zaterdag 26 oktober 2024

Weer een nieuwe: rotszwaluw

Gisterenavond werd ik vlak voor het donker opgeschrikt door de melding van een rotszwaluw op Texel. De vogel werd ontdekt al rondvliegend rond de kerk van Oosterend, dus het lag wel in de lijn van verwachting dat de vogel daar de nacht zou doorbrengen. Terwijl ik in de Crezéepolder nog bezig was met wat kieviten af te lezen, rees dus het plan om vanochtend vroeg de dag te starten op Texel. Rotszwaluw is immers een soort die nog steeds op mijn lijst ontbrak, en nu leek er eindelijk eens een uitgelezen kans op te doen om deze bergbewoner uit de Alpen in Nederland te zien! Zo gezegd, zo gedaan, en rond 4 uur pikte ik vanochtend Hans Bossenbroek en Richard van Vugt op voor een efficiënte trip naar het grootste Waddeneiland. 

De rit ging voorspoedig en ruim voor de eerste boot waren we in Den Helder. Na wat wikken en wegen had ik toch maar besloten om voor de zekerheid de boot van 6:30 te pakken. Met de volgende boot zou het toch pas na achten worden dat we op de plek zouden zijn, dus beter maar een uurtje eerder voor de zekerheid. Nu was het dorpje nog in volledige rust als 20-30 vogelaars zich van de pont naar de kerktoren begeven. Met een snelle blik door de warmtebeeldkijker was het duidelijk: de vogel zat nog op exact dezelfde plek als waar hij gisteren was gaan slapen. Mooi! 

In het duister staren naar de toren

Kerktoren van Oosterend in het maanlicht

In het duister was er met wat fantasie iets te zien wat op een zwaluw leek, maar moeilijk was het wel. Langzaam werd het echter licht een steeds meer werd duidelijker zichtbaar dat er inderdaad een zwaluw aan de muur hing. Ook ging de vogel poetsen en bewegen, en om iets voor acht vloog hij op om enkele minuten zenuwachtig rondom de kerk te vliegen. Net voordat de vogelaars van de tweede boot waren gearriveerd, dus toch wel lekker om er al te zijn... Volgens de verwachting ging de vogel toch al vrij snel weer zitten, waarna hij zich een uurtje zat te poetsen en klaar te maken voor een mooie dag op het eiland.

Rotszwaluw in het halfduister op de slaapplek

Rotszwaluw

Vliegen deed hij uiteindelijk en hij scheerde meermaals vlak over de hoofden van de tientallen vogelaars, probeerden met regelmaat op de pannendaken van de huisjes rondom de kerk te gaan zitten en had zo nu en dan aan de stok met de talrijke spreeuwen en kauwen. Al met al een schitterend showtje van deze zeldzame dwaalgast uit Midden-Europa, die vermoedelijk met de aanhoudende zuidelijke stroming op Texel was beland. Er gingen overigens geruchten dat de vogel al meerdere avonden bij de kerk was waargenomen en eerder in oktober was er ook al een waarneming van een rotszwaluw op Texel, dus de vogel zou er natuurlijk ook zomaar langer gezeten kunnen hebben.


Rotszwaluw

Rond kwart over 9 ging die weer op de kerk zitten, wat voor ons het teken was om af te taaien. Na een kort bezoekje aan de adulte roze spreeuw die al weken in Den Burg zit, zaten we even later tevreden op de pont van 10 uur weer huiswaarts. Een succesvolle twitch naar alweer mijn negende nieuwe soort dit jaar! 

Roze spreeuw

zaterdag 5 oktober 2024

Nr 450: roetvliegenvanger!

In de hoop op toch de eerste bokjes van dit najaar startte ik vanochtend om kwart voor acht in Polder het Buitenland, bij Heerjansdam. Een zonnige dag was opgegeven, dus dan kan je beter maar vroeg zijn voordat de bokjes niet meer zichtbaar zijn in de warmtebeeldkijker. In het natte grasland bleken helaas nog geen bokjes aanwezig, wel stootte ik nog wat watersnippen op. Uit het riet riepen enkele waterrallen, terwijl er wel iets van beweging in de lucht was met de nodige zanglijsters. 

Langs de rivier heb je hier een mooi uitkijkpunt, dus het plan was om daar een paar uurtjes te gaan trektellen. Rutger Plaisier stond er al en deze plek heeft volgens mij toch wel wat voordelen ten opzichte van de Crezéepolder. In de eerste plaats omdat ik de indruk heb dat daar veel zangvogels het grote, open water mijden en bijvoorbeeld over De Gorzen trekken. Die mis je dus midden in de polder. Daarnaast is er soms veel geluidsoverlast door ganzen en de snelweg, maar ook hier was het niet stil door passerende boten en af en toe ook treinen in de verte. Een stille plek ga je nu eenmaal niet vinden op IJsselmonde...

Het begon met een behoorlijke nevel en echt goed vliegen deed het niet. Desalniettemin was het niet onaardig met wat groepjes sijzen, vinken, zanglijsters en vooral veldleeuweriken. We zagen nog twee groepjes boomleeuweriken en een smelleken hard naar zuid jakkeren. Omdat de trek al wat afnam, liep ik rond 9 uur nog even naar de strekdam in de hoop op geringde kieviten, maar tussen de 20 exemplaren stonden helaas geen geringden. Tijd dus om de telling af te ronden, maar vlak voor half 10 hoorden we opeens een tikkende gors aankomen. Door de tikkende zanglijsters en roodborsten heen was het onmiskenmbaar, maar gelukkig kwam de vogel ook nog eens vlak voor langs en leek ten noordoosten van ons in het maïs in te vallen. Erg gave verrassing, want pas de vierde voor IJsselmonde! 

Een zoektocht in de polder leverde helaas geen dwerggors meer op, jammer! Na de succesvolle telling besloot ik een ronde door het Waalbos te lopen in de hoop op wellicht een bladkoning of nog wat geschikte plekken voor bokjes. Dat leverde weinig groepen zangvogels op en ook geen bladkoning, maar twee overvliegende appelvinken en een fraaie matkop waren toch de moeite waard. Deze soort lijkt nu toch ook het Waalbos gevonden te hebben, en waarschijnlijk zal dit jonge bos nu ongeveer oud genoeg zijn. Zou erg gaaf zijn als ze hier ook gaan broeden komend jaar! Ten slotte liet ook een paartje futen met jongen zich nog fraai bekijken en besloot ik weer eens een paar keer af te drukken...

Matkop



Futen

Op de planning stond verder een rustig middag, en die verliep ook tamelijk rustig. Tot we op het punt stonden om een wandelingetje te gaan maken en er opeens foto's van een hele zeldzame vliegenvanger voorbijkwamen. Ai... Het bleek bij Wassenaar te zijn en na niet al te lang wikken en wegen zou daar de wandeling dus maar moeten plaatsvinden... Eenmaal onderweg werd al snel meer duidelijk over de soort: een heuse roetvliegenvanger, een soort uit Mongolië en de Himalaya en pas twee keer eerder vastgesteld in Europa. Heel zeldzaam dus! 

Na ongeveer een kwartier waren we thuis vertrokken, dus dat kon niet heel veel sneller. Op wat file bij Rotterdam na ging het verder vrij vlot en na een uurtje kwamen we aan op de Wassenaarse slag. We waren gelukkig samen dus bij het hotel kon ik afgezet worden, ideaal! Daarna in gezwinde draf het bos in, waar de vogel net weer even uit beeld was. Al starend naar de dennenbomen besloot ik even om te lopen, omdat daar het overzicht wat beter leek. En niet voor niks, want opeens zie ik een vogel landde op een tak wat 'm blijkt te zijn. Binnen! Door de kijker laat hij zich goed bekijken en na een fluitje komt de rest van de groep aangedraaft. Uitleggen valt niet mee en al snel verplaatst hij zich weer naar achteren, maar ik kan in ieder geval met enige rust verder van de vogel en de twitch genieten! 


Twitchers

Al snel volgt nu van de andere kant het sein dat daar de vogel in beeld is, en daar laat hij zich minutenlang zien op wat takken onder de kruinen van de dennenbomen. Al poetsend, zittend en kijkend, ook door de telescoop prima te zien! Rond 17:00 verdwijnt hij weer en besluiten wij het voor gezien te houden. Een erg succesvolle twitch en voor mij de 450ste soort die ik zie in Nederland! Ruim 8 jaar naar mijn 400ste (voorjaar 2016) en ruim 13 jaar na mijn 300ste (26 maart 2011). Het gaat toch gestaag omhoog en toch wel ongelofelijk, want toen ik begon met vogelen stond de nummer 1 net op de 450 meen ik mij te herinneren. Die zag vandaag welgeteld zijn 500ste soort in Nederland... 

maandag 30 september 2024

September 2024

De maand september begon op vogelgebied natuurlijk fantastisch met de succesvolle twitch naar een veldrietzanger. Andere nieuwe vogelsoorten had de maand niet meer in petto, maar op divers gebied kreeg ik nog genoeg in de kijker. Lokaal was ik vooral bezig met het zoeken naar geringde kieviten in groepen in met name de Crezéepolder. Dat leverde veel aflezingen op van kieviten die dit jaar succesvol waren groot gekomen in gebieden waar ik ze actief ring, zoals het Waalbos en Oud-Reijerwaard. Erg leuk en nuttig! Daarnaast checkte ik alweer met enige regelmaat plekken om te zien of er al bokjes waren teruggekeerd uit de broedgebieden, maar dat was helaas in heel september nog niet het geval. 

Nog geen bokjes, wel geschikte plekken

Havik verstoort groep kieviten

Tijdens het aflezen van kieviten en het zoeken naar bokjes kwam ik verrassend genoeg nog wel twee keer een porseleinhoen tegen. Eén keer klassiek foeragerend in de rietkraag (in de Crezéepolder) en eenmaal voor me opvliegend uit het ondiepe moerasgebiedje in Polder het Buitenland (Heerjansdam). Qua (lokale) ontdekkingen kwam ik overigens niet heel veel verder dan deze twee. 

Eén van de hoogtepunten van de maand september was wellicht het dagje Limburg op 7 september. Het hoofddoel was de eerder deze zomer ontdekte populatie van de rozevleugel, een sprinkhaan die vanuit Zuid-Europa oprukt naar het noorden en zich nu dus ook in Nederland heeft gevestigd. Tijdens mijn vakantie in Noorwegen was er een speciale excursie naar deze soort in groeve 't Rooth. In de groeve worden echter wel vaker excursies gegeven, dus toen ik zag dat er 7 september weer een excursie was trok ik toen met een groep algemeen geïnteresseerde deelnemers de groeve in. Het weer was schitterend en eenmaal op de plek aangekomen waren de sprinkhanen met hun opvallende roze vleugels snel gevonden. Gave soort om te zien! 



Rozevleugel

In de groeve was ik nog nooit geweest, dus het was sowieso leuk om daar eens rond te lopen. Naast de rozevleugels was het genieten met diverse geelbuikvuurpadden, kalkdoorntjes, blaasvarens en overvliegende wespendieven. 
Groeve 't Rooth

De rozevleugel was natuurlijk een mooie aanleiding om ook nog wat floristische zeldzaamheden in Limburg met een bezoekje te vereren. De dag begon ik bij het omgebogen vetkruid in Simpelveld, een nieuw gevonden soort dit jaar, maar nu tamelijk onogenlijk en bijna helemaal verdord. De zomerandoorn die ik even later langs de Maas trof stond er gelukkig een stuk beter bij. Verder bezocht ik deze dag nog wigbladige roos, kleine biesvaren en dwergdraadgentiaan. 

Zomerandoorn

Kleine biesvaren

Qua planten was het natuurlijk ook wel het einde van het seizoen. Op IJsselmonde zag ik zowaar nog een spontaan opgekomen huttentut en was kleine wolfsmelk nog massaal aanwezig op de bekende groeiplaats in de Zuidpolder. Daarnaast lukte het me eindelijk om me ertoe te zetten om nog een bezoekje aan Ouddorp te doen voor beursjesganzevoet en veldgentiaan. Beide soort zag ik na een vrij rustig ochtendje zeetrek op de Maasvlakte met eigenlijk alleen twee grauwe pijlstormvogels. 

Huttentut

Veldgentiaan

Op de Maasvlakte kwam ik deze maand verder eigenlijk niet, gewoon niet zoveel zin/tijd dit najaar... Het vangen van matkoppen lukte niet meer in september, ze reageerden te weinig op geluid. Het aflezen ging daardoor ook uiterst moeizaam, mede omdat de wilgen nog goed in het blad zaten. De maand sloot ik af met muizenonderzoek langs de Devel. Erg leuk om eens in dit gebied onderzoek naar de muizenstand te doen, wat opvallend veel dwergspitsmuizen opleverde. Gehoopte soorten als waterspitsmuis en aardmuis bleven echter achterwege. 

Dwergspitsmuis

maandag 2 september 2024

Prettige eerste werkdag weer...

Vanochtend was mijn eerste werkdag na een drietal weken vakantie. Die werkdag begon met een overleg en veldbezoek aan de Coepelduynen bij Noordwijk. Vlak voordat we op de locatie aankwamen, kreeg ik de melding van de vondst van een veldrietzanger door Hugo Wieleman bij Groote Keeten, net onder Den Helder. Ai! De vogel was goed gefotografeerd en had zich mooi laten zien, dus tijdens het overleg kon ik het niet laten af en toe de ontwikkelingen te volgen. Dat bleek goed te gaan, want de vogel liet zich na de vondst ook nog meermaals zien. Toen we even later in het veld liepen bleek de vogel goed te reageren op het afspelen van geluid, wat elk uur ongeveer werd gedaan. Veelbelovend! 

Al genietend van de Zuid-Hollandse duinen zorgde wat paapjes, tapuiten en boompiepers voor de gebruikelijke afleiding tijdens het veldbezoek. Een passerende juveniele roodpootvalk maakte het plaatje af! Dit weekend waren er flink wat roodpootvalken het land ingekomen door de oostenwinden, dus helemaal onverwachts was het niet, maar toch erg leuk! 

Na het overleg rijden we linea recta richting Den Helder, waarbij we een kwartier voor aankomst horen dat de vogel zojuist schitterend is gezien. Ai... Maar toch ook positief dat hij zich zo middag op de dag, met een flink hoog temperatuurtje, nog steeds goed laat bekijken! Als wij aankomen haken juist de meeste vogelaars af, waarna de spanning weer opbouwd met steeds meer nieuw gearriveerde vogelaars. Klokslag 15:00 wordt het boxje weer neergelegd en klinkt de zang en roepjes van de vogel. Het duurt niet heel lang voordat de vogel al foeragerend in beeld verschijnt en zich op het oog weinig van het geluid aantrekt. Hij laat zich op enige afstand met de kijker goed zien, en vangt zelfs een houtpantserjuffer. Erg gaaf om deze zeldzaamheid te zien! Alweer de 7e nieuwe voor mij dit jaar. 

Uitzicht op de wilg achter het slootje waar hij zich liet zien

Veldrietzanger is voor de meeste vogelaars nog nieuw in Nederland, maar met ruim 40 gevallen is de soort veel algemener dan je zou denken. Op een enkele waarneming na betreffen het echter allemaal ringvangsten, wat wel laat zien dat het een extreemlastige soort is om in het veld tegen te komen. Des te groot was vandaag de vreugde dat dit exemplaar zich zo goed liet bekijken! Wellicht ook omdat hij precies in een klein riethoekje zat, waarbij hij zich niet echt kon verplaatsen en kon verdwijnen. Een hele aangename verrassing zo op de eerste werkdag weer! 

Toeschouwers

zaterdag 31 augustus 2024

Augustus 2024

Het grootste deel van augustus was ik op vakantie, maar desalniettemin was ook de rest van de maand nog genoeg te beleven. De belangrijkste focus had ik deze periode op zeldzame libellen en sprinkhanen op IJsselmonde, wat ook de nodige vruchten heeft afgeworpen! Op 1 augustus zag ik een afgevlogen, maar toch wel leuk exemplaar van een zwervende heidelibel in de Crezéepolder. De volgende dag zag ik eindelijk een zuidelijke heidelibel op IJsselmonde, in Rijsoord. Al enige tijd was ik op zoek naar deze oprukkende soort vanuit het zuiden, en eindelijk met resultaat! Een soort die ik toch wel eerder had verwacht dan de zuidelijke glazenmaker van eind juli! 

Zwervende heidelibel


Zuidelijke heidelibel

De zoektocht naar leuke libellen leverde nog een waarneming op van een zwervende heidelibel op braakliggend terrein bij de Volgerlanden, waar ook veel tengere grasjuffers aanwezig bleken te zijn. Altijd leuk! Ook bleken verspreid rondom het rangeerterrein op veel plekken weer veel spoorkrekels aanwezig te zijn. Met name op braakliggende terreinen, maar ook op akkers en soms gewoon tussen de stoeptegels. De populatie breidt dus behoorlijk uit in de regio, toch wel grappig! 

Toen begin augustus een populatie kiezelsprinkhanen in de Waalhaven werd ontdekt in verboden gebied, schoot bij mij toch het idee naar binnen om eens te gaan zoeken in Zwijndrecht. De soort komt vrijwel zeker voor op het rangeerterrein Kijfhoek (kan bijna niet anders), maar dat is hermetisch afgesloten. Langs de Lindtsedijk loopt echter een klein spoortje vanaf het rangeerterrein, dus ik besloot daar maar eens te zoeken. Op de beste plekken en de breedste stukken waren helaas geen kiezelsprinkhanen aanwezig, maar groot was de verrassing toen ik toch een populatie vond op een naastgelegen braakliggend terrein! Heel leuk om een populatie van deze zeldzame sprinkhaan te vinden, die in 2010 voor het eerste in Nederland werd ontdekt óp IJsselmonde! 


Kiezelsprinkhanen

Locatie kiezelsprinkhanen

De zoektocht leverde ook nog wat tengere grasjuffers op en een passerende rivierrombout. Die laatste ben ik nog vaker tegengekomen in augustus, maar omdat ze eerder in het jaar uitsluipen en zich daarna verspreiden is het aantal waarnemingen later in de zomer altijd wat laag. Het blijft daarentegen juist leuk om ze op hun typische, golvende vlucht te zien passeren. 

Een tochtje met de kano over de Devel begin augustus leverde helaas geen waarnemingen van woudaap op. Net zoals vorig jaar was er in het voorjaar weer een roepend mannetje gehoord, maar vervolgwaarnemingen ontbraken. Helaas ook dit jaar hebben we dus niet kunnen vaststellen of er in het gebied gebroed is, maar het ligt op zich wel voor de hand. Het rondje varen resulteerde wel in de gebruikelijke watervleermuizen en ook een waarneming van twee bevers! Dit zoogdier heeft zich recent langs de Devel gevestigd, zo lijkt het. 

Heel verrassend was de krombekstrandloper, die op 2 augustus werd ontdekt door Rutger in de Cerezéepolder. De vogel bleek geringd te zijn, dus ik besloot toch maar die kant op te gaan om een poging te wagen. Dankzij het afspelen van geluid kwam hij soms dichtbij genoeg om wat af te lezen, zodat we uiteindelijk doorhadden dat het een Fins exemplaar betrof. We mistten alleen nog twee cijfers. Reden om vanuit het veld naar een Finse ringer te appen waar ik geregeld contact mee had, en niet veel later bleek de vogel op 26 juli geringd te zijn op Jurmo. Een eilandje in Zuid-Finland. Heel gaaf! 

Krombekstrandloper

Op 7 augustus moest ik voor het werk nog een dag richting Deventer. Een bezoek die kant op moest natuurlijk gecombineerd worden met nog wat ontbrekende plantensoorten, en een uitgestippelde route leverde nog graskers (bij Tiel), paira's bermzegge (Doorwerth), Koprus (Diepenveen) en eironde leeuwenbek (Zeist) op. 

Eironde leeuwenbek

Graskers

Koprus

Vlak voor mijn vakantie kon ik het niet laten om nog een korte vangpoging te doen in het Klein Profijt, wat in 1,5u nog twee matkoppen en verrassend genoeg ook een boomklever opleverde. Leuke soorten om te vangen natuurlijk! Ook zag ik nog driekantige bies bij de eendenkooi staan, wat vermoedelijk de laatste groeiplaats is van deze soort die voorheen algemeen langs de Oude Maas voorkwam en werd geteeld in de biezencultuur. Van deze teeltwijze is niks meer over, waarmee waarschijnlijk ook de soort definitief verdwenen lijkt te zijn. 

Boomklever

Matkop Ym/YY (we zijn nu overgestapt naar een gele marker op links)

Uiteindelijk stond ik de dag voordat we zouden vertrekken naar het noorden nog langs de Waddenzee. Op donderdag was aan het licht gekomen dat er eerder deze week een heuse roodkeelstrandloper was gefotografeerd bij Balgzand, waar de steltlopers met hoog water goed zijn te bekijken. De enige optie voor mij was dus om vrijdagochtend met opkomend tij die kant op te gaan, want als hij dan nog aanwezig zou zijn, had ik nog een mogelijkheid om deze zeldzaamheid uit Oost-Azië te zien. De vogel later bezoeken of eventueel twitchen was geen optie. Zo gezegd, zo gedaan, een heerlijk ochtendje aan het Wad. Maar helaas verscheen de vogel niet tussen de andere steltlopers, waar wel nog o.a. zo'n vijf kleine strandlopers tussen zaten. 

Balgzand

Rosse grutto's, zilverplevieren, bonte strandlopers

Eenmaal terug van mijn vakantie ging de zoektocht naar leuke sprinkhanen en libellen weer voort, maar ving ik ook nog weer twee matkoppen in Klein Profijt. Een zoektocht op wat braakliggende terreinen in Rotterdam-Zuid naar snortikker (zijn wat oude waarnemingen bekend) leverde niks op, maar op een braakliggend terrein in Oud-Reijerwaard stuitte ik wel onverwachts op een zwervende pantserjuffer. Weer een nieuwe soort voor mijn IJsselmondelijst, en een soort die dit jaar weer behoorlijk aan het zwerven bleek te zijn. Op IJsselmonde waren dit jaar dan ook al twee exemplaren gefotografeerd, maar allebei in achtertuinen. Bij Oud-Reijerwaard bleek uiteindelijk een kleine populatie aanwezig te zijn, erg leuk! 


Zwervende pantserjuffer

Het braakliggende terrein leverde ook nog een mooi groep paapjes en twee boompiepers op. Ook elders bleek het najaar nu echt losgebarsten, want in de Volgerlanden werd zowaar weer een duinpieper ontdekt. In de middag van 30 augustus kreeg ik 'm helaas niet gevonden, en later had ik geen tijd/zin meer om nog een poging te wagen. Ook daar waren overigens paapjes en boompiepers aanwezig, net zoals een behoorlijk aantal spoorkrekels. Dat was dan ook de reden om nog eens een mooie ronde door de Zwijndrechtse Waard te fietsen voor spoorkrekel, om de huidige verspreiding in beeld te brengen. Dat leverde uiteindelijk niet alleen veel waarnemingen van spoorkrekels op, maar op een viaduct over de A16 zat ook de eerste boomkrekel voor IJsselmonde te zingen. Een verwachte nieuwe soort voor het eiland, die ik gezien de waarnemingen in Alblasserdam en Papendrecht vooral langs de rivier had verwacht. De dag erna, toen ik met Sander en Jeroen Elzerman een poging ging wagen op de Sophiapolder voor dezelfde soort, leverde dat inderdaad ook één zingende boomkrekel op. Ongelofelijk dat deze soort nu dus ook IJsselmonde heeft bereikt, nadat begin 21ste eeuw voor het eerst een populatie ontstond nabij Nijmegen. In de daaropvolgende jaren is de soort helemaal afgezakt langs de rivier, en nu dus ook bij ons.

Zonsondergang op de Sophiapolder 

Locatie eerste boomkrekel van IJsselmonde
Boomkrekel

Ten slotte was ik op 30 augustus met onder andere Rutger weer eens op de ringbaan in Meijendel. Het was een soortenrijke dag met de nodige afwisseling. Daarbij ook wat leuke vangsten, zoals ijsvogel, paapje, boompiepers en als hoogtepunt een draaihals. Voor de totalen, zie hier

IJsvogel

Draaihals


Paapje

dinsdag 27 augustus 2024

Noorwegen 2024

In augustus zijn we ruim twee weken naar Noorwegen geweest. Heerlijk op vakantie, met natuurlijk ook de nodige waarnemingen. De eerst week zaten we in het westelijke deel, in het Jostedal (vlakbij Gaupne). De tweede week meer richting het oosten, richting de Zweedse grens, in Brumundal. De eerste week stond wat vogels betreft vooral in het teken van de witrugspecht. 

In het westen van Noorwegen zit nog een grote, stabiele populatie van deze spechtensoort. In de rest van Scandinavië gaat het daarentegen slecht met deze soort, waardoor ze in Zweden zelfs zijn overgegaan tot het uitzetten van witrugspechten. Langs de Fjorden tegen de kust komen ze echter nog talrijk voor in de hellingbossen, waarbij een aantal factoren meespelen. In dit deel van Noorwegen is eigenlijk geen sprake meer van houtkap, omdat de hellingen te stijl zijn. Daardoor is veel dood hout aanwezig en bestaan ook grote stukken uit uitsluitend loofbos (witte els en berk). Fijnspar ontbrak hier op grote stukken, en dat is dan ook precies waar witrugspechten van houden. 

Habitat van witrugspecht

Ondanks dat ze de meest talrijke spechtensoort zouden moeten zijn, viel het nog niet mee om ze goed te zien. Het eerste ochtendje dat ik zocht, zag ik wel gelijk een exemplaar, maar de dagen daarna kwam ik niet veel verder dan roepende exemplaren. Uiteindelijk lukte het vlakbij ons huisje om een exemplaar kort, maar echt goed te zien. En zelfs nog te fotograferen! Erg blij mee! 




Witrugspecht

In de bossen was het verder ook leuk vogelen met grote groepen lijsters (koperwieken, kramsvogels, grote lijster, zanglijsters en enkele beflijster), vinken en kepen. Mezengroepen bestonden met name uit matkoppen, maar ook glanskop, kuifmees, zwarte mees, tjiftjaf, fitis, bonte vliegenvanger en met name grauwe vliegenvangers waren aanwezig. Ook taigaboomkruipers, kruisbekken, boomklevers (van die mooie lichte exemplaren), goudvinken en appelvinken waren goed aanwezig in deze bossen. In de stukken met fijnsparren zaten dan juist weer notenkrakers en in het hellingbos hoorde ik nog enkele keren grijskopspecht. In beeld krijgen lukte helaas dan weer niet. 

Notenkraker

Zwarte mees

Boomklever

Ook eekhoorns waren algemeen, en een enkele keer ben ik sneeuwhaas tegengekomen. Een grappige soort, waarvan de mooiste keer een stuk boven de boomgrens. Eland is in dit deel van Noorwegen schaars, maar desalniettemin lukte het wel om een moeder met jong te vinden. Schitterend om die in de gletsjerrivier te zien grazen aan de wilgjes. 


Rode eekhoorn

Sneeuwhaas

Plek van elanden

Qua vogels was het in dit deel verder redelijk rustig, maar gedurende een week kwamen we toch wel leuke dingen tegen. In het fjord zaten vooral veel brilduikers, hier en daar grote en middelste zaagbekken. Hogerop boven de boomgrens had ik nog vluchtige waarnemingen van frater, ijsgors, een paar keer zagen we zeearend en eenmaal kwam ik een steenarend tegen. Leuk was ook een clubje korhoenders die de weg over staken, terwijl we onderweg nog parel- en roodkeelduikers tegenkwamen op meren. Een soort waar ik nog wel op had gehoopt was moerassneeuwhoen, maar die lukte helaas niet. In de tweede week hadden we daar echter wel wat meer kansen op. 

Parelduiker

Zeearend

Korhoen

Qua insecten is het vrij rustig. Het weer was ook niet denderend, maar op een paar plekken kwamen we noordse glazenmakers tegen en een vals heideblauwtje is nog wel het noemen waard. 

Noorse glazenmaker

De twee week zaten we in Brumunddal, een stuk oostelijker, wat ook nog een flinke reis was. Onderweg was het uiteraard ook schitterend om van de landschappen te genieten, en een tussenstop hadden we gepland in het grote nationale park Dovrefjell. Dit staat vooral bekend om de populatie uitgezette muskusossen, waarvan het ook niet al te lang duurde voordat we van afstand enkele exemplaren zagen lopen. Gigantische beesten! Dit is ook het broedgebied van soorten als morinelplevier en kleinste jager, maar diep in augustus zijn veel van deze soorten alweer vertrokken. Alleen meerdere ruigpootbuizerds waren hier nog wel het vermelden waard. 

Muskusos

Vanuit Brumunddal zaten we dichterbij bij de broedgebieden van typische taigasoorten als taigagaai, haakbek en bruinkopmees. Die eerste zou wel op redelijke grote schaal voor moeten komen, maar bruinkopmees en haakbek komen hier (nog) maar op een zeer beperkt aantal gebieden voor. Bovendien waren er ook nog wel wat goede plekken voor moerassneeuwhoen, dus doelen genoeg voor de tweede week! 

Het weer was helaas vaak nat, en zoals ook wel een beetje verwacht viel het tegen om de echte leuke soorten tegen te komen. Parelduikers op rivieren, visarenden, goudvinken, grote zaagbekken en notenkrakers. Dat lukte allemaal vrij makkelijk, ook nog een overvliegende grote kruisbek. In de uitgestrekte bossen kwamen we ook nog een keer oog in oog te staan met een eland, een schitterend dier! 
Parelduiker


Eland

Voor de echte doelsoorten was het harder werken en dat lukte dus ook niet allemaal. Uiteindelijk hadden we na meerdere pogingen een groepje moerassneeuwhoenen die vlakbij voor ons opvlogen. Een soort die wijdverbreid voorkomt, waar ook veel op wordt gejaagd maar vinden viel behoorlijk tegen. Haakbek lukte uiteindelijk niet en ook bruinkopmees probeerde we tevergeefs. De dichtstbijzijnde broedgebieden van bruinkopmees waren nog wel 2,5u rijden vanaf waar wij zaten, maar zoeken daar had helaas geen resultaat. De beste plekken lagen ook nog net verder de bossen in, wat gewoon niet haalbaar was. Bovendien is augustus ook een lastige maand voor deze soort en worden ze überhaupt weinig waargenomen, zodat je niet op recente waarnemingen af kan gaan. In dat  gebied lukte het wel om uiteindelijk een groepje taigagaaien schitterend te bekijken! 


Taigagaai
Al met al hadden we een schitterende vakantie met nog 102 soorten, waarvan voor mij drie nieuwe soorten: moerassneeuwhoen, taigagaai en witrugspecht!