Op vogelgebied had ik voor dit jaar niet echt een doel voor ogen. Wel natuurlijk om zoveel mogelijk nieuwe soorten te zien in Nederland of op IJsselmonde. Naast deze twee 'gebieden' heb ik dit jaar ook wat beter gelet op mijn Zuid-Hollandlijst waar nu 320 soorten opstaan. Dit jaar heb ik verder ook meer met ringen gedaan, veel geringde meeuwen afgelezen en ik ben ook regelmatig mee geweest met ringen, met name ook op het vogelringstation in Meijendel.
Op IJsselmonde eindigde ik voor 2014 als derde met 165 soorten, ruim achter de 172 van Laurens van der Wind, maar gelukkig staat mijn jaarlijstrecord van 2013 met 184 soorten nog stevig overeind. Mijn IJsselmondelijst kon ik met 8 nieuwe soorten aanscherpen tot 216 soorten. Het begon hier met een
kleine bonte specht in maart, gevolgd door een
fluiter en
rosse grutto's in april, allen langverwachte soorten. Juni was goed voor de
witvleugelstern van Kinderdijk die ook op IJsselmonde bleek te foerageren, en vanaf september scoorde ik elke maand nog 1 nieuwe soort erbij. Dat waren
kleine strandloper,
roodkeelpieper,
siberische tjiftjaf en
glanskop. Vooral de eigen ontdekkingen zijn natuurlijk het leukst, en dat waren er dit jaar ook toch wel weer wat: kleine bonte specht, rosse grutto, nog een kleine strandloper en als gaafste wel de roodkeelpieper en glanskop. Daarnaast vond ik nog veel andere leuke soorten voor het eiland zoals een
steenloper,
krombekstrandloper (niet zelf gevonden),
kanoeten,
zilverplevieren,
twee draaihalzen, een
engelse kwikstaart en als kers op de taart toch wel de
baltische mantelmeeuw die ik ook, net als veel andere van bovenstaande soorten, samen met Laurens van der Padt vond. Pijnlijkste missers van het jaar waren wel die van een hop en ringsnaveleend op het eiland.
|
Kleine bonte specht |
|
Baltische mantelmeeuw |
|
Glanskop |
|
Draaihals |
|
Zilverplevier |
Naast dat fluiter en roodkeelpieper ook nieuwe voor mijn Zuid-Hollandlijst waren zag ik in Zuid-Holland nog 21 andere nieuwe voor in deze provincie, waarvan ik er 8 ook nog nooit in Nederland had gezien. Het jaar begon leuk met verschillende Amerikaanse eenden: een
Amerikaanse smient bij Kinderdijk, een
Amerikaanse wintertaling bij Vlaardingen en bij dezelfde plaats ook een
ringsnaveleend.
Strandplevieren op het strand bij Ouddorp was een verwachte nieuwe, maar pas de derde
steppeklapekster voor Nederland op de Maasvlakte zeker niet. Een
roze spreeuw bij Ouddorp,
vale gieren bij Korendijk, de bekende
raven bij Wassenaar en ook een mega voor Zuid-Holland, een
klein waterhoen in de Groene Jonker, waren nieuwe soorten in de maanden mei tot juli. Augustus volgde met de
zwarte zeekoet op de Brouwersdam en
lachsterns nabij Berkel en Roderijs. En dan breekt september aan, tijd om lekker zelf te vogelen en in tegenstelling tot de afgelopen jaren hadden Laurens van der Padt nu de mogelijkheid om zowat elke zaterdag op de Maasvlakte rond te lopen. Ideaal zo'n auto! Dat leverde dus ook naast een paar hele nieuwe soorten ook nieuwe soorten voor Zuid-Holland op. Zo vonden we een
hop,
steppekiekendief en een
struikrietzanger!
|
Amerikaanse smient |
|
Steppeklapekster |
|
Klein waterhoen |
|
Lachstern |
En dan nog de échte nieuwe soorten, totaal zag ik er dit jaar 22 voor mij Nederlandse lijst, veel! Het begon al elf dagen na de jaarwisseling als er onverwachts een
kaspische plevier wordt ontdekt een Zeeland. Een mooie inhaler na de twee van Texel die ik niet heb gezien!
|
Kaspische plevier |
In januari zie ik ook al mijn twee nieuwe van het jaar, dit keer een hele nieuwe soort voor Nederland zelfs. Een
bruine klauwier houdt zich namelijk op in Netterden, tegen de Duitse grens.
|
Bruine klauwier |
In februari zie ik 'slechts' 1 nieuwe soort, maar wel een erg fraaie. Op een mooie dag met onder andere een zwarte ibis, kleine trap en zwarte en witbuikrotganzen zie ik samen met een groep vogelaars uit de Alblasserwaard het duo
sneeuwuilen op Vlieland. Wat een gave beesten waren dat!
|
Sneeuwuil |
Maart levert een lang verwachte lifer op niet ver bij huis vandaan, een
siberische tjiftjaf zit namelijk in Hardinxveld-Giessendam. Uiteindelijk zie ik nog 3 andere siberische tjiftjaffen dit jaar, twee op de Maasvlakte en zelfs eentje op IJsselmonde. Naast deze voormalige ondersoort zie ik deze maand ook eindelijk eens een
siberische braamsluiper, en wel in Culemborg. Deze soort heeft nu namelijk ook een soortstatus gekregen en kan dus ook worden bijgeschreven. Daarnaast levert maart ook de zesde nieuwe van het jaar: een
witstuitbarmsijs in Oostzaan!
April gaat qua nieuwe soorten geruisloos voorbij, maar in mei zijn het toch weer 3 soorten die ik kan bijschrijven. Naast de toch wel langverwachte
ralreiger en
roodstuitzwaluw is de
oostelijke blonde tapuit op het opslagterrein Erika in Westkapelle de kers op de taart in mei.
|
Oostelijke blonde tapuit |
In juni zijn we nog net optijd van een dagje vlinderen in de Eiffel om de laatste twee
vale gieren nabij Korendijk te zien vertrekken, dat ging maar net goed!
|
Vale gier |
In juli moeten we weer uitwijken naar opslagterrein Erika, deze keer voor een
bruinkopgors en ook deze keer laat de doelsoort zich op de Zeeuwse bodem weer schitterend zien. 't Was wel een een spannende race tegen het licht...
In augustus moeten we weer eens naar Texel voor een lifer, en eigenlijk eentje die ik niet in deze maand had verwacht. Nabij het NIOZ-haventje zwom namelijk een o zo fraai vrouwtje
koningseider die de tocht vanaf de Maasvlakte meer dan waard was!
|
Koningseider |
En dan begint september, net een weekje aan het studeren in Wageningen of het is raak: een
oosterse vorkstaartplevier in de Rammegors in Zeeland. Maandagochtend besluit ik dan toch maar het college te skippen en dat blijkt een goed besluit. 's Ochtends laat de vogel zich mooi aan mij en vele anderen zien waarna die in de avond vertrekt om nooit meer terug te keren.
Dit tweede exemplaar van deze soort voor Nederland is de eerste van mijn vier nieuwe soorten in september! Op de 17de, de week erop, wordt er namelijk een
kleine spotvogel gevonden op de Maasvlakte. 's Avonds lukt het me om vanuit Wageningen ook deze soort op de lijst bij te schrijven.
En dan natuurlijk de
roze pelikaan van Hengelo. Nadat die eerder al in Duitsland is gezien arriveert deze vogel begin september in Hengelo waar we na twee weken de andere kant opkijken toch maar een bezoekje gaan brengen. Later zie ik deze vogel overigens ook nog in
Callantsoog.
|
Roze pelikaan |
Op 23 september volgt de vierde lifer van de maand. Als ik even op de universiteit op internet kijk of er wat is gezien blijkt dat inderdaad zo te zijn, en wel een
grijze strandloper nabij Schagen. Gelijk naar het station gefietst en een dikke 2 uur later tikte ik 'm binnen. M'n eerste OV-twitch!
Op 2 oktober is het weer eens raak op de Maasvlakte waar in de beroemde greppel langs de Nieuwe Stuifdijk nu een
westelijke baardgrasmus mijn nieuwe soort is!
|
Maasvlakte optima forma (plek westelijke baardgrasmus) |
Op 6 oktober is het de vogel waar dit jaar het meest over gesproken is die ik kan bijschrijven: de
witkruintapuit van Oegstgeest. Na een spannende twitch lukt het me de eerste dag om de vogel nog te zien, in het donker, dat dan weer wel. Twijfel is er natuurlijk of die geaccepteerd gaat worden, maar ik denk het toch wel..
Het weekend hierna is het weer het
DBA-weekend op Texel, altijd leuk. Nu dus ook weer met o.a. een steppekiekendief, bladkoningen, een roodkeelpieper en als hoofdprijs een isabelklauwier. De vogel ziet er spannend uit en het zou om een turkestaanse klauwier kunnen gaan. Later in het najaar volgt ook een
isabelklauwier in het Noordhollands Duinreservaat die nog meer naar een turksetaan neigt. Beide vogels heb ik gezien, dus we wachten af. Voorlopig tel ik deze overigens nog niet.
|
Isabelklauwier |
Op 27 oktober zie ik alweer mijn 3de lifer dit jaar op de Maasvlakte, deze keer een
Spaanse mus die zich fraai laat bekijken! Naast eerder genoemde soorten heeft de Maasvlakte overigens ook nog voor de bekende arendbuizerd, 4 draaihalzen, 7 bladkoningen, kuifaalscholver, een blonde ruiter en maar liefst 2 izabeltapuiten gezorgd.
|
Izabeltapuit |
In november bleken de anders saaie polders van het Groene Hart helemaal niet saai te zijn. Op de 12de kon ik namelijk voor colleges een
bonte tapuit nabij Zoeterwoude binnen tikken. Dit beestje liet zich fraai bekijken op wat slootafval, erg fraai! Hij verbleekte echter bij de soort die nauwelijk twee weken later twitchbaar werd, misschien wel dé soort van 2014: de
Afrikaanse woestijngrasmus. Ergens midden in de polders bij Alphen a/d Rijn foerageerde het Noord-Afrikaanse beestje in de slootranden en liet zich daarbij fenomenaal bekijken. Wat een soort en wat een plek!
|
Afrikaanse woestijngrasmus |
De laatste nieuwe soort voor me dit jaar zwemt in het haventje van Burghsluis en was een soort waar de term 'schaamsoort' voor bedoeld is:
kleine alk. Eindelijk heb ik met dit fraaie alkje afgerekend.
|
Kleine alk |
December had niks meer in petto voor de lijstjes en zo liep het jaar rustig ten einde. Dit jaar zag ik overigens op 20 december mijn 277ste jaarsoort, een
wilde zwaan, en dat was ook de eindscore. Niet heel onaardig aangezien ik geen enkele moeite voor de jaarlijst heb gedaan dit jaar. Met enige schaamte moet ik dan ook bekennen dat bijvoorbeeld blauwe kiekendief op de jaarlijst 2014 ontbreekt.
|
Nr. 277 Wilde zwaan |
Naast al deze soorten heb ik af en toe nog wel een leuke soort getwitcht. Zo zag ik nog een
orpheusspotvogel, de laatste
kuifleeuwerik en pas m'n
derde zwooi. Natuurlijk mogen we
22 oktober niet vergeten met vele rosse franjepoten en middelste jagers en kleinste jager, vaal stormvogeltjes en noordse pijlstormvogels langs Westkapelle.
|
Orpheusspotvogel |
Naast dit 'normale' vogelen stond dit jaar ook wel in het teken van vogels ringen. Het begon in de winter samen met Laurens van der Padt met het aflezen van geringde meeuwen in Rotterdam-Zuid. Dat leverde bijvoorbeeld 95 verschillende kokmeeuwen op uit 13 Europese landen, met als leukste landen Noorwegen, Wit-Rusland en Kroatië. Natuurlijk zorgde ook de rest van IJsselmonde voor geringde kokmeeuwen uit onder andere ook Rusland. Ook de eerste weken van winter 2014/15 hebben we meerdere malen Rotterdam-Zuid weer bezocht.
|
Kroatische kokmeeuw W-SBA6 |
|
Noorse kokmeeuw W-J2TR |
Ook leverde kregen pontische en geelpootmeeuwen in 2014 veel aandacht. In de winter van 2013/14 zagen we in Rotterdam-Zuid rond de 30 verschillende exemplaren en ook op de Sophiapolder en op de vuilstort van Barneveld zag ik er met Laurens veel. Daartussen uiteraard ook verschillende geringde individuen.
|
Kleine mantelmeeuw van Roland-Jan Buijs |
|
Tilburg |
Naast al dit meeuwengeweld ging ik nog een keer mee met Frank Majoor om
nijlganzen te ringen in Den Haag, weer eens wat anders dan meeuwen! Ook een
ochtendje ringen op de Berenplaat was leuk en leerzaam!
|
Blauwborst |
Na deze ochtend kwam ik terecht bij VRS Meijendel waar ik afgelopen zomer en najaar inmiddels meer dan 10 keer een bezoek heb gebracht. Elke dag was weer anders, maar twee dagen springen er toch wel uit.
Eentje met bijzonder veel steltlopers, zoals bosruiter, steenloper en groenpootruiters, en
een dag met zeer veel kleine karekieten en zwartkoppen en nog wat leuke krenten zoals 2 draaihalzen.
|
Gierzwaluw |
|
Bontbekplevieren |
|
Bosruiter |
|
Draaihalzen |
|
Vuurgoudhaan |
Qua vlinders, libellen en sprinkhanen heb ik dit jaar rustig aangedaan. Uiteindelijk waren de
locomotiefjes van IJmuiden m'n enige nieuwe sprinkhanensoort van het jaar en kon ik op mijn vlinder- en libellenlijst resp.
veldparelmoervlinder en
oostelijke vos en
speerwaterjuffer en
hoogveenglanslibel bijschrijven. Ondanks die twee vlindersoorten was de fraaiste misschien toch wel een koninginnepage tijdens de twitch naar de ralreiger.
|
Locomotiefje |
|
Koninginnepage |
|
Oostelijke vos |
|
Speerwaterjuffer |
Nieuw voor me was dit jaar ook om in het buitenland naar vlinders te kijken. Een dagje in de Eiffel was echter toch wel erg fraai met onder andere ringeloogparelmoervlinder, blauw en rode vuurvlinder, dwergblauwtjes en tweekleurig hooibeestje.
|
Ringeloogparelmoervlinder |
|
Blauwe vuurvlinder |
|
Rode vuurvlinder |
|
Dwergblauwtje |
|
Tweekleurig hooibeestje |
En natuurlijk waren een tweetal vakanties dit jaar ook onvergetelijk. De eerste was van 2 tot 7 juni kamperen op IJsland samen met mijn vader. Wat een schitterend en ongerept land was dat. Ook qua vogels erg gaaf met onder andere alpensneeuwhoen, ijsduikers, grauwe franjepoten, grote en kleine burgemeesters, kortbekzeekoeten, papegaaiduikers, sneeuwgors en natuurlijk harlekijneenden en IJslandse brilduiker. Zoogdieren waren hier ook niet te versmaden en we zagen dwergvinvissen, witsnuitdolfijnen en een poolvos. Ook enkele toeristische trekpleisters konden we natuurlijk niet links laten liggen
|
Alpensneeuwhoen |
|
Papegaaiduikers |
|
Kortbekzeekoet |
|
IJsduiker |
|
Harlekijneend |
|
IJslandse brilduiker |
|
Grauwe franjepoot |
|
Poolvos |
|
Geiser |
|
IJsland |
In de zomer zijn we met het gezin ook nog een tweetal in de Schotse hooglanden. Dit levert op vogelgebied veel leuke soorten op zoals Schotse kruisbek, Schots sneeuwhoen, steenarend, visarenden, rode wouwen, waterspreeuwen, noordse pijlstormvogels, papegaaiduikers, grote en kleine jagers en parelduikers. Daarnaast zijn het ook tuimelaars, zalmen, zomererebia's en gewone bronlibellen die de aandacht vragen, en het is natuurlijk een schitterend land!
|
Schots sneeuwhoen |
|
Parelduikers |
|
Sneeuwgors |
Tuinlijst: 110 soorten
Iedereen een gelukkig en vogelrijk 2015 toegewenst!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten