Om 6 uur rijden Laurens van der Padt, Laurens van der Wind en ik weg ui Ambacht richting het Klein Profijt. Dit jaar zijn we namelijk een project gestart om al de buitendijkse gebieden langs de Oude-Maas te inventariseren op een aantal schaarse vogelsoorten. Het totale gebied is verdeeld in zes stukken vanaf Zwijndrecht tot aan Hoogvliet. Wij nemen een groot stuk nabij Rhoon voor onze rekening, waar de Rhoonse grienden, de golfbaan en het Klein Profijt onder vallen. Een veelbelovend stuk met misschien wel de hoogste ecologische waarde van IJsselmonde. Het beslaat namelijk al de zoetwatergetijdengebieden die bestaan uit grienden en rietvelden. Aangezien hier nog een getijdenverschil is van een meter, is dit gedeelte van IJsselmonde uniek voor Europa. Genoeg redenen dus om eens goed de vogelstand in kaart te brengen.
Dankzij het Zuid-Hollands Landschap mogen we ook in het afgesloten deel van het Klein Profijt, waar onder andere nog een oude eendenkooi ligt. Als we aankomen is het al een kabaal van jewelste, aangezien grote bonte spechten volop in de weer zijn. En daar blijken er nogal wat van te zitten... Ook treffen we enkele groene spechten aan en uiteindelijk ook een vrouwtje kleine bonte specht. We vermoeden dat minimaal één territoria aanwezig is van deze laatste soort, maar dat vereist nog wat meer aandacht de komende tijd.
|
Klein Profijt |
Verder komen we tijdens ons vier uur durende wandeling wat luidruchtige appelvinken, zingende matkoppen, baltsende haviken, een vijftal cetti's zangers en een kleine kolonie blauwe reigers tegen. Daarnaast vormen twaalf overvliegende zwartkopmeeuwen en een mooie bever een leuke afwisseling tijdens deze eerste geslaagde ronde! Als we weer bij de auto aankomen wordt het nog beter, want er komt precies een rode wouw langs zeilen. We staan midden tussen de bomen, maar we kunnen de vogel even later gelukkig weer oppikken in de polder. Bij de Gaatkensplas komt hij uiterlijk mooi recht over en verdwijnt over Barendrecht richting noord. Gaaf!
|
Rode wouw ©Laurens van der Padt |
Nu we toch bij de Gaatkensplas zijn gaan we gelijk even zoeken naar een roerdomp die hier al enige tijd zit. Als we langs het rietkraagje lopen treffen we snel de eerste blauwborst van het jaar, maar even later ook de roerdomp. Dood. Hij blijft namelijk wel erg roerloos en niet veel later staan we ermee in onze handen. Erg mooi om 'm zo een keer te zien, maar het liefst zie je dat natuurlijk niet... Wel erg indrukwekkend die poten waar ze mee door het riet kunnen sluipen.
|
Dode roerdomp |
's Middags bezoeken we eerst nog de Crezéepolder, waar het leuk vogelen is met veel rietgorzen, wat bontbekplevieren, kemphanen en een laat bokje. Ook staat er nog een fraaie zwartkopmeeuw. Die komen nu hard binnen!
Met Laurens van der Wind en Matthieu Plaissier doe ik ten slotte nog de wintervogeltelling op de Sophiapolder. In tegenstelling tot vorige week, toen het niet doorging vanwege de kou, is het nu erg lekker. Zeker als het zonnetje doorbreekt! Qua vogels is het ook niet slecht, met een kleine 200 grutto's, 150 kemphanen, 20 tureluurs en nog een aardig groepje bontbekplevieren. Tussen de steltlopers kunnen we echter geen geringde vogels vinden, maar tussen de meeuwen staan nog wel wat (bekende) Nederlandse kleine mantelmeeuwen, maar ook een Poolse kokmeeuw. Overigens is niet per se een ring nodig om een vogel te herkennen, want in de groep kemphanen loopt een afwijkend exemplaar die ik ook in
augustus 2016 hier heb gezien. Leuk!
|
Afwijkende kemphaan |
|
Grutto's |
Ten slotte kunnen we bij het schelpenstuk ook concluderen dat het er schitterend bij ligt voor het nieuwe broedseizoen. De visdieven, kluten en dergelijke vinden weer een gespreid bedje als ze aankomen!
|
Broedplek visdieven |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten