Bosuil |
Regenwulp |
Purperreiger |
Grote zilverreiger |
Paapje (man) |
Ringmus |
Spotvogel |
Zwarte wouw |
Zomertalingen |
Beste lezer, In dit blog wil ik wat van mijn belevenissen als vogelaar (die ook naar libellen, (nacht)vlinders, sprinkhanen, reptielen, zoogdieren en planten kijkt) met jullie delen. Vogelen is als jaren mijn grootste passie en in mijn vrije tijd ben ik, zoals jullie hieronder wel lezen, dan ook veel buiten te vinden. Ik wens jullie erg veel leesplezier. Cornelis Fokker
Bosuil |
Regenwulp |
Purperreiger |
Grote zilverreiger |
Paapje (man) |
Ringmus |
Spotvogel |
Zwarte wouw |
Zomertalingen |
In april lukte het om een paar leuke soorten te zien, waaronder een nieuwe voor Nederland en twee voor IJsselmonde. Zie daarvoor een eerder bericht. Verder was ik vooral bezig met het onderzoek naar matkoppen en kieviten. Veel tijd besteedde ik dus ook aan deze soorten, naast de nodige broedvogelmonitoring die ik weer mocht doen. Tot eind april kwam ik nog wat bokjes tegen, terwijl ik in het begin van de maand nog één vangpoging heb gedaan bij de Donckse Velden. In dit gebied bleek een slaapplaats van zo'n 15 exemplaren aanwezig, waaronder een metaal geringde waterpieper. Het doel was om deze vogel te vangen, maar dat mislukte helaas. Omdat de vogel rechts geringd was, is het geen vogel van mij, dus spannend... Wie weet volgend jaar?
Kleine bonte specht |
Omdat begin mei weer de regionale Big Day op IJsselmonde staat gepland, moest er natuurlijk ook nog wat tijd worden vrijgemaakt voor een degelijke voorbereiding. Het is toch elk jaar weer zoeken naar soorten als dodaars, maar het leverde nu weinig echte verrassingen op. Het ontbreken van waterral op alle plekken die we checkten bood weinig hoop voor de grote dag. Sowieso is een succesvolle dag altijd afhankelijk van de trekomstandigheden, dus dat is altijd afwachten!
In april waren op sommige dagen wel goede omstandigheden en lukte het om soms wat leuke krentjes mee te pakken. Op 15 april zagen we een zwarte wouw vanuit kantoor die vanuit de Crezéepolder werd aangekondigd. Op 16 april probeerden we dat kunstje te herhalen toen er weer een zwarte wouw werd gemeld, maar nu zagen we een jagende visarend en een ringtail grauwe kiekendief die op enorme hoogte recht over kantoor kwam. Zeker die laatste is toch wel echt een goede voor IJsselmonde!
In het kader van de voorjaarstrek was ik dit jaar ook voornemens om meerdere keren naar de Maasvlakte te gaan. Volgens mij wordt er in het voorjaar veel te weinig op dergelijke plekken gevogeld, terwijl er in de loop van de jaren serieus veel zeldzaamheden zijn gevonden. Op 30 april was de eerste mogelijkheid, samen met collega Daan van Braak. We kwamen rond half 11 aan bij het Luzerneveld, en één van de eerste vogels die we op de vlakte tegenkwamen was een grote pieper! We ontdekten de vogel op roep, die zich daarna, schuw als die was, meerdere keren leuk op flinke afstand liet bekijken. In eerste instantie meenden we met een duinpieper van doen te hebben, maar later bleek dat het toch een grote pieper was. Erg leuk in het voorjaar en gelijk een goed begin natuurlijk!
Grote pieper |
Naast deze grote pieper was het Luzerneveld leuk met een mooie groep kwikstaarten, waarvan het grootste deel Engelse kwikstaarten. Schitterende vogels! Verder zaten er meerdere tapuiten, boompieper en een paapje. In de bosjes op de Vuurtorenvlakte, waar eerder dit voorjaar al een balkanbaardgrasmus zat, zagen we onder andere gekraagde roodstaart, kleine karekiet, tuinfluiter, meerdere zwartkoppen, fitis en tjiftjaffen. Stil was het dus zeker niet! Een aantal kilometers langs de buitenring leverde vervolgens niks op, alleen een tjiftjaf. We besloten dus door de kale strook aan de andere kant van de weg terug te lopen, zonder enige verwachting eigenlijk. Opeens vloog daar vlak voor onze voeten, net achter de rand in een greppel, een hop op! Weer zo'n leuke verrassing, maar hij vloog over het spoor weg, waar we hem even later niet terug konden vinden. Met een grote pieper en een hop was het daarmee natuurlijk een uitermate geslaagde middag! Op een paar andere plekken kwamen we niet verder dan veel tapuiten, veldleeuweriken en nog een fraaie beflijster. Voor herhaling vatbaar!
Engelse kwikstaart |
Regenwulp |
Ten slotte hadden we in april ook nog onze jaarlijkse team-tweedaagse. Dit jaar weer naar Limburg, waar we vooral weer in een paar mooie gebieden zijn geweest. Het was behoorlijk regenachtig weer, dus qua vlinders was het helemaal niks. De bekende zeldzame planten kwamen we wel overal weer tegen, met soorten als purperorchis, gulden sleutelbloem, soldaatje en meer van dat soort Limburgse specialiteiten. Leuk was een nestje grote gele kwikstaarten bij ons verblijf, een koerende zomertortel en één van de bekende oehoe's in de ENCI-groeve. Het absolute hoogtepunt was voor mij een avondje rondrijden in de hoop op wilde kat, wat maarliefst twee exemplaren opleverde! Nadat we eerste al de nodige reeën, hazen en dassen hadden gezien, zagen we in het bos bij een poeltje opeens een wilde kat! Het beest bleef strak bij het poeltje zitten en leek het te hebben gemunt op twee aanwezige wilde eenden. Hierdoor konden we hem schitterend bekijken en lukte het zelfs ook om collega's die in andere auto's aan het zoeken waren om het beest te zien. Terwijl wij het dier volgden met warmtebeeldkijkers, verscheen opeens een tweede kat op het toneel. Ze hadden even aan de stok, waarna één van de beesten afdroop. De andere kwam weer terug en liet zich wederom goed bekijken, een erg gave waarneming!
![]() |
Wilde kat (Foto: Thomas Los) |
![]() |
Poelruiter |
![]() |
Geringde kievit |
![]() |
Geringde scholekster |
![]() |
Uitzicht vanaf de Oude Schulpweg |
![]() |
Smal longkruid op de terugweg uit Amsterdam |
In maart zetten de verschillende soortonderzoekjes zich weer voort. Waterpiepers ving ik weer langs de Devel en ik kon de nodige exemplaren aflezen, bokjes bleken nog ter plaatse wat hele waardevolle zenderdata opleverde en ook de houtsnippen waren 's avonds nog aanwezig. Daarnaast was ik in maart vooral veel tijd bezig met het in kaart brengen van matkoppen in de regio, en ook al om de nesten te zoeken. Het ringen lukte dit jaar helaas een stuk minder, maar gelukkig bleken de aantallen op IJsselmonde nog goed! Na vele ochtenden zoeken lukte het eindelijk om eind maart het eerste nest te vinden. Erg leuk was ook dat het lukte om het groepje overwinterende baardmannetjes in het Klein Profijt te vangen en te ringen. Helaas zat er in tegenstelling tot afgelopen winter geen geringd exemplaar tussen.
![]() |
Baardman |
![]() |
Matkopnest (in de rechter, smalle stam) |
![]() |
Het uitzicht wat ik meestal zag in maart... |
![]() |
Witte kwikstaart Rm/GWW |
Ook de kieviten op IJsselmonde brachten we weer in beeld, dus het was in maart vooral veel vogelen in het kader van soortonderzoeken. Overigens leverde dat ook nog een leuke aflezing op van een vorig jaar in het Waalbos geringde kievit in de polders bij Dordrecht! Bij al dat zoekwerk loop je natuurlijk zo nu en dan tegen leuke verrassingen op. Langs de Essendijk had ik zo een schitterende foeragerende rosse vleermuis, midden op de dag! Op IJsselmonde zijn ze al schaars, dus zo'n waarneming (van waarschijnlijk een doortrekker) is tamelijk uniek. Ook zaten er nog een drietal middelste zaagbekken op de bouwdok bij Barendrecht, wat de laatste jaren steeds gewoner lijkt te worden. Hoelang zal het duren voordat we 'm hebben als broedvogel?
Op de Sophiapolder deden we nog een wintertelling. Naast de grutto's en kemphanen die natuurlijk weer massaal zijn teruggekeerd, was het niet heel noemenswaardig. Een aflezing van een eigen kluut was natuurlijk heel nuttig, want zo heel veel kluten zijn nog niet terug. Bovendien is het nog maar de vraag of ze dit jaar gaan broeden, nadat het afgelopen jaar volledig was mislukt... Ook kwam nog een schitterende zeearend over, dit deze maand nu wel echt is begonnen met broeden langs de Oude Maas. Hopelijk gaat het dit jaar wel lukken, zou erg gaaf zijn natuurlijk zo in de regio!
In maart beginnen natuurlijk ook altijd de broedvogeltellingen weer. In mijn eigen tijd doe ik er geen dit jaar, om zo alle tijd in matkoppen te kunnen steken. Maar voor het werk mag ik er gelukkig de nodige doen, waaronder in De Brand in Brabant. Het eerste ochtendje bmp'en begon lekker, want ik was nauwelijks aangekomen in Brabant toen op IJsselmonde een kleine topper werd gemeld. 's Ochtends had ik de waarneming van een ingevoerde topper van de dag ervoor kort bekeken, maar met te weinig aandacht om te zien dat het niet klopte. Het bleek dus uiteindelijk een kleine topper te zijn die gelukkig ook nog steeds aanwezig was! Na mijn broedvogeltelling dus weer linea recta naar IJsselmonde en deze Noord-Amerikaanse dwaalgast bleek gelukkig nog rustig ter plaatse. In de regio waren er al wel meerdere gevallen van kleine topper gemeld, maar gelukkig nu dus een keertje op IJsselmonde! Uiteraard de eerste voor het eiland en een fijne nieuwe voor de IJsselmondelijst.
Kleine topper |
Naast de broedvogels in Brabant tel ik dit jaar ook gebiedjes in Zeeuws-Vlaanderen. Een leuke plek, alhoewel het natuurlijk niet helemaal om de hoek ligt. Het leukste aan Zeeuws-Vlaanderen zijn misschien wel de waterpiepers, die daar ook in flinke getalen zitten. Ze slapen langs de kreken en foerageren waarschijnlijk (dat is nog onbekend) op het omliggende akkerland. Erg leuk en leerzaam om te zien dat de hoge dichtheden daar op vergelijkbare manier worden behaald als op de Zuid-Hollandse Eilanden, maar dan nog flink hoger zijn. De zuidelijkere, warmere ligging draagt daar wellicht aan bij.
Kleine bonte specht |
Middelste bonte specht |
Akker vol zwartkopmeeuwen |
Al met al was het weer een soepele overgang van de winter naar het voorjaar. Benieuwd wat het voorjaar nog meer in petto heeft!
De bezigheden van januari hebben zich grotendeels doorgezet in februari. De afgelopen weken heb ik me uitstekend vermaakt met het zoeken naar slaapplaatsen van waterpiepers, maar natuurlijk ook het aflezen van waterpiepers. In de hoop op de terugkeer van de Siberische waterpieper in de Hoeksche Waard ben ik uiteindelijk nog een paar keer die kant op gegaan, maar dat wilde helaas niet lukken. Uiteindelijk zag ik daar met veel pijn en moeite nog wel een geringd exemplaar, maar in de Hoeksche Waard zijn deze winter eigenlijk geen goede percelen geweest om de waterpiepers goed te kunnen checken. Desalniettemin denk ik niet dat ik de Siberische dwaalgast gemist heb, terwijl daar overigens eind februari ook alweer een rouwkwikstaart in de groep liep.
Op IJsselmonde kon ik natuurlijk nog wel veel aflezen en op het eiland van Dordrecht lukte het na meerdere pogingen ook om een groep van tientallen vogels goed te checken. Zonder resultaat helaas! Het vangen van houtsnippen ging deze maand ook weer door, terwijl de bokjes in verband met de zenders de rust kregen. Wel bleek het systeem van de zenders helaas niet optimaal te functioneren, maar desalniettemin kregen we wel de eerste data binnen! Heel leuk om de lokale verplaatsingen van een individu in te zien, wat we op korte termijn en met de data van meerdere vogels zullen uitwerken en publiceren!
![]() |
Bokjes habitat |
![]() |
Een houtsnip overdag op een kale akker: verrassend! |
In februari komt natuurlijk ook het voorjaar alweer een beetje op stoom. Ook dit jaar is het plan weer volop bezig te zijn met matkoppen, dus februari is een uitgelezen kans om de territoria al vast goed in beeld te brengen. Dat lukte dan ook goed en op IJsselmonde bleken de dichtheden in de Rhoonse grienden en Klein Profijt nog steeds hoog. Daarbuiten is het wel steeds lastiger om ze te vinden en zijn ook dit jaar weer matkoppen verdwenen op locaties, helaas! In de Rhoonse grienden konden we nog een exemplaar kleurringen, maar over het algemeen waren ze lastig te vangen. In het Klein Profijt zat ook nog steeds een groepje overwinterende baardmannen en bleken zeker twee territoria boomklever aanwezig.
![]() |
Matkop Ym/NY |
![]() |
Rhoonse grienden |
En met dat het voorjaar eraan komt, is er dus ook weer de eerste trekbeweging. Op de Sophiapolder verschenen met de wintertelling weer de nodige grutto's en kluten, terwijl op 24 februari nog twee groepen kraanvogels schitterendover kantoor kwamen. De laatste groep werd al opgemerkt in Vlaanderen en bleek goed de wind in de zeilen te hebben, want binnen twee uur kwamen ze over kantoor. Blijft leuk om de kraanvogeltrek in Zuid-Holland te zien die steevast van dezelfde baantjes gebruik maakt!
Ten slotte name ook de eerste kieviten weer de territoria in, en konden we alweer de nodige teruggekeerde gekleurringde kieviten aflezen. Zeker met de fikse aantallen die we afgelopen jaar konden ringen, was er behoorlijk wat af te lezen. Al met al zijn we heel benieuwd waar we dit seizoen alle gekleurringde vogels terug gaan zien en hoe dit seizoen natuurlijk verder zal gaan verlopen!
![]() |
Kievit uit Bleiswijk in de Crezéepolder |
![]() |
Broekpolder bij Vlaardingen |
![]() |
Waterpieper Rm/NYR |
![]() |
Bokje met zender |
Drieteenspecht |
Het leek vandaag een rustig, typische winterdag op kantoor te worden. Wat overleggen en rapportjes op het menu en geen vuiltje aan de lucht. Met Leon Boon zat ik dan ook rustig in een overleg, toen we tijdens het overleg rond de klok van half twee plotseling een melding doorkwam: brileider op Texel! Eerst wat ongeloof en halve verwarring tijdens het gesprek, maar na een minuut concluderen we dat het beter gaat zijn om het overleg even telefonisch in de auto voort te zetten. Na een korte uitleg is de laptop dicht geklapt en enkele minuten later zitten we in de auto. Dit zou namelijk wel een enorme knaller zijn, een soort op de arctische toendra broedt en op de Beringzee overwintert!
Eenmaal in de auto duurt het niet lang voordat de vogel in beeld is, nadat in eerste instantie alleen een foto op waarneming.nl was verschenen. Iedereen was nog half in onzekerheid of het wel klopte, maar dat was dus zo! Een zoektocht naar de Europese gevallen leerde ons dat het zo ongeveer de zesde voor Europa is, na eerdere gevallen op Spitsbergen en in Noord-Noorwegen. Ongelofelijk dus! Nadat we goed op weg zijn en blijkt dat de boot van 15:30 haalbaar is, wordt het overleg weer hervat en ook weer spoedig afgerond. Zelf heb ik om 14:30 nóg een overleg, zodat ik ook tot op het eiland achter een Teams-vergadering zit... Dat zijn wel weer de voordelen van deze tijd...
De boot van 15:30 halen we keurig op een paar minuten, de vogel is nog steeds op beeld dus vol vertrouwen rollen we iets voor vieren het eiland op. In kolonne gaat het richting het Wagejot, waar de vogel aan de buitenkant op de Waddenzee dobbert met normale eidereenden. Eenmaal de dijk over gerend is de vogel gelijk in beeld en laat zich op afstand goed bekijken. Schitterend! De opvallende tekening op de kop maakt het tot een maffe vertoning, maar wel uitzonderlijk om te zien! Heel veel 'gevoel' heb ik ook weer niet bij deze vogel, maar dan komt wellicht doordat hij zo onverwachts uit de lucht komt vallen. Maar wat een beest!
![]() |
Slechtste foto die gemaakt is denk ik... Was net aan het poetsen |
We besluiten uiteindelijk met de boot van 18:00 terug te gaan, dus ook nog even te wachten op de twitchers die met de boot van 16:30 op het eiland komen. Het licht wordt wel steeds minder, dus toch wel heel prettig dat het lukte om de boot van 15:30 te halen. Desalniettemin komt het voor de tientallen aanstormende vogelaars goed en hebben ze de telescopen voor het uitzoeken om deze mega te zien. Wat een ongelofelijk begin van het jaar!
![]() |
Vogelaars |
![]() |
Zonsopkomst boven de Rietputten |
![]() |
Bokje |
![]() |
Vogelaars op de kade |
![]() |
Pacifische parelduiker |
Zoals ik jaarlijks doe maak ik aan het eind van het jaar altijd een overzicht van de hoogtepunten van het afgelopen jaar. Dit jaar ben ik wat rustiger geworden met het schrijven op m'n blog, dus ook deze terugblik gaat wat korter worden (denk ik...). Het was vooral een jaar met heel veel nieuwe soorten, liefst 9 zag ik er! Daarnaast niet heel veel gevogeld (volgens mij..), maar met name bezig geweest met eigen onderzoeksprojectjes. Een twitch tussendoor is dan natuurlijk altijd een goede afwisseling!
Het jaar begon goed, niet gelijk met een lifer, maar op 3 januari vond ik de Siberische waterpieper terug in 's-Gravendeel! Tijdens het tweede of derde bezoek aan de polder deze winter, waar een mooie groep waterpiepers een spruitenstoppel had gevonden, liep deze enorme dwaalgast opeens mijn scopebeeld in. Heel gaaf om hem weer terug te zien en gelijk nu ook een stuk beter dan de vorige winter. De weken daarop bleek de vogel lastig en in februari kon ik 'm al niet meer terugvinden. Ook diverse geringde waterpiepers verdwenen op dat moment al uit beeld, de wegtrek van waterpiepers kan vroeg beginnen...
![]() |
Siberische waterpieper |
Eind februari werd ik op een zondag opeens opgeschrikt, want totaal onverwachts vloog er een donkere fase dwergarend over de tuin. Mijn eerste nieuwe soort van het jaar en dan ook nog gelijk over de tuin, een goed begin!
Dwergarend |
In maart bezocht ik op één van zijn laatste dagen de zwartkoprietzanger die langs de Grebbedijk bij Rhenen was ontdekt. Eerder hoorde ik al twee keer een zwartkoprietzanger in Nederland, maar zien lukt uiteindelijk niet in de Ooijpolder en de Biesbosch. Deze mooie, zonnige ochtend in maart was dus een stuk succesvoller, want met mijn kijker zag ik hem af en toe fraai door het riet skulken. Een gaaf beest!
Een nieuwe soort was het dus niet, maar een beetje voelde het wel zo. Begin mei begon het echt pas te lopen met de nieuwe soorten, toen op Texel een kuifkoekoek werd gevonden. Eén van mijn schaamsoorten, maar eentje die sinds 2015 niet meer twitchbaar ais geweest in Nederland. In het begin van zijn verblijf op Texel was hij lastig, maar uiteindelijk bleek hij redelijk voorspelbaar en op de ochtend dat wij gingen liet hij zich goed, maar wel op grote afstand bekijken. Erg gaaf om te zien natuurlijk en weer een mooie soort rijker!
![]() |
Kuifkoekoek |
Vanaf toen ging het wat beter lopen, want op 31 mei werd er in de Driemanspolder bij Zoetermeer een heuse grote tafeleend ontdekt. Een nieuwe soort voor Nederland, nadat een vogel die jarenlang in de duinen uiteindelijk als waarschijnlijk escape was ontmaskert. Die vogel zag ik toentertijd nooit, maar nu leek dus alles goed te zitten. Nadat de vogel op 31 mei was vertrokken stond ik er op 1 juni niet met het eerste licht, maar al snel werd de vogel gemeld en kon ik 'm dus ook bijschrijven.
![]() |
Grote tafeleend |
Juli was dit jaar uiteindelijk voor mij de beste maand. Het begon met een scharrelaar die opdook in de Meinweg (Limburg) en daar al een paar dagen aanwezig bleek te zijn. Een twitch op het eind van de dag leek onhaalbaar, dus ik gokte op de volgende ochtend. Dat lukte goed, want dankzij mijn warmtebeeldkijker ontdekte ik de vogel al op de slaapplek en uiteindelijk ook schitterend op de hei.
Scharrelaar |
Twee weken later was het weer prijs, weer zo'n typisch zomerse dwaalgast: groene bijeneter! Ook nu komt het natuurlijk weer net niet helemaal uit, want ik moest weer op tijd terug op kantoor zijn. Nadat de vogel een paar keer was vervlogen maar uiteindelijk toch wel ter plaatse bleef, besloten Jonathan Janse en ik toch te gokken dat we met twintig minuutjes op locatie wel voldoende zouden hebben. Na de auto geparkeerd te hebben bij Noordwijkerhout direct de duinen in, waar Jonathan 'm ongeveer in de eerste meidoorn ziet zitten. Het kan verkeren...
![]() |
Groene bijeneter |
De beste soort van de maand kwam ook op het laatst, en zoals meestal in de zomer tijdens het veldwerk. Met een aantal collega's hoefden we niet lang na te denken toen de melding doorkwam en liepen we linea recta het veld uit bij Nieuwkoop, op naar Walcheren! Na een soepele rit liep daar de pas tweede Indische kievit voor Nederland, schitterend in een duinvalleitje! Erg gave soort, en zeker als er regelmatig bijeneters en zomertortels overvliegen...
![]() |
Vogelaars bij de Indische kievit |
Na een vakantie in augustus kwam ik op 2 september weer vol goede moed op kantoor. Voor een afspraak moest ik al in Noordwijk zijn, maar al snel kwam de melding van een veldrietzanger bij Den Helder! De vogel leek goed te doen, dus nadat de afspraak was afgelopen ging het linea recta richting het noorden. De veldrietzanger was gevonden in een klein wilgencomplexje en wat riet in het duingebied, en kon eigenlijk geen kant op. Meestal liet hij zich uitsluitend zien na het afspelen van geluid, en bij aankomst was dat net gedaan. Veel vogelaars vertrokken dus en hadden hem net mooi gezien, dus voor ons was het een uurtje in spanning afwachten. Na het afspelen van het geluid kwam het echter gelijk goed en liet de veldrietzanger zich op afstand schitterend bekijken! Een zeldzame soort die met enige regelmaat wordt gevangen, maar dit was pas de tweede twitchbare vogel in het veld.
![]() |
Wachten bij de veldrietzanger |
Een maand later mocht ik in Wassenaar mijn 450ste soort op de lijst bijschrijven: een roetvliegenvanger! We stonden net op het punt een rondje te gaan wandelen, dus die wandeling zou in de Ganzenhoek moeten gaan plaatsvinden... Een hectische twitch van weer een nieuwe soort voor Nederland, en ook pas de derde voor Europa! Een hele gave soort!
![]() |
Twitchers bij de roetvliegenvanger |
Ten slotte was er eind oktober nog een rotszwaluw, die een nacht op de kerk in Oosterend op Texel doorbracht. Op de zaterdagochtend vroeg zagen we met de warmtebeeld dat de vogel nog aanwezig was, waarna hij zich in de vroege ochtend schitterend liet zien in het dorpje. Net zoals eerdere lifers dit jaar (scharrelaar, kuifkoekoek, dwergarend) was dit toch ook wel een inhaler, maar wel een hele fijne natuurlijk.
![]() |
Rotszwaluw |
Naast het twitchen van zeldzame soorten heb ik weinig zeldzaamheden in het land gezien. Een bezoek aan de Nieuwe Driemanspolder in juli voor een vorkstaartplevier liep helaas op een dip uit, zo kon ik deze nieuwe soort voor mijn Zuid-Hollandlijst niet bijschrijven. Wel vloog hier nog een witwangstern rond en zo kon ik ook nog o.a. roze spreeuw en morinelplevier nabij een zeldzaamheid bijschrijven. Zelf zoeken heb ik dit jaar ook niet veel gedaan, ik denk dat ik 2 keer op de Maasvlakte ben geweest... Vogelen in het najaar leverde verspreid nog wel wat bladkoningen, een dwerggors, ortolaan en roodpootvalk op. In de winter vond ik verrassend met het zoeken naar waterpiepers nog een buidelmees. De vondst van een roepende kwartelkoning in de Zegenpolder was wellicht mijn leukste vondst van het jaar (na de dwergarend).
Die vondst brengt ons ook nog naar IJsselmonde, waar het met drie nieuwe soorten voor de lijst een prima jaar was. Na de dwergarend duurde het alleen tot in november, toen er twee keer kort achter elkaar een soort op dezelfde plek opdook. Op 11 november dreef een parelduiker over de rivier richting het Noordpark (Zwijndrecht), waar hij ruim een uur aan onze kant bleef dobberen en zich uiteindelijk ook in het Balkengat schitterend liet bekijken. Een nieuwe soort voor het eiland, al snel gevolgd door een andere nieuwe soort voor IJsselmonde op dezelfde locatie: een humes bladkoning werd op 28 december ontdekt!
![]() |
Parelduiker |
Jaarlijsten doe ik al jaren niet meer op IJsselmonde, maar de nodige zeldzaamheden kwam ik nog wel tegen, zoals middelste zaagbekken, kwartels, kanoet, reuzenstern, drieteenstrandloper, koereigers, rode en zwarte wouwen, grauwe kiekendief, goudvink en nog een onverwachtse sneeuwgors. Een steltkluut in Oud-Reijerwaard was in april een leuke vondst en in februari was er op twee dagen nog mooie kraanvogeltrek, met meerdere groepen uit kantoor in Ambacht. Daarvandaan zag ik ook nog een fraaie zwarte wouw, koereiger en met grote regelmaat zeearenden. Heel leuk was ook de aflezing van een Finse krombekstrandloper in de Crezéepolder, die krap een week ervoor was geringd in Finland! Een Big Day hebben we dit jaar niet gedaan op het eiland overigens.
![]() |
Finse krombekstrandloper |
Op IJsselmonde was ik verder vooral druk met mijn onderzoeksprojecten, die zich momenteel nog steeds richten op matkop, kievit, bokjes, houtsnip, huismus en waterpiepers. Het leverde veel mooie vangsten, onverwachte aflezingen en leuke resultaten op! Zo zijn er ondertussen alweer 5 houtsnippen elders in Europa geschoten, namelijk in Rusland (3), Frankrijk (1) en Italië (1). Helaas werden dit najaar ook weer twee kieviten geschoten gemeld in Frankrijk. Het één en ander is of zal uiteraard worden uitgewerkt in artikelen. Ringen in Meijendel deed ik dit jaar weinig, en helaas was het broedsucces van de kolonie op de Sophiapolder ook beperkt: er kwam zelfs geen enkele kluut groot, maar wel konden we nog de nodige visdieven en wat stormmeeuwen ringen.
![]() |
Waterpieper R/WNR |
![]() |
Sneeuwgors |
![]() |
Bosrietzanger in oktober (Woerden) |
![]() |
IJsvogel en draaihals (VRS Meijendel) |
Wat betreft zoogdieren was het dit jaar vrij rustig, maar een gewone dolfijn in IJmuiden kon ik natuurlijk niet links laten liggen en was nog nieuw op de lijst. Muizenonderzoek op IJsselmonde was ook leuk voor de verandering, maar leverde niet de gehoopte waterspitsmuizen op. Wel was het talrijk voorkomen van dwergspitsmuizen erg leuk en verrassend. De groep watervleermuizen onder de A16 was ook dit jaar weer aanwezig en bleek inderdaad om een kraamkolonie te gaan. De andere kraamkolonie in de Zwijndrechtse Waard kon ik lokaliseren in het Slobbenoordbos, terwijl ik boven de Devel ook meerdere meervleermuizen had.
Gewone dolfijn |
Op het gebied van vlinders en libellen heb ik in Nederland niet heel veel zeldzaams gezien, maar met de teamtweedaagse in Drenthe was het goed om weer eens maanwaterjuffers en noordse witsnuitlibellen tegen te komen. Op IJsselmonde was het echter wel een heel leuk libellenjaar, en door gericht zoeken heb ik uiteindelijk mijn eerste zuidelijke heidelibel (2e voor het eiland) en mijn eerste zwervende pantserjuffer (3e voor het eiland) gevonden. Mijn beste vondst was wellicht een jagende zuidelijke glazenmaker bij de Jan Gerritsenpolder, dat was een compleet nieuwe voor IJsselmonde! Naast deze nieuwe soort zag ik ook nog lokale zeldzaamheden als blauwe breedscheenjuffers, bruine korenbout, smaragdlibel, vuurlibellen, rivierrombouten, tengere grasjuffers en zuidelijke keizerlibellen.
Zuidelijke heidelibel |
Zwervende pantserjuffer |
Ook op het gebied van sprinkhanen was het op IJsselmonde echt een goed jaar. Greppelsprinkhanen vond ik ook weer ten westen van de A29, maar gouden sprinkhaan blijft nog steeds stabiel in de Crezéepolder. Op de Sophiapolder is de populatie helaas na de herinrichting van de dijken verdwenen, maar zal wellicht weer een keer volgen?! Een gerichte zoekactie naar boomkrekel leverde op de Sophiapolder wel zoals verwacht één zingend exemplaar tegen! Het zou eigenlijk de eerste voor IJsselmonde zijn, ware het niet dat ik de avond ervoor een boomkrekel vond in Rijsoord tijdens een ronde voor spoorkrekels! Een lang verwachte nieuwkomer ook op het eiland, en die spoorkrekels zitten werkelijk overal op het oosten van IJsselmonde, maar ook rondom de Waalhaven. De ontdekking van een populatie kiezelsprinkhanen bij de Waalhaven, deed mij besluiten om ook in Zwijndrecht op wat spoortjes rondom Kijfhoek te gaan zoeken. Dat leverde zowaar ook de vondst van een populatie kiezelsprinkhanen op op een braakliggend terrein! Na de eerste vondst voor Nederland in Rotterdam-Zuid (ook op IJsselmonde dus), blijkt dat er nu weer/nog twee populaties op het eiland zijn, waarbij opgemerkt moet worden dat ik de kans wel heel groot acht dat er een grote populatie op rangeerterrein Kijfhoek aanwezig is.
![]() |
Kiezelsprinkhaan |
![]() |
Boomkrekel |
In Nederland kon ik in september uiteindelijk nog rozevleugel op mijn Nederlandse lijst bijschrijven. In Groeve 't Rooth werd deze zomer een populatie ontdekt, en met een reguliere excursie de groeve in kon ik deze fraaie nieuwkomer bijschrijven. Sprinkhanen blijven voor mij toch een aansprekende soortgroep in Nederland en dit was soort nr. 45, waarbij alleen de kleine wrattenbijter (zit op een militair oefenterrein) nog ontbreekt.
![]() |
Rozevleugel |
Ten slotte heb ik natuurlijk ook weer naar de planten gekeken dit jaar. Met iets meer enthousiasme heb ik ook gefocust op mijn IJsselmondelijst, waar ik totaal 58 soorten kon bijschrijven. Daarbij toch ook wel wat hoogtepunten als hondskruid, moeraswespenorchis, driekantige bies (bijna verdwenen), kleine rupsklaver, slangenlook, echt lepelblad, groot nimfkruid en klavervreter. Door het zoeken naar zeldzame plantjes kom je toch ook weer net op andere plekken op het eiland. In Nederland kon ik uiteindelijk 40 nieuwe soorten bijschrijven, wat ik vooral deed met gecombineerde rondjes (bijv. twitch naar scharrelaar, bezoek aan de rozevleugel en met werk). Het zijn vrijwel uitsluitend allemaal echte zeldzaamheden, zoals zomerandoorn, wigbladige roos, strobloem, grote biesvaren, kleine biesvaren, koprus en slank wollegras.
![]() |
Klavervreter |
![]() |
Klein nimfkruid |
![]() |
Zomerandoorn |
![]() |
Veldgentiaan |
Een vakantie hadden we in augustus nog in Noorwegen, waarbij het lukte om een paar leuke doelsoorten te zien. Het duurde even, maar uiteindelijk heb ik schitterend witrugspecht gezien. Erg blij was ik ook met waarnemingen van taigagaai en moerassneeuwhoen, maar helaas lukte het niet om bruinkopmezen te vinden (zit nog een populatie vrij zuidelijk). De vakantie werd nog wel aangevuld met waarnemingen van elanden, parelduikers, korhoenen, steenarend, ruigpootbuizerds, notenkrakers en ook (uitgezette) muskusossen.
Witrugspecht |
Korhoen |
Muskusos |
Parelduiker |
Eland |
Taigagaai |
Uiteindelijk resulteerde het bovenstaande in een update van de volgende lijstjes:
Nederlandse lijst: 451 soorten
Zuid-Hollandlijst: 371 soorten
IJsselmondelijst: 269 soorten (incl. Siberische tjiftjaf, rouwkwikstaart, Engelse kwikstaart, noordse kwikstaart, kleine barmsijs en witstuitbarmsijs)
Hendrik-Ido-Ambachtlijst: 225 soorten
Jaarlijst 2024: 238 soorten (incl. witbuikrotgans, Engelse kwikstaart, noordse kwikstaart, rouwkwikstaart, grote barmsijs)
IJsselmonde 2024: 179 soorten (incl. Engelse kwikstaart, noordse kwikstaart en rouwkwikstaart)
Dagvlinders: 71 soorten (excl. geraniumblauwtje)
Sprinkhanen: 45 soorten (excl. huiskrekel, spoorkrekel, schildboomsprinkhaan, westelijke zorrosprinkhaan en zuidelijke boomsprinkhaan)
Alle lezers een gelukkig en natuurrijk 2025 toegewenst!