Bij het Donckse bos is het even wachten, maar na een half uur beginnen het mannetje en vrouwtje bosuil te roepen. Het blijft een schitterend geluid en het is natuurlijk een fijne soort voor vandaag. Verder horen we hier nog meerkoet, grauwe gans en kleine karekiet en begint het zowaar al ergens op te lijken. De volgende bestemming is de polders bij Rhoon om daar kerkuil te doen. Een stop onderweg voor patrijzen levert niet de gewenste soort op maar al wel een luid zingende cetti's zanger en de eerste jaarsoort van de dag, een bosrietzanger.
De kerkuil vraagt iets minder van ons geduld en na niet al te lang komt hij tevoorschijn bij de boerenschuur waar hij in broed. Vanaf hier horen we nog een zingend mannetje bosuil en kunnen we ook knobbelzwaan en oeverloper bijschrijven. Na dit succes besluiten we voor de lastigste uil van het eiland, ransuil, maar op goed geluk door de polders te gaan rijden. We zijn nog amper een kilometer verder als er opeens een uil door mijn koplampen vliegt, een ransuil!
Nu het uilentrio compleet is kunnen we ons meer gaan focussen op het 'normale' spul. Bij de Carnisse grienden horen we de eerste gekraagde roodstaart zingen en bij de Jan Gerritsenpolder kunnen we blauwborst, rietzanger, rietgors, kievit en koekoek bijschrijven. De vogelwereld ontwaakt en de nieuwe soorten voor de daglijst vliegen om de oren. Voor wat andere rietsoorten en met name voor een poging voor roerdomp en waterral is de volgende bestemming de Devel.
Snorren, een sprinkhaanzangers, rietzangers, rietgorzen en kleine karekieten zingen of hun leven er vanaf hangt. Gelukkig weten we ook nog een roepende waterral eruit te filteren. Daarnaast is een jagende boomvalk rond half zes ook wel een goede voor de daglijst en nog nieuw voor de jaarlijst.
Om 10 voor zes rijden we hierna door Ambacht om bij de Karwei zwarte roodstaart te proberen. Als we langs een plek rijden waar ik laatst wel eens een braamsluiper had levert het open raam inderdaad nummer 50 voor de daglijst op. Bij de Karwei wil de zwarte roodstaart helaas zijn bek niet open trekken maar we weten hier wel flink wat soortjes bij te schrijven. Uiteindelijk staat de lijst als we hier rond 6:15 weer wegrijden op 71 soorten, dat gaat lekker!
Zonsopgang langs de Veersedijk |
We krijgen ook te horen dat andere teams nabij de Koedoodse plas een zingende wielewaal hebben. Voor ons allen nog een nieuwe voor het eiland maar we besluiten onze route gewoon af te fietsen. Achteraf een goede keuze want de vogel blijkt al snel verdwenen te zijn. De route langs de Oude-Maas gaat verder maar de tijd ook. Als we rond 10 voor negen bij de Barendrechtse brug zijn staan we op 79 soorten dus de 80 voor 9:00, wat de planning was, zou moeten kunnen. Om 8:59 laat een nachtegaal gelukkig even van zich horen zodat de 80 soorten binnen is, maar het begint ook te regenen. Een blik op de buienradar leert dat we voorlopig nog wel kunnen schuilen óf het regenpak aan en doorgaan. We kiezen natuurlijk voor het laatste maar het is wel gelijk duidelijk dat het lastig soorten scoren is op deze manier.
De buffelkopeend geeft niet thuis en we kunnen eigenlijk alleen oeverzwaluw bijschrijven. Aangezien we ook weer met opkomend tij bij de Sophiapolder willen zijn besluiten we maar gewoon terug te gaan fietsen richting Ambacht. Onderweg terug is een gele kwikstaart de enige soort erbij dus op de Sophiapolder moet 't dan maar gaan gebeuren.
Dat lijkt ook te gaan lukken met kluut, groenpootruiter, kleine plevier, bontbekplevieren, slechtvalk en na een tijdje ook een groep van 5 fraaie zilverplevieren. Vooral de laatste twee zijn mooie bonussen! Aangezien het nog steeds stevig regent stappen we over in een auto van Laurens waarna we richting Rotterdam gaan om meeuwen en ooievaar te doen. De ooievaar werkt geweldig mee en we hoeven niet eens te stoppen. De rest van de Kop van Zuid levert helaas niet de gewenste geelpootmeeuw op en we de paar ringen die we aflezen doen vandaag eigenlijk niet ter zake. We rijden hierna snel door richting de vuilstort bij Heijplaat en onderweg zien we nr. 90 langs de weg zitten, roek! Bij de vuiloverslag zit een pontische meeuw trouw te wachten, mooi! De 100 lijkt nu wel in zicht met nog 9 soorten te gaan, maar helaas hebben de ouders van Laurens de auto nodig. Na even informeren blijkt er bij mij thuis gelukkig nog een auto beschikbaar zodat we dus snel kunnen wisselen.
We besluiten op industrieterrein Donkersloot maar zwarte roodstaart te gaan proberen, maar ook hier waar ze eigenlijk altijd zitten wil het vandaag niet lukken. Een overvliegende purperreiger maakt hier wel veel goed en is nr. 92 op de lijst. In het Donckse bos werken hierna de boomklevers ook goed mee waarna we snel weer door kunnen. Andere plekken op scheepswerven langs de Nieuwe-Maas blijken verlaten door zwarte roodstaarten en dat lijkt een stevige misser te gaan worden. Net als groene specht en sperwer overigens, die ook nog steeds op de lijst ontbreken.
Bij Rhoon zit al enige tijd een tapuit dus dat is de volgende bestemming. Na de auto geparkeerd te hebben is die snel in beeld en het blijken er om 2 te gaan. We kunnen dus snel weer verder richting de heg van de ringmussen. Die blijken zoals verwacht een inkoppertje en we moeten nu dus nog 5 soorten zien te scoren. In de grienden valt nog wel wat te halen en we hebben nog een plek voor grote lijster bij het Kleine Profijt. Daar stappen we uit de auto maar in eerste instantie geven de lijsters niet thuis. Als we weer bijna terug lopen zien we ze de golfbaan opvliegen en tegelijkertijd roept er achter ons eindelijk een groene specht. Nog 3 te gaan, en aangezien op de Sophiapolder rosse grutto en normale grutto's worden gemeld besluiten we die in ieder geval te proberen. We hebben immers nog anderhalf uur.
Deze steltlopers zijn zoals verwacht een eitje en na wat vertraging hebben we nog een half uurtje voordat we gezamenlijk met de andere teams hopen te eten in het NME-centrum. We besluiten dit laatste half uurtje te gebruiken voor een ultieme poging voor sperwer maar het mag niet baten. Klokslag 7 uur komen we aan bij het NME-centrum waar we horen dat de 99 soorten van ons genoeg is voor de eerste plaats. Met 15 soorten verschil van het team 'De waterspreeuwen' van René Los en Dave vd Spoel was dat toch een aardig gat. De andere twee teams waren of al gestopt door de regen of hadden nog andere verplichtingen.
Al was het weer beter hadden we het record van 107 soorten misschien in gevaar kunnen brengen maar 99 soorten was met dit weer wel het maximaal haalbare. Volgend jaar weer?!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten