Afgelopen week had ik met de universiteit vrij veel veldwerk wat hier en daar nog de nodige appel- en goudvinken, fluiters, vuurgoudhaantjes, zwarte spechten, wespendief, kruisbek en grauwe vliegenvangers opleverde. Daarnaast bracht ik op de laatste avond van mei nog een bezoekje aan wat heideveldjes bij Veenendaal om daarmee nachtzwaluw op de eeuwige maandlijst te zetten. Uiteindelijk lieten daar meerdere exemplaren zich horen en ook zag ik voor het eerst sinds jaren weer eens mooi een exemplaar vliegen. Wat een gave beesten! Ook riep er nog een bosuil en kwam er nog een houtsnip al brommend en zippend over.
Ondertussen is juni echter alweer aangebroken en met Jacob Molenaar en Herman van den Brand ga ik dus maar de Delta in om wat maandsoortjes op te rollen. Na in mei niet veel aan de eeuwige maandlijst te hebben gedaan is het wel weer even lekker om een dagje te gaan vogelen en wat puntjes te scoren hier en daar.
Als we om half negen uit Ambacht wegrijden zit het nog potdicht, dus besluiten we maar naar de slechtvalken in de Waalhaven te gaan. Van onderen is de kast net zichtbaar in de mast en net iets onder zitten twee slechtvalken, leuk! De witoogeend van Rhoon kunnen we hierna ondanks goed zoeken helaas niet vinden, waarna we doorgaan richting de Beninger Slikken.
Bij aankomst verbazen we ons er weer eens over hoe het gebied er bij licht, een prachtig stuk! Ook qua vogels is het ondanks de mist goed toeven met flink wat grutto's, tureluurs, een kemphaan, ca. 15 dwergmeeuwen waarvan enkele bijzondere fraaie 2 kj's, wat zomertalingen en op de hekjes zitten wat oeverzwaluwen mooi te zijn.
|
Dwergmeeuw |
|
Oeverzwaluw |
Als we even later de Haringvlietsluizen overrijden zit het nog steeds potdicht, zodat we maar doorrijden bij de Kwade hoek en de ijseenden voor later vandaag bewaren. De volgende stop is dan Markenje waar flink wat dwergsterns, zwartkopmeeuwen, een late rotgans en wat zilverplevieren en rosse grutto's rondstappen. Een baardmannetje aan de binnenkant van de dijk laat zich in tegenstelling tot deze genoemde soort een stukje fraaier bekijken... Wat een juweeltjes zijn het toch.
|
Baardman |
Bij 't Volgerland tikken we even later nog een mannetje nonnetje die wat heeft met zijn vleugel. Voor nu maakt dat eigenlijk even niet uit en schrijven we 'm graag bij voor de maand juni...
|
Nonnetje |
De Brouwersdam is in alle opzichten verlaten, waarna we gelijk maar doorsteken richting Schelphoek. Hier drijft de grote zee-eend die al jaren in de buurt bivakkeert gelukkig rond, net zoals een fraaie roodhalsfuut. Verder zien we in de naastgelegen inlagen nog wat steenlopers, kanoeten, zilverplevieren, rosse grutto's, dwergsterns, een noordse stern, kleine zilverreiger, strandplevier en nog wat mooie zwartkopmeeuwen. Ook opvallend zijn de solo-rotganzen die her-en-der foerageren. Vermoedelijk vleugellamme beesten die van ellende de zomer ook maar in Nederland moeten doorbrengen.
|
Zwartkopmeeuw |
In de rest van de Prunje zit niet heel veel extra's meer. Wel leuk is nog een volle adult zomerkleed zwarte ruiter en een naast de weg foeragerend groepje van 4 zomertortels. Op dezelfde akker zingt ook nog een veldleeuwerik en hippen de nodige gele kwikstaarten rond. Een tafereeltje dat we over 10 jaar nog steeds in ons land gaan zien?!
|
Zwarte ruiter |
|
Zomertortels |
|
Veldleeuwerik |
|
Veldleeuwerik en gele kwikstaart |
Als we even later bij de Kwade Hoek aankomen voor de herkansing van de ijseenden blijkt het water vreselijk hoog te staan. De ijseenden krijgen we helaas dan ook niet in beeld en veel verder dan wat middelste zaagbekken en een brandgansje zonder papa en mama komen we niet...
|
Brandgans |
Via de Strypse Wetering, waar we nog een steltkluut zien lopen tussen de vele tureluurs, grutto's en een kemphaan, gaan we door richting de Maasvlakte. Bij het Papegaaienbekeiland zien we een kuifaalscholver maar verder is het in wat bosjes erg stil. Getuigen enkele waarnemingen (
deze en
deze) lijkt het weldegelijk de moeite om ook in het voorjaar flink te struinen. Iets wat in onze optiek veel te weinig wordt gedaan maar ook wel komt omdat in het voorjaar de pap nou eenmaal mager is.
Bij de Westplaat treffen we even later nog twee regenwulpen, maar de meeste steltlopers lopen te ver om er iets van te kunnen maken. We sluiten onze tocht door de Delta bij het Oostvoornse meer waar we één van de roodmussen een enkele keer horen zingen, maar in beeld krijgen lukt helaas niet. 's Avonds zie ik dan nog na even posten om 22:15 de bekende velduil in de Crezéepolder jagen die daar ook alweer een maand rondhangt. Dat is uiteindelijk m'n 7de puntje voor de eeuwige maandlijst, toch leuk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten