donderdag 30 maart 2017

Van zeearend tot een te grote appel en kievitsnesten

Als ik in Ambacht ben is het knap het een stuk lastiger om binnen te blijven dan in Rhenen, dus al vrij snel sta ik vanochtend weer in de Crezéepolder. Weinig nieuws is daar overigens te beleven, nog steeds flink wat kemphanen, 14 bonte strandlopers, een bontbekplevier, pontische meeuw en dan ben je er wel.
Bonte strandlopers
Langs de Waal fiets ik richting het Waalbos. Het valt me op dat echt overal op de Waal futen zitten, het moet ongelofelijk visrijk zijn, dat kan haast niet anders. Rietkraagjes zijn er niet veel, dus het plukje riet wordt ook nog vaak door een meerkoet gebruikt, wat ook wel de nodige ruzies op zal leveren natuurlijk. Maar fraaie beesten blijven het wel, die futen.



Fuut
Het Waalbos is hierna rustig, maar in het wat oudere gedeelte zitten wel een aantal blauwborsten fanatiek te zingen. Voor één exemplaar is dat bijna de laatste keer, want plotseling zie ik een hermelijn of wezel naar de top van het struikje schieten, maar de vogel is 'm te slim af. Een bijzonder gezicht is het overigens wel.
Blauwborst
In het nieuwere Waalbos is het nog steeds een drukte van belang door de vele kieviten die er zitten te broeden. Het wordt beheerd door Staatsbosbeheer en die willen natuurlijk bomen zien, dus zo eind maart vonden ze wel een goede datum op bomen te gaan planten en het land compleet om te ploegen... Kieviten vinden dat niet erg prettig en vorige week zijn er 18 nesten gemarkeerd, nog lang niet alle nesten, maar elk nest wat er overleefd is er één. Vanochtend ben ik toch wel blij als ik zie dat ze er keurig omheen hebben geploegd. Nu maar hopen dat de jongen groot komen...

Kievitsnest
Bij Heerjansdam kan ik een geringde buizerd niet verder aflezen dan ik 'm al had, waarna ik bij Polder de Hooge Nesse een blik werp om te kijken of daar wellicht de eerste beflijsters weer zijn gearriveerd. Elders op IJsselmonde waren ze al gezien, maar hier moet ik het met enkel nog wat kramsvogels doen. Met langs de rivier nog een tweetal cetti's zangers, een matkop, zwartkopmeeuw en de eerste fitissen, fiets ik om half 12 bij Veerplaat richting Ambacht. Een grote roofvogel trekt daar mijn aandacht, wat zowaar een zeearend blijkt te zijn! De vogel hangt wat rond en vertrekt uiteindelijk ongeveer recht over me heen richting het zuidoosten. Gaaf!! Deze hoek langs de Oude-Maas blijkt toch wel de beste plek voor zeearenden te zijn, wat rondzwervende beesten uit de Biesbosch of elders uit de Delta zijn. Dit exemplaar is ook pas mijn 3de op IJsselmonde en de eerste dit jaar. Fraai!!


Zeearend

Vanmiddag ben ik vervolgens nog een tweetal uurtjes in Rotterdam-Zuid, waar het een drukte van belang is wat grote meeuwen betreft. Een lichte zilvermeeuw maakt me nog kort aan het schrikken, maar een burgemeester is het helaas niet...
Afwijkende zilvermeeuw
Verder zitten er gelukkig genoeg ringetjes bij en lees ik uiteindelijk veertien vogels af. Voornamelijk beesten uit de Rotterdamse havens, maar een Noorse en Texelse zilvermeeuw zijn toch nog wel weer leuk. Van de Rotterdamse meeuwen zijn er overigens ook een heel aantal nog onbekend voor me, dus dat is ook altijd leuk natuurlijk.
Zilvermeeuw B-LR
Texelaar G-KBXB
Noorse zilvermeeuw J913Z
Wat schaarse meeuwen zitten er natuurlijk ook nog tussen, namelijk een enkele geelpootmeeuw en wel een drietal pontische meeuwen. De geelpootmeeuw is wel een trouwe gast, die de hele winter al present is hier in de Kop van Zuid. Dat is geen straf, want een fraai beestje is het zeker!
Geelpootmeeuw
Pontische meeuw
En meeuwen blijven natuurlijk fantastische beesten. Als er plots een jong zilvertje gaat lopen braken is het toch altijd weer een verrassing wat er uitkomt. Deze keer is het een aanvreten appel, die de ingewanden toch niet helemaal zagen zitten... Ongelofelijk ook dat ze het gewoon naar binnen schrokken, maar nu dan toch maar in stukjes.
Zilvermeeuw met appeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten