zaterdag 25 maart 2017

Van de mysterieuze kleine bonte tot mooie stelten

Op IJsselmonde hebben we alles wel aardig goed in kaart over welke soorten er broeden en in welke aantallen. Toch zijn er nog wel wat onzekerheden, en die liggen met name in de grienden langs de Oude-Maas. Jarenlang hebben we bijvoorbeeld langs deze grienden gefietst zonder ooit maar een kleine bonte specht te zien en pas sinds enkele jaren is bekend dat we deze soort gewoon hebben als broedvogel. Een rekensommetje op basis van de sporadische waarnemingen leert dat het toch wel om minimaal vijf paartjes moet gaan. Elk jaar moet je hem dus toch maar wel weer op de jaarlijst zien te krijgen, dus vanochtend gaan Laurens van der Wind, Laurens van der Padt en ik om 6 uur weg richting de grienden. Wat voor spechten moet je vroeg zijn.

We fietsen via de Devel waar enkele blauwborsten en een cetti's zanger zitten te zingen, maar waar we ook al de aarzelende zang van een rietzanger horen! Gaaf zo vroeg, mijn eerste ooit in maart! Verder vertrekken er wat waterpiepers die geslapen hebben en lachen er wat groene spechten. Verder langs de rivier is het nog stil, we moet het doen met een paartje kleine plevier, drie cetti's zangers en twee grote gele kwikstaarten.

Eenmaal in het Klein Profijt aangekomen horen we niet veel later de lange roffel van een kleine bonte specht. Het blijft een gaaf geluid! Niet veel later lukt het ons ook om de vogel in beeld te krijgen, iets wat meestal niet heel eenvoudig is. Het mannetje laat zich zo mooi zien in het ochtendzonnetje, IJsselmonde in optima forma!
Kleine bonte specht
In de grienden blijft het bij deze ene waarneming van deze soort, maar wel horen en zien we nog wat matkoppen en vliegen er nog twee appelvinken over. Die laatste soort is ook zo'n geheimzinnige broedvogel van deze grienden.

We fietsen hierna door richting Poortugaal, want op het Deltaterrein was van de week weer een zwarte mees gehoord. Die kunnen we helaas niet vinden, wel zien we nog wat sijzen en goudhanen die hier nog zitten. De route gaat dus terug richting Ambacht, maar de harde noordoostenwind zit daarbij flink in de weg... In de polders is het helaas ook erg rustig en een verwachte groep witte kwikstaarten met wellicht een rouwkwikstaart ergens op de akkers weten we niet te vinden. Wel zien we nog wat roodborsttapuiten, een slechtvalk, vier reeën, wat ringmussen en een blauwborst in een kaal slootje. Duidelijk een doortrekker dus die hier is neergeploft. Leuk!
Slootje van de blauwborst
Bij de Gaatkensplas blijken even later ook nog geen zwaluwen te zijn gearriveerd, waarna ook in de Zuidpolder weinig te beleven is. In het Waalbos is het even later ook stil met nog wel een groepje kemphanen, wat kleine plevieren en nog steeds veel broedende kieviten en een enkele tureluur. Het is nu echter nog maar een uurtje of twee, dus we hebben nog ruim de tijd om de Crezée- en Sophiapolder te checken. Aangezien het nu hoogwater is, is de Crezéepolder het eerst aan de beurt, en dat blijkt geen verkeerde keuze.
Kievit
Dankzij het hoge water zitten de steltlopers dan namelijk ook onderaan de dijk, waar ze zich prachtig laten bekijken. Met name veel kemphanen, waaronder nog steeds een geringde vogel, wat grutto's, tureluurs, negen bonte strandlopers, een bontbekplevier en ook de zwarte ruiter is nog steeds present.


Kemphanen
Zwarte ruiter
Op de Sophiapolder zijn we hierna ook op het goede moment, het is namelijk afgaand tij dus het stuk bij de vogelhut valt langzaam droog, waar zich na een tijde een mooie groep van 40 tureluurs ophoudt. Daarnaast loopt er ook een tiental grutto's waaronder maar liefst twee geringde exemplaren: een vogel uit Workum en een exemplaar dat 's winters in Portugal is geringd.
Tureluurs
Geringde grutto's (Portugees;boven, Fries; beneden)
Een zwarte ruiter die opeens in zijn eentje voor de hut staat is nog een leuke extra verrassing, maar verder weten we onze tijd ook wel te vullen met het checken van de vele wintertalingen. Stuk voor stuk blijken het normale te zijn en de Amerikaanse wintertaling zit er dus gewoon weer niet. Met verder nog een geelpootmeeuw, wat zwartkopmeeuwen, kluten, kleine plevieren en witgatjes hebben we het om 17u ook wel weer gezien en mogen we weer terugvaren richting de vaste wal. Al met al toch niet een onaardig bezoekje na ook geen onaardig dagje zo op IJsselmonde!
Pijlstaarten en wintertaligen
Zwarte ruiter

Geen opmerkingen:

Een reactie posten