vrijdag 24 maart 2017

Die Crezéepolder trekt wel

De afgelopen week was  ik elke ochtend vrij, dus twee ochtend heb ik nog door de bossen rondom Rhenen gezworven. Dat leverde opvallend veel appelvinken op, hier en daar wat goudvinken, een kruisbek, zingende boomleeuweriken, baltsende haviken, wat late sijzen en kepen en maar liefst vier kleine bonte spechten! Al met al heb ik me dus weer prima vermaakt in het midden van 't land, maar als ik vanmiddag thuis kom uit Wageningen rijd ik toch graag nog snel even naar de Sophiapolder.
Uitzicht vanaf de Grebbeberg
Het is heerlijk weer en net zoals de laatste tijd lopen er toch wel weer genoeg steltlopers om me mee te vermaken. Vijf bonte strandlopers, 35 kemphanen, een tiental grutto's, twintig tureluurs, enkele kleine plevieren en twee bijzonder fraaie bontbekplevieren. Deze laatste zitten er nu al sinds eind februari en het ziet er naar uit dat ze wel een broedpoging gaan doen, goed in de gaten houden dus maar, want er wordt nog volop in de polder gewerkt.
Bontbekplevier
Ook staat er zoals gebruikelijk nog een mooie groep meeuwen, van met name kleine mantelmeeuwen en ook nog een geelpootmeeuw ertussen. Eén van de kleine mantelmeeuw is echter geringd; een vogel van Roland-Jan Buijs uit de Moerdijk. Opvallend genoeg is het, net als mijn vorige geringde kleine mantelmeeuw hier, een onbekende vogel voor mij, en zo lijkt er dus toch geen uitwisseling te zijn met de Sophiapolder. Deze polder die zo'n twee kilometer verderop ligt herbergt 's zomers namelijk altijd een aanzienlijke hoeveelheid kleine mantelmeeuw die daar rusten, en de geringde exemplaren zien we elk jaar terug. Die foerageren echter allemaal in de omgeving Dordrecht en Zwijndrecht, en wellicht hebben we in de Crezéepolder te maken met vogels vanuit de Alblasserwaard. Interessant! 
Slobeenden
Kemphaan

Geen opmerkingen:

Een reactie posten