In april lukte het om een paar leuke soorten te zien, waaronder een nieuwe voor Nederland en twee voor IJsselmonde. Zie daarvoor een eerder bericht. Verder was ik vooral bezig met het onderzoek naar matkoppen en kieviten. Veel tijd besteedde ik dus ook aan deze soorten, naast de nodige broedvogelmonitoring die ik weer mocht doen. Tot eind april kwam ik nog wat bokjes tegen, terwijl ik in het begin van de maand nog één vangpoging heb gedaan bij de Donckse Velden. In dit gebied bleek een slaapplaats van zo'n 15 exemplaren aanwezig, waaronder een metaal geringde waterpieper. Het doel was om deze vogel te vangen, maar dat mislukte helaas. Omdat de vogel rechts geringd was, is het geen vogel van mij, dus spannend... Wie weet volgend jaar?
Kleine bonte specht |
Omdat begin mei weer de regionale Big Day op IJsselmonde staat gepland, moest er natuurlijk ook nog wat tijd worden vrijgemaakt voor een degelijke voorbereiding. Het is toch elk jaar weer zoeken naar soorten als dodaars, maar het leverde nu weinig echte verrassingen op. Het ontbreken van waterral op alle plekken die we checkten bood weinig hoop voor de grote dag. Sowieso is een succesvolle dag altijd afhankelijk van de trekomstandigheden, dus dat is altijd afwachten!
In april waren op sommige dagen wel goede omstandigheden en lukte het om soms wat leuke krentjes mee te pakken. Op 15 april zagen we een zwarte wouw vanuit kantoor die vanuit de Crezéepolder werd aangekondigd. Op 16 april probeerden we dat kunstje te herhalen toen er weer een zwarte wouw werd gemeld, maar nu zagen we een jagende visarend en een ringtail grauwe kiekendief die op enorme hoogte recht over kantoor kwam. Zeker die laatste is toch wel echt een goede voor IJsselmonde!
In het kader van de voorjaarstrek was ik dit jaar ook voornemens om meerdere keren naar de Maasvlakte te gaan. Volgens mij wordt er in het voorjaar veel te weinig op dergelijke plekken gevogeld, terwijl er in de loop van de jaren serieus veel zeldzaamheden zijn gevonden. Op 30 april was de eerste mogelijkheid, samen met collega Daan van Braak. We kwamen rond half 11 aan bij het Luzerneveld, en één van de eerste vogels die we op de vlakte tegenkwamen was een grote pieper! We ontdekten de vogel op roep, die zich daarna, schuw als die was, meerdere keren leuk op flinke afstand liet bekijken. In eerste instantie meenden we met een duinpieper van doen te hebben, maar later bleek dat het toch een grote pieper was. Erg leuk in het voorjaar en gelijk een goed begin natuurlijk!
Grote pieper |
Naast deze grote pieper was het Luzerneveld leuk met een mooie groep kwikstaarten, waarvan het grootste deel Engelse kwikstaarten. Schitterende vogels! Verder zaten er meerdere tapuiten, boompieper en een paapje. In de bosjes op de Vuurtorenvlakte, waar eerder dit voorjaar al een balkanbaardgrasmus zat, zagen we onder andere gekraagde roodstaart, kleine karekiet, tuinfluiter, meerdere zwartkoppen, fitis en tjiftjaffen. Stil was het dus zeker niet! Een aantal kilometers langs de buitenring leverde vervolgens niks op, alleen een tjiftjaf. We besloten dus door de kale strook aan de andere kant van de weg terug te lopen, zonder enige verwachting eigenlijk. Opeens vloog daar vlak voor onze voeten, net achter de rand in een greppel, een hop op! Weer zo'n leuke verrassing, maar hij vloog over het spoor weg, waar we hem even later niet terug konden vinden. Met een grote pieper en een hop was het daarmee natuurlijk een uitermate geslaagde middag! Op een paar andere plekken kwamen we niet verder dan veel tapuiten, veldleeuweriken en nog een fraaie beflijster. Voor herhaling vatbaar!
Engelse kwikstaart |
Regenwulp |
Ten slotte hadden we in april ook nog onze jaarlijkse team-tweedaagse. Dit jaar weer naar Limburg, waar we vooral weer in een paar mooie gebieden zijn geweest. Het was behoorlijk regenachtig weer, dus qua vlinders was het helemaal niks. De bekende zeldzame planten kwamen we wel overal weer tegen, met soorten als purperorchis, gulden sleutelbloem, soldaatje en meer van dat soort Limburgse specialiteiten. Leuk was een nestje grote gele kwikstaarten bij ons verblijf, een koerende zomertortel en één van de bekende oehoe's in de ENCI-groeve. Het absolute hoogtepunt was voor mij een avondje rondrijden in de hoop op wilde kat, wat maarliefst twee exemplaren opleverde! Nadat we eerste al de nodige reeën, hazen en dassen hadden gezien, zagen we in het bos bij een poeltje opeens een wilde kat! Het beest bleef strak bij het poeltje zitten en leek het te hebben gemunt op twee aanwezige wilde eenden. Hierdoor konden we hem schitterend bekijken en lukte het zelfs ook om collega's die in andere auto's aan het zoeken waren om het beest te zien. Terwijl wij het dier volgden met warmtebeeldkijkers, verscheen opeens een tweede kat op het toneel. Ze hadden even aan de stok, waarna één van de beesten afdroop. De andere kwam weer terug en liet zich wederom goed bekijken, een erg gave waarneming!
![]() |
Wilde kat (Foto: Thomas Los) |