zaterdag 26 mei 2018

Laatste telronde en een goede libel

Vanochtend trekken Laurens van der Wind, Matthieu Plaissier en ik weer het Klein Profijt in om broedvogels te inventariseren. Zo eind mei kan er heel veel, en de hoop is wel gevestigd op wat leuke soorten als grauwe vliegenvangers, appelvinken en misschien wel een wielewaal. Het valt het echter niet mee, want we komen tot slechts één grauwe vliegenvanger. Daarvan hadden we wel op hogere aantallen gehoopt. Tweemaal komt ook een appelvink overvliegen, maar een rondtrekkend familiegroepje kunnen we helaas nog niet vinden. Dat er gebroed wordt in het gebied is daarentegen wel duidelijk. Dodaarzen, die dat de afgelopen jaren ook deden, zijn helaas ook nu weer niet aanwezig op de eendenkooi. Deze soort kan echter nog zeer laat in de zomer beginnen met broeden, dus wie weet komen ze nog...
Klein Profijt
Verder kunnen we nog twaalf gekraagde roodstaarten in stippen, horen we nog een enkele bosrietzanger en vliegt er plotseling een bosuil uit een knotwilg weg. In van die kleine knotwilgjes zitten namelijk flinke holtes waar deze uilen in broeden. Hij laat zich op deze manier schitterend vliegend bekijken, maar een nest kunnen we niet met zekerheid vaststellen. Het is dan ook een flink hol. Desalniettemin wel een leuke waarneming!
Klein Profijt
Als we het gebied rond zijn gaan we voor een heuse venwitsnuitlibel naar Rhoon. Afgelopen week werd deze daar namelijk bij een plasje gezien en betrof daarmee één van de eerste waarnemingen voor Zuid-Holland! Ook voor IJsselmonde was het een nieuwe soort. Bij het plasje aangekomen kunnen we de venwitsnuitlibel niet vinden, maar wel zien we al snel een gevlekte witsnuitlibel. Ook een hele nieuwe soort voor IJsselmonde!!
Gevlekte witsnuitlibel
Vanaf een elzenblad jaagt maakt hij zo nu en dan een rondje. Een smaragdlibel daarentegen, ook een hele goede voor IJsselmonde, vliegt continue rondjes boven de plas.
Libellenplasje bij Rhoon
Over het eiland rijden we weer terug richting Ambacht, waarbij we in het Develbos nog een stop maken om te kijken of daar nog smaragdlibellen zitten, aangezien die daar afgelopen jaar zaten. Die vinden we niet, maar een overvliegende wespendief blijft toch ook leuk!

vrijdag 25 mei 2018

Prachtig succes in Waalbos

Het Waalbos bij Rijsoord zit nog steeds bomvol met weidevogels. Met name tureluurs en kieviten, maar ook aardig wat gele kwikstaarten en goede soorten als slobeend en veldleeuwerik. Vanochtend loop ik daarom met de beheerder door het gebied om te kijken hoe hier het beste mee omgegaan kan worden. Ondanks dat het de komende jaren hard dicht gaat groeien (het moet wel bos worden) is de kans wel aanwezig dat hier en daar weidevogels zullen blijven. De komende jaren hoop ik dan ook actief mee te denken met het beheer, om daarmee ook zorg te dragen voor de weidevogels.

Het is werkelijk schitterend weer vanochtend, dus het is volop genieten van de vele vogels. De aantallen jonge kieviten en tureluurs die we zien vallen wat tegen, maar gezien de alarmerende vogels moet er nog genoeg jongen rondlopen. Ook de veldleeuweriken blijken jongen te hebben, want wel drie paar zie ik vlak bij elkaar voedsel zoeken. Gaaf dat het ze lukt om hier succesvol te broeden! Een schitterende terugkeer van deze soort op IJsselmonde!
Veldleeuweriken

donderdag 24 mei 2018

Het was gewoon hard werken...

Vannacht was ik net voor twaalven thuis, na een succesvolle controle in Woudrichem. In een gebouw vond ik daar een verblijf van een ruige en gewone dwergvleermuis, wat niet verkeerd is! Veel nachtrust had ik echter niet, want om 3:00 ging de wekker weer om nu in Rhoon een ochtendronde te doen bij wat bomen die gekapt gaan worden. Voordat ik daar aankom heb ik op de A15 even de gelegenheid om een kerkuil op te rapen, die daar al enkele weken licht. Het beest blijkt geringd te zijn en is afgelopen jaar geboren in een nestkast in Nieuw-Lekkerland. Hemelsbreed een kippenstukje, dus die is niet ver gekomen. Net als vele andere kerkuilen die jaarlijks worden doodgereden, helaas...
Doodgereden kerkuil
Na de vleermuizencontrole van twee uur wordt het licht en ga ik richting de Oude-Maas om vast te beginnen met de derde ronde van het broedvogelonderzoek dat we langs de hele rivier doen. Ik begin bij de Rhoonse Grienden, in de hoop op soorten als grauwe vliegenvanger en spotvogel. Het valt echter behoorlijk tegen wat dat betreft. Wel zijn nog verschillende matkoppen actief, tettert een nachtegaal, zingen diverse bosrietzangers en duidt een overvliegende appelvink er toch wel op dat er in de buurt gebroed wordt door deze soort.

Rhoonse grienden
In de Jan Gerritsenpolder loop ik rond een uur of zeven ook rond, maar het rondje wordt ruw afgebroken. Wanneer ik door een wat oude rietkraag struin haal ik m'n vinger vreselijk open aan een rietstengel. Er zit niks anders op dan terug te gaan richting de auto, verbandje erom en maar naar huis. Overigens hoor ik nog wel een spotvogel, wat toch wel een leuke soort is!

Na toch maar een bezoekje aan de huisarts (zover heeft m'n vinger nog nooit open gelegen) en een drupje lijm kan ik weer op pad. De ochtend vul ik verder namelijk met het controleren van bermen en stroken van 'ruw gras' in Ambacht, ter voorbereiding van een maaironde. Ruim vijf uur struin ik door de gemeente, waarbij met name watervogels als meerkoeten (die kunnen in slootkanten zitten) de aandacht krijgen, en de kleine karekieten keurig worden in gestipt.

Verder zijn natuurlijk ook plantensoorten van belang, zoals een plekje met rietorchissen en wat randen die ingezaaid zijn met een divers bloemenmengsel. Daarnaast staat op een bekende plek nog steeds bieslook, een mooie plant, en vind ik de tweede plek voor hoge dravik op IJsselmonde. Daarmee is het ook een nieuwe soort voor H.I.Ambacht, leuk!
Bieslook
Hoge dravik
Én planten trekken natuurlijk ook weer insecten aan, alhoewel die nauwelijks beschermd zijn. Desalniettemin kom ik wel leuke dingen tegen, zoals opvallend veel viervlekken, maar ook een schitterende weidebeekjuffer. Deze laatste soort lijkt me relatief veel waarnemingen op IJsselmonde dit jaar stevig in aantal toe te nemen. Erg leuk!
Viervlek
Weidebeekjuffer
Naast deze mooi gekleurde libellen kijk ik ook dicht op de grond naar sprinkhanen. Op de braakliggende terreinen, die ook in het project zitten, zijn namelijk vaak open plekken aanwezig die meestal bewoond worden door doorntjes. Kleine sprinkhaansoorten. Op IJsselmonde hebben we zand- en zeggendoorntjes, die door elkaar kunnen zitten en erg lastig te onderscheiden zijn. Uiteindelijk vind ik beide soorten, die onderscheiden worden aan een knik in de achterpoten. Met name de zanddoorntjes zijn leuk, wat dat blijft op IJsselmonde de zeldzamere soort!
Zanddoorntje
Zeggendoorntje
Ten slotte is er ook nog een mooie nachtvlinder die de aandacht trekt, te weten een bruine daguil. Deze dagactieve nachtvlinder is met name een soort van zandgronden, en daarmee is het ook pas de derde waarneming voor IJsselmonde. Al met al dus zeker geen saaie inventarisatieronde!
Bruine daguil
Het werk zit er voor de dag in de avond echter nog niet op, want ook Zwijndrecht moet geïnventariseerd worden. Vanavond doorkruis ik vast Heerjansdam, maar dat levert weinig noemenswaardigs op. Wel kom ik in het Waalbos de eerste gezinnetjes van slobeenden tegen, altijd een leuk gezicht!

Na deze monitoring haast ik me ten slotte nog richting het Perenlaantje om daar vleermuisonderzoek te doen. Een aantal holtes van bomen moeten namelijk nog gecontroleerd worden op de aanwezigheid van vleermuizen, omdat vrijwel alle bomen gekapt gaan worden voor woningbouw. Dat levert onder andere nog wat jagende laatvliegers op, een jagende ransuil en ook een zingende veenmol in de sloot. Dat blijft toch wel de meest mysterieuze sprinkhaan die we kennen in Nederland, en ook op IJsselmonde blijken ze toch wel hier en daar te zitten. Al met al dus een erg afwisselende dag met veel veldwerk. Maar ook met leuke resultaten!

zaterdag 19 mei 2018

Nachtwerk en leuke steltlopertjes!

Vanochtend ben ik weer in alle vroegte in Zoetermeer, om samen met Garry Bakker een vleermuisonderzoek uit te voeren. Het is rustig, maar we kunnen nog een verblijfplaats van een gewone dwergvleermuis ontdekken. Toch altijd leuk als zo'n bezoek wat oplevert! Verder loopt ook nog een egel over het grasveld. Typisch een nachtdier dat je overdag vrijwel nooit ziet, maar ik de laatste tijd toch wel af en toe tegenkom 's nachts. Leuke beesten!
Egel
Zodra het licht begint te worden en de vleermuizen zijn gaan slapen, ga ik richting het Bentwoud om mijn vierde broedvogelinventarisatie te doen in het westelijk stuk van het gebied. Het is duidelijk dat het ondertussen alweer half mei is geweest, want met name de bosrietzangers zijn gearriveerd. Een zestal zingende exemplaren kan ik in stippen, naast verder ook nog wat gebruikelijk zingende roodborsttapuiten, wat dodaarzen, een koekoek, zomertaling en vooral weer erg veel fitissen. Verder zijn de slootjes natuurlijk ook goed gevuld met meerkoeten en dergelijke, waarvan nu ook de eerste met jongen rondzwemmen. Van het drietal paartje kievit dat in het gebied broedden moet ik helaas vast stellen dat het is mislukt, want het is stil in het stuk van het terrein. Wel lijkt een paartje een tweede poging te gaan doen, wie weet met succes...

Eenmaal thuis kruip ik nog even m'n bed in om wat slaap van de afgelopen nacht in te halen, waarna ik vanmiddag nog even naar de Crezéepolder ga. Vanochtend zijn daar namelijk veel leuke steltlopers ontdekt, namelijk kanoeten en kleine strandlopers. Typische soorten die in deze tijd van het jaar bij ons in het binnenland op kunnen duiken, maar het is toch elk jaar weer anders qua soorten. Vorig jaar hadden we bijvoorbeeld alleen in februari een overwinterende kanoet, terwijl het nu een groepje van vier exemplaren in zomerkleed is. Die wil je niet missen!

 In de polder is de groep steltlopers snel gevonden, een prachtig gezicht! Het viertal kanoeten en de negen kleine strandlopers lopen samen met zo'n 20 bontbekplevieren. Alle vogels in zomerkleed. Dan zijn die steltlopers wel op z'n mooist, en mooie vogels zijn het! Elders lopen zelfs nog twintig bontbekplevieren, zodat er totaal wel veertig zitten. In deze tijd van het jaar kan daar natuurlijk ook een hele andere soort bijzitten, zoals een breedbekstrandloper. Maar met dezen mogen we ook niet klagen!
Kanoeten, kleine strandlopers en bontbekplevieren
Kanoeten
Naast deze leuke steltlopers, die allemaal nog duizenden kilometers moeten vliegen naar hun broedgebied, zitten er ook veel 'Nederlandse' soorten die al jongen hebben of ze al verloren hebben. Zo lopen er ook alweer wat grutto's rond, waarvan de nesten vermoedelijk al zijn uitgemaaid. Jammer, jammer...
Grutto's
Het grut in de Crezéepolder is er wat dat betreft een heel stuk beter af. Vele paartjes tureluur zitten nu hun jongen te verdedigen, maar ook zag ik al acht paar kluten met kuikens. De meeste lagen nog te broeden, maar de eerste jongen zijn nu bijna een week oud. Hopelijk gaan er geen verrassingen komen en worden er veel vogels vliegvlug! Tot nu toe ziet het er allemaal wel goed uit gelukkig.
Ouder tureluur op wacht
Kluut met kuikens
Verder hangen er ook nog wat eenden rond, waarvan je je altijd afvraagt waar ze broeden. Zo zie ik drie mannetjes zomertaling waarvan de vrouwtjes misschien wel in de polder zitten te broeden? Ook loopt er nog een mannetje smient rond, maar die heeft waarschijnlijk besloten om te gaan overzomeren. En ach, waarom niet. Eten zat ten slotte. 
Smient
Daarnaast hangen er nog opvallend veel boerenzwaluwen rond, met daartussen een enkele oeverzwaluw. Op het hek laten ze zich leuk bekijken! De napoleonwever die hier de laatste tijd vaker wordt gezien kom ik nu ook tegen. Ongetwijfeld een ontsnapte vogel, maar wel leuk om te zien zo...
Boerenzwaluwen met een oeverzwaluw
Napoleonwever
Ten slotte kijk ik nog even op de Sophiapolder. Als er immers in de Crezéepolder steltlopers lopen, dan moet het daar toch ook kunnen! Verder dan een zestal bontbekplevieren kom ik wat dat betreft helaas niet. Het is daarentegen wel fijn om te zien dat de kolonie visdieven nog bezet is, en dat er ook een paartje kluten aanwezig is. Wellicht gaat deze soort ook weer op de Sophiapolder broeden?

dinsdag 15 mei 2018

Fijne dubbelslag binnen een halve dag

In alle vroegte was ik gisterenochtend al in touw om vleermuizen te inventariseren in Barendrecht. Daarna had ik in Wageningen de eerste werkdag als student-assistent om plantenkennis bij te brengen aan eerstejaars biologen en bos- en natuurbeheerders. Halverwege de middag kijk ik echter even op dutchbirdalerts.nl en zie zowaar dat een heuse balkanbergfluiter is gevonden in het Noordhollands Duinreservaat. Dat is me nogal een soort! Het laatste van de vier gevallen is namelijk alweer 25 jaar geleden! Daarnaast wordt in hetzelfde duingebied een cirlgors gehoord en blijkt een hybride bergfluiter x fluiter aanwezig. Een merkwaardige dag dus, maar voor nu is alleen de balkanbergfluiter interessant.

Gelukkig kan ik net wat eerder weg, waarna een logistieke puzzel volgt om op de plek in de duinen te belanden. De trein vanuit Wageningen stopt zelfs op station Castricum, maar door wat vertraging in de laatste minuten van de rit, mis ik de bus. Het plan was om vervolgens nog een aantal kilometers te lopen, maar nu gaat dat wel heel veel kilometers worden. Na een belletje met Laurens van der Wind kan ik door hen opgehaald worden bij het station, want ze komen ook in de buurt. Zo gebeurd het en niet veel later lopen we met Kees van der Wind en Arie-Willem van der Wal de duinen in. Het is avond, dus de zangactiviteit gaat dan meestal omlaag. Maar hopelijk lukt het nog de vogel te zien en te horen.

Als we aankomen bij de ca. 100 man, die uit het werk nu in de bomen lopen te staren, wordt de vogel precies gehoord. Hij was daarvoor al een half uur stil, dus sensatie alom! De vogel zingt een paar keer en gaat vervolgens ook roepen. Een kenmerkende 'smakkende' roep. Na wat geduld lukt het ook om de vogel kort in beeld te hebben, terwijl hij door het kronendak heen beweegt. Die is binnen, de vierde nieuwe soort alweer dit jaar!

Al vrij vlot wordt de vogel stiller en stiller en zijn zekere waarnemingen lastig. De melding van een cirlgors bij de parkeerplaats is voor ons dan ook het punt om (stevig) terug te gaan lopen. De Limburgse vogel heb ik immers enkel maar gehoord, dus zien is altijd beter! Het mag echter niet baten, want de vogel is al zingend honderden meters verplaatst en uit beeld. Jammer maar helaas...

De withalsvliegenvanger die sinds zaterdag in Vierhouten zit te zingen is ook nog een nieuwe soort, en als Arie-Willem aangeeft om die vanochtend in alle vroegte te 'pakken', besluit ik aan te haken en via de Veluwe richting Wageningen te gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Als we voor half 6 uitstappen op de camping horen we de vogel vrijwel gelijk zingen. Het vinden van de vogel duurt even in het schemerige bos, maar daarna laat hij zich prachtig zien. Een erg fraaie soort!
Withalsvliegenvanger
Het is mijn 415de soort in Nederland. Dat aantal tikt toch wel door de laatste tijd, ondanks dat ik ook wel wat soorten heb laten schieten. Deze dubbelslag in minder dan een halve dag is dan bijvoorbeeld ook wel weer fijn! Een goed voorjaar zo!
Withalsvliegenvanger

zaterdag 12 mei 2018

Hard vogelen voor een duinpieper

Gisteren was ik ook vrij, maar deed 's ochtends een BMP-ronde in het Loetbos. Daar was met ca. 15 spotvogels het gezang van deze soort niet van de lucht. Een prachtig aantal! Ook kon ik nog twee grauwe vliegenvangers noteren, wat toch net de soorten zijn die zo'n ochtend maken. 's Middags was ik nog even in de Crezéepolder wat de bekende groep (nu 16!) temmincks strandlopers opleverde, maar ook een zilverplevier die hier sinds donderdag rondhing. Een overvliegende wespendief was uiteindelijk de leukste verrassing toen.
Zonsopkomst in Loetbos
Met die soort in het achterhoofd staan Laurens van der Wind, Laurens van der Padt, Matthieu Plaisier, Arne van Wingerden, Erik Jan Visser en ik rond 6:00 in de Crezéepolder voor de eerste mei-telling ooit hier. Vol verwachting, want de wind zit in het zuidoosten, wat goed is normaliter. De aantallen  vallen echter al snel tegen van zwaluwen en kwikstaarten, maar de hoop is gericht op wellicht een leuke rover. Tot 12:00 is het helaas gewoon niks en is de eerste telling geen succes te noemen. Wel vlogen nog wat lepelaars, enkele purperreigers, bontbekplevieren, een boompieper en een zilverplevier over. Deze laatste is uiteindelijk wel de soort van de ochtend, want het is een prachtige adult in vol zomerkleed, die laag luid roepend over de post komt. Een erg fraaie waarneming! Maar we hadden op meer gehoopt...

Voor de totalen, zie hier.

De polder zelf heeft overigens nog wel een groep van zeven temmincks strandlopers in het verschiet en zien we de aantallen kievitpullen gereduceerd worden. Een buizerd komt namelijk twee keer een jong halen, die ondertussen al aardig waren gegroeid. De zestig kluten deden 'm niks... Jammer van de kieviten natuurlijk, maar ja, het blijft natuur. Verder is een Poolse pontische meeuw, Y-P:440, nog een leuke waarneming in de polder, alvorens we de rest van IJsselmonde eens gaan uitkammen.
Poolse pontische meeuw Y-P:440
Het blijkt echter tegen te vallen, en ons vooroordeel over het voorjaarsvogelen blijkt te kloppen. De zeldzaamheden zijn nou eenmaal écht zeldzaam, dus het is vooral veel uren maken. Dat doen we dan ook wel, maar Waalbos, de Oude-Maas en de Devel leveren eigenlijk niks op. Een zomertortel die vanochtend in de Zuidpolder werd gefotografeerd laat ook verstek, want enkel de holenduiven waar deze voormalige broedvogel van het eiland bij liep zijn nog aanwezig.

Als de rest het voor gezien houd, besluit ik toch om nog even het bankje op de Sophiapolder op te zoeken. Gewoon om lekker even tot rust te komen, en je weet het nooit. Het is hoog water bij aankomst, dus het eiland is vrij snel bekeken. Dat levert nog wel een late smient op en opvallend genoeg loopt een paartje kolgans op de dijk. Erg leuk! Want zouden die hier kunnen broeden? In de Alblasserwaard doen ze het ten slotte.
Visdief
Visdiefkolonie met rechts paartje kolgans
Smient
Met verder nog alleen de lokale havik, vaar ik na een ruim half uur weer terug naar de wal. Via het veld bij de Karwei besluit ik richting huis te gaan, om even te kijken hoeveel paar kleine plevier dit jaar op het veld broedt. Als ik de eerste paartjes op aangetroffen, maar natuurlijk de nesten niet kan vinden, vliegt er opeens een zandkleurig beest voor me op. Het is gelijk duidelijk: duinpieper! Al snel landt de vogel weer en hij laat zich schitterend bekijken. Wat een gave soort! Het was me nog nooit gelukt om deze soort ter plaatse te ontdekken, en als je het niet verwacht gebeurt het...
Duinpieper
Al snel zijn meerdere lokale vogelaars aanwezig, maar omdat de vogel midden tussen de kleine plevieren zit gaat de waarneming gelijk op vervaagd. We hoeven geen platte nesten en kuikens ten slotte. De duinpieper laat zich echter continue zeer fraai bekijken op relatief korte afstand. Mijn mooiste waarneming van deze soort, die in Nederland inmiddels is uitgestorven en ook op doortrek hard lijkt af te nemen. En dus tóch nog die zeldzaamheid vandaag...
Duinpieper

donderdag 10 mei 2018

Genieten van de Crezéepolder

Vanaf half 4 sta ik vanochtend twee uur rondom een flat in Zoetermeer, en wel voor vleermuizen. In het zomerseizoen is het namelijk spitsuur voor ecologische adviesbureau's, omdat op vele plekken onderzoek moet worden gedaan naar vleermuizen. Op het moment dat een gebouw gesloopt moet worden, of geïsoleerd, moet uitgesloten worden dat er vleermuizen zitten. Mochten ze er wel zitten, dan moeten maatregelen genomen worden. In het zomerseizoen spring ik als ZZP'er de laatste jaren bij om de druk wat ontlasten. Vanochtend ben ik dus in Zoetermeer, waarna ik in alle vroegte (6 uur is nog steeds vroeg) wat over IJsselmonde rijd. Het is stil overal en verder een groepje overvliegende grutto's is het enige onverwachte, naast een snor en braamsluiper.

Uiteindelijk komt ik in de Crezéepolder uit, wat met dit miezerige weer zomaar een zeldzaamheid op kan leveren. Veel steltlopers blijken helaas niet aanwezig, want naast vier bontbekplevieren valt er weinig te ontdekken. Een twee dwergmeeuwen wat staat te rusten op het slik is daarentegen natuurlijk wel een erg leuke verrassing! Deze soort trekt toch wel jaarlijks door hier, maar ter plaatse zie ik ze vrijwel nooit. Leuke beestjes!
Dwergmeeuwen
Tevens hoor ik vanuit de verte nog de roodkeelpieper opvliegen vanaf het veld. Deze is dus nog ter plaatse, maar ik doe geen moeite de vogel te zien. Hij zit namelijk tussen veel kieviten en tureluurs met nesten en jongen. Vandaar ook dat ik gelijk maar actie onderneem en de vogel laat vervagen. Dat scheelt toch een hoop volk!

Vanavond ben ik ook nog even in de polder en het weer is nu flink opgeknapt. Terwijl de zon ondergaat geniet ik nog van een groep van ca. 20 noordse kwikstaarten, een groep van 10 temmincks strandlopers (helaas op afstand) en twee pontische en een geelpootmeeuw die wat grote mantelmeeuwen helpen om een wat vissen te slachten.
Noordse kwikstaart
Bontbekplevier
Geelpootmeeuw (rechts) kijkt toe
Ten slotte blijkt het jonge grut ook weer aardig te zijn gegroeid. Zo lopen er toch wel een aantal stevige kuikens over het slik, maar zie ik ook al wat jonge tureluurtjes. Mooi dat jonge leven! Hopen dat ze de eerste weken overleven, daarna komt het meestal wel goed.
Jonge kievit
Crezéepolder

woensdag 9 mei 2018

Crezéepolder met zeldzaamheden

Na een dag werken als student-assistent, waarbij ik eerstejaarsstudenten wat plantenkennis moet bijbrengen door onder andere een excursie te begeleiden, zat ik gisterenavond rustig op m'n kamer wat achterstallig onderhoud in te halen. Het is prachtig weer en mei is alweer ruim een week oud, wat betekent dat het dé tijd is voor goede soorten! Het voorjaar zaten we al te hopen op een fraaie roodkeelpieper ter plaatse, maar toch is de verrassing groot als er vanavond een prachtig exemplaar wordt gevonden in de Crezéepolder door Jan-Kees Bossenbroek. Aangezien ik in Rhenen zit besluit ik niet voor deze soort (die ik al heb op IJsselmonde, maar niet dit kleed) de auto in te stappen, die ik toevalligerwijs wel bij me heb. Dat verandert echter als even later een mogelijk balkankwikstaart wordt gemeld! Deze zeer zeldzame gele kwikstaart wordt in Nederlands als soort beschouwd, en zou pas één van de weinige voor Nederland zijn. En dat op IJsselmonde! Nu kan ik niet meer op m'n kamer blijven en binnen enkele minuten zit ik in de auto voor een zenuwslopende rit richting het thuisfront...

Vlak voor aankomst, de zon gaat immers al richting de horizon, krijg ik het sms'je dat de vogel samen met de tientallen noordse kwikstaarten is opgevlogen en verdwenen. Jammer, jammer. Bij aankomst lopen er nog genoeg mensen, maar de kwikstaarten zijn inderdaad verdwenen. Een zingende graspieper is daarentegen nog een leuke troostprijs, want dat zou een leuke broedvogel voor IJsselmonde betekenen. Een enkel paartje broedt er namelijk, maar dan in het havengebied.

Na het spektakel van gisteravond was ik toch maar weer terug naar Rhenen gegaan, omdat ik vandaag nog in Wageningen moest zijn. De balkankwikstaart werd echter toch alweer vroeg gemeld in de Crezéepolder en ook de roodkeelpieper blijkt nog ter plaatse. Rond half twee kan ik in de polder zijn en vrij vlot is nu de balkankwikstaart gevonden. Hij laat zich erg mooi bekijken met wat noordse kwikstaarten en het lijkt er allemaal toch wel goed uit te zien! Een roep hoor ik samen met wat andere vogelaars niet, alhoewel die vanochtend wel was gehoord. Toen bleek echter dat die niet per se goed klonk, maar dat zegt allemaal niet zoveel...
Noordse kwikstaart (niet de mogelijke balkankwikstaart)
Als ik genoeg heb van de vogel loop ik richting de roodkeelpieper, want een vogel in dit kleed is eigenlijk veel mooier dan die kwikstaart natuurlijk. Al snel is de Oost-Europese broedvogel gevonden, welke zich fantastisch op het gras laat bekijken. Een juweeltje! Verreweg mijn mooiste waarneming van deze soort, na ooit heel slecht een vogel met een rode keel te hebben gezien. Prachtig!

Roodkeelpieper
Als ik 's middags weer thuis ben, komen er toch flink negatieve berichten over de kwikstaart, aangezien de vogel dichtbij is komen te lopen. Het is dus waarschijnlijk toch een donkere noordse kwikstaart, die de gemoederen toch even heeft laten oplopen. Dat hoort bij het spelletje!

Vanavond maak ik dan nog maar een rondje om zelf nog een zeldzaamheid te vinden. Op de Sophiapolder vind ik echter geen zeldzaamheid, maar het feit dat ik het schelpenstrandje weer bevolkt zie door visdieven is ook zeker geen straf! Erg mooi dat ze er weer zitten! Ook zitten op de dijk weer volop stormmeeuwen. Hopelijk gaat het dus net als vorig jaar weer een succes worden met die broedvogels.

In Polder Sandelingen zitten de bekende rietsoorten te zingen, waaronder ook weer de eerste bosrietzanger van het jaar. We mistten deze soort nog op de Big Day zaterdag, maar nu zijn ze toch op enkele plekken gearriveerd. Een koekoek laat zich overigens ook nog fraai bekijken, net als een mannetje tafeleend. Toch twee jaarlijkse broedvogels in dit recreatiegebied.
Koekoek
Tafeleend
Ten slotte ben ik nog in het Waalbos, waar het wat dit jaar met broedvogels een geweldig succes is. Overal lopen nu volop jongen, waardoor de alarmerende ouders goed te schatten zijn. Zo kom ik op 12 paar tureluur, 35 paar kievit en 6 paar slobeend. Uiteraard zullen niet al de jongen met succes groot gebracht worden, maar het is prachtig dat deze soorten zich nu in dit gebied hebben gevestigd! Een drietal watersnippen dat nog ter plaatse is, en welke ook rondjes boven het gebied vliegen, zijn spannend. Ze baltsen niet, maar wellicht in de nabije toekomst? Dat zou fantastisch zijn!
Waalbos