dinsdag 20 maart 2018

Broeders zoeken in de Zwijndrechtse Waard

Gisterenavond leverde slaapplaatstellingen in de Crezée- en Sophiapolder op beide locaties tachtig grutto's en ook tientallen kemphanen, bonte strandlopers en bontbekplevieren op. Ook sliepen op de Sophiapolder nog honderden zilver- en kleine mantelmeeuwen en een enkele geelpoot- en pontische meeuw. Veel van deze slapers, hetzij steltlopers of meeuwen, zijn vermoedelijk doortrekkers. De voorjaarstrek is immers nu in volle gang en het broedseizoen komt snel dichterbij. Vandaar dat ik vandaag een rondje maak door de Zwijndrechtse Waard om te kijken of wat schaarse broedvogels weer zijn teruggekeerd of waar dit jaar mogelijk gebroed gaat worden.

Eén van de belangrijkste soorten met het voorjaar in de bol is wel de kievit. Op wat akkers buitelen vogels door de lucht met de prachtige baltsgeluiden, maar vermoedelijk is het tevergeefs. Het lijkt voor deze beesten een prachtige kale bodem om op te broeden, waarin ze zelf tal van wormen kunnen vinden. Zodra de eieren uitkomen blijkt door de afwezigheid van kruiden geen voedsel voor ze te vinden. De meeste kuikens blijken dan ook op dit soort percelen op IJsselmonde binnen een week dood te gaan, helaas... In het Waalbos zie ik daarentegen weer een kleine twintig baltsende beesten. In zulke natuurgebieden worden vaak wel grote succes geboekt door kieviten, maar op de lange termijn zijn ze waardeloos. Binnen vijf jaar zijn de bomen te hoog en is het voor weidevogels als de kievit niet meer interessant. Helaas...
Speenkruid komt als één van de eerste bloeiers op sommige plekken massaal tevoorschijn
De ringmus is een andere soort waar ik mijn zinnen op heb gezet. Het vermoeden was dat enkel nog in polders bij Rhoon deze soort als broedvogel voorkwam op IJsselmonde, maar een waarneming langs de Lindtsedijk afgelopen jaar veranderde dat. Vervolgwaarnemingen bleven uit, maar vandaag checken ik Achter-Lindt en de Lindtsedijk minutieus. Huismussen blijken volop aanwezig en op vrijwel exact dezelfde plek als vorig jaar tref ik weer een ringmus aan! Kennelijk is de soort dus tóch nog niet verdwenen uit de Zwijndrechtse Waard!

Andere leuke waarnemingen zijn nog wat torenvalken, waarbij het een raadsel blijft waar ze broeden, een baltsende havik en meerdere paartjes roodborsttapuit. Deze soort is na jaren van afwezigheid weer volop aanwezig en weet overal de kleine ruigtes in het landschap te vinden. Geen straf om deze soort als broedvogel te hebben! Qua wintergasten is het overigens ook nog niet afgelopen, want soorten als waterpieper en kramsvogel zijn nog volop aanwezig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten