Eindelijk kan ik weer eens ringen op het vogelringstation in Meijendel. Het hele jaar tot nu toe kwam het telkens niet uit, of als het uitkwam was het de regen die roet in het eten gooide. Vandaag loop ik dus eindelijk weer eens de duinen bij Den Haag in en om half 6 voeg ik me bij Maarten Verrips en zijn vriendin die al begonnen zijn met het uitschuiven van de netten. Door de westenwind is de verwachting voor vandaag niet echt hoog gespannen, maar voor mij is elke vogel die we vangen wel weer leuk en nuttig om d'r weer in te komen!
Uiteindelijk resulteerde het in 48 gevangen vogels, verspreid over 12 soorten. Een aantal heb ik maar weer eens vastgelegd, want het blijft toch bijzonder om vogels zo in de hand te kunnen bekijken. Zo vangen we vanochtend ook enkele tjiftjaffen en fitissen, onderstaande vogels zijn beide jonge vogels maar vermoedelijk is de fitis een exemplaar dat al heel wat meer kilometers heeft afgelegd dan de tjiftjaf. En die fitis zal ook de komende weken een stuk verder gaan, tot diep in Afrika...
|
Tjiftjaf |
|
Fitis |
Deze tijd is ook de doortrekperiode van tuinfluiters.
Vorig jaar hing er opeens een sperwergrasmus bij op een dag, maar die heeft toch echt wat meer bandering op de onderstaartdekveren nodig, deze tuinfluiter is daar prachtig wit...
|
Tuinfluiter |
De grootste herrieschopper van vandaag was wel een jonge grote bonte specht, net als lijsters altijd wel in voor een goed gesprek... Wat een kabaal kunnen die maken, maar ze zijn o zó fraai!
|
Grote bonte specht (1kj) |
Ook kleine karekieten houden wel van een praatje. In deze tijd van het jaar is dat wel de bulksoort op het ringstation en vandaag is dan ook bijna de helft van de vogels kleine karekiet. Bosrietzangers, het tweelingbroertje, houden daarentegen meestal opvallend genoeg hun snavel dicht. Het mag duidelijk zijn dat dat niet toereikend is voor een zekere determinatie, maar een eerste ingeving geeft het meestal wel. Om zeker een bosrietzanger op te kunnen schrijven gaat het om de lengte van de handpennen (bosrietzangers hebben langere vleugels - ze moeten verder) en over de grootte van een versmalling op een tweede handpen...
|
Kleine karekiet (links) en bosrietzanger (rechts) |
|
Vleugel van bosrietzanger |
Dan is er nog het nodige echt kleine grut, waarvan de winterkoning in deze tijd nog wel de kleinste is. Met 9 gram is de vogel van vandaag nog een zware jongen, want over een maand zullen de goudhanen arriveren die daar gerust nog een paar grammetjes onder kunnen zitten... Ook sprinkhaanzangers zijn niet groot te noemen, maar het ene jonge beestje dat we vandaag vangen is natuurlijk wel bijzonder fraai...
|
Sprinkhaanzanger |
|
Winterkoning |
Als laatste was er dan ook nog een grasmus vandaag, ook eentje die dit jaar uit het ei is gekropen, maar wel eentje met een bijzonderheidje. Je ziet het wel vaker, maar deze grasmus laat in zijn staart een hele duidelijke zogenoemde groeistreep zien. Ze hebben dan in de nestfase een mindere periode qua voedsel, door ongunstige weersomstandigheden zoals een regenperiode. Maar wel leuk om dat zo terug te zien!
|
Grasmus met een groeistreep |
Al met al op de ringbaan geen bijzonderheden, maar wel gewoon veel fraaie gewone vogelsoorten en weer erg gaaf om zo met de vogels bezig te zijn!
Voor de totalen zie
hier.
Op de terugweg kijk ik nog even in Rotterdam-Zuid voor wat geringde meeuwen, maar de oogst is mager met enkel wat geringde Nederlandse kleine mantel- en zilvermeeuwen. Een grote aalscholver die op een dammetje staat te rusten is nog wel een leuke verrassing.
|
Grote aalscholver |
|
Kleine mantelmeeuw Z-03 |
Als laatste kijk ik nog even in Rhoon, waar het vrouwtje witoogeend nog steeds rond blijkt te dobberen. Weer een nieuwe voor de maandlijst!
|
Kuifeend (vrouw) |
|
Witoogeend (vrouw) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten