donderdag 31 juli 2025

Juli 2025

In juli beginnen de matkoppen weer met zwerven, wat afgelopen jaar weer een geschikt moment bleek om exemplaren te ringen. Ook dit jaar lukte het weer een paar keer om succesvol matkoppen te vangen en kleurringen voor het onderzoek, zodat ik uiteindelijk 19 exemplaren van kleurringen kon voorzien. 


Matkop

Overige ringonderzoeken waren afgelopen of nog niet gestart, alleen een nestje kerkuilen in Zwijndrecht kon ik nog ringen. Verder ben ik in juli veel op pad geweest om kieviten af te lezen. Op een bewerkte akker in de Portlandpolder, in de Crezéepolder en in de polders in Zwijndrecht lukte het uiteindelijk om tientallen exemplaren af te lezen. Met name jonge vogels van voorgaande jaren en slechts één jonge vogel van dit jaar, maar heel nuttig om de overleving van onze kieviten in beeld te brengen. In de Crezéepolder liepen dit jaar ook weer veel grutto's waarvan de nodige ringen afgelezen konden worden, en af en toe kwam ik nog geringde meeuwen en lepelaars tegen. 
Bewerkte akker met honderden kieviten

Geringde grutto

Op de Sophiapolder was nog een excursie van de vogelwerkgroep in het midden van de maand. Juli is altijd een leuke tijd op het eiland door de hoge aantallen vogels. Met name de kemphanen stelen de show en op de zaterdagochtend liepen er zeker 400 exemplaren te foerageren. Schitterend! Zoals gebruikelijk eigenlijk geen zeldzaamheden tussen de kemphanen, maar een grote verrassing waren twee witwangsterns die laag door de polder naar het zuiden trokken. Helaas bleven ze niet hangen en hadden ze er stevig de vaart in, maar pas mijn tweede waarneming van deze zeldzaamheid op IJsselmonde en de eerste voor mijn Ambachtlijst. Daarna zagen we ook nog een argusvlinder op de dijk, een soort die al jaren verdwenen is van IJsselmonde en jaarlijks nog maar zeer zelden wordt gezien. Een leuke verrassing! 

Witwangsterns


Argusvlinder

Tijdens een weekendje met familie in Wassenaar kon ik op grote afstand eindelijk nog bijeneters bijschrijven op de Zuid-Hollandlijst. Dit jaar werd er gebroed in Berkheide, maar bijeneter hoopte ik altijd nog een keer tegen aan te lopen in de provincie. Dat is nog niet gelukt, maar nu ik zo dichtbij was kon ik het toch niet laten om even een blik te werpen. 

De rest van de maand zag ik vooral nog veel tijdens werkzaamheden, zoals onverwacht een paartje grote gele kwikstaarten in Rotterdam-Zuid. De waarneming was een vervolg op een waarneming in juni, maar net buiten de broedperiode om zeker te zijn van een lokaal broedgeval. In De Brand kwam ik naast leuke broedvogels zoals wespendief een zwarte ooievaar tegen. Altijd een leuke verrassing tijdens het veldwerk! In de Moerputten zag ik nog pimpernelblauwtjes, een soort die ik daar voor het laatst in 2015 zag. Ten slotte was ik nog in Zeeuws-Vlaanderen, wat toch wel een erg mooie regio is als je het mij vraagt. In kleine natuurgebiedjes, die overal verspreid liggen, zag ik tijdens en tussen de monitoring onder andere een familie patrijzen, graszangers, kleine strandloper, steltkluut, Franse boekweit, koereigers en een zuidelijke heidelibel.
 
Paartje grote gele kwikstaart

Steltkluut

Jonge patrijzen

Boomkikker

Graszanger

Koereiger

Zuidelijke heidelibel

maandag 30 juni 2025

Juni 2025

In juni deden we weer de laatste broedvogeltellingen, met nog wat mooie waarnemingen van o.a. grauwe klauwieren en wielenwalen. Het seizoen zat er dus alweer op. Jammer natuurlijk, maar ook altijd wel weer prettig... Zeker omdat het vleermuiswerk nu volop gaande was, wat naast de standaard soorten ook best wat leuke verrassingen opleverde. Dit jaar doen we onderzoek in Zwijndrecht, en dus fietste ik wekelijks een nacht lekker in de buurt rond. Boven de Devel zag ik nog veel watervleermuizen, maar heel blij was ik met een foeragerende gewone grootoorvleermuis langs de Lindtsedijk. Het exemplaar foerageerde in een bloeiende linde en hing af en toe stil in de boom. In de warmtebeeldkijker mooi te zien! Een soort die wel op IJsselmonde voorkomt, maar in lage aantallen. De laatste van de zeven soorten vleermuizen die ik nog moest (naast gewone en ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis, meervleermuis en watervleermuis). 

In dezelfde nacht zag ik nota bene nog een nieuwe soort voor mijn IJsselmondelijst. Langs de Oude Maas bij Zwijndrecht zitten al jaren boommarters, maar ondanks dat ik daar vaker ben geweest in het donker, wilde ze nooit lukken. Nu was ik er weer en langs het fietspad hoorde ik geritstel. Snel de lamp erop en stond oog in oog met een boommarter! Het geritsel en geschreeuw ging echter verder, uiteindelijk bleken er drie boommarters te zijn waarvan er twee behoorlijk met elkaar aan de stok hadden! Een gave waarneming van ook een lastige soort! Boommarters zitten wel op IJsselmonde, maar lijken zich beperkt te houden tot een paar plekken, waarbij Veerplaat de beste plek lijkt te zijn. 

Qua werk was het natuurlijk sowieso ook geen straf juni, met veel monitoring van insecten, wat soorten als iepenpage (veel in Amsterdam!), kleine ijsvogelvlinder, grote weerschijnvlinder en de eerste moerassprinkhanen weer opleverde.

Boomvalk

Moerassprinkhaan

Kleine ijsvogelvlinder

Dodaars

Twee bezoekjes aan de Maasvlakte met Daan waren op het gebied van vogels wel de spannendste uurtjes van de week. Op 6 juni startten we langs de Oude Stuifdijk in de hoop op minstens een zingende roodmus, maar dat viel tegen. Naast de broedvogels zagen we weinig, alhoewel meerdere families eidereenden wel leuk waren natuurlijk. Op de vlakte was het al behoorlijk opgewarmd, maar desondanks lukt het nog op twee kleine karekieten uit de bosjes te krijgen, en zag ik een paar seconden een spotvogel. Ondanks nog 1,5u posten kwam die er helaas niet meer uit, dat had zomaar ook nog een orpheusspotvogel geweest kunnen zijn natuurlijk... Op 16 juni begonnen we dus maar gelijk op de Vuurtorenvlakte, maar nu geen spannende zangertjes meer in de struiken. Wel erg leuk was een luid overvliegende Europese kanarie, die ook op het luzerneveld in leek te vallen. Ondanks een zoekactie daar was de vogel onvindbaar, maar toch pas mijn eerste weer in ruim 2,5 jaar. 

Kleine karekiet
Op de Maasvlakte kwamen we die dag geen gekke dingen meer tegen, alhoewel een vosje en een schitterende volwassen kuifaalscholver het toch tot een succesvol bezoekje maakten! 


Vos


Kuifaalscholver

Kieviten waren er al nauwelijks meer in juni, zo slecht was het dit jaar, en ook de matkoppen waren al uitgebroed. In het kader van het Jaar van de Torenvalk besteedde ik echter wel meer tijd aan deze mooie soort, om zo alle plekken op IJsselmonde in beeld te krijgen. Dat lijkt uiteindelijk behoorlijk goed gelukt te zijn, maar omdat bij één van de nesten de moeder verdronk, hebben we nog tien dagen muizen moeten bijvoeren. Zal je altijd zien, duik je weer eens extra in een soort, gaat het gelijk veel tijd kosten... Uiteindelijk hebben de meeste jongen het daar gelukkig wel gered en was het seizoen niet slecht. Hopelijk tijd voor herstel van de populatie, die lokaal door wat slechte muizenjaren wat gekrompen is. 

Kievit GAW6

Jonge torenvalken

Een dagje naar Groningen voor werk kon ik nog mooi combineren met het oprollen van wat nieuwe, zeldzame plantensoorten. Op de heen- en terugweg kon ik zo penseelbladige waterranonkel, berijpte viltroos, waddenorchis, purperbraam, sitkaspar en rozenkransje bijschrijven. Altijd weer een uitdaging om een efficiënte route te vinden, maar leuk om zo weer wat soortjes mee te sprokkelen. Een weekje later kon ik nog zo'n rondje combineren, maar nu in Gelderland en Overijssel: draadrus, stijf struisriet, klein sterrenkroos, roggelelie en waterlobelia. 

Rozenkransje

Waddenorchis

Waterlobelia

Roggelelie

Draadrus

En juni is natuurlijk altijd weer de maand van de insecten. Naast de libellen en vlinders komen dan ook de sprinkhanen weer tot leven, altijd leuk! Op IJsselmonde hoorde ik tijdens de avondjes buiten op veel plekken spoorkrekels, en verrassend genoeg duiken er dit jaar op steeds meer plekken greppelsprinkhanen op. Vermoedelijk dat ze zich door het warme weer goed kunnen verspreiden, omdat de theorie is dat tijdens warme jaren relatief veel exemplaren lange vleugels ontwikkelen. De soort zou dus zo IJsselmonde vlot kunnen gaan koloniseren. Tijdens een avondje wat rondstruinen liep ik zo nog tegen een andere nieuwkomer aan, en dit keer weer een hele nieuwe voor het eiland: gaffelwaterjuffer! Deze juffer uit het zuiden hadden we wel verwacht, maar omdat we eigenlijk geen goede poelen hebben had ik hem nog niet verwacht. Dit mannetje vond ik echter zomaar in het grasland, waar ik ze in Brabant en Zeeuws-Vlaanderen ook vaak tref. Gewoon vliegend en hangend aan het gras. Heel leuk! 

Gaffelwaterjuffer

Langvleugelige greppelsprinkhaan

Op één van de laatste dagen van de maand togen we nog naar de Sophiapolder in de hoop om daar kuikens te ringen van visdieven en kluten. Dat werd één grote deceptie, want de hele kolonie bleek mislukt te zijn. Geen jongen, geen kuikens, niks te ringen. We waren snel klaar maar genoten op de weg terug van de specialiteiten van het eiland: rivierrombouten, blauwe breedscheenjuffers en weidebeekjuffers lieten zich goed zien! Voor die laatste twee soorten de enige vaste vliegplek op IJsselmonde! Uiteindelijk lukte het alleen nog om drie scholeksters te kleurringen in de Crezéepolder en op de Sophiapolder. 

Scholekster BLG-WUBC

Rivierrombout

Op 28 juni ben ik ten slotte met Kees en Laurens van der Windt nog een ochtendje in Zuid-Limburg. In het Geuldal worden namelijk al dagen enkele kleine weerschijnvlinders gezien, en dit is voor ons nog een soort die we in Nederland niet hebben gezien. Van een dwaalgast heeft deze in de afgelopen jaren zich in Nederland echter gevestigd, waaronder dus in het Geuldal. Op basis van de waarnemingen leken ze met name in de ochtend langs de Geul bij de grond te zien te zijn, terwijl ze later op de dag met name hoger in de bomen zitten. We waren er dus op tijd bij, maar door het bewolkte weer duurde het lang voordat een kleine weerschijnvlinder zich liet zien. Daarvoor was het echter al goed toeven met meerdere braamparelmoervlinders, kleine tanglibellen, bosbeekjuffers, rode wouwen en zelfs nog een passerend dambordje! 

Dambordje
Braamparelmoervlinder

Om iets over elf was het eindelijk zover en kwam er opeens zeker een mannetje kleine weerschijnvlinder omlaag naar de elzen langs de beek. Kort daarvoor zag ik al zeer waarschijnlijk een vrouwtje passeren, maar dat ging net te snel om zeker te zijn. Het mannetje liet zich nu echter goed zien, zittend in de kruin van de elzen en even later ook schitterend tussen de waarnemers doorvliegend. Zitten op de grond wilde die echter niet (of het was te druk), dus al snel verdween het exemplaar weer. Daarmee hielden wij het ook weer voor gezien en was het een buitengewoon succesvolle ochtend in het zoele zuiden! 

Kleine tanglibel

Kleine weerschijnvlinder



zaterdag 31 mei 2025

Mei 2025

De maand mei is natuurlijk altijd een drukke maand, zowel op het gebied van vogels als op de werkgerelateerde monitoring. Naast de Big Day is er dan ook veel gepasseerd en heb ik weer veel gezien en gedaan, alhoewel veel uurtjes (zeker ook in de vrije tijd) opgingen aan soorten die ik nu onderzoek (matkop, kievit, huismus). Bezoekjes naar die soorten leverde uiteraard veel bruikbare nesten op, maar soms ook onverwachte waarnemingen! 

De maand begon met een nachtje weg in Deventer, zomaar er even tussenuit maar wel met een dubbele agenda om eindelijk eens de zeldzame ereprijsjes te zien. Langs de IJssel zijn plekken van vroege ereprijs en liggende ereprijs. Twee hele zeldzame soorten die vroeg bloeien, maar welke ik nooit heb gezien omdat het gewoon niet logisch is om deze tijd van het jaar die kant op te reizen. En voor twee soorten vind ik het nu ook weer niet de moeite... Nu was het mooi te combineren! 

Liggende ereprijs

Vroege ereprijs

Tijdens monitoring in natuurgebieden kwam ik naast de bekende broedvogels (die soms ook leuk zijn natuurlijk, zoals veel bosvogels) nog een paar verrassingen tegen. Een overvligende zwarte wouw en visarend over de Rhoonse grienden, roepend woudaapje langs een kreek in Zeeuws-Vlaanderen, groepjes doortrekkende ruiters en noordse kwikstaarten en rupsen van kaasjeskruiddikkopje in Zeeuws-Vlaanderen. Eén van de hoogtepunten vond ik misschien wel een woelrat in een poeltje in Amsterdam. Deze soort moest ik nog steeds een keer zien, maar eigenlijk moet je er gewoon een keer tegenaanblunderen. Op de wildcamera's zie ik ze regelmatig, maar nu was het dus zo ver in het echt. Ik stond even bij een poeltje te kijken voor libellen, toen plotseling een zwarte, grote woelmuis overzwom, korte op de oever zat en de vegetatie in dook. Eindelijk woelrat! Op het wensenlijstje van zoogdieren staan verder nog soorten als otter en zwarte rat, dat moet ook nog maar een keertje zo... 

Bosruiter

Zwarte wouw

Het matkoponderzoek liep lekker door, kieviten ook natuurlijk, maar het seizoen van kieviten was echt heel treurig. Eigenlijk nergens werden kuikens groot, alleen op wat braakliggende terrein, maar slechts weinigen in vergelijking met voorgaande jaren. Uiteindelijk kon ik een handjevol grote kuikens ringen, dus op naar volgend jaar! Uiteindelijk heeft de droogte dit jaar de das om gedaan, het is altijd al slecht, maar nu dus helemaal. Leuk en leerzaam was overigens ook nog een bezoek aan Noord-Holland, om een keer mee te kijken met het vangen en zenderen van grutto's. 

Kievit GAW1

Grutto

Omgeving matkopnest

Met Daan van Braak was ik ook nog een ochtendje op de Maasvlakte. Het doel was om vijf momenten naar de Maasvlakte te gaan dit voorjaar, omdat daar toch wel veel te weinig gevogeld wordt. Het eerste bezoek in april leverde gelijk hop en grote pieper op, maar nu was het een stuk rustiger. Desalenittemin zaten er wel vogels en zagen we in een paar uurtjes nog een grauwe vliegenvanger, gekraagde roodstaart, tuinfluiters, wat kleine karekieten en nog twee bosrietzangers. Een zeldzaamheid had zomaar gekund natuurlijk, maar zat er nu even niet in! Spannend is het echter zeker wel in het voorjaar, dus wie weet! 

Op de laatste dag van de maand was ik met Laurens en Kees van der Wind een dagje in Zuid-Limburg. Eind mei is toch wel de beste tijd voor orchideeën, en daar moest ik er nog steeds veel van. Combineren met iets anders is eigenlijk niet te doen, dus het moest maar gewoon een dagje worden. Dit jaar kwam het eindelijk uit en op een effectieve ronde kon ik zowaar negen nieuwe plantensoorten bijschrijven: groene nachtorchis, veenorchis en aapjesorchis waren gewilde orchideeën (vliegenorchis lukte niet), en daarnaast nog paardenhoefklaver, grote graslelie, kruismuur, viltzegge, esparcette en alpenandoorn. Bovendien was het een heerlijke dag in het Limburgse, met totaal vier rode wouwen, grauwe klauwieren, geelgorzen, spotvogels, orpheusspotvogel en veel zeldzame (niet nieuwe..) plantensoorten. 

Geelgors

Rode wouw

Grote graslelie

Veenorchis

Aapjesorchis

Esparcette

Alpenandoorn