zaterdag 2 mei 2020

IJsselmonde Big Day 2020 - 115 soorten

Vandaag staat ondanks het coronagebeuren de jaarlijkse Big Day op IJsselmonde op het programma. De teams zijn over het algemeen wat kleiner en verder is ook de gezamenlijke afsluiting op de eindstanden door te geven opgeschort. Gevogeld kan er natuurlijk worden en dit jaar ben ik weer samen met Laurens van der Wind en Laurens van der Padt een team. De afgelopen dagen hebben we tussen de bedrijven door nog wat plekken gecheckt van broedvogels, maar van een goede voorbereiding was niet echt sprake. We gaan er natuurlijk wel voor en zijn benieuwd waar het schip gaat stranden.

Traditiegetrouw willen we gewoon lekker om 00:00 starten, dan hebben we in ieder geval alle tijd. Omdat dit jaar geen afsluiting is, is de eindtijd vastgezet op 21:00 in plaats van 19:00. Meer tijd, maar of het ook meer soorten gaat opleveren?! Met twee auto's rijden we naar de Gaatkensplas, zodat we later op de dag hier nog een auto ter beschikking hebben. Laurens van der Padt sluit om ongeveer 4:00 aan, dus hij is er niet bij als Laurens van der Wind en ik om 00:01 BOSUIL (1) als eerste soort van de dag kunnen bijschrijven. We horen een uilskuiken roepen uit het bosje waar we wisten dat ze zaten. Mooi!

In de Zegenpolder vliegt bij aankomst gelijk de KERKUIL (2) uit de schuur, maar lukt het ons niet om ransuil te vinden. Wel horen we hier nog KLEINE PLEVIER (3), SCHOLEKSTER (4), TURELUUR (5), KIEVIT (6), GRAUWE GANS (7), KRAKEEND (8) en MEERKOET (9) roepen. Een groepje BRANDGANZEN (10) komt roepend over. We zetten hierna koers naar Heijplaat, waar we in de kolonie eerst wat KAUWEN (11) horen en om 00:51 ook een ROEK (12). In Rotterdam zien we de OOIEVAAR (13) trouw op de paal staan, waar ook nog een WILDE EEND (14) aanwezig is. We rijden vervolgens naar Knooppunt Ridderkerk om wat nieuws te proberen. In het plasje willen we namelijk tafeleend in het donker doen, een soort waar overdag vaak nog tijd in gaat zitten. Het duurt even voor we 'm vinden, want eerst zien we nog KNOBBELZWAAN (15), SLOBEEND (16), BLAUWE REIGER (17), KUIFEEND (18), FUUT (19) en WATERHOEN (20). De DODAARS (21) die hier afgelopen jaar succesvol broedde laat nu gelukkig ook van zich horen, waarna we om 1:36 ook een fraai mannetje TAFELEEND (22) zien.

Binnendoor rijden we vervolgens naar de Devel. De Waalweg checken we nog tevergeefs voor ransuil, waarna we uit het riet RIETZANGER (23), SNOR (24), CETTI'S ZANGER (25), KLEINE KAREKIET (26) en gelukkig ook een WATERRAL (27) horen. Een ransuil komen we vervolgens weer niet tegen, maar wel zit nog een mooie kerkuil vlak langs de weg. Ook in Ambacht kunnen we vervolgens ransuil weer niet vinden rondom plekken waarvan we weten dat ze broeden. Blijft toch maar een lastige soort als je geen nest weet waarop gebroed wordt...

Zonder ransuil zitten we dus rond kwart over 3 op de fiets. De route gaat richting de Devel, waar we nog roerdomp moeten hebben. We fietsen door het Waalbos, waar diverse BLAUWBORSTEN (28) zingen, maar om 3:38 ook al een vroege GRASMUS (29). WATERSNIP (30) is hier gelukkig ook nog aanwezig, waarna we Laurens van der Padt ontmoeten bij de Devel. Hij had kort hiervoor al regelmatig de ROERDOMP (31) roepend, maar we moeten toch nog een flinke tijd wachten voor we 'm horen hoempen. Verder zingt al een vroege ROODBORST (32) en een RIETGORS (33), maar verder geen nieuws. We fietsen dus rustig richting het westen en horen onderweg nog een mannetje bosuil en de eerste WINTERKONING (34) van de dag. Rondom de Barendrechtse brug zingen diverse NACHTEGALEN (35) en horen we een ZANGLIJSTER (36). Bij de Jan Gerritsenpolder ratelt een SPRINKHAANZANGER (37) en worden we opgeschrikt door een appje. Een kwartel is gevonden in de Portlandpolder door het team van Richard van Vugt en Daniël de Jong! Daar zijn we al vlakbij en hij ligt keurig op de route!

Vanaf de dijk langs de Carnisse grienden horen we de KWARTEL (38) al snel in de verte roepen, maar even later hebben we hem slechts op enkele meters langs het fietspad door de polder. Schitterend om het geluid om zo'n korte afstand te horen! De vogel verplaatst zich zelfs ook nog over het fietspad, zonder dat we 'm zien. Het is helaas nog net te donker...

Het vogelkoor zwelt ondertussen aan en in de verte horen we een MEREL (39), ZWARTE KRAAI (40), ZWARTKOP (41) en in de polder een ROODBORSTTAPUIT (42). Als we richting het Klein Profijt fietsen vliegt een AALSCHOLVER (43) over en horen we nog een TJIFTJAF (44). In het Klein Profijt gaat het nu zoals altijd snel en volgen MATKOP (45), FITIS (46), TUINFLUITER (47), GEKRAAGDE ROODSTAART (48), KOOLMEES (49), HOUTDUIF (50), PIMPELMEES (51), BOOMKRUIPER (52), VINK (53), GROTE BONTE SPECHT (54), BERGEEND (55), OEVERLOPER (56), KLEINE MANTELMEEUW (57) en STORMMEEUW (58) zich snel achter elkaar op. Om 6:18 horen we vervolgens een APPELVINK (59) uit het wilgenbos roepen. Altijd een lastige soort!
Klein Profijt
We besluiten gezien het weer (er lijkt een flinke bui aan te komen), snel de grienden uit te fietsen om nog even een telling te doen op de dijk. Onderweg naar de dijk schrijven we nog KOKMEEUW (60), GAAI (61), KOEKOEK (62) en VISDIEF (63) bij. Als we op de dijk staat, waar we door de werkzaamheden in de Zegenpolder veel meer uitzicht hebben, vliegt gelijk een roepende WULP (64) langs. Een fijne soort! Aangezien de Zegenpolder nu veel leuker is met steltlopers etc., heeft de telpost een flinke meerwaarde gekregen. De soorten nemen dan ook snel toe, met eerst nog BOERENZWALUW (65) en KLUUT (66) in polder en natuurlijk de SLECHTVALK (67) op 3,7 km in de mast van de Waalhaven. Eén van de TAPUITEN (68) die gisteren in de Zegenpolder foerageerde, loopt er nu ook nog en de KNEUEN (69) vliegen af en aan. Boven de grienden cirkelt een BRUINE KIEKENDIEF (70) en we zijn heel blij met een overvliegende BOOMPIEPER (71). Uiteindelijk horen en zien we vier exemplaren overkomen in de tijd die we hier staan, terwijl we ze elders nergens meer hoorden. Zo trektelling blijkt dan altijd een meerwaarde...
'Telpost' Rhoon
Verder zien we nog HOLENDUIF (72), GROENPOOTRUITER (73), WITTE KWIKSTAART (74), GELE KWIKSTAART (75) en GIERZWALUW (76). Het checken van de polder levert nog verrassend een WINTERTALING (77) op en een groepje van drie TEMMINCKS STRANDLOPERS (78) terwijl een KOLGANS (79) een nog grotere verrassing blijkt! Een GRASPIEPER (80) die hier gisteren onder de dijk zat zit er ook nog steeds, maar ook vliegen nog twee exemplaren langs. Een TURKSE TORTEL (81), SPREEUW (82), ZILVERMEEUW (83), HAVIK (84), TORENVALK (85) en twee keer een REGENWULP (86) vliegen over. Ook een appelvink komt nog luid roepend langs, net als de tweede wulp van de ochtend. Als we in een grote groep kokmeeuwen nog twee ZWARTKOPMEEUWEN (87) opmerken houden we het voor gezien.
Kolgans (links) me grauwe ganzen
We lopen vervolgens nog even de griend in, in de hoop op nog een grauwe vliegenvanger of kleine bonte specht. De eerste horen we nog niet (het is ook nog vroeg in het seizoen), maar een KLEINE BONTE SPECHT (88) horen we daarentegen wel roffelen. Ook laat een GROENE SPECHT (89) zich zien en vliegen nog wat zwartkopmeeuwen over. Langs de golfbaan fietsen we terug richting het oosten, waarbij we een Buizerd (90) en om 8:44 al de 90ste soort kunnen bijschrijven, GROENLING (91). We zetten hierna door richting de Gaatkensplas, waar we OEVERZWALUW (92) bijschrijven en dan in de auto stappen richting Poortugaal voor enkele bijzondere broedvogels. We hebben wat haast in verband met opkomend tij op de Sophiapolder en een naderende bui, dus het moet nu even snel gaan. Voordat we bij een tuin met een bekende BEFLIJSTER (93) aankomen horen we al een HUISMUS (94), waarna we ook eindelijk EKSTER (95) zien. Toch een soort die altijd in de buurt van mensen huist.

In Rhoon horen we op een bekende plek een GOUDHAAN (96), zodat we toch maar weer goudvink gaan proberen. Die lukt helaas niet, maar wel horen we eindelijk HEGGENMUS (97) en komt een BOOMVALK (98) prachtig langs. Laurens van der Wind ziet 'm overkomen terwijl wij elders lopen, dus een snelle sprint is wel nodig... Ook schrijven we hier, nota bene al om 9:32, STAARTMEES (99) bij. Weer bij de auto krijgen we de melding van een krombekstrandloper in de Crezéepolder. Aangezien we toch met de auto zijn, besluiten we toch maar even een poging te wagen. We moeten toch ook die kant op voor het opkomend tij en dan zien we daarna wel weer even verder hoe we het doen... Voordat we daar zijn horen we echter al dat de vogel is opgevlogen in verband met het getij. Dat is dus een stuk eerder opgekomen dan verwacht, ai... We twijfelen niet en gaan gelijk door naar de Sophiapolder in de hoop op het laatste stukje slik waar nog steltlopers kunnen lopen. Vanaf de dijk schieten we auto uit en gritsen de telescopen uit de auto. We zijn inderdaad net getuigen om te zien hoe een groepje van vier ZILVERPLEVIEREN (100) opvliegt. Oefff.. Toch de moeite! Verder loopt nog een tweetal ZWARTE RUITERS (101) rond. Om 10:07 de 100 soorten, ongekend!

Goudhaan
Vanaf de kraan kijken we nog wat uitgebreider, wat LEPELAAR (102), HUISZWALUW (103), PONTISCHE MEEUW (104), IJSVOGEL (105), GROTE MANTELMEEUW (106) en PUTTER (107) oplevert. Vanaf nu wordt het echt sprokkelen en zijn eigenlijk al de makkelijke soorten binnen,, terwijl een aantal lastige zoals braamsluiper en zwarte roodstaart nog ontbreken. We rijden nog wel even naar de Crezéepolder, maar een paapje kunnen we daar niet vinden. Wel komt op grote hoogte een groep steltlopers over, maar het lukt ons niet goede foto's te maken of ze in de telescoop te krijgen. Helaas... Of het nu groenpootruiters, russe grutto's of wat anders geweest is?! We zullen het nooit weten...

Hierna zetten dus maar weer koers richting het westen van IJsselmonde, waar we op diverse plekken tevergeefs naar braamsluipers zoeken. In het Ruigeplaatbos zien we bij het nest van een BOOMKLEVER (108) na even wachten inderdaad het paartje. Ook horen we hier nog een goudhaan.

We rijden vervolgens nog naar de locatie van een broedgeval van grote lijster, waar ik 'm gisteren nog zag. We posten bijna een uur, maar van een grote lijster is geen spoor te bekennen. Kostbare tijd gaat verloren en levert enkel nog wat zingende matkoppen en een groene specht op. De RINGMUS (109) om 14:17 is wel zoals verwacht heel makkelijk, waarna we met de fietsen weer verder gaan richting het oosten. De route gaat langs de Oude Maas, de Devel en Polder de Hooge Nesse. De baardman die eerder op de dag werd gehoord langs de Devel, horen we niet, maar wel komen nog een roerdomp en boomvalk fraai voorbijgevlogen. Op diverse plekken checken we voor braamsluiper, maar het mag niet baten. Bij Van Leeuwen Buizen, langs de Lindtsedijk, zien we eindelijk ZWARTE ROODSTAART (110) en krijgen we weer een beetje moed. Het wil gewoon heel slecht deze middag... Op de Galgenplaat horen we om 16:37 ook eindelijk de eerste en enige BRAAMSLUIPER (111) van deze dag. En dan ontbreekt ook nog steeds sperwer... Voor ons ook altijd een verschrikkelijk lastige soort, die we ook nog met enige regelmaat missen op een big day. Vandaag gelukkig niet, want over de Veersedijk zien we op grote hoogte een SPERWER (112) overkomen. Gelukkig!

In de Crezéepolder hopen we vervolgens goede zaken te doen, maar grutto en kemphaan blijken helaas voor ons onvindbaar. Achteraf liep een grutto op een plek waar we niet/slecht gekeken hebben. Tja, achteraf... Een ENGELSE KWIKSTAART (113) is dan uiteindelijk de enige nieuwe, zodat we ook hier maar weinig zien. Laurens van der Padt houdt het dan ook voor gezien, maar geeft ons even later wel door dat bij de Ambachtsezoom een BONTBEKPLEVIER (114) loopt. Na een korte fietstocht zien we dat exemplaar inderdaad lopen. We rijden hierna nog terug naar de rivier, waar we de dag afmaken vanaf de kraan, kijkend over de Sophiapolder. Dat levert alleen de verwachte GEELPOOTMEEUW (115) op, maar verder geen enkele verrassing.
Zwarte ruiters
Bontbekplevier
Groenpootruiter
Na 21:00 worden vervolgens de eindstanden doorgegeven, waarbij het blijkt dat we eindelijk eens tweede zijn geworden en de eerste plaatst hebben moeten afstaan en Jeroen en René van der Giessen. Zij zagen vandaag totaal 117 soorten. Zo aan het eind van de dag komen ook de missers naar voren, waaruit blijkt dat het toch bij iedereen niet meeviel deze middag. Soorten die we gemist hebben en wel door andere teams waren gezien, zijn grutto (hadden we moeten hebben in Crezéepolder), kemphaan (verdwenen na de ochtend), rouwkwikstaart (broedgeval bij de Gaatkensplas, wisten we niet), vuurgoudhaan (oude plek Klein Profijt, wisten we niet), witgat, krombekstrandloper, zwarte stern, purperreiger, grote zilverreiger, baardman, grauwe vliegenvanger, ransuil en paapje. Een belangrijk deel verwijten van de missers verwijten we aan gebrek aan voorbereiding (vuurgoudhaan, ransuil, rouwkwikstaart), maar ook komt er natuurlijk het nodige geluk bij kijken (krombekstrandloper, zwarte stern, purperreiger, witgat, baardman). En dat hadden we zelf natuurlijk ook, want goede soorten die wij zagen een geen andere teams waren kolgans, wulp, zilverplevier en kleine bonte specht.
Sophiapolder
Al met al weer een prachtige dag, maar helaas zonder echte voorjaarsknaller voor IJsselmonde. Die laat nog steeds op zich wachten. En volgend jaar misschien toch die 120? Makkelijk is het niet, dat is duidelijk...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten