maandag 30 september 2024

September 2024

De maand september begon op vogelgebied natuurlijk fantastisch met de succesvolle twitch naar een veldrietzanger. Andere nieuwe vogelsoorten had de maand niet meer in petto, maar op divers gebied kreeg ik nog genoeg in de kijker. Lokaal was ik vooral bezig met het zoeken naar geringde kieviten in groepen in met name de Crezéepolder. Dat leverde veel aflezingen op van kieviten die dit jaar succesvol waren groot gekomen in gebieden waar ik ze actief ring, zoals het Waalbos en Oud-Reijerwaard. Erg leuk en nuttig! Daarnaast checkte ik alweer met enige regelmaat plekken om te zien of er al bokjes waren teruggekeerd uit de broedgebieden, maar dat was helaas in heel september nog niet het geval. 

Nog geen bokjes, wel geschikte plekken

Havik verstoort groep kieviten

Tijdens het aflezen van kieviten en het zoeken naar bokjes kwam ik verrassend genoeg nog wel twee keer een porseleinhoen tegen. Eén keer klassiek foeragerend in de rietkraag (in de Crezéepolder) en eenmaal voor me opvliegend uit het ondiepe moerasgebiedje in Polder het Buitenland (Heerjansdam). Qua (lokale) ontdekkingen kwam ik overigens niet heel veel verder dan deze twee. 

Eén van de hoogtepunten van de maand september was wellicht het dagje Limburg op 7 september. Het hoofddoel was de eerder deze zomer ontdekte populatie van de rozevleugel, een sprinkhaan die vanuit Zuid-Europa oprukt naar het noorden en zich nu dus ook in Nederland heeft gevestigd. Tijdens mijn vakantie in Noorwegen was er een speciale excursie naar deze soort in groeve 't Rooth. In de groeve worden echter wel vaker excursies gegeven, dus toen ik zag dat er 7 september weer een excursie was trok ik toen met een groep algemeen geïnteresseerde deelnemers de groeve in. Het weer was schitterend en eenmaal op de plek aangekomen waren de sprinkhanen met hun opvallende roze vleugels snel gevonden. Gave soort om te zien! 



Rozevleugel

In de groeve was ik nog nooit geweest, dus het was sowieso leuk om daar eens rond te lopen. Naast de rozevleugels was het genieten met diverse geelbuikvuurpadden, kalkdoorntjes, blaasvarens en overvliegende wespendieven. 
Groeve 't Rooth

De rozevleugel was natuurlijk een mooie aanleiding om ook nog wat floristische zeldzaamheden in Limburg met een bezoekje te vereren. De dag begon ik bij het omgebogen vetkruid in Simpelveld, een nieuw gevonden soort dit jaar, maar nu tamelijk onogenlijk en bijna helemaal verdord. De zomerandoorn die ik even later langs de Maas trof stond er gelukkig een stuk beter bij. Verder bezocht ik deze dag nog wigbladige roos, kleine biesvaren en dwergdraadgentiaan. 

Zomerandoorn

Kleine biesvaren

Qua planten was het natuurlijk ook wel het einde van het seizoen. Op IJsselmonde zag ik zowaar nog een spontaan opgekomen huttentut en was kleine wolfsmelk nog massaal aanwezig op de bekende groeiplaats in de Zuidpolder. Daarnaast lukte het me eindelijk om me ertoe te zetten om nog een bezoekje aan Ouddorp te doen voor beursjesganzevoet en veldgentiaan. Beide soort zag ik na een vrij rustig ochtendje zeetrek op de Maasvlakte met eigenlijk alleen twee grauwe pijlstormvogels. 

Huttentut

Veldgentiaan

Op de Maasvlakte kwam ik deze maand verder eigenlijk niet, gewoon niet zoveel zin/tijd dit najaar... Het vangen van matkoppen lukte niet meer in september, ze reageerden te weinig op geluid. Het aflezen ging daardoor ook uiterst moeizaam, mede omdat de wilgen nog goed in het blad zaten. De maand sloot ik af met muizenonderzoek langs de Devel. Erg leuk om eens in dit gebied onderzoek naar de muizenstand te doen, wat opvallend veel dwergspitsmuizen opleverde. Gehoopte soorten als waterspitsmuis en aardmuis bleven echter achterwege. 

Dwergspitsmuis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten