak onder ons bekijken.

Kortbekzeekoeten
De meeste rotsen worden hier bezet door drieteenmeeuwen en noordse stormvogels, en de aantallen alkachtigen zijn niet erg hoog.
Drieteenmeeuw
Noordse stormvogel
We zijn nu inmiddels aangekomen op de punt van het schiereiland met daarop die prachtige vulkaan. Het landschap eromheen is wel weer echt bijzonder grillig en het enige wat we zien zijn her en der tapuiten, kleine jagers en op vlakke stukken rustende grote mantelmeeuwen met daartussen een enkele grote burgemeester.

Auto met op de achtergrond de Snaefellsjökull
Op het uiterste puntje van het schiereiland zou ook nog een zeevogelkolonie moeten zijn, en aangezien we graag nog papegaaiduiker goed willen zien besluiten we het kilometerslange overharde pad voorlief te nemen. Na flink gehobbel komen we daar aan maar met zeevogels valt het bitterlijk tegen. Op zee blijken wel aardig wat papegaaiduikers te zitten maar dus ook weer op flinke afstand. Bij het scannen over zee komt er wel opeens een joekel van een vin boven water wat van niets anders dan een orca kan zijn! Het zwemt wat rond maar verdwijnt daarna weer onder water zonder iets van de rest van zijn lichaam te laten zien helaas..

Als we weer terugrijden  door het maanlandschap naar de doorgaande weg hoor ik tijdens een korte stop een sneeuwgors zingen. Dit fraaie beestje wil ik nou ook weleens zien dus ik besluit maar even uit te stappen. Het beestje zit wat verder dan gedacht, maar na een kort klim/wandeling laat hij zich bijzonder fraai bekijken.
Sneeuwgors
Als ik weer terugloop naar de auto zie ik in m'n ooghoeken iets voorbij hobbelen. Blijkt er zowaar een poolsvos over het weggetje te lopen! Dit enige inheemse landzoogdier van IJsland had ik niet verwacht te zien, gaaf!
Poolvos
Eenmaal op de doorgaande weg komen we weer vrij snel in bewoonder  gebied, en als mijn vader wat drinkt in het plaatsje Rif loop ik het dorpje even rond. Overal broeden noordse sterns, eigenlijk dus een levensgevaarlijke onderneming om hier rond te lopen aangezien ze je echt aanvallen, een plasje met wat grauwe franjepoten maar vooral ook een erg interessante haven. Aan deze kant van het schiereiland, de noordkant, zitten foerageren bijzonder veel grote burgemeesters en elke zomer blijven er wel enkele kleine burgemeesters hangen. Deze laatste soort die in het Engels 'Iceland gull' wordt genoemd broed, in tegenstelling tot wat je gezien de naam zou denken, niet op IJsland maar in Groenland.
Grauwe franjepoot
Noordse sterns
In het haventje van Rif waar bijzonder veel drieteenmeeuwen, noordse stormvogels en ook veel grote burgemeesters zitten, duurt het ook niet lang voordat ik een kleine burgemeester heb gevonden. Toch nog weer een nieuwe voor de triplijst wat eigenlijk nu zelden meer voorkomt!
Grote burgemeester
Drieteenmeeuw
Kleine burgemeester
Het is inmiddels al weer aardig tijd om te gaan eten, dus besluiten we wat te gaan zoeken in Stykkishólmur. Naar dit plaatsje is het nog een aardig stukje rijden, wat onderweg nog een baltsende alpensneeuwhoen, de eerste harlekijneend van vandaag, een paar zingende sneeuwgorzen, een prachtige langs vliegende smelleken en fraaie vergezichten oplevert.
Snaefellsjökull

Na het eten besluiten we toch nog een stuk te gaan rijden en een stuk zuidelijker, in het plaatsje Borgarnes, een camping op te zoeken. De rit levert onderweg nog de nodige kleine jagers op en ook zien we op twee verschillende plaatsen een velduil jagen! Deze uil is naast de zeer zeldzame sneeuwuil de enige uil die op het eiland broedt.

Ook nu is naast de camping weer de Atlantische Oceaan, en na de tent tussen wat buitjes opgezet te hebben, kan ik daar de eerste geringde vogels van de reis aflezen, een grutto en grauwe gans. Verder zwemmen er nog wat ijsduikers en een groep van 19 ijseenden rond.
Camping
Rond een uur of tien vinden we het wel mooi geweest en sluiten onder het genot van baltsende watersnippen en koperwieken de ogen.

1 opmerking: