In juni deden we weer de laatste broedvogeltellingen, met nog wat mooie waarnemingen van o.a. grauwe klauwieren en wielenwalen. Het seizoen zat er dus alweer op. Jammer natuurlijk, maar ook altijd wel weer prettig... Zeker omdat het vleermuiswerk nu volop gaande was, wat naast de standaard soorten ook best wat leuke verrassingen opleverde. Dit jaar doen we onderzoek in Zwijndrecht, en dus fietste ik wekelijks een nacht lekker in de buurt rond. Boven de Devel zag ik nog veel watervleermuizen, maar heel blij was ik met een foeragerende gewone grootoorvleermuis langs de Lindtsedijk. Het exemplaar foerageerde in een bloeiende linde en hing af en toe stil in de boom. In de warmtebeeldkijker mooi te zien! Een soort die wel op IJsselmonde voorkomt, maar in lage aantallen. De laatste van de zeven soorten vleermuizen die ik nog moest (naast gewone en ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis, meervleermuis en watervleermuis).
In dezelfde nacht zag ik nota bene nog een nieuwe soort voor mijn IJsselmondelijst. Langs de Oude Maas bij Zwijndrecht zitten al jaren boommarters, maar ondanks dat ik daar vaker ben geweest in het donker, wilde ze nooit lukken. Nu was ik er weer en langs het fietspad hoorde ik geritstel. Snel de lamp erop en stond oog in oog met een boommarter! Het geritsel en geschreeuw ging echter verder, uiteindelijk bleken er drie boommarters te zijn waarvan er twee behoorlijk met elkaar aan de stok hadden! Een gave waarneming van ook een lastige soort! Boommarters zitten wel op IJsselmonde, maar lijken zich beperkt te houden tot een paar plekken, waarbij Veerplaat de beste plek lijkt te zijn.
Qua werk was het natuurlijk sowieso ook geen straf juni, met veel monitoring van insecten, wat soorten als iepenpage (veel in Amsterdam!), kleine ijsvogelvlinder, grote weerschijnvlinder en de eerste moerassprinkhanen weer opleverde.
 |
Boomvalk |
 |
Moerassprinkhaan |
 |
Kleine ijsvogelvlinder |
 |
Dodaars |
Twee bezoekjes aan de Maasvlakte met Daan waren op het gebied van vogels wel de spannendste uurtjes van de week. Op 6 juni startten we langs de Oude Stuifdijk in de hoop op minstens een zingende roodmus, maar dat viel tegen. Naast de broedvogels zagen we weinig, alhoewel meerdere families eidereenden wel leuk waren natuurlijk. Op de vlakte was het al behoorlijk opgewarmd, maar desondanks lukt het nog op twee kleine karekieten uit de bosjes te krijgen, en zag ik een paar seconden een spotvogel. Ondanks nog 1,5u posten kwam die er helaas niet meer uit, dat had zomaar ook nog een orpheusspotvogel geweest kunnen zijn natuurlijk... Op 16 juni begonnen we dus maar gelijk op de Vuurtorenvlakte, maar nu geen spannende zangertjes meer in de struiken. Wel erg leuk was een luid overvliegende Europese kanarie, die ook op het luzerneveld in leek te vallen. Ondanks een zoekactie daar was de vogel onvindbaar, maar toch pas mijn eerste weer in ruim 2,5 jaar.
 |
Kleine karekiet |
Op de Maasvlakte kwamen we die dag geen gekke dingen meer tegen, alhoewel een vosje en een schitterende volwassen kuifaalscholver het toch tot een succesvol bezoekje maakten!
 |
Vos |
 |
Kuifaalscholver |
Kieviten waren er al nauwelijks meer in juni, zo slecht was het dit jaar, en ook de matkoppen waren al uitgebroed. In het kader van het Jaar van de Torenvalk besteedde ik echter wel meer tijd aan deze mooie soort, om zo alle plekken op IJsselmonde in beeld te krijgen. Dat lijkt uiteindelijk behoorlijk goed gelukt te zijn, maar omdat bij één van de nesten de moeder verdronk, hebben we nog tien dagen muizen moeten bijvoeren. Zal je altijd zien, duik je weer eens extra in een soort, gaat het gelijk veel tijd kosten... Uiteindelijk hebben de meeste jongen het daar gelukkig wel gered en was het seizoen niet slecht. Hopelijk tijd voor herstel van de populatie, die lokaal door wat slechte muizenjaren wat gekrompen is.
.jpeg) |
Kievit GAW6 |
.jpeg) |
Jonge torenvalken |
Een dagje naar Groningen voor werk kon ik nog mooi combineren met het oprollen van wat nieuwe, zeldzame plantensoorten. Op de heen- en terugweg kon ik zo penseelbladige waterranonkel, berijpte viltroos, waddenorchis, purperbraam, sitkaspar en rozenkransje bijschrijven. Altijd weer een uitdaging om een efficiënte route te vinden, maar leuk om zo weer wat soortjes mee te sprokkelen. Een weekje later kon ik nog zo'n rondje combineren, maar nu in Gelderland en Overijssel: draadrus, stijf struisriet, klein sterrenkroos, roggelelie en waterlobelia.
 |
Rozenkransje |
.jpeg) |
Waddenorchis |
 |
Waterlobelia |
.jpeg) |
Roggelelie |
 |
Draadrus |
En juni is natuurlijk altijd weer de maand van de insecten. Naast de libellen en vlinders komen dan ook de sprinkhanen weer tot leven, altijd leuk! Op IJsselmonde hoorde ik tijdens de avondjes buiten op veel plekken spoorkrekels, en verrassend genoeg duiken er dit jaar op steeds meer plekken greppelsprinkhanen op. Vermoedelijk dat ze zich door het warme weer goed kunnen verspreiden, omdat de theorie is dat tijdens warme jaren relatief veel exemplaren lange vleugels ontwikkelen. De soort zou dus zo IJsselmonde vlot kunnen gaan koloniseren. Tijdens een avondje wat rondstruinen liep ik zo nog tegen een andere nieuwkomer aan, en dit keer weer een hele nieuwe voor het eiland: gaffelwaterjuffer! Deze juffer uit het zuiden hadden we wel verwacht, maar omdat we eigenlijk geen goede poelen hebben had ik hem nog niet verwacht. Dit mannetje vond ik echter zomaar in het grasland, waar ik ze in Brabant en Zeeuws-Vlaanderen ook vaak tref. Gewoon vliegend en hangend aan het gras. Heel leuk!
 |
Gaffelwaterjuffer |
 |
Langvleugelige greppelsprinkhaan |
Op één van de laatste dagen van de maand togen we nog naar de Sophiapolder in de hoop om daar kuikens te ringen van visdieven en kluten. Dat werd één grote deceptie, want de hele kolonie bleek mislukt te zijn. Geen jongen, geen kuikens, niks te ringen. We waren snel klaar maar genoten op de weg terug van de specialiteiten van het eiland: rivierrombouten, blauwe breedscheenjuffers en weidebeekjuffers lieten zich goed zien! Voor die laatste twee soorten de enige vaste vliegplek op IJsselmonde! Uiteindelijk lukte het alleen nog om drie scholeksters te kleurringen in de Crezéepolder en op de Sophiapolder.
 |
Scholekster BLG-WUBC |
 |
Rivierrombout |
Op 28 juni ben ik ten slotte met Kees en Laurens van der Windt nog een ochtendje in Zuid-Limburg. In het Geuldal worden namelijk al dagen enkele kleine weerschijnvlinders gezien, en dit is voor ons nog een soort die we in Nederland niet hebben gezien. Van een dwaalgast heeft deze in de afgelopen jaren zich in Nederland echter gevestigd, waaronder dus in het Geuldal. Op basis van de waarnemingen leken ze met name in de ochtend langs de Geul bij de grond te zien te zijn, terwijl ze later op de dag met name hoger in de bomen zitten. We waren er dus op tijd bij, maar door het bewolkte weer duurde het lang voordat een kleine weerschijnvlinder zich liet zien. Daarvoor was het echter al goed toeven met meerdere braamparelmoervlinders, kleine tanglibellen, bosbeekjuffers, rode wouwen en zelfs nog een passerend dambordje!
 |
Dambordje
 | Braamparelmoervlinder
|
|
Om iets over elf was het eindelijk zover en kwam er opeens zeker een mannetje kleine weerschijnvlinder omlaag naar de elzen langs de beek. Kort daarvoor zag ik al zeer waarschijnlijk een vrouwtje passeren, maar dat ging net te snel om zeker te zijn. Het mannetje liet zich nu echter goed zien, zittend in de kruin van de elzen en even later ook schitterend tussen de waarnemers doorvliegend. Zitten op de grond wilde die echter niet (of het was te druk), dus al snel verdween het exemplaar weer. Daarmee hielden wij het ook weer voor gezien en was het een buitengewoon succesvolle ochtend in het zoele zuiden!
 |
Kleine tanglibel |
 |
Kleine weerschijnvlinder |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten