dinsdag 23 februari 2021

Van een Noorse kokmeeuw, Zeeuws-Vlaanderen en een handsoort!

Na de korte week met koud winterweer, was februari een relatief rustige maand. Zaterdag 13 februari, toen de kou nog in het land was, leverde een rondje door Zwijndrecht nog enkele nieuwe kokmeeuwen op, waaronder een exemplaar uit Noorwegen. Die zien we niet vaak hier! Opvallend was ook een kemphaan die uit nood gedreven aan het foerageren was in een ontdooiende berm. Voor die beesten viel het toch niet mee, dat weekje... 

Noorse kokmeeuw G-J08E

Kemphaan
Over de Devel zag ik nog een drietal wilde zwanen trekken, waarna ik op de 19e een dagje naar Zeeuws-Vlaanderen mocht om vogelakkers te tellen. Altijd leuk om eens naar een uithoek van het land te gaan! De polders zien er daar toch weer heel anders en toch een stuk kleinschaliger uit dan op IJsselmonde. We troffen o.a. nog een paartje patrijzen en een jagende blauwe kiekendief, terwijl langs de Westerschelde een mooie groep van bijna 50 witbuikrotganzen liep. Ook leuk! 

Witbuikrotganzen

Patrijs

Afgelopen zaterdag kon ik in een paar uurtjes bijna geen waterpiepers vinden, dus het aflezen van geringde exemplaren is alweer even niet gelukt. Aangezien er tijdens de vorstperiode waarschijnlijk wel wat beweging is gekomen in deze soort, is het hopen op nog wat aflezingen. Vanavond deed ik ten slotte nog de laatste nachtronde in de Zegenpolder. Dat leverde nog 1 houtsnip op, die zich zowaar ook nog liet vangen! Verder was een smient opvallend die op een akker aan het foerageren was, ook deze liet zich vangen. Nog een nieuwe handsoort! 

Houtsnip

Smient

Geen opmerkingen:

Een reactie posten