zaterdag 7 december 2019

Sinterklaas Big Day 2019: 97 soorten!

Zogenaamde Big days zijn dagen waarop teams tegen elkaar strijden om zoveel mogelijk soorten op één dag te zien. Een gezellige manier op met elkaar te vogelen en wellicht zeldzame soorten te ontdekken. Meestal worden die gehouden in mei, wanneer de kans op veel en zeldzame soorten groot is. Op IJsselmonde vinden we het echter zo leuk, dat sinds 2017 ook een Winter Big Day wordt gehouden, of beter, een Sinterklaas Big Day. Vandaag is het zover en zullen drie teams een poging doen om zoveel mogelijk soorten tussen de Nieuwe Maas, Oude Maas en Noord te zien. Laurens van der Wind en ik zijn één van de teams, en om 04:00 stappen we in de auto. Het voordeel van de winter is dat er niet zoveel 's nachts 'hoeft', dus de wekker kan wat later dan 00:00...

De eerste belangrijke soorten zijn de uilen, zodat we gelijk richting de Waalweg gaan. Het weer is gelukkig goed en ook de rest van de dag hebben ze droog weer opgegeven. Dit in tegenstelling tot gisteren en de komende dagen, met veel wind en regen. Dat scheelt al een jas! Onderweg is een BLAUWE REIGER (1) de eerste soort van de dag. Voordat we op de Waalweg zijn, zie ik al een RANSUIL (2) langs de Langeweg. Eenmaal op de beste plek voor deze soort op IJsselmonde ziet Laurens 'm ook en kunnen we de soort echt schrijven. Altijd fijn! Hier zien we verder ook nog enkele KRAKEENDEN (3) foerageren. Via de Zuidpolder, waar we nog een ransuil tegenkomen, rijden we richting de Carnisse grienden in de hoop op bosuil. Die roept helaas niet, maar we horen hier wel GRAUWE GANZEN (4). In de Portlandpolder komen we vervolgens de eerste KUIFEENDEN (5) tegen, waarna we bij de golfbaan nog ZWARTE KRAAI (6), MEERKOET (7) en KIEVIT (8) kunnen bijschrijven. Ook hier laat de bosuil het afweten. KERKUIL (9) blijkt even later gelukkig makkelijk, waarna we de golfbaan weer opgaan voor bosuil. Een ZANGLIJSTER (10) vliegt over en een bunzing loopt in de kant van het fietspad. Een leuke soort die je eigenlijk alleen 's nachts maar tegenkomt! Uiteindelijk begint gelukkig een vrouwtje BOSUIL (11) te roepen, zodat we richting de Zegenpolder gaan. Een rondje door de polder levert drie gehoopte HOUTSNIPPEN (12) op, maar we zien of horen ook VELDLEEUWERIKEN (13), KRAMSVOGELS (14), WATERSNIPPEN (15), WILDE EEND (16), WINTERTALING (17) en GROTE CANADESE GANS (18). De houtsnippen zij het leukst, waarvan één exemplaar zich mooi laat bekijken!
Houtsnip in de zaklamp
Aangezien we nog tijd hebben rijden we nog richting Heijplaat om daar wellicht alvast een roek te horen. Dat lukt niet tussen de honderden KAUWEN (19), maar je weet 't niet. Om 6:15 horen we ook de eerste ROODBORST (20) en even later ook een MEREL (21). In Rotterdam geeft de ooievaar niet thuis op de paal, waarna we langs de Devel nog een WATERRAL (22) kunnen bijschrijven. Langzaam wordt het licht, zodat we op de fiets stappen richting de Crezéepolder. Enkele KOLGANZEN (23) hebben geslapen en zitten te roepen, waarna de ene soort zich na de andere opvolgt. FUUT (24), WATERHOEN (25), RIETGORS (26), SMIENT (27), KOKMEEUW (28), CETTI'S ZANGER (29), BAARDMAN (30), BERGEEND (31), ZILVERMEEUW (32), GROTE MANTELMEEUW (33), STORMMEEUW (34), KEMPHAAN (35) en AALSCHOLVER (36). Fijn is een GEELPOOTMEEUW (37) die vooraan in een groepje meeuwen komt staan. Na 8:15 stromen wat slaapplaatsen leeg en komen SPREEUWEN (38), WATERPIEPERS (39) en een GROTE ZILVERREIGER (40) over. Als nog een HOUTDUIF (41), wat BRANDGANZEN (42) en PIMPELMEES (43) zijn bijgeschreven is het tijd om verder te gaan. Een SPERWER (44) komt laag over de rivier aan, wat de enige van de dag blijkt te zijn...
Geelpootmeeuw
Op de brug rust nog een SLECHTVALK (45) en erg leuk is de overwinterende OEVERLOPER (46) die we aan de buitenkant van de dijk treffen. Achteraf blijken we de enige groep met deze soort. In de polder jaagt verder nog een TORENVALK (47) en BUIZERD (48), waarna we onze route vervolgen. In wat bosjes onderweg naar de Sophiapolder komen we KOOLMEES (49), STAARTMEES (50), TJIFTJAF (51), EKSTER (52), KNOBBELZWAAN (53) en GAAI (54) tegen, en staan alweer veel algemene soorten op de lijst. Op de Sophiapolder staat het water echter vanwege de wind en regen van de afgelopen dagen hoog, waardoor geen slik droog ligt. Ondanks dat schrijven we PIJLSTAART (55) en SCHOLEKSTER (56) bij en zien we tevens nog WINTERKONING (57), HOLENDUIF (58), GROENLING (59), KNEU (60), VINK (61), HEGGENMUS (62) en VUURGOUDHAAN (63). Altijd prettig wanneer soorten als vuurgoudhaan en tjiftjaf al vast binnen zijn, aangezien dat in de loop van de dag het controleren van mezengroepjes scheelt.

Nu we de belangrijkste soorten van de polders hebben, gaan we binnendoor richting de Oude Maas. In de bebouwde kom staan TURKSE TORTEL (64) en HUISMUS (65) snel op de lijst, maar ook GOUDHAAN (66) en GROTE GELE KWIKSTAART (67) laten niet lang op zich wachten. In het Develpark doen we nog een poging voor appelvinken, maar dat mag helaas niet baten. Wel schrijven we hier nog KOPERWIEK (68), GROTE BONTE SPECHT (69) en BOOMKRUIPER (70) bij. 70 soorten om 10:00 is toch geen slechte prestatie denken we, maar de meeste makkelijke soorten zijn dan nu ook wel binnen. We gaan maar gewoon door en hopen op nog wat verrassingen, daar zullen we het toch wel van moeten gaan hebben...

Nabij de Veerplaat zien we onze eerste GROENE SPECHT (71) en in de bosjes horen we al snel een MATKOP (72). We doen nog een poging voor een kleine bonte specht, maar die wil niet in het recreatiedeel. Als we met die fiets verder richting het westen gaan, stoppen we even aangezien het haviknest zichtbaar blijkt door de kale bomen. Plotseling begint dan opeens een KLEINE BONTE SPECHT (73) te roepen, die zich prachtig laat bekijken aan de rand van de grienden. Een schitterende waarneming van de leukste soort van de dag! En lekker onverwacht!
Kleine bonte specht
Naast vele roepende waterrallen en wat cetti's zangers komt gelukkig ook nog een HAVIK (74) voorbij gevlogen. Brilduikers kunnen we helaas niet vinden en ook blijkt de grote zaagbek op het Waaltje even later afwezig. Wel zien we daar nog DODAARS (75). In het Waalbos kunnen we makkelijk nog SLOBEEND (76), TAFELEEND (77), GRASPIEPER (78), WITGAT (79) en gelukkig ook drie BOKJES (80) bijschrijven. Langs de Waal horen we nog een IJSVOGEL (81) waarna we in Ambacht de ZWARTKOPMEEUW (82) vrijwel gelijk op de bekende plek zien.
Bokje
Zwartkopmeeuw
We stappen nu ook weer in de auto om wat verder gelegen soorten op te zoeken en wat missers nog (snel) goed te kunnen maken. Op de Gaatkensplas is een BRILDUIKER (83) makkelijk en ook zien we hier eindelijk PUTTERS (84). In de polders lopen nog de bekende WULPEN (85), een tweetal OOIEVAARS (86) en zijn KEPEN (87), WITTE KWIKSTAARTEN (88) en RINGMUSSEN (89) makkelijk gevonden. We doen nog pogingen om grote lijster of zwarte mees te vinden (je moet wat), maar dat lukt niet. Richting de havens dus maar voor een poging voor zwarte roodstaart, wat helaas kostbare, verspeelde tijd blijkt te zijn. Onderweg zien we nog wel ROEK (90).  In Bos Valckesteijn doen we een poging op bekende overwinteringsplaatsen van goudvink en appelvink, waarbij de eerste soort niet lukt. APPELVINKEN (91) blijken gelukkig op de bekende locatie aanwezig, ondanks dat deze winter nog geen waarnemingen waren gedaan. We zien zeker negen exemplaren, fraai!

De soort waar het meest mee in de maag zitten is sijs, dus daarvoor moeten we die maar op de beste plek (Wevershoek) doen. Voordat we daar zijn tikken we eerste nog de GROTE ZAAGBEK (92) op de Waal binnen, waarna niet veel later ook een SIJS (93) op de bedachte locatie overkomt. Nu moeten we richting de andere kant van Ridderkerk, waar we in het Donckse Bos na even zoeken twee BOOMKLEVERS (94) vinden. Altijd een lastige soort! Ondertussen is het bijna half vier, wat betekent dat we nog net een uurtje daglicht hebben. We kunnen echter niet zoveel meer doen, omdat bijna alles wat we nog moeten écht kansloos is, zoals zwarte roodstaart. Het enige wat we nog kunnen bedenken is roodborsttapuit, waarvan enkele weken geleden een waarneming in de Crezéepolder was. Tegen verwachting in vinden we inderdaad een ROODBORSTTAPUIT (95) op het veld, waarvan later blijkt dat dat helemaal niet de locatie van de eerdere waarneming was... Soms moet je wat geluk hebben. Op de Sophiapolder blijken even later zoals verwacht KLEINE MANTELMEEUW (96) en PONTISCHE MEEUW (97) heel eenvoudig tussen de honderden meeuwen.
Bewijsplaatje roodborsttapuit
Zo eindigt de dag met 97 soorten en was de 100 soorten voor ons (net) niet in beeld. We eindigen daarmee op het oude record uit 2017, toen we met dichte mist ook 97 soorten haalden.. Nu waren er echter gewoon te weinig soorten. Ook de andere teams hebben de 100 niet gehaald en zijn met 95 en 91 soorten nog onder ons gebleven. Onze grootste misser bleek wel toendrarietgans, waar we net pech hebben gehad met overvliegende groepen. Verder bleken we nog grote lijster (wel de bekende plek), zwarte roodstaart en zwartkop (gewoon niet geprobeerd) gemist te hebben. Al met al toch een erg vermakelijke dag met zeker geen slechte score zo in de winter!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten